Remifentanil

Stofnaam
Remifentanil
Merknaam
Ultiva
ATC code
N01AH06
Doseringen
Nierfunctiestoornissen

Produkten, hulpstoffen, toediening en tekorten
Bijwerkingen
Contraindicaties
Waarschuwingen en voorzorgen

Interacties
Eigenschappen (PD/PK)

Registratiestatus
Middelen uit dezelfde ATC groep
Referenties
Versiebeheer

Eigenschappen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Opiaatagonist met sterk analgetische werking. De werking treedt snel in en houdt zeer kort aan. Dit preparaat valt onder de bepalingen van de Opiumwet in zijn volle omvang.

Farmacokinetiek bij kinderen

De gemiddelde klaring en het steady-state distributievolume van remifentanil is hoger bij jongere kinderen dan bij oudere en deze waarden nemen vervolgens bij toenemende leeftijd af tot waarden van jonge gezonde volwassenen bij 17-jarigen.

De lineaire rijping van remifentanil klaring kan worden verklaard door het feit dat remifentanil wordt gemetaboliseerd door onspecifieke weefsel en plasma esterases. Rijping van hun metabolische capaciteit is echter nog niet onderzocht. (Ziesenitz 2018)

De eliminatiehalfwaardetijd van remifentanil bij neonaten en zuigelingen tot 1 jaar is vergelijkbaar met  volwassenen na correctie voor een lager lichaamsgewicht. Veranderingen in het analgetisch effect volgen veranderingen in de infusiesnelheid van remifentanil snel op en zijn gelijk aan die zoals waargenomen bij jonge gezonde volwassenen (SmPC Ultiva). 

Farmacokinetiek van remifentanil bij kinderen onder anesthesie die electieve chirurgie of diagnostische procedures ondergaan:

Leeftijd Dosering Vd  CL Referentie
<2 mnd 5 microg/kg in 1 min 0,452 L/kg     3,4-5,7 min   Ross 2001 n=42 (0-18 jaar)
>2 mnd 5 microg/kg in 1 min 0,22-0,38 L/kg  
2mnd – 2 jr 5 microg/kg in 1 min 90-92 mL/min/kg
>2 jr 5 microg/kg in  1 min 46-76  mL/min/kg
0.74 (0.3–1.0) jr (n=7)     16.23 L/70 kg   Standing 2010  Pop-PK schatting

De PK tijdens postoperatieve sedatie werd beschreven door een 2-compartiment allometrisch model tijdens postoperatieve sedatie (Rigby Jones 2007)

Label dosisadvies Kinderformularium

Inductie: Off-label
Onderhoud:
> 1 jaar: On-label
< 1 jaar: Off-label

Toon SmPC tekst Toon SmPC tekst

SmPC tekst

Onderhoud anesthesie
1-12jr: Bolusinjectie 1 microg/kg;
Continu infuus aanvangsnelheid 0.25 microg/kg/min;
continu infuus onderhoudssnelheid:
met halothaan 0,05-1,3 microg/kg/min;
met sevofluraan 0,05-0,9 microg/kg/min;
met isofluraan 0,06-0,9 microg/kg/min.
>12jr: als volwassenen
Neonaten/kinderen <1jr: Het farmacokinetische profiel van remifentanil bij kinderen jonger dan 1 jaar is na correctie voor verschillen in lichaamsgewicht vergelijkbaar met dat van volwassenen. Echter, omdat er onvoldoende klinische gegevens zijn om een dosisaanbeveling te doen voor deze groep, wordt het gebruik van Ultiva voor deze groep niet aanbevolen.

Beschikbare toedieningsvormen/sterktes

Poeder voor inj.vlst. (als hydrochloride) 1 mg, 2 mg, 5 mg

Overige info toediening/beschikbaarheid

Informatie over geneesmiddeltekorten

Doseringen

Procedurele analgosedatie in onbeademde patienten
  • Intraveneus
    • a terme neonaat
      [10] [26]
      • Startdosering: 0,03 microg./kg/minuut, continu infuus. Titreren op geleide van het effect en demping van de hartslag.
      • Bij intubatie: Een bolusdosis van 1 microg/kg/dose kan worden gegeven vóór intubatie. De bolus moet in ten minste 30 seconden worden toegediend vanwege het risico op bradycardie en hypotensie.

