Aciclovir (oraal en intraveneus)

Stofnaam
Aciclovir (oraal en intraveneus)
Merknaam
Zovirax
ATC code
J05AB01

Aciclovir (oraal en intraveneus)

Doseringen
Nierfunctiestoornissen

Produkten, hulpstoffen, toediening en tekorten
Bijwerkingen
Contraindicaties
Waarschuwingen en voorzorgen

Interacties
Eigenschappen (PD/PK)

Registratiestatus
Middelen uit dezelfde ATC groep
Referenties
Versiebeheer

Eigenschappen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Purine (guanine) nucleoside-analogon. Aciclovir is een antivirale stof met in vitro grote werkzaamheid tegen Herpes simplex-virus type 1 en 2 en Varicella zoster-virus. Aciclovir wordt in de cel door middel van, door het virus geïnduceerd thymidinekinase, omgezet in aciclovirmonofosfaat, dat door cellulaire enzymen verder wordt omgezet tot het actieve aciclovirtrifosfaat. Aciclovirtrifosfaat remt competitief het virale DNA-polymerase en voorkomt verdere virale DNA-synthese, met als gevolg blokkade van de vermenigvuldiging van het virus.

Farmacokinetiek bij kinderen

De volgende kinetische parameters zijn gevonden bij (premature) neonaten [Blum 1982, Hintz 1982 en Sampson 2014]:

PMA <30 wk (n=13) 30-35 wk (n=9) 36-41 wk (n=6)
Dosis 20 mg/kg/dag 20/40/60 mg/kg/dag 60 mg/kg/dag
Cmax (mg/l) 10.3(4.59-110) 8.83(5.44-29.8) 12.4(10.8-86.1)
t½ (uur) 10.2(4.73-13.2) 6.55(4.28-9.26) 3.0(1.61-3.69)
Cl (l/uur/kg) 0.211(0.095-0.31) 0.449(0.302-0.812) 0.59(0.126-0.77)
Vd (l/kg) 2.88(0.646-5.30) 4.49(1.87-10.85) 2.55(0.293-4.09)
Dosis 5 mg/kg 10 mg/kg 15 mg/kg
Cmax (microM) 30.0 ± 9.9 61.2 ± 18.3 86.1 ± 23.5
t½ (uur) 4.03 ± 1.56 4.07 ± 1.53 3.24 ± 0.69
Cl (ml/min/1.73m2) 122 ± 51 98 ± 34 108 ± 43
Vd (l/1.73m2) 30.0 ± 2.0 28.9 ± 11.3 24.1 ± 6.3

Label dosisadvies Kinderformularium

Herpes encefalitis:
< 3 mnd: Off-label
≥ 3 mnd: On-label
Herpes neonatorum: On-label
Primaire/recidiverende Varicella zoster-infectie bij immungecompromitteerde patienten:
< 3 mnd: Off-label
≥ 3 mnd: On-label
Herpes simplex infecties (normale en deficiente immuunrespons), recidiverende varicella zoster-infecties (normale immuunrespons)
0 mnd-12 jaar: on label

Toon SmPC tekst Toon SmPC tekst

SmPC tekst

Oraal:
Herpes simplex infecties:
<2 jaar: 500 mg in 5 doses
≥2 jaar: 1000 mg in 5 doses

Profylaxe HSV bij transplantaties en leukemie behandeling:
<2 jaar: 400 mg in 4 doses
≥2 jaar: 800 mg in 4 doses

Intraveneus:
Bij immunogecompromitteerde kinderen met varicella zoster infecties en bij kinderen met herpes simplex encefalitis infecties
3 mnd-12 jr: 60 mg/kg/dag in 3 doses
12-18 jr: 30 mg/kg/dag in 3 doses

Herpes simplex infecties (met normale of deficiënte immuunrespons) en bij kinderen met varicella zoster infecties (met normale immuunrespons)
3 mnd-12 jr: 30 mg/kg/dag in 3 doses
12-18 jr: 15 mg/kg/dag in 3 doses

