Naloxon

Stofnaam
Naloxon
Merknaam
ATC code
V03AB15
Doseringen
Nierfunctiestoornissen

Produkten, hulpstoffen, toediening en tekorten
Bijwerkingen
Contraindicaties
Waarschuwingen en voorzorgen

Interacties
Eigenschappen (PD/PK)

Registratiestatus
Middelen uit dezelfde ATC groep
Referenties
Versiebeheer

Eigenschappen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Zuivere opioïdreceptor-antagonist zonder agonistische of morfineachtige eigenschappen, zoals andere opioïdreceptor-antagonisten. Naloxon veroorzaakt geen respiratoire depressie, psychose-achtige effecten of pupilconstrictie. In afwezigheid van opioïden vertoont het geen farmacologische activiteit. Gewenning dan wel afhankelijkheid is niet waargenomen. Bij afhankelijkheid van opiaten zal naloxon de symptomen van fysieke afhankelijkheid verminderen. De noodzaak de toediening te herhalen is afhankelijk van hoeveelheid, type en toedieningswijze van het te antagoneren narcoticum.

Farmacokinetiek bij kinderen

Naloxon wordt voornamelijk gemetaboliseerd in de lever door dealkylering met reductie van de 6-ketogroep en conjugatie met glucuronzuur, en uitgescheiden met de urine, in onveranderde vorm en in de vorm van metabolieten [SmPC].
De volgende farmacokinetische parameters zijn gevonden bij voldragen pasgeborenen (n=29) met ademhalingsdepressie als gevolg van toediening van opioïden aan de moeder binnen 4 uur voor de geboorte, na IV (via de navelstrengader) en IM toediening met verschillende doses [Moreland 1980]:

PK parameters

(gemiddelde ± SD)

Dosis: 35 µg IV

n=6

Dosis: 70 µg IV

n=6

Dosis: 200 µg IM

n=17

Cmax (ng/ml)

8,2 ± 4,91

13,7 ± 4,81

18,6 ± 8,02,3

T1/2 (uur)

3,53 ± 2,20

2,65 ± 1,30

NR

Vd (l/kg)

2,20 ± 1,18

1,78 ± 0,73

NR

Clplasma (ml/kg/uur)

564 ± 488 

576 ± 372

NR

1:  De tijd tot het bereiken van de piekplasmaspiegel varieerde. In vijf gevallen werden de piekspiegels binnen 5 min. na toediening bereikt, maar in de overige gevallen bleven de plasmaspiegels tot 40 min. stijgen.
2:  De tijd tot het bereiken van de piekplasmaspiegel varieerde van 0,5 - 2 uur (gemiddeld 1,2 uur).

IM-toediening resulteerde in een langere tijd tot piekspiegels in vergelijking met IV-doses, mogelijk als gevolg van de vorming van een depot van het geneesmiddel op de injectieplaats. De T1/2 na intraveneuze toediening was twee tot drie keer langer dan bij volwassenen (1 - 1,5 uur), waarschijnlijk als gevolg van het verminderde vermogen van pasgeborenen om geneesmiddelen te metaboliseren, aangezien naloxon voornamelijk wordt geëlimineerd via glucuronidatie, die nog niet volledig ontwikkeld is bij pasgeborenen. De relatief lange tijd om piekspiegels te bereiken die bij sommige pasgeborenen wordt waargenomen, is waarschijnlijk te wijten aan naloxon dat na injectie in de navelader achterblijft, waardoor de aanvang wordt vertraagd en de omvang van het farmacologische effect van naloxon wordt verminderd [Moreland 1980].

De volgende farmacokinetische parameters zijn gevonden bij premature pasgeborenen (n=10) met narcoticageïnduceerde depressie van het centrale zenuwstelsel of apneubehandeling, na IV-toediening [Stile 1987]:

PK parameters

Gemiddelde ± SD (range)

Dosis: 0,04 mg/kg IV

n=10

Cmax (ng/ml)

18,7 ± 4,2

T1/2 (min)

70,8 ± 35,6 (29 – 122)

Vd (l/kg)1

3,52 ± 1,20 (2,39 – 6,09)

Cltotaal (ml/kg/min)

39,13 ± 14,53 (24,6 – 74,0)

1 Vd significant gecorreleerd met geboortegewicht.

De farmacokinetische parameters bij premature pasgeborenen geven aan dat de T1/2 van naloxon vergelijkbaar is met die bij volwassenen (1 - 1,5 uur), in tegenstelling tot die bij voldragen pasgeborenen, wat gedeeltelijk kan worden toegeschreven aan de toedieningsmethode (via de navelstrengader) die bij voldragen pasgeborenen wordt gebruikt. De korte T1/2 bij premature pasgeborenen kan erop wijzen dat naloxon via een andere weg wordt gemetaboliseerd. Hoewel de capaciteit om stoffen te metaboliseren door glucuronidering en dealkylering is verminderd, lijken andere reacties zoals sulfaat en glycine conjugatie aanwezig te zijn in activiteiten die vergelijkbaar zijn met die gevonden bij volwassenen [Stile 1987].

