Ganciclovir

Stofnaam
Ganciclovir
Merknaam
Cymevene
ATC code
J05AB06
Doseringen

Therapeutic Drug Monitoring
Nierfunctiestoornissen

Produkten, hulpstoffen, toediening en tekorten
Bijwerkingen
Contraindicaties
Waarschuwingen en voorzorgen

Interacties
Eigenschappen (PD/PK)

Registratiestatus
Middelen uit dezelfde ATC groep
Referenties
Versiebeheer

Eigenschappen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Antiviraal werkzaam synthetisch nucleoside, analoog van 2'–deoxyguanosine. Ganciclovir wordt intracellulair gefosforyleerd door cellulaire kinasen tot het actieve ganciclovirtrifosfaat, voornamelijk in door het virus geïnfecteerde cellen, omdat hierin het aantal kinasen tienvoudig is verhoogd. Dit wordt ingebouw7d in het virale DNA en remt zo viraal DNA-polymerase en veroorzaakt beëindiging of sterke beperking van de virale DNA-elongatie.

Ganciclovir is werkzaam tegen met name cytomegalovirussen (CMV) maar ook tegen herpes simplex-virussen (HSV-1 en HSV-2), humaan herpes virus-6, -7 en -8, Epstein-Barrvirus (EBV), varicella-zoster-virus (VZV) en hepatitis B-virus (HBV).

Na systemische toediening worden ook intra-oculair voldoende werkzame concentraties bereikt tegen de meeste cytomegalovirusstammen.

Farmacokinetiek bij kinderen

De volgende farmacokinetische parameters zijn gevonden bij neonaten (Acosta 2007, Kimberlin 2008,Trang 1993):

IV Ganciclovir 
12 mg/kg/dag in 2 doses
Mean
(single dose)
Mean
Steady state
Median
(range)
Cmax (mg/l) 7.0 ± 0.5 4.36-12.91 4.48-6.56 (0.7-93.02)
Tmax (h) - 1.2-1.43 1-1.08 (0.23-2.92)
t½ (h) 2.4 2.31-2.71 2.23-2.91 (1.69-3.9)
Cl (ml/min/kg) 3.55 ± 0.35 4.70-7.93 3.74-6.83 (0.49-40.44)
Vd (l/kg) 0.75 ± 0.06 1.04-1.58  0.85-1.31 (0.14-5.91)


De volgende mediane (range) farmacokinetische parameters zijn gevonden bij kinderen van 3 maanden tot 16 jaar met een levertransplantatie (n=18) of een nier transplantatie (n=25) na IV toediening van 200 mg/m2 [SmPC]:

  <6 jaar (n=17) 6-12 jaar (n=9) 12-16 jaar (n=17)
Cl (l/h) 4,23 (2,11–7,92) 4,03 (1,88–7,8) 7,53 (2,89–16,8)
Cmax (mg/l) 12,1 (9,17–15) 13,3 (4,73–15) 12,4 (4,57–30,8)
Vd bij Steady state (l) 8,06 (3,35-16,6) 22,1 (14,6-30,1) 37,9 (16,5-57,2)
AUC0-24h (μg/uur/ml) 24,3 (14,1-38,9) 40,4 (17,7-48,6) 37,6 (19,2-80,2)

 

Label dosisadvies Kinderformularium

(Congenitale) CMV infectie: <12 jaar: off-label
Profylaxe CMV bij orgaantransplantaties: off-label

 

Toon SmPC tekst Toon SmPC tekst

SmPC tekst

Behandeling CMV:
≥12 jaar: inductiebehandeling: 10 mg/kg/dag in 2 doses gedurende 14-21 dagen; onderhoudsbehandeling: 5 mg/kg/dag in 1 dosis gedurende 7 dagen per week of 6 mg/kg/dag in 1 dosis gedurende 5 dagen per week; bij progressie van het ziektebeeld dient opnieuw inductiebehandeling plaats te vinden.

Preventie CMV pre-emptief:
≥12 jaar:
inductiebehandeling: 10 mg/kg/dag in 2 doses gedurende 7-14 dagen; onderhoudsbehandeling: 5 mg/kg/dag in 1 dosis gedurende 7 dagen per week of 6 mg/kg/dag in 1 dosis gedurende 5 dagen per week.