Herpes Neonatorum:
0-3 mnd: 60 mg/kg/dag in 3 doses

Beschikbare toedieningsvormen/sterktes

Infusievloeistof (pomp) 2.5 mg/ml, 3 mg/ml, 3.5 mg/ml, 4 mg/ml, 4.5 mg/ml, 5 mg/ml, 6 mg/ml, 7 mg/ml, 8 mg/ml, 9 mg/ml, 10 mg/ml (doorgeleverde bereiding)

Overige info toediening/beschikbaarheid

Informatie over geneesmiddeltekorten

Doseringen

Ga snel naar:

Herpes Simplex Virus (HSV)-, Varicella Zoster Virus (VZV) infectie
  • Oraal
    • 1 maand tot 18 jaar
      [1] [3]
      • De biologische beschikbaarheid van oraal aciclovir is erg slecht. Daarom heeft bij orale toepassing behandeling met valaciclovir de voorkeur.

Herpes neonatorum
Herpes simplex infecties (normale en deficiente immuunrespons), recidiverende Varicella zoster-infectie (normale immuunrespons)
  • Intraveneus
    • 3 maanden tot 12 jaar
      [2]
      • 30 mg/kg/dag in 3 doses.
      • Behandelduur:

        10 dagen

    • 12 jaar tot 18 jaar
      [2]
      • 15 mg/kg/dag in 3 doses.
      • Behandelduur:

        5 dagen

Herpes encefalitis (normale immuunrespons), primaire/recidiverende Varicella zoster-infectie bij immuungecompromitteerden
  • Intraveneus
    • Premature neonaten: Zwangerschapsduur < 37 weken
      [5] [17]
      • 60 mg/kg/dag in 3 doses.
      • Behandelduur:

        Herpes encefalitis: 14-21 dagen
        Varicella zoster: 7 dagen

    • a terme neonaat
      [5] [6] [11] [17] [19] [21]
      • 80 mg/kg/dag in 4 doses.
      • Behandelduur:

        Herpes encefalitis: 14-21 dagen
        Varicella zoster: 7 dagen

    • 1 maand tot 3 maanden
      [6] [17]
      • 80 mg/kg/dag in 4 doses.
      • Behandelduur:

        Herpes encefalitis: 14-21 dagen
        Varicella zoster: 7 dagen

    • 3 maanden tot 18 jaar
      [2] [6] [10] [12] [13] [14] [15] [16]
      • 1.500 mg/m²/dag in 3 doses.
      • Behandelduur:

        Herpes encefalitis: 14-21 dagen
        Varicella zoster: 7 dagen

Nierfunctiestoornissen bij kinderen > 3 maanden

Aanpassingen als volgt:

GFR 50-80 ml/min/1.73 m2
Geen aanpassing nodig.
GFR 30-50 ml/min/1.73 m2
100 % van normale keerdosis en interval tussen twee doseringen: 12 uur
GFR 10-30 ml/min/1.73 m2
100 % van normale keerdosis en interval tussen twee doseringen: 24 uur
GFR < 10 ml/min/1.73 m2
50 % van normale keerdosis en interval tussen twee doseringen: 24 uur
Klinische gevolgen

Risico op neurologische reacties, waaronder hallucinaties, convulsies en coma. Stijging van ureum- en creatinineconcentraties, gevolgd door nierfalen; in dit geval moet de infusieduur verlengd worden.

Aanpassen van de dosering beïnvloedt de dalspiegel. Als de dalspiegel niet voldoende hoog is, is de antivirale werking mogelijk niet voldoende; dit kan resistentie tot gevolg hebben.

Bij Dialyse

Hemodialyse: 50% van normale keerdosis en interval tussen twee doseringen: 24 uur. Op dialysedagen toedienen na de dialyse

CVVH: 100% van normale keerdosis en interval tussen twee doseringen: 24 uur, op geleide van spiegel.

 

Bijwerkingen bij kinderen

Bij neonaten: let op neutropenie (bij ca. 20%; gaat meestal vanzelf over tijdens gebruik of na het stoppen) en vermindering van de nierfunctie (nefrotoxisch bij ca. 6%).