Label dosisadvies Kinderformularium

Complete of gedeeltelijk herstel van het centraal zenuwstelsel (in het bijzonder ademhalingsdepressie) veroorzaakt door natuurlijke of synthetische opiaten:  Off-label 

Opiaatoverdosering (bekend of vermoed):
IV/IM
< 2 jaar:
off-label
≥ 2 jaar: on-label
Nasaal:
< 14 jaar: off-label
≥ 14 jaar: on-label
Subcutaan, endotracheaal: off-label

Ademhalingdepressie tgv toediening opoiden aan moeder binnen 4 uur voor geboorte: On-label

Jeuk agv terminale lever/nier insufficientie: Off-label

Toon SmPC tekst Toon SmPC tekst

SmPC tekst

Compleet of gedeeltelijk herstel van het centraal zenuwstelsel (in het bijzonder ademhalingsdepressie) veroorzaakt door natuurlijke of synthetische opiaten: 
Kinderen: IV 0,01-0,02 mg/kg met intervallen van 2-3 minuten tot bevredigende ademhaling en bewustzijn wordt verkregen.

Diagnose en behandeling van een vermoede opiaten overdosis of intoxicatie: 
Kinderen: IM/IV aanvangsdosis 0,01 mg/kg ,indien nodig gevolgd door aanvullende dosis van 0,1 mg/kg.
Nasaal:
≥ 14 jaar: 1,8 mg/dosis in 1 neusgat. Zo nodig na 2-3 minuten een 2e dosis toedienen in het andere neusgat. 

Omkeren van ademhalings- en CZS-depressie van neonati, van wie de moeders
opiumderivaten hebben gekregen/gebruikt
Neonaten: IV/IM: 0,01 mg/kg iv, indien nodig de injectie met intervallen van 2-3 min herhalen
 

Beschikbare toedieningsvormen/sterktes

Inj.vlst. (hydrochloride als 2-water) 0.4 mg/ml

Overige info toediening/beschikbaarheid

Informatie over geneesmiddeltekorten

Doseringen

Ga snel naar:

Volledig of gedeeltelijk herstel van het CZS en in het bijzonder ademhalingsdepressie, die door natuurlijke of synthetische opiaten wordt veroorzaakt
  • Intraveneus / intramusculair / subcutaan
    • Preterme (GA < 37 weken) en a terme neonaat
      [2] [10] [11] [12]
      • 1,5 - 3 microg./kg/dosis, zo nodig. Titreer langzaam en herhaal de dosis elke 2-3 minuten totdat de ademhaling tot het gewenste niveau is hersteld.
        • Start zo laag mogelijk bij chronische opioïdengebruikers om acute opioïdenontwenning te voorkomen.
        • Omdat de werkingsduur van opioïden die van naxolon kan overschrijden, is voortdurende bewaking van de ademhaling essentieel en kunnen herhaalde naloxontoedieningen (IM/SC) of continue infusie (IV) van 1 - 2 mcg/kg/uur noodzakelijk zijn om terugkerende apneus te voorkomen.
    • 1 maand tot 18 jaar
      [2] [10] [11] [12]
      • 1,5 - 3 microg./kg/dosis, zo nodig. Titreer langzaam en herhaal de dosis elke 2-3 minuten totdat de ademhaling tot het gewenste niveau is hersteld.
        • Start zo laag mogelijk bij chronische opioïdengebruikers om acute opioïdenontwenning te voorkomen.
        • Omdat de werkingsduur van opioïden die van naxolon kan overschrijden, is voortdurende bewaking van de ademhaling essentieel en kunnen herhaalde naloxontoedieningen (IM/SC) of continue infusie (IV) van 1 - 2 mcg/kg/uur noodzakelijk zijn om terugkerende apneus te voorkomen.
Opiaat overdosering, vermoed of bekend (zoals bij anesthesie of postoperatieve pijnstilling)
  • Intraveneus / intramusculair / subcutaan
    • Preterme (GA < 37 weken) en a terme neonaat
      [12] [15]
      • 10 microg./kg/dosis, bolus. Max: 400 microg./dosis. Zo nodig herhalen met verhoogde dosis van 100 microg/kg indien na 3 min effect uitblijft..
    • 1 maand tot 18 jaar
      [2]
      • 10 microg./kg/dosis, bolus. Max: 400 microg./dosis. Zo nodig herhalen met verhoogde dosis van 100 microg/kg indien na 3 min effect uitblijft..
  • Endotracheaal
    • 1 maand tot 18 jaar
      • 5 microg./kg/dosis, zo nodig herhalen. na 3 minuten indien effect uitblijft.
  • Nasaal
    • ≥ 14 jaar
      [6]
      • 1,8 mg/dosis, zo nodig herhalen na 2-3 minuten.
        • in één neusgat toedienen.
        • Verdere doses afwisselend in het linker en rechter neusgat toedienen.
Jeuk agv terminale lever/nierinsufficientie
  • Intraveneus
    • 1 maand tot 18 jaar
      • 0,5 microg./kg/uur, continu infuus.
Ademhalingsdepressie tgv toediening opoiden aan moeder binnen 4 uur voor geboorte
  • Intraveneus / intramusculair / subcutaan
    • Preterme (GA < 37 weken) en a terme neonaat
      • 10 microg./kg/dosis, zo nodig na 2-3 minuten herhalen na uitblijven effect.
        • Omdat de werkingsduur van opioiden die van naloxon kan overschrijden, is continue bewaking van de ademhaling essentieel, en herhaalde naloxontoedieningen kunnen nodig zijn om recidiverende apneu's te voorkomen. Om deze reden is monitorbewaking gedurende 24 uur na toediening van naloxon wenselijk.
        • Dien geen naloxon toe aan een pasgeborene waarvan de moeder mogelijk verslavende middelen heeft gebruikt, omdat naloxon dan acute ontwenningsverschijnselen kan veroorzaken.