    • 1 maand tot 18 jaar
      [8] [14] [15] [21] [27]
      • Startdosering: 0,05 microg./kg/minuut, continu infuus.
      • Onderhoudsdosering: Startdosering zo nodig op geleide van effect en demping van de hartslag titreren in stappen van 0,05 microg/kg/min naar 0,01 - 0,14 microg./kg/minuut, continu infuus.
Analgesie als onderdeel van algehele anesthesie bij geintubeerde en beademde patienten.
  • Intraveneus
    • Preterme (GA ≥ 28 weken) en a terme neonaat
      [2] [5] [13] [17]
      • 0,15 - 0,5 microg./kg/minuut, continu infuus.
      • Als een snelle werking nodig is (< 5 min), kan de infusie worden gestart met 0,25 mcg/kg/min gedurende 1 minuut, waarna de dosis moet worden getitreerd tot de normale continue infusiedosis.
        Als alternatief kan voorafgaand aan de continue infusie een bolusdosis van 0,5-1 µg/kg worden toegediend.

    • 1 maand tot 18 jaar
      [3] [7] [11] [12] [16] [20] [32]
      • Startdosering: 0,25 microg./kg/minuut, continu infuus.
      • Onderhoudsdosering: 0,05 - 1,3 microg./kg/minuut, continu infuus. Titreren op geleide van het effect en demping van de hartslag.
      • Een initiële bolusdosis van 1 microg/kg /dosis kan worden toegediend, maar kan leiden tot bradycardie en hypotensie.

Analgesie bij kunstmatige beademing bij geïntubeerde patiënten op de intensive care
  • Intraveneus
    • Preterme (GA ≥ 24 weken) en a terme neonaat
      [5] [6] [9] [28]
      • 0,075 - 0,75 microg./kg/minuut, continu infuus. Titreren op geleide van het effect en demping van de hartslag.
    • 1 maand tot 18 jaar
      [18] [29]
      • Startdosering: 0,25 microg./kg/minuut, continu infuus.
      • Onderhoudsdosering: 0,07 - 0,75 microg./kg/minuut, continu infuus. Titreer elke 5 minuten op geleide van het effect en demping van de hartslag.
      • Een bolus dosis kan leiden to bradycardie en hypotensie.

Nierfunctiestoornissen bij kinderen > 3 maanden

GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.

GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.

Bijwerkingen bij kinderen

Bij neonaten: spierrigiditeit van de borstkas.

Bijwerkingen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Zeer vaak (> 10%): spierrigiditeit, hypotensie, misselijkheid, braken.

Vaak (1-10%): bradycardie, post-operatieve hypertensie en rillen, ademhalingsdepressie, apneu, hoest en jeuk.

Soms (0,1-1%): hypoxie, obstipatie, eerdere behoefte aan post-operatieve pijnstilling.

Zelden (< 0,1%): sedatie (tijdens herstel na algehele anesthesie), asystolie of hartstilstand (gewoonlijk voorafgegaan door bradycardie) bij combinatie met één of meer anesthetische middelen, allergische reacties (waaronder anafylaxie).

Verder zijn gemeld: afhankelijkheid en onthoudingssyndroom, convulsies, AV–blok, aritmie.

Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb

  • Bij kinderen worden veel geneesmiddelen off-label gebruikt. Alle ervaringen zijn belangrijk om te melden om zo meer kennis te verzamelen en te delen
  • Ook wanneer u niet zeker weet of de bijwerking echt door het geneesmiddel komt
Meld hier

Contra-indicatie algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Overgevoeligheid voor fentanylanalogen. Aangezien de formulering glycine bevat is deze ongeschikt voor epiduraal en intrathecaal gebruik.

Waarschuwingen en voorzorgen bij kinderen

Snelle toediening van remifentanyl zorgt voor onvoldoende sedatie en heeft een hoger risico op rigiditeit van de borstkas in preterme neonaten ( De Kort 2017).  Langzame continue toediening en toepassing van de minimale effectieve dosis verlagen dit risico (Maroni 2023)

Waarschuwingen en voorzorgen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Wees voorzichtig bij cardiovasculaire aandoeningen (niet toedienen bij een LVEF < 35%), hypovolemie, hypotensie en oudere of verzwakte patiënten.

Combineer bij inductie van anesthesie remifentanil altijd met een hypnoticum, zoals propofol, thiopental of isofluraan.

Herhaalde toediening van opioïden kan leiden tot tolerantie, lichamelijke en psychische afhankelijkheid. De kans op ontwikkeling van opioïdengebruiksstoornis (OUD) is verhoogd bij patiënten met een persoonlijke of een familiaire voorgeschiedenis van middelengebruiksstoornissen (incl. alcoholgebruiksstoornis), bij tabaksgebruikers of bij patiënten met een persoonlijke voorgeschiedenis van andere geestelijke gezondheidsstoornissen.