Preventie CMV universeel:
≤16 jaar: 3 x BSA x CrClS (BSA: volgens Mosteller; CrClS: volgens Schwartz);
>16 jaar: 5 mg/kg/dag in 1 dosis gedurende 7 dagen per week of 6 mg/kg/dag in 1 dosis gedurende 5 dagen per week.

Beschikbare toedieningsvormen/sterktes

Poeder voor infusieopl. (als Na-zout) 500 mg

Overige info toediening/beschikbaarheid

Informatie over geneesmiddeltekorten

Doseringen

Ga snel naar:

(Congenitale) CMV infectie
  • Intraveneus
    • Premature neonaten: Zwangerschapsduur < 37 weken
      [1] [9] [11] [12] [17]
      • 12 mg/kg/dag in 2 doses.
      • Dosering aanpassen op geleide  van effect (virale load) en/of plasma ganciclovir concentraties. 

    • A terme neonaten Zwangerschapsduur ≥ 37 weken
      [12] [17]
      • 12 mg/kg/dag in 2 doses.
      • Dosering aanpassen op geleide van effect (virale load) en/of ganciclovir plasma concentraties.

    • 1 maand tot 18 jaar
      [12] [13] [20] [21]
      • Startdosering: 15 mg/kg/dag in 2 doses. Zo nodig ophogen naar 20 mg/kg/dag in 2 doses. .
        • Dosering aanpassen op geleide van effect (virale load) en/of ganciclovir plasma concentraties
        • Bij toegenomen renale klaring (>130 ml/ml), is een hogere dosering (20-25 mg/kg/dag in 2 doses) nodig om de AUC target te bereiken.
Behandeling CMV infectie bij orgaan en stamceltransplantatie
  • Intraveneus
    • 1 maand tot 18 jaar
      [12] [13] [20] [21]
      • Startdosering: 15 mg/kg/dag in 2 doses. Zo nodig ophogen naar 20 mg/kg/dag in 2 doses. .
        • Dosering aanpassen op geleide van effect (virale load) en/of ganciclovir plasma concentraties
        • Bij toegenomen renale klaring (>130 ml/ml), is een hogere dosering (20-25 mg/kg/dag in 2 doses) nodig om de AUC target te bereiken.
Pre-emptieve behandeling van CMV infectie bij orgaan,- en stamceltransplantatie
  • Intraveneus
    • 1 maand tot 18 jaar
      [5] [15] [18] [19]
      • 10 mg/kg/dag in 2 doses.
      • Dosis aanpassen op geleide van effect (virale load) en/of ganciclovir plasma concentraties.

Profylaxe van CMV infectie bij orgaan-, en stamcel transplantatie

Nierfunctiestoornissen bij kinderen > 3 maanden

Aanpassingen als volgt:

GFR 50-80 ml/min/1.73 m2
50 % van normale keerdosis en interval tussen twee doseringen: 12 uur
Eerste gift 100 % van de normale keerdosering
GFR 30-50 ml/min/1.73 m2
50 % van normale keerdosis en interval tussen twee doseringen: 24 uur
Eerste gift 100 % van de normale keerdosering
GFR 10-30 ml/min/1.73 m2
25 % van normale keerdosis en interval tussen twee doseringen: 24 uur
Eerste gift 100 % van de normale keerdosering
GFR < 10 ml/min/1.73 m2
25 % van normale keerdosis en interval tussen twee doseringen: 48 uur
Eerste gift 100 % van de normale keerdosering
Klinische gevolgen

Myelosuppressie is een dosisbeperkende bijwerking; trombocytopenie komt bij 5- 20% van de patiënten voor; neutropenie komt voor bij 15-40% van de patiënten en kan optreden na ong. 10 dagen, in het bijzonder bij doseringen hoger dan 15 mg/kg lich.gewicht per dag.

Bij neutropenie normaliseert het aantal cellen gewoonlijk binnen 2-5 dagen na staken van het geneesmiddel of verminderen van de dosis.

Bij overdosering is tevens hematurie gemeld. Zo nodig dialyseren en hydrateren.

Aanpassen van de dosering beïnvloedt de dalspiegel. Als de dalspiegel niet voldoende hoog is, is de antivirale werking mogelijk niet voldoende; dit kan resistentie tot gevolg hebben.