Bijwerkingen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Vaak (1-10%): misselijkheid, braken, diarree, buikpijn. Hoofdpijn, duizeligheid. Vermoeidheid, koorts. Huiduitslag (incl. fotosensibilisatie), jeuk.

Soms (0,1-1%): urticaria, toename van diffuse haaruitval.

Zelden (0,01-0,1%): angio-oedeem, anafylaxie. Dyspneu. Reversibele stijging van bilirubine- en leverenzymwaarden. Verhoging van ureum en creatinine in het bloed.

Zeer zelden (< 0,01%): convulsies, encefalopathie, coma, tremor, ataxie, dysartrie, slaperigheid. Agitatie, verwardheid, hallucinaties, psychose. Hepatitis, geelzucht. Acuut nierfalen, pijn in nierloges. Anemie, leukopenie, trombocytopenie.

Verder zijn gemeld: myoklonieën, lethargie, asterixis, hemi-paresthesie.

Na i.v.-toediening komen tevens voor: hypotensie. Diaforese. Snelle stijging van ureum- en creatininespiegels in het bloed (vooral bij dehydratie, slechte nierfunctie en/of te snelle infusie), waarschijnlijk door precipitatie van aciclovirkristallen in de niertubuli en in zeldzame gevallen leidend tot acuut nierfalen. Ernstige lokale ontstekingen en tromboflebitis op de injectieplaats, bij extravasatie leidend tot ulceraties.

 


 

Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb

  • Bij kinderen worden veel geneesmiddelen off-label gebruikt. Alle ervaringen zijn belangrijk om te melden om zo meer kennis te verzamelen en te delen
  • Ook wanneer u niet zeker weet of de bijwerking echt door het geneesmiddel komt
Meld hier

Contra-indicatie algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Overgevoeligheid voor (val)aciclovir.

Waarschuwingen en voorzorgen bij kinderen

Tweewekelijkse bloedbeeldbepaling. Bij hoge dosis of bij infusie let op vochtbalans met name bij nierfunctiestoornissen. Dosisaanpassing is nodig bij nierfunctiestoornissen.
Bij neonaten met een hoge dosering aciclovir moeten men monitoren op neutropenie en niertoxiciteit dat in respectievelijk 20% en 6% van de gevallen kan voorkomen.
Kreatinine 2 x per week bepalen. Bij orale toepassing heeft valaciclovir de voorkeur.

Waarschuwingen en voorzorgen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Wees voorzichtig bij bestaande neurologische afwijkingen, ernstige hypoxie, lever- of elektrolytafwijkingen.

Neurologische bijwerkingen: Bij ouderen en bij een verminderde nierfunctie neemt de kans op neurologische bijwerkingen toe; controleer hier nauwkeurig op. Ze verdwijnen meestal na het staken van de behandeling.

Bijwerkingen op de nieren: Zorg voor goede vochtinname bij hoge orale doseringen en bij intraveneuze toediening. In verband met de kans op bijwerkingen op de nieren na intraveneuze toediening gedurende enkele uren letten op de urineproductie van de patiënt. Overweeg bij intraveneuze toepassing van aciclovir bij obesitas in combinatie met pre-existente verminderde nierfunctie een dosisreductie. De aantasting van de nierfunctie reageert gewoonlijk snel op rehydratie van de patiënt en/of een verlaging van de dosis of het staken van de behandeling met aciclovir.

Resistente virussen: Na langdurige behandeling of herhaalde behandelingen kunnen zich bij immuungecompromitteerde patiënten resistente virussen ontwikkelen.

Interacties Bron: KNMP/Informatorium Medicamentorum

Relevant:
De nefrotoxiciteit van ciclosporine en tenofovir disoproxil kan worden versterkt. 

Niet beoordeeld:
Probenecide kan de renale excretie van aciclovir vertragen.
De theofyllineconcentratie kan stijgen met ong. 50%.

Bij combinatie met mycofenolzuur kan de AUC van aciclovir toenemen; daarnaast kan de AUC van de inactieve metabolieten van mycofenolzuur toenemen.