Herhaalde toediening met korte intervallen gedurende langere perioden kan leiden tot onthoudingssyndroom na beëindiging van de behandeling. Bij toediening > 3 dagen, zijn onthoudingsverschijnselen, waaronder tachycardie, hypertensie en agitatie gezien bij plotselinge beëindiging van de behandeling. In die gevallen opnieuw starten en dan de infusie geleidelijk verminderen. Bij kunstmatig beademde intensivecare-patiënten is gebruik langer dan 3 dagen niet aanbevolen.

Alleen toepassen indien monitoring en ondersteuning van ademhalings- en cardiovasculaire functies mogelijk is. Het vóórkomen van ademhalingsdepressie en spierrigiditeit maakt gebruik van kunstmatige ademhaling en spierrelaxantia noodzakelijk. Bij optreden van ademhalingsdepressie (die ook kan optreden tot 30 min na staken van de toediening): adequaat behandelen met naloxon (0,1–0,2 mg i.v.; zo nodig na 2–3 min herhalen) en zo nodig de infusiesnelheid met 50% verlagen of de toediening tijdelijk staken.

Patiënten met een ernstige leverfunctiestoornis kunnen gevoeliger zijn voor ademhalingsdepressie.

De incidentie van spierrigiditeit bij inductie kan worden beperkt door de bolusinjectie langzaam in > 30 s toe te dienen. Excessieve spierrigiditeit behandelen met een spierverslapper en/of toevoeging van een hypnoticum. Indien spierrigiditeit optreedt bij toepassing van remifentanil als een analgeticum de toediening staken of de toedieningssnelheid verlagen.

De kans op cardiovasculaire effecten kan worden verminderd door de infusiesnelheid van remifentanil te verminderen of de dosering van gelijktijdig toegediende anesthetica te verlagen.

Bij patiënten met een ASA III/IV-status wordt een lagere aanvangsdosis en verder optitreren op geleide van effect aanbevolen.

Bij operatieve ingrepen waarbij postoperatieve pijn wordt verwacht moeten, i.v.m. de korte werkingsduur van remifentanil, analgetica worden toegediend vóór het stopzetten van de toediening van remifentanil. Er moet voldoende tijd worden gereserveerd om het maximale effect van het langer werkende analgeticum te bereiken. Vóór staken van de behandeling zorgdragen voor voldoende analgesie en sedatie.

Bij gebruik bij kunstmatig beademde intensivecare-patiënten kunnen tolerantie en hyperalgesie voorkomen.

Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen.

Interacties Bron: KNMP/Informatorium Medicamentorum

Niet beoordeeld:
Bij gelijktijdig gebruik van intraveneuze anesthetica en benzodiazepineagonisten voor anesthesie kunnen de centrale effecten (sedatie, ademhalingsdepressie) worden versterkt; daarom kan de dosering van deze middelen worden verlaagd.

De cardiovasculaire effecten (hypotensie, bradycardie) kunnen worden versterkt door andere cardiosuppressiva, zoals β-blokkers en calciumantagonisten.


Opioïden algemeen:
Relevant: 
Bij combinatie van fentanyl, oxycodon, pethidine of tramadol met de niet-selectieve MAO-remmers fenelzine en tranylcypromine is serotonerge toxiciteit gemeld (onder andere opwinding, spierrigiditeit, hyperpyrexie, zweten, bewusteloosheid, soms ademhalingsdepressie en hypotensie). Combinatie van fentanyl of pethidine met fenelzine en tranylcypromine moet worden vermeden; bij oxycodon en tramadol moet men bedacht zijn op de symptomen.

Bij combinatie van pethidine met moclobemide of selegiline is serotonerge toxiciteit gemeld.

Bij toevoeging van een partiële agonist/antagonist, waaronder ook het ontwenningsmiddel nalmefeen, kunnen onthoudingsverschijnselen optreden. De combinatie moet worden vermeden. In geval van buprenorfinepleister kan het omgekeerde wel: een opioïdagonist kan worden toegevoegd aan een buprenorfinepleister bij chronische hevige pijn.

Naloxon en naltrexon zijn antagonisten van opioïden; bij combinatie kunnen onthoudingsverschijnselen optreden. Toevoeging van naloxon of naltrexon aan een opioïd wordt ontraden, tenzij naloxon of naltrexon bewust wordt toegepast als antidotum bij overdosering van een opioïd. Andersom kan bij toevoeging van een opioïd aan naloxon of naltrexon acute ademnood optreden.