Nierfunctiestoornissen bij kinderen > 3 maanden

GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.

GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.

Bijwerkingen bij kinderen

Naloxon, in doses tot 10 mcg/kg, veroorzaakt bij kinderen (< 6 maanden) geen ongewenste stimulerende effecten op de opioïdreceptoren of het cardiovasculaire systeem. Het blokkeert opioïde effecten effectief zonder bijkomende veranderingen in hartslag of bloeddruk te veroorzaken [Fisher 1974].

Bijwerkingen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Zeer vaak (> 10%): misselijkheid.

Vaak (1-10%): hypotensie, tachycardie, hypertensie. Duizeligheid, hoofdpijn. Braken. Postoperatieve pijn.

Soms (0,1-1%): bradycardie, aritmie. Hyperventilatie. Tremor. Zweten. Droge mond, diarree. Irritatie van de vaatwand, lokale irritatie en ontsteking na i.m.-toediening.

Zelden (0,01-0,1%): convulsies. Spanning.

Zeer zelden (< 0,01%): ventrikelfibrilleren, hartstilstand. Longoedeem. Allergische reacties (urticaria, rinitis, dyspneu, angio-oedeem), anafylactische shock. Erythema multiforme.

Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb

  • Bij kinderen worden veel geneesmiddelen off-label gebruikt. Alle ervaringen zijn belangrijk om te melden om zo meer kennis te verzamelen en te delen
  • Ook wanneer u niet zeker weet of de bijwerking echt door het geneesmiddel komt
Meld hier

Waarschuwingen en voorzorgen bij kinderen

Snelle injectie werkt sterk emetisch. De werkingsduur van naloxon is korter dan de werkingsduur van opiaten: langdurige observatie is nodig omdat een rebound effect kan optreden. Overweeg in zulke situaties toediening via een continue infuus [Vila 1979; Karl 1996].

Bij neonaten: zorg eerst voor een goede ventilatie. Dien bij voorkeur geen naloxon toe aan een pasgeborene van wie de moeder verslavende middelen heeft gebruikt. ivm acute ontwenningsverschijnselen. Kan ook subcutaan of intramusculair worden toegediend indien de perifere circulatie van de pasgeborene voldoende is. Monitor gedurende 24 uur na toediening.

Voorzichtig toedienen aan personen met bekende of vermoede afhankelijkheid van opioïden, inclusief pasgeborenen van moeders van wie een dergelijke afhankelijkheid bekend is. In dergelijke gevallen kan een abrupte en volledige verwijdering van de narcotische effecten leiden tot een acuut abstinentiesyndroom (hypertensie, hartritmestoornissen, hartstilstand, longoedeem), dit kan ook voorkomen bij pasgeboren kinderen van dergelijke patiënten [Deshpande 2009].

