Ribavirine

Stofnaam
Ribavirine
Merknaam
Copegus
ATC code
J05AP01
Doseringen
Nierfunctiestoornissen

Produkten, hulpstoffen, toediening en tekorten
Bijwerkingen
Contraindicaties
Waarschuwingen en voorzorgen

Interacties
Eigenschappen (PD/PK)

Registratiestatus
Middelen uit dezelfde ATC groep
Referenties
Versiebeheer

Eigenschappen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Synthetisch nucleoside-analoog. Ribavirine is een antiviraal middel dat (in vitro) werkzaam is tegen diverse RNA- en DNA-virussen. Het mechanisme waardoor ribavirine (in combinatie met andere geneesmiddelen), effect heeft op het hepatitis C-virus is onbekend. Waargenomen zijn een depletie van de voorraden aan nucleotiden in de cellen, synthese van afwijkend mRNA en een remmend effect op viraal polymerase-activiteit. Monotherapie met ribavirine heeft geen effect op eliminatie van het hepatitis C-virus of op verbetering van de leverhistologie.

 

Farmacokinetiek bij kinderen

Er zijn geen kinetiek studies bij kinderen bekend.

Label dosisadvies Kinderformularium

Chronische hepatitis C:
< 3 jaar: Off-label
≥ 3 jaar: On-label


 

Toon SmPC tekst Toon SmPC tekst

SmPC tekst

Chronische hepatitis C
Rebetol:
≥ 3 jaar: 15 mg/kg/dag in 2 doses, in combinatie met (peg-) interferon-alfa-2b

Beschikbare toedieningsvormen/sterktes

Tablet filmomhuld 200 mg, 400 mg
Capsule 200 mg

Overige info toediening/beschikbaarheid

Informatie over geneesmiddeltekorten

Doseringen

Chronische hepatitis C
  • Oraal
    • 3 jaar tot 18 jaar
      [1] [2] [3] [4] [5]
      • 15 mg/kg/dag in 2 doses.
      • In combinatie met (PEG)interferon α-2b subcutaan 3 keer per week, gedurende 48 weken (genotype I en IV) of 24 weken (genotype II en III)

Nierfunctiestoornissen bij kinderen > 3 maanden

Aanpassingen als volgt:

GFR 50-80 ml/min/1.73 m2
Geen aanpassing nodig.
GFR 30-50 ml/min/1.73 m2
25 % van normale keerdosis en interval tussen twee doseringen: 24 uur
Eerste 2 giften 100% van de normale keerdosering (2 maal 7,5 mg/kg met een doseerinterval van 12 uur).
GFR 10-30 ml/min/1.73 m2
16 % van normale keerdosis en interval tussen twee doseringen: 24 uur
Eerste 2 giften 100% van de normale keerdosering (2 maal 7,5 mg/kg met een doseerinterval van 12 uur).
GFR < 10 ml/min/1.73 m2
16 % van normale keerdosis en interval tussen twee doseringen: 24 uur
Eerste 2 giften 100% van de normale keerdosering (2 maal 7,5 mg/kg met een doseerinterval van 12 uur).
Klinische gevolgen

Dosisgerelateerde bijwerkingen, onder andere anemie (ijzeronafhankelijk). Behandeling met ribavirine moet daarom plaatsvinden onder intensieve controle van de hemoglobineconcentratie; eventueel monitoring van de ribavirinespiegel.

Bij Dialyse

Bij intermitterende hemodialyse, continue venoveneuze hemodialyse en hemo(dia)filtratie, peritoneale dialyse: gebruik vermijden. Indien dit niet mogelijk is: oplaaddosis van 15 mg/kg in 2 doses (doseerinterval 12 uur), gevolgd door 16,7 % van normale keerdosis en interval tussen twee doseringen: 24 uur.

Bijwerkingen bij kinderen

Oraal: In grote lijnen zijn de bijwerkingen bij kinderen en adolescenten vergelijkbaar. Bij ca. 21% van de kinderen wordt echter een remming van de groei waargenomen die ook jaren na staken van de therapie (> 5 jaar) kan aanblijven; het risico van groeiremming is het grootst bij prepuberale kinderen. In combinatie met interferon α-2b worden bij deze leeftijdscategorie ook relatief vaker gezien: koorts, anorexie, braken, emotionele labiliteit, zelfmoordgedachten of pogingen daartoe (ca. 2%), verhoging TSH (tot 21%).