Niet relevant:
Gabapentine en pregabaline kunnen de werking van opioïden versterken. De depressieve werking op het centrale zenuwstelsel neemt toe, met als mogelijk gevolg een hoger risico op overmatige sedatie en ademhalingsdepressie. 

Geen interactie: 
In de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie van niet-selectieve MAO-remmers met opioïden anders dan fentanyl, oxycodon, pethidine of tramadol; de meeste fabrikanten ontraden echter het gebruik tijdens of binnen 2 weken na behandeling met niet-selectieve MAO-remmers.

Er is ook onvoldoende onderbouwing voor interactie van moclobemide, rasagiline of selegiline met opioïden anders dan pethidine.

Niet beoordeeld: 
Bij combinatie met hydroxyboterzuur is het risico op ademhalingsdepressie en centraal-depressieve effecten verhoogd. De combinatie wordt afgeraden.

Zie verder de afzonderlijke stofmonografieën.

 

ALGEMENE ANAESTHETICA

Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.

GEHALOGENEERDE KOOLWATERSTOFFEN

Desfluraan

Suprane
N01AB07

Isofluraan

Sedaconda
N01AB06

Sevofluraan

Sevorane
N01AB08
BARBITURATEN

Thiopental

Pentothal
N01AF03
OPIOIDE ANAESTHETICA

Alfentanil

Rapifen
N01AH02
N01AH01

Sufentanil

Sufenta, Dzuveo
N01AH03
OVERIGE ALGEMENE ANAESTHETICA

Esketamine

Ketanest S
N01AX14

Etomidaat

Etomidaat lipuro
N01AX07
N01AX11

Propofol

Diprivan, Propofol Lipuro
N01AX10

Referenties

  1. Rademaker C.M.A. et al, Geneesmiddelen-formularium voor Kinderen, 2007
  2. Bellù R, et al., Opioids for newborn infants receiving mechanical ventilation, Cochrane Database Syst Rev, 2021, 3(3), Cd013732
  3. Chambers N, et al., Remifentanil and the tunnelling phase of paediatric ventriculoperitoneal shunt insertion. A double-blind, randomised, prospective study., Anaesthesia, 2002, 57(2), 133-9
  4. Demirel N, et al., Remifentanil analgesia during laser treatment for retinopathy of prematurity: a practical approach in neonatal intensive care unit. , Am J Perinatol, 2014, 31(11), 983-6
  5. Pereira e Silva YP, et al., Early awakening and extubation with remifentanil in ventilated premature neonates., Paediatr Anaesth. , 2008, 18(2), 176-83
  6. Giannantonio C, et al., Remifentanil analgosedation in preterm newborns during mechanical ventilation., Acta Paediatr., 2009, 98(7), 1111-5
  7. Han D, et al, Comparison of Analgesic Efficacy of Local Anesthetic Infiltration and Ultrasound-guided Abdominal Wall Nerve Block in Children Undergoing Ambulatory Inguinal Hernia Repair. , J Perianesth Nurs, 2022, 37(5):, 699-705
  8. Kaynar A, et al., Effects of different doses of remifentanil infusion on hemodynamics and recovery in children undergoing pediatric diagnostic cardiac catheterization., J Cardiothorac Vasc Anesth., 2011, 25(4), 660-4
  9. Kinoshita M,et al., Opioids for procedural pain in neonates., Cochrane Database Syst Rev, 2023, 6(6), Cd015056
  10. Lago P, et al., Remifentanil for percutaneous intravenous central catheter placement in preterm infant: a randomized controlled trial., Paediatr Anaesth., 2008, 18(8), 736-44
  11. Li MY, et al., Application of propofol-remifentanil intravenous general anesthesia combined with regional block in pediatric ophthalmic surgery. , BMC Anesthesiol., 2024, 24(1), 147
  12. Lo C, et al., Association Between Intraoperative Remifentanil Dosage and Postoperative Opioid Consumption in Adolescent Idiopathic Spine Surgery: A Retrospective Cohort Study., Anesth Analg, 2021, 133(4), 984-90
  13. Maroni A, et al., Fetal, Preterm, and Term Neonate Exposure to Remifentanil: A Systematic Review of Efficacy and Safety., Paediatr Drugs, 2023, 25(5), 537-55
  14. Seol TK, et al., Propofol-ketamine or propofol-remifentanil for deep sedation and analgesia in pediatric patients undergoing burn dressing changes: a randomized clinical trial. , Paediatr Anaesth., 2015, 25(6), 560-6