Een te hoge dosering kan leiden tot volledige opheffing van de pijnstilling, nervositeit en verhoging van de bloeddruk. Een te snelle opheffing van de effecten van opioïden kan misselijkheid, braken, zweten, hyperventilatie, duizeligheid, hypertensie, tachycardie, tremoren, convulsies en hartstilstand veroorzaken.

Bij zwaarlijvige kinderen heeft dosering op basis van TBW de voorkeur [Ross 2015; Wells 2020].

Waarschuwingen en voorzorgen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Wees voorzichtig bij (ouderen met) ernstige cardiovasculaire aandoeningen of bij gebruik van potentieel cardiotoxische geneesmiddelen (zie rubriek Interacties), omdat ernstige cardiovasculaire bijwerkingen als ventriculaire tachycardie en ventrikelfibrilleren zijn opgetreden bij (postoperatieve) patiënten na toediening van naloxon.

Terughoudend toedienen aan personen met bekende of suspecte afhankelijkheid aan opioïden, inclusief pasgeborenen van moeders van wie deze afhankelijkheid bekend is. In dergelijke gevallen kan een abrupte en complete opheffing van de narcotische effecten resulteren in een acuut abstinentiesyndroom (hypertensie, hartritmestoornissen, hartstilstand, pulmonaal oedeem), dit kan ook optreden bij de pasgeboren kinderen van dergelijke patiënten.

Te hoge dosering kan leiden tot volledige opheffing van de analgesie, nervositeit en verhoging van de bloeddruk. Een te snelle opheffing van de effecten van opioïden kan misselijkheid, braken, zweten, hyperventilatie, duizeligheid, hypertensie, tachycardie, tremoren, convulsies en hartstilstand tot gevolg hebben.

Naloxon is niet effectief bij ademhalingsdepressie, veroorzaakt door niet-opioïden. Een ademhalingsdepressie, veroorzaakt door buprenorfine, kan slechts in beperkte mate met een hoge dosis naloxon (5–10 mg) worden opgeheven.

Na bevredigende reactie op de behandeling voortdurend blijven controleren en zo nodig herhalingsdoses toedienen, aangezien de werkingsduur van naloxon korter is dan van de meeste opioïden.

Naloxon kan de effecten van opioïden doen terugkeren, zodat gedurende minstens 24 uur na toediening niet deelgenomen moet worden aan het verkeer.

Interacties Bron: KNMP/Informatorium Medicamentorum

Interacties gelden voor parenteraal toegediend naloxon en niet voor oraal of sublinguaal toegediend naloxon, omdat dan vrijwel geen systemische plasmaconcentratie wordt bereikt.

Relevant:
Naloxon gaat het analgetische effect van opioïden tegen. Hierdoor kunnen onthoudingsverschijnselen ontstaan. Toevoeging van naloxon aan een opioïd wordt ontraden, tenzij naloxon bewust wordt toegepast als antidotum bij overdosering van een opioïd. Andersom kan bij toevoeging van een opioïd acute ademnood optreden.

De werking van het ontwenningsmiddel nalmefeen, een opioïd met agonistische/antagonistische werking, kan worden tegengegaan.

Niet beoordeeld:
Bij toediening van naloxon bij coma ten gevolge van overdosering van clonidine is ernstige hypertensie gemeld;

Bij gelijktijdig toedienen van naloxon met andere serotonerge middelen als MAO-remmers, SSRI’s, SNRI’s en TCA’s kan het serotoninesyndroom optreden.

ALLE OVERIGE THERAPEUTISCHE MIDDELEN

Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.