Bij Dialyse

HD: 1ste gift normale keerdosis, vervolgens 25% van normale keerdosis na elke dialyse, op geleide spiegel

CVVH: 1ste gift normale keerdosis, vervolgens 50% van normale keerdosis en interval tussen twee doseringen: 24 uur, op geleide spiegel

PD: gebruik vermijden

Bijwerkingen bij kinderen

Neutropenie, misselijkheid, braken, diarree, anorexie, hoofdpijn, koorts, verwarring.

Bijwerkingen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

eer vaak (> 10%): dyspneu. Diarree. Anemie, neutropenie. Bovenste luchtweginfectie, influenza.

Vaak (1-10%): Sepsis (bacteriëmie, viremie), urineweginfectie, orale candidiasis, cellulitis. Verminderde eetlust. Depressie, angst, verwardheid, abnormaal denken. Hoofdpijn, slapeloosheid, dysgeusie, hypo-esthesie, paresthesie, perifere neuropathie, duizeligheid, convulsies. Maculair oedeem, loslaten van het netvlies (bij HIV-patiënten met CMV-retinitis), mouches volantes, pijn in het oog. Oorpijn. Hoesten. Misselijkheid, braken, buikpijn, dysfagie, dyspepsie, obstipatie, flatulentie. Dermatitis, huiduitslag, jeuk, nachtelijk zweten. Spierkrampen, spierpijn, gewrichtspijn, rugpijn. Koorts, rillingen, pijn (op de borst), vermoeidheid, malaise, asthenie, gewichtsverlies. Leukopenie, trombocytopenie, pancytopenie. Verminderde creatinineklaring, verminderde nierfunctie. Abnormale leverfunctie; verhoogd waarden van ASAT en alkalische fosfatase in het bloed. Pijn/flebitis op de plaats van injectie.

Soms (0,1-1%): anafylactische reactie. Aritmie, hypotensie. Tremor. Hematurie, nierfalen. Beenmergdepressie. Mondulceraties, opgezette buik, pancreatitis. Agitatie, psychotische aandoening, hallucinaties. Visusstoornis, conjunctivitis. Doofheid. Alopecia, urticaria, droge huid. Verhoogd ALAT. Onvruchtbaarheid bij de man.

Zelden (0,01-0,1%): aplastische anemie, granulocytopenie, agranulocytose.

Bij patiënten met HIV zijn vaker gemeld: koorts, Candida-infecties, depressie, ernstige neutropenie en huidreacties.

Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb

  • Bij kinderen worden veel geneesmiddelen off-label gebruikt. Alle ervaringen zijn belangrijk om te melden om zo meer kennis te verzamelen en te delen
  • Ook wanneer u niet zeker weet of de bijwerking echt door het geneesmiddel komt
Meld hier

Contra-indicatie algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

  • Overgevoeligheid voor valganciclovir, penciclovir, (val)aciclovir of famciclovir, vanwege de kans op kruisovergevoeligheid.

Waarschuwingen en voorzorgen bij kinderen

Neutropenie kan optreden, vooral wanneer hoge doseringen gebruikt worden. Na vermindering van de dosis of staken van de therapie normaliseert het aantal cellen gewoonlijk binnen 2-5 dagen. Controle bloedbeeld, eventueel aanpassen dosis of staken van de behandeling. Potentieel carcinogeen en teratogeen.

Kreatinine 2 x per week bepalen. Substantiele inter- en intrapatient variabiliteit van ganciclovir spiegels zijn gevonden na niertransplantatie. Farmacokinetische monitoring van ganciclovir en valganciclovir therapie bij zowel preventieve als therapeutische behandeling van CMV ziekte na transplantatie is gerechtvaardigd.

Ganciclovir dient als potentieel carcinogeen te worden beschouwd; weeg vooral bij toediening aan kinderen zorgvuldig af.

Waarschuwingen en voorzorgen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

De diagnose retinitis dient te worden gesteld m.b.v. indirecte oftalmoscopie door de oogarts en dient te worden bevestigd door een oogarts die bekend is met de verschijnselen van deze ziekte in de retina. De diagnose CMV-infectie dient niet alleen gebaseerd te zijn op de aanwezigheid van antilichamen, maar de aanwezigheid van CMV dient te worden bevestigd door een viruskweek (uit de keel, weefsel, urine, bloed of andere lichaamsvloeistoffen), identificatie van CMV-antigeen via CMV-specifieke immunochemische reagentia of CMV-specifieke DNA-hybridizatiereagentia.