  15. Shen X, et al., Propofol-remifentanil intravenous anesthesia and spontaneous ventilation for airway foreign body removal in children with preoperative respiratory impairment. , Paediatr Anaesth., 2012, 22(12), 1166-70
  16. Szmuk P, et al., An open label pilot study of a dexmedetomidine-remifentanil-caudal anesthetic for infant lower abdominal/lower extremity surgery: The T REX pilot study., Paediatr Anaesth., 2019, 29(1), 59-67
  17. Welzing L, et al., Remifentanil/midazolam versus fentanyl/midazolam for analgesia and sedation of mechanically ventilated neonates and young infants: a randomized controlled trial., Intensive Care Med, 2012, 38(6), 1017-24
  18. Xiang K, et al., Comparison of analgesic effects of remifentanil and fentanyl NCA after pediatric cardiac surgery., J Invest Surg, 2014, 27(4), 214-8
  19. de Kort EH, et al., Insufficient Sedation and Severe Side Effects after Fast Administration of Remifentanil during INSURE in Preterm Newborns., Neonatology, 2017, 111(2), 172-6
  20. Zhang JM, et al, [Effectiveness of bispectral index in intravenous anesthesia with remifentanil and propofol in children]., Zhonghua Yi Xue Za Zhi., 2008, 88(41), 2904-6
  21. Zhong Y, et al., Evaluating efficacy and safety of sub-anesthetic dose esketamine as an adjuvant to propofol/remifentanil analgosedation <...>prospective, double-blinded, randomized, and placebo-controlled clinical trial., Front Pharmacol., 2023, 14, 1184663
  22. Ziesenitz VC, et al., Pharmacokinetics of Fentanyl and Its Derivatives in Children: A Comprehensive Review., Clin Pharmacokinet., 2018, 57(2), 125-49
  23. Ross AK, et al., Pharmacokinetics of remifentanil in anesthetized pediatric patients undergoing elective surgery or diagnostic procedures., Anesth Analg., 2001, 93(6), 1393-401
  24. Standing JF, et al., Pharmacokinetic-pharmacodynamic modeling of the hypotensive effect of remifentanil in infants undergoing cranioplasty., Paediatr Anaesth., 2010, 20(1), 7-18
  25. Rigby-Jones AE, et al., Remifentanil-midazolam sedation for paediatric patients receiving mechanical ventilation after cardiac surgery., Br J Anaesth., 2007, 99(2), 252-61
  26. Pereira e Silva Y, et al., Morphine versus remifentanil for intubating preterm neonates., Arch Dis Child Fetal Neonatal Ed., 2007, 92(4), F293-4.
  27. Malherbe S, et al., Total intravenous anesthesia and spontaneous respiration for airway endoscopy in children--a prospective evaluation., Paediatr Anaesth., 2010, 20(5), 434-8
  28. Shin SH, et al., A comparative study of two remifentanil doses for procedural pain in ventilated preterm infants: a randomized, controlled study*, Pediatr Crit Care Med., 2014, 15(5), 451-5
  29. Welzing L, et al., Remifentanil and propofol for weaning of mechanically ventilated pediatric intensive care patients., Eur J Pediatr., 2011, 170(4), 477-81
  30. ZorgInstituut Nederand, Farmacotherapeutisch Kompas (Eigenschappen, Contra-Indicaties, Bijwerkingen, Waarschuwingen en Voorzorgen), Geraadpleegd 03 dec 2024
  31. Informatorium Medicamentorum, Interacties, Geraadpleegd 23-11-2025
  32. Domagalska M, et al., Effectiveness of the Bilateral and Bilevel Erector Spinae Plane Block (ESPB) in Pediatric Idiopathic Scoliosis Surgery: A Randomized, Double-Blinded, Controlled Trial., J Pediatr Orthop., 2024, Aug 1;44(7), e634-e640

Wijzigingen

  • 22 december 2025 09:08: De beschikbare wetenschappelijke literatuur over de toepassing van remifentanil bij kinderen is beoordeeld. Dit heeft geleid tot de toevoeging van PK data, een differentiatie van de indicatie afhankelijk van de setting waarin remifentanil gebruikt wordt en tot de toevoeging van een doseeradvies voor preterme en a terme neonaten (beoordeling in kader van NEODOSE project)
  • 18 mei 2015 16:15: Kinetische gegevens toegevoegd op basis van SmPC
  • 18 mei 2015 16:15: Registratie info aangepast op basis van SmPC Ultiva

Therapeutic Drug Monitoring


Overdosering