Selectieve H1-receptorantagonist. In vitro studies met hoge doseringen suggereren ook een anti-inflammatoire werking o.a. door remming van degranulatie van mestcellen en vrijkomen van cytokinen.
In een subgroep van kinderen (gemiddelde leeftijd: 10 jaar), werd rupatadine snel geabsorbeerd na toediening van een gemiddelde dosis van 5 mg rupatadine met een gemiddelde Tmax van 0,5 uur na inname. De gemiddelde Cmax was 2,5 ng/ml na een eenmalige orale dosis. Qua blootstelling was het gemiddelde totale oppervlak onder de curve (AUC) 8,86 ng·uur/ml. Al deze waarden zijn vergelijkbaar aan de waarden verkregen bij volwassenen en adolescenten.
De gemiddelde eliminatie halfwaardetijd van rupatadine bij kinderen was 3,12 uur, hetgeen korter is dan die voor de tabletten bij volwassenen en adolescenten.
Drank (als fumaraat) 1 mg/ml
Tablet (als fumaraat) 10 mg
De drank (1 mg/ml) bevat propyleenglycol 200 mg/ml
Allergische rhinitis en chronische urticaria |
---|
|
GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.
GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.
Drank:
Vaak (1–10%): hoofdpijn, slaperigheid.
Soms (0,1–1%): hogeluchtweginfecties, influenza. Duizeligheid, vermoeidheid. Misselijkheid. Eczeem, nachtzweten. Neutropenie, eosinofilie.
Vaak (1-10%): slaperigheid, hoofdpijn, duizeligheid. Vermoeidheid, asthenie. Droge mond.
Soms (0,1-1%): verhoogde eetlust, gewichtstoename, dorst, malaise, koorts. Concentratiestoornis, irritatie. Neusbloeding, rinitis, droge neus, hoesten, droge keel, keelpijn, faryngitis. Misselijkheid, dyspepsie, braken, buikpijn, obstipatie, diarree. Huiduitslag. Rugpijn, spierpijn, gewrichtspijn. Verhoging van creatinekinase, ASAT, ALAT, abnormale leverfunctietesten.
Zelden (0,01–0,1%): tachycardie, hartkloppingen. Overgevoeligheidsreacties waaronder anafylaxie, angio-oedeem en urticaria.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
QT-verlenging: Rupatadine tot tienmaal de therapeutische dosis gaf geen effecten op het ECG. Wees desondanks voorzichtig bij aanwezigheid van risicofactoren voor QT-verlenging zoals bradycardie, hypokaliëmie, hypocalciëmie, hypomagnesiëmie, aanhoudende proaritmische condities, en congenitale of verworven QT-verlenging.
Allergietesten: Antihistaminica beïnvloeden de uitslagen van allergietesten.
Dit middel kan invloed hebben op de rijvaardigheid en het vermogen om machines te bedienen. Raadpleeg ‘Rij Veilig met Medicijnen’ van het IVM.
Rupatadine is substraat voor CYP3A4.
Niet relevant:
De AUC kan toenemen bij combinatie met een krachtige CYP3A4-remmer.
Niet beoordeeld:
Grapefruitsap kan de biologische beschikbaarheid verhogen door remming van CYP3A4. Grapefruitsap verhoogt de systemische opname ong. 3.5-voudig. Een klinisch relevant effect is echter niet waarschijnlijk.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
AMINOALKYLETHERS | ||
---|---|---|
Tavegil
|
R06AA04 | |
R06AA52 |
GESUBSTITUEERDE ALKYLAMINEN | ||
---|---|---|
Fenistil
|
R06AB03 |
FENOTHIAZINEDERIVATEN | ||
---|---|---|
R06AD01 | ||
R06AD08 | ||
R06AD02 |
PIPERAZINEDERIVATEN | ||
---|---|---|
Zyrtec, Prevalin Allerstop, Reactine
|
R06AE07 | |
Xyzal
|
R06AE09 | |
Suprimal
|
R06AE05 |
OVERIGE ANTIHISTAMINICA VOOR SYSTEMISCH GEBRUIK | ||
---|---|---|
Semprex
|
R06AX18 | |
Aerius, Neoclarityn
|
R06AX27 | |
Telfast
|
R06AX26 | |
Zaditen
|
R06AX17 | |
Allefre
|
R06AX13 | |
Mizollen
|
R06AX25 |