Hematologische parameters: Wees voorzichtig bij bestaande cytopenie, bij een cytopeniereactie op andere geneesmiddelen in de voorgeschiedenis en als er blootstelling heeft plaatsgevonden aan geneesmiddelen, chemicaliën of straling waarvan bekend is dat ze toxisch zijn voor het beenmerg. Bij aanwezigheid van ernstige neutropenie (< 0,5 × 109), trombocytopenie (< 25 × 109) of bij een Hb-gehalte < 5 mmol/l de behandeling niet starten tot de situatie verbeterd is. Neutropenie komt gewoonlijk voor gedurende de eerste of tweede week van de inductietherapie. Binnen 2–5 dagen na staken of vermindering van de dosis, normaliseert gewoonlijk het aantal cellen. Controleer tijdens de eerste 14 dagen van toediening iedere 2 dagen het aantal witte bloedcellen; bij eerder optreden van leukopenie door andere myelotoxische geneesmiddelen, een verminderde nierfunctie, of bij < 1,0 × 109 leukocyten bij aanvang, het aantal dagelijks controleren. Controleer hierna de hematologische functie elke 2 weken; als gebruik van ganciclovir of andere nucleosiden eerder resulteerde in een leukopenie of bij < 1,0 × 109 neutrofielen aan het begin van de behandeling, controleer dan minstens 1×/week het aantal neutrofielen. De kans op trombocytopenie is groter bij patiënten die met immunosuppressiva behandeld worden en bij een uitgangswaarde van het trombocytenaantal < 100 × 109. Overweeg bij het ontwikkelen van ernstige leukopenie, neutropenie, anemie en/of trombocytopenie onderbreking van de behandeling.

Bij een verminderde nierfunctie, de nierfunctie iedere 2 weken beoordelen, zie ook de rubriek Dosering voor dosisaanpassingen bij een nierfunctiestoornis.

Wees voorzichtig bij patiënten met psychose, denkstoornissen en bij patiënten die eerder door gebruik van andere geneesmiddelen neurologische toxiciteit hebben ontwikkeld met effecten op hun gedrag.

Resistentieontwikkeling is beschreven.

 

Interacties Bron: KNMP/Informatorium Medicamentorum

Relevant:
Bij combinatie met zidovudine is het risico op anemie en neutropenie verhoogd.

Niet beoordeeld:
Probenecide verlaagt de renale klaring met ong. 20%.

Bij combinatie met imipenem-cilastatine is er een verhoogd risico op het optreden van convulsies; combinatie wordt ontraden.

De toxiciteit kan toenemen door stoffen die beenmergdepressie kunnen veroorzaken, zoals cotrimoxazol, dapson en cytostatische oncolytica.

DIRECT WERKENDE ANTIVIRALE MIDDELEN

Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.

NUCLEOSIDEN EN NUCLEOTIDEN (EXCL. REVERSE-TRANSCR-REMMERS)
J05AB01
J05AB12

Remdesivir

Veklury
J05AB16

Valaciclovir

Zelitrex
J05AB11

Valganciclovir

Valcyte
J05AB14
FOSFONZUURDERIVATEN

Foscarnet

Foscavir
J05AD01
PROTEASEREMMERS

Atazanavir

Reyataz
J05AE08

Darunavir

Prezista
J05AE10

Fosamprenavir

Telzir
J05AE07

Indinavir

Crixivan
J05AE02

Ritonavir

Norvir
J05AE03

Saquinavir

Invirase
J05AE01
NUCLEOSIDE EN NUCLEOTIDE REVERSE-TRANSCRIPTASEREMMERS

Abacavir

Ziagen
J05AF06

Emtricitabine

Emtriva
J05AF09

Entecavir

Baraclude
J05AF10

Lamivudine

Epivir 3TC, Zeffix
J05AF05
J05AF13
J05AF07

Zidovudine

Retrovir AZT
J05AF01
NIET-NUCLEOSIDE REVERSE-TRANSCRIPTASEREMMERS

Doravirine

Pifeltro
J05AG06

Efavirenz

Stocrin
J05AG03

Etravirine

Intelence
J05AG04

Nevirapine

Viramune
J05AG01

Rilpivirine

Edurant
J05AG05
NEURAMINIDASEREMMERS

Oseltamivir

Tamiflu
J05AH02

Zanamivir

Relenza, Dectoza
J05AH01
ANTIVIRALE MIDDELEN VOOR HIVINFECTIE, COMBINATIEPREPARATEN
J05AR02
J05AR20
J05AR13
J05AR25
J05AR18
J05AR19
J05AR03
J05AR09
J05AR10
OVERIGE ANTIVIRALE MIDDELEN