DIRECT WERKENDE ANTIVIRALE MIDDELEN

Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.

NUCLEOSIDEN EN NUCLEOTIDEN (EXCL. REVERSE-TRANSCR-REMMERS)
J05AB12

Ganciclovir

Cymevene
J05AB06

Remdesivir

Veklury
J05AB16

Valaciclovir

Zelitrex
J05AB11

Valganciclovir

Valcyte
J05AB14
FOSFONZUURDERIVATEN

Foscarnet

Foscavir
J05AD01
PROTEASEREMMERS

Atazanavir

Reyataz
J05AE08

Darunavir

Prezista
J05AE10

Fosamprenavir

Telzir
J05AE07

Indinavir

Crixivan
J05AE02

Ritonavir

Norvir
J05AE03

Saquinavir

Invirase
J05AE01
NUCLEOSIDE EN NUCLEOTIDE REVERSE-TRANSCRIPTASEREMMERS

Abacavir

Ziagen
J05AF06

Emtricitabine

Emtriva
J05AF09

Entecavir

Baraclude
J05AF10

Lamivudine

Epivir 3TC, Zeffix
J05AF05
J05AF13
J05AF07

Zidovudine

Retrovir AZT
J05AF01
NIET-NUCLEOSIDE REVERSE-TRANSCRIPTASEREMMERS

Doravirine

Pifeltro
J05AG06

Efavirenz

Stocrin
J05AG03

Etravirine

Intelence
J05AG04

Nevirapine

Viramune
J05AG01

Rilpivirine

Edurant
J05AG05
NEURAMINIDASEREMMERS

Oseltamivir

Tamiflu
J05AH02

Zanamivir

Relenza, Dectoza
J05AH01
ANTIVIRALE MIDDELEN VOOR HIVINFECTIE, COMBINATIEPREPARATEN
J05AR02
J05AR20
J05AR13
J05AR25
J05AR18
J05AR19
J05AR03
J05AR09
J05AR10
OVERIGE ANTIVIRALE MIDDELEN