ANTIDOTA
V03AB16

Digoxine Fab fragmenten

Digitalis antidot
V03AB24
V03AB27

Flumazenil

Anexate
V03AB25
V03AB19
V03AB33

Kaliumjodide

Kajodan
V03AB21
V03AB17
V03AB06

Obidoxim

Toxogonin
V03AB13
V03AB14

Sugammadex

Bridion
V03AB35
IJZERCHELERENDE MIDDELEN
V03AC03

Deferipron

Ferriprox
V03AC02

Deferoxamine

Desferal
V03AC01
MIDDELEN BIJ HYPERKALIEMIE EN HYPERFOSFATEMIE
V03AE07
V03AE05

Polystyreensulfonzuur

Sorbisterit Ca-resonium, Resonium A
V03AE01

Sevelameer

Renagel, Renvela
V03AE02
DETOXIFICANTIA BIJ BEHANDELING MET ONCOLYTICA

Folinezuur

Rescuvolin, VoriNa
V03AF03
V03AF01

Rasburicase

Fasturtec
V03AF07
MIDDELEN BIJ HYPOGLYKEMIE

Diazoxide

Proglicem
V03AH01

Referenties

  1. Rademaker C.M.A. et al, Geneesmiddelen-Formularium voor Kinderen, 2007
  2. Hameln Pharmaceuticals gmbh, SmPC Naloxon ( RVG 28360) 29-05-2020, www.geneesmiddeleninformatiebank.nl
  3. NVK, Richtlijn pijnmeting en behandeling pijn bij kinderen, www.nvk.nl, 2007, http://www.nvk.nl/Kwaliteit/Richtlijnenenindicatoren/Richtlijnen/Pijnmetingenbehandelingvan/tabid/348/language/nl-NL/Default.aspx, 99
  4. NVK, Richtlijn Reanimatie van de pasgeborene, www.nvk.nl, 2008, http://www.nvk.nl/Kwaliteit/Richtlijnenenindicatoren/Richtlijnen/Reanimatievanpasgeborenen/tabid/352/language/nl-NL/Default.aspx, 29-30
  5. Kamps WA et al, Werkboek ondersteundende behandeling kinderoncologie, VU Uitgeverij, 2005
  6. Mundipharma Corporation (Ireland) Limited, SmPC Nyxoid (EU/1/17/1238) Rev 7, 22-09-2022, www.ema.europa.eu
  7. Moreland TA, et al., Naloxone pharmacokinetics in the newborn, Br J Clin Pharmacol., 1980, 9(6), 609-12
  8. Stile IL, et al., The pharmacokinetics of naloxone in the premature newborn, Dev Pharmacol Ther., 1987, 10(6), 454-9
  9. Fischer CG, et al. , The respiratory and narcotic antagonistic effects of naloxone in infants., Anesth Analg, 1974, 53(6), 849-52
  10. Vilà R, et al., Respiratory depression following epidural morphine in an infant of three months of age., Paediatr Anaesth, 1997, 7(1), 61-4
  11. Karl HW, et al., Respiratory depression after low-dose caudal morphine, Can J Anaesth, 1996, 43(10), 1065-7
  12. Amomed Pharma GmbH. , SmPC Naloxon Amomed 0,4 mg/ml Injektionslösung. (Z.Nr 1-27262) , www.basg.gv.at, 05/2022
  13. Ross EL, et al., Development of recommendations for dosing of commonly prescribed medications in critically ill obese children., Am J Health Syst Pharm, 2015, 72(7), 542-56
  14. Wells M, et al., The utility of pediatric age-based weight estimation formulas for emergency drug dose calculations in obese children., J Am Coll Emerg Physicians Open., 2020, 1(5), 947-54
  15. Elmekkawi A,et al. , Use of naloxone to minimize extubation failure after premedication for INSURE procedure in preterm neonates., J Neonatal Perinatal Med, 2016, 9(4), 363-70
  16. Mundipharma Pharmaceuticals B.V. , SmPC Nyxoid 1,8 mg neusspray, (EU/1/17/1238/001) Rev 8; 24-02-2023, www.ema.europa.eu
  17. van Vonderen JJ, et al., Effects of naloxone on the breathing pattern of a newborn exposed to maternal opiates. , Acta Paediatr., 2012, 101(7), e309-12
  18. Deshpande G, et al., Cardiac arrest following naloxone in an extremely preterm neonate., Eur J Pediatr, 2009, 168(1, 115-7
  19. ZorgInstituut Nederland, Farmacotherapeutisch Kompas (Eigenschappen, Contra-Indicaties, Bijwerkingen, Waarschuwingen en Voorzorgen), Geraadpleegd 16 juli 2020
  20. Informatorium Medicamentorum, (Interacties), Geraadpleegd 04 okt 2024

Wijzigingen

  • 27 november 2024 16:27: De beschikbare wetenschappelijke literatuur over de toepassing van naloxon bij kinderen is opnieuw beoordeeld. Dit heeft geleid tot de toevoeging van PK data, de toevoeging van een doseeradvies voor gedeeltelijke omkeringen van opiaat effecten, de toevoeging van informatie over bijwerkingen en de toevoeging van waarschuwingen.
  • 03 februari 2023 14:31: Nasaal gebruik van naloxon bij opiaat overdosering toegevoegd obv SmPC
  • 18 januari 2018 11:49: Max (volwassen dosering) toegevoegd

Therapeutic Drug Monitoring


Overdosering