Dolutegravir

Tivicay
J05AX12

Maraviroc

Celsentri
J05AX09

Raltegravir

Isentress
J05AX08
J05AX24
ANTIVIRALE MIDDELEN VOOR BEHANDELING VAN HCV-INFECTIES
J05AP54
J05AP57
J05AP51

Ribavirine

Copegus, Rebetol
J05AP01

Sofosbuvir

Sovaldi
J05AP08
J05AP55

Referenties

  1. Kimberlin DW et al., Effect of ganciclovir therapy on hearing in symptomatic congenital cytomegalovirus disease involving the central nervous system: a randomized, controlled trial., J.Pediatr, 2003, 143, 16-25
  2. Vethamuthu J, et al, Unexpectedly high inter- and intrapatient variability of ganciclovir levels in children, Pediatr Transplant, 2007, 11, 301-5
  3. Trang JM, et al, Linear single-dose pharmacokinetics of ganciclovir in newborns with congenital cytomegalovirus infections. NIAID Collaborative Antiviral Study Grou, Clin Pharmacol Ther, 1993, Jan;53(1), 15-21.
  4. Kimberlin DW, et al, Pharmacokinetic and pharmacodynamic assessment of oral valganciclovir in the treatment of symptomatic congenital cytomegalovirus disease, J Infect Dis, 2008, Mar 15;197(6), 836-45
  5. Zhang D, et al, Pharmacokinetics of ganciclovir in pediatric renal transplant recipients, Pediatr Nephrol, 2003, Sep;18(9, 943-8
  6. Zhao W, et al, Population pharmacokinetics of ganciclovir following administration of valganciclovir in paediatric renal transplant patients, Clin Pharmacokinet, 2009, 48(5), 321-8
  7. Acosta EP, et al, Ganciclovir population pharmacokinetics in neonates following intravenous administration of ganciclovir and oral administration of a liquid valganciclovir formulation, Clin Pharmacol Ther, 2007, Jun;81(6), 867-72
  8. Frenkel LM,, Oral ganciclovir in children: pharmacokinetics, safety, tolerance, and antiviral effects. The Pediatric AIDS Clinical Trials Group, J Infect Dis, 2000, Dec;182(6), 1616-24
  9. Oliver SE, et al, Neurodevelopmental outcomes following ganciclovir therapy in symptomatic congenital cytomegalovirus infections involving the central nervous system, J Clin Virol, 2009, Dec;46 Suppl 4, S22-6
  10. Schleiss MR., Antiviral therapy of congenital cytomegalovirus infection, Semin Pediatr Infect Dis, 2005, Jan;16(1), 50-9
  11. Whitley RJ, et al, Ganciclovir treatment of symptomatic congenital cytomegalovirus infection: results of a phase II study. National Institute of Allergy and Infectious Diseases Collaborative Antiviral Study Group, J Infect Dis, 1997, May;175(5), 1080-6
  12. Nigro G, et al, Ganciclovir therapy for symptomatic congenital cytomegalovirus infection in infants: a two-regimen experience, J Pediatr, 1994, Feb;124(2, 318-22
  13. Nigro G,, Ganciclovir therapy for cytomegalovirus-associated liver disease in immunocompetent or immunocompromised children, Arch Virol, 1997, 142(3), 573-80
  14. Spivey JF, et al, Safety and efficacy of prolonged cytomegalovirus prophylaxis with intravenous ganciclovir in pediatric and young adult lung transplant recipients., Pediatr Transplant., 2007, May;11(3), 312-8
  15. Gerna G, et al, Prophylaxis followed by preemptive therapy versus preemptive therapy for prevention of human cytomegalovirus disease in pediatric patients undergoing liver transplantation, Transplantation, 2008, Jul 15;86(1), 163-6
  16. Danziger-Isakov LA, et al, Variability in standard care for cytomegalovirus prevention and detection in pediatric lung transplantation: survey of eight pediatric lung transplant programs, Pediatr Transplant., 2003, Dec;7(6), 469-73.
  17. Werkgroep Neonatale Farmacologie NVK sectie Neonatologie, Expert opinie, 28 maart 2018
  18. Franck, B, et al. , Population pharmacokinetics of ganciclovir and valganciclovir in paediatric solid organ and stem cell transplant recipients., British journal of clinical pharmacology, , 2021, 87(8), 3105–3114
  19. Launay, E., et al., Pharmacokinetic profile of valganciclovir in pediatric transplant recipients. , The Pediatric infectious disease journal,, 2012, 31(4), 405–407
  20. Nguyen, T. et al, Population Pharmacokinetics of Intravenous Ganciclovir and Oral Valganciclovir in a Pediatric Population To Optimize Dosing Regimens., Antimicrobial agents and chemotherapy,, 2021, 65(3), e02254-20
  21. Li S, et al, Population Pharmacokinetics and Dose Optimization of Ganciclovir in Critically Ill Children., Front. Pharmacol., 2021, 11, 614164
  22. Nederlandse Vereniging voor ZiekenhuisApothekers (NVZA), TDM monografie ganciclovir, https://tdm-monografie.org/ganciclovir/, 12 okt 2020
  23. Jorga K, et al., Pediatric Dosing of Ganciclovir and Valganciclovir: How Model-Based Simulations Can Prevent Underexposure and Potential Treatment Failure., CPT Pharmacometrics Syst Pharmacol., 2019, Mar;8(3), 167-176
  24. Cheplapharm Arzneimittel GmbH. Last updated 11-05-2023. , SmPC Cymevene 500 mg poeder voor concentraat voor oplossing voor infusie. (RVG 13007) 11-05-2023, www.geneesmiddeleninformatiebank.nl
  25. Li, Q. Y., et al, Optimizing ganciclovir and valganciclovir dosing regimens in pediatric patients with cytomegalovirus infection: a spotlight on therapeutic drug monitoring., Expert review of clinical pharmacology,, 2023, 16(8), 727–739
  26. ZorgInstituut Nederland, Farmacotherapeutisch Kompas (Eigenschappen, Contra-Indicaties, Bijwerkingen, Waarschuwingen en Voorzorgen), Geraadpleegd 21-4-2024
  27. Informatorium Medicamentorum, Interacties, Geraadpleegd 21-4-2024