Dolutegravir

Tivicay
J05AX12

Maraviroc

Celsentri
J05AX09

Raltegravir

Isentress
J05AX08
J05AX24
ANTIVIRALE MIDDELEN VOOR BEHANDELING VAN HCV-INFECTIES
J05AP54
J05AP57
J05AP51

Ribavirine

Copegus, Rebetol
J05AP01

Sofosbuvir

Sovaldi
J05AP08
J05AP55

Referenties

  1. Eksborg S, et al, Pharmacokinetics of acyclovir in immunocompromized children with leukopenia and mucositis after chemotherapy: can intravenous acyclovir be substituted by oral valacyclovir?, Med Pediatr Oncol., 2002, 38, 240-6
  2. GlaxoSmithKline BV, SPC Zovirax IV (RVG 09696) 09-09-2022, www.geneesmiddeleninformatiebank.nl
  3. de Miranda P, et al, Pharmacokinetics of acyclovir after intravenous and oral administration, J Antimicrob Chemother, 1983, Sep;12 Suppl B, 29-37
  4. Hintz M, et al, Neonatal acyclovir pharmacokinetics in patients with herpes virus infections., Am J Med, 1982, Jul 20;73(1A), 210-4
  5. Kimberlin DW, et al, Safety and efficacy of high-dose intravenous acyclovir in the management of neonatal herpes simplex virus infections, Pediatrics, 2001, Aug;108(2), 230-8.
  6. Enright AM, et al, Antiviral therapy in children with varicella zoster virus and herpes simplex virus infections., Herpes, 2003, Aug;10(2):, 32-7
  7. Enright AM, et al, Neonatal herpes infection: diagnosis, treatment and prevention, Semin Neonatol., 2002, Aug;7(4), 283-91
  8. Kesson AM, Management of neonatal herpes simplex virus infection, Paediatr Drugs, 2001, 3(2), 81-90
  9. Whitley R., Neonatal herpes simplex virus infection., Curr Opin Infect Dis, 2004, Jun;17(3), 243-6
  10. Corey L, et al, Maternal and neonatal herpes simplex virus infections., N Engl J Med, 2009, Oct 1;361(14), 1376-85
  11. Ito Y, et al, Exacerbation of herpes simplex encephalitis after successful treatment with acyclovir., Clin Infect Dis, 2000, Jan;30(1), 185-7
  12. Heininger U, et al, Varicella, Lancet, 2006, Oct 14;368(9544), 1365-76
  13. Heidl M, et al, Antiviral therapy of varicella-zoster virus infection in immunocompromised children--a prospective randomized study of aciclovir versus brivudin, Infection, 1991, Nov-Dec;19(6), 401-5
  14. Prober CG, et al, Acyclovir therapy of chickenpox in immunosuppressed children--a collaborative study., J Pediatr., 1982, Oct;101(4):622-5, 622-5
  15. Balfour HH, Jr., Intravenous acyclovir therapy for varicella in immunocompromised children, J Pediatr, 1984, Jan;104(1), 134-6
  16. HJC de Vries et al, Richtlijn SOA voor de tweede lijn, Nederlandse Vereniging voor Dermatologie en Venereologie (NVDV). , www.huidarts.info, 2012, 114
  17. Werkgroep Neonatale Farmacologie NVK sectie Neonatologie, Expert opinie, 28 maart 2018
  18. Blum MR et al. 1982 , Overview of acyclovir pharmacokinetic disposition in adults and children., Am J Med. , 1982, Jul 20;73(1A), 186-92
  19. Sampson MR et al. , Population pharmacokinetics of intravenous acyclovir in preterm and term infants , Pediatr Infect Dis J, 2014, Jan;33(1), 42-9
  20. Ericson JE et al. , Safety of High-dose Acyclovir in Infants With Suspected and Confirmed Neonatal Herpes Simplex Virus Infections. , Pediatr Infect Dis J., 2017, Apr;36(4), 369-373
  21. Whitley RJ et al. , The use of antiviral drugs during the neonatal period., Clin Perinatol., 2012, 39(1), 69-81
  22. Englund JA et al. , Acyclovir therapy in neonates., J Pediatr., 1991, Jul;119(1 Pt 1), 129-35
  23. Zorginstituut Nederland, Farmacotherapeutisch Kompas (Eigenschappen, Contra-Indicaties, Bijwerkingen, Waarschuwingen en Voorzorgen), Geraadpleegd 20-07-2021
  24. Informatorium Medicamentorum, Interacties, Geraadpleegd 23-8-2024

Wijzigingen

  • 03 februari 2023 16:16: Doseringseenheid aangepast voor Herpes simplex infecties (normale en deficiënte immuunrespons), terugkerende Varicella zoster infectie (normale immuunrespons) 3 maanden- 12 jarigen van mg/m2 naar mg/kg gebaseerd op SmPC
  • 06 oktober 2021 18:26: De monografie is opgesplitst in aparte monografieën voor systemisch, cutaan en oculair gebruik
  • 15 april 2020 07:58: De doseeraanbevelingen voor premature neonaten zijn toegevoegd op basis van consensus van de werkgroep Neonatale farmacologie.
  • 15 april 2020 07:58: In opvolging van de consensus bepaling ten aanzien van de toepassing van acyclovir bij neonaten is de beschikbare wetenschappelijke literatuur beoordeeld. Dit heeft geleid tot de toevoeging van PK data, de aanpassing van het doseeradvies bij a terme neonaten met een herpes neonatorum en tot de toevoeging van een doseeradvies voor immuungecompromiteerde neonaten met een primaire of recidiverende varicella zoster infectie. Het nierfuncties advies is geupdate.
  • 08 december 2017 12:33: De leeftijdsgrenzen voor behandeling van neonaten zijn gelijkgetrokken voor alle indicaties obv de SmPC
  • 11 januari 2016 15:09: Toevoegen indicatie VZ bij normale immuunrespons, uitbreiding leeftijd tot 12 jaar obv SmPC

Therapeutic Drug Monitoring


Overdosering