Wijzigingen

  • 03 mei 2024 15:51: De beschikbare wetenschappelijke literatuur over de toepassing van ganciclovir bij kinderen is opnieuw beoordeeld. Dit heeft geleid tot de aanpassing van de dosering bij CMV infectie bij 1 mnd-18 jaar, de toevoeging van de indicatie 'behandeling bij orgaan en stemcel transplantatie' en het verfijnen van de indicatie profylaxe. Het advies ten aanzien van TDM is aangepast.
  • 04 november 2019 14:06: In het kader van het NEODOSE project is de wetenschappelijke literatuur over de toepassing van ganciclovir bij neonaten beoordeeld. Dit heeft geleid tot de toevoeging van farmacokinetische parameters en een doseeradvies voor premature neonaten
  • 04 november 2019 14:06: PK data toegevoegd op basis van SmPC
  • 04 november 2019 14:06: Onderscheid tussen levensbedreigende CMV infectie en 'normale' CMV infectie is vervallen

Therapeutic Drug Monitoring

Er is nog geen overeenstemming over het routinematig uitvoeren van TDM vanwege het gebrek aan PK/PD gegevens. Volgens de NVZA is het bewijsniveau voor het uitvoeren van TDM 4 (Niveau 4: voer geen routinematige TDM uit. Overweeg TDM alleen selectief uit te voeren in speciale gevallen, bijvoorbeeld om toxiciteit, ineffectiviteit/compliance of het effect van farmacokinetische interacties te onderzoeken) [NVZA monografie Ganciclovir].

TDM bij speciale populaties met onvoorspelbare PK/PD-profielen, d.w.z. patiënten met instabiele nierfunctie, jongere kinderen of patiënten met vermoedelijke resistentie kan worden overwogen [Li 2023]. Ondanks de onzekerheid over de voordelen van TDM in het algemeen, kan het in deze gevallen enig houvast bieden.

Klik hier voor NVZA TDM monografie


Overdosering