Bijwerkingen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

De volgende bijwerkingen zijn vastgesteld in combinatie met (peg)interferon α-2b:
Zeer vaak (> 10%): anemie, neutropenie. Virale infectie zoals faryngitis. Anorexie, gewichtsverlies. Depressie, angst, emotionele labiliteit, slapeloosheid. Hoofdpijn, duizeligheid, verstoorde concentratie, droge mond. Misselijkheid, braken, diarree, buikpijn. Jeuk, droge huid, huiduitslag, alopecia. Dyspneu, hoest. Artralgie, myalgie. Asthenie, vermoeidheid, rigor, koorts.

Vaak (1–10%): hemolytische anemie, leukopenie, trombocytopenie, lymfadenopathie. Bacteriële infectie (waaronder sepsis), schimmelinfectie. Neoplasma. Agressief gedrag, agitatie, verwardheid, psychose, zelfmoordgedachte, abnormaal dromen, apathie, verminderd libido. Paresthesie, hypo–/hyperesthesie, tremor, geheugenverlies, syncope, migraine, smaakstoornis, ataxie, dysfonie. Visuele stoornis, droge ogen, oogirritatie, conjunctivitis, oogpijn. Vertigo, gehoorstoornis, oorsuizen, oorpijn. Dyspepsie, gastro–oesofageale reflux, stomatitis, mondulceratie, bloedend tandvlees, obstipatie, winderigheid. Hepatomegalie, geelzucht, hyperbilirubinemie. Erytheem, urticaria, dermatitis, eczeem, (verergering) psoriasis, acne, fotosensibilisatie, toegenomen transpiratie, afwijkende haartextuur, nagelafwijking. Hypo-/hypertensie, voorbijgaande roodheid van gezicht en hals, palpitatie, tachycardie, hartruis. Hypo–/hyperthyreoïdie. Bloedneus, congestie van de luchtwegen, toegenomen secretie van de bovenste luchtwegen, keelpijn. Artritis, spierspasmen, pijn in ledematen. Pijn op de borst, perifeer oedeem, dorst, malaise. Polyurie, pollakisurie. Amenorroe, dysmenorroe, menorragie, pijnlijke borsten. Erectiele disfunctie. Hyperglykemie, hyperurikemie, hypocalciëmie, dehydratie, dorst, toegenomen eetlust.

Soms (0,1–1%): overgevoeligheid. (Perifere) neuropathie. Paniekaanval, hallucinatie, zelfmoordpoging. Myocardinfarct. Gezichtsoedeem. Spierzwakte, botpijn. Pijn in de mond, pancreatitis. Diabetes mellitus, hypertriglyceridemie. Infecties van de onderste luchtwegen.

Zelden (0,01–0,1%): convulsie. Bipolaire stoornis. Aritmie, cardiomyopathie. Ischemische colitis. Vasculitis. Sarcoïdose, (verergering) reumatoïde artritis. Myositis, rabdomyolyse. Retinopathieën (o.a. macula oedeem, occlusie van retinale arterie of vene), retinale bloeding, papiloedeem, neuritis optica. Nierinsufficiëntie, nierfalen.

Zeer zelden (< 0,01%): aplastische anemie. Polyneuropathie, encefalopathie, CVA. Cardiale ischemie, perifere ischemie. Longinfiltraten, interstitiële pneumonitis. Ulceratieve colitis. Hepatotoxiciteit. Nefrotisch syndroom. Ernstige overgevoeligheidsreacties zoals Stevens–Johnsonsyndroom (SJS), toxische epidermale necrolyse (TEN), erythema multiforme.

Verder zijn gemeld: 'pure red cell aplasie', idiopathische of trombotische trombocytopenische purpura (ITP of TTP). Systemische lupus erythematodes (SLE), Vogt–Koyanagi–Haradasyndroom. Verlamming van het aangezicht. Sereuze netvliesloslating. Moordzuchtige ideeën, manie. Pericardiale effusie, pericarditis. Periodontale aandoening, dentale aandoening, pigmentatie van de tong. Afstoting lever- en niertransplantaat.

Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb

  • Bij kinderen worden veel geneesmiddelen off-label gebruikt. Alle ervaringen zijn belangrijk om te melden om zo meer kennis te verzamelen en te delen
  • Ook wanneer u niet zeker weet of de bijwerking echt door het geneesmiddel komt
Meld hier

Contraindicaties bij kinderen

Oraal: Kinderen en adolescenten:
- bestaande van ernstige psychische condities, m.n. ernstige depressie, suïcidale gedachten/pogingen of in anamnese
- auto-immune hepatitis of auto-immuunziekte in anamnese
- GFR <50ml/min/1.73 m2

Contra-indicatie algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

  • voorgeschiedenis van ernstige hartaandoeningen tijdens de afgelopen zes maanden;
  • hemoglobinopathieën (bv. thalassemie, sikkelcelanemie).

Waarschuwingen en voorzorgen bij kinderen

Monitoren van de groei en ontwikkeling, schildklierfunctie (stijging TSH), HCV/HIV co-infectie en stoornissen van tanden en tandvlees. Bij verstoorde nierfunctie monitoren voor anaemie. Bij het ontwikkelen van significant afwijkende leverfunctieabnormaliteiten tijdens de therapie, goed monitoren.

Waarschuwingen en voorzorgen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Bloedonderzoek: Vóór beginnen van de behandeling standaard hematologische testen en ander bloedonderzoek (totaal en gedifferentieerd bloedbeeld (incl. bloedplaatjes), elektrolyten, serumcreatinine, leverfunctietesten, urinezuur) uitvoeren. Deze bepalingen ten minste herhalen na 2 en 4 weken behandeling en daarna periodiek of indien klinisch geïndiceerd. Tevens het HCV–RNA–gehalte periodiek bepalen.

Vóór behandeling bij kinderen de TSH–waarden bepalen en pas behandelen indien deze liggen binnen de normale waarden; verder iedere drie maanden controleren op tekenen van schildklierdisfunctie.

Bepaal voorafgaand aan de behandeling de nierfunctie. Pas de dosering zo nodig aan (zie Dosering).

Vóór behandeling en bij vermindering van het gezichtsvermogen tijdens de behandeling een volledig oogonderzoek uitvoeren; bij nieuwe oogaandoeningen of bij verergering van bestaande oogaandoeningen, de behandeling van ribavirine, en indien van toepassing ook interferon α, staken.

Verhoging van de urinezuur- en indirecte bilirubinewaarden kunnen samenhangen met hemolyse.

Hoewel ribavirine niet direct cardiovasculaire effecten induceert, kan de hemolytische anemie die kan optreden door het gebruik (m.n. in de eerste weken van de behandeling), leiden tot achteruitgang van de hartfunctie en/of exacerbatie van de symptomen van bestaande hartziekte (coronaire aandoeningen, hartfalen). Aangeraden wordt een ECG te maken vóór en tijdens de behandeling; indien verslechtering optreedt, de toediening staken.

Controleer de hemoglobineconcentratie tijdens de behandeling en pas zo nodig de dosering aan (zie Dosering).

Bij het ontwikkelen van leverdecompensatie (verlenging stollingsparameters) ook de geneesmiddeltekst(en) van andere gebruikte geneesmiddelen voor de behandeling van hepatitis C raadplegen voor aanbevelingen voor stopzetting of dosisaanpassingen.

De mogelijkheid van ontwikkeling van jicht nauwgezet volgen bij gepredisponeerde patiënten.

Bij comorbiditeit met HIV regelmatig controleren op mitochondriale toxiciteit en lactaatacidose (combinatie met NRTI's), op hematologische toxiciteit (combinatie met cART) en op leverdecompensatie (combinatie met cART bij bestaande cirrose).

Bij optreden van psychiatrische reacties (zoals depressie, suïcidepoging, agressief gedrag) of afwijkingen van het centrale zenuwstelsel de patiënt nauwgezet vervolgen en zonodig een adequate psychiatrische behandeling instellen; bij persisteren of verergeren van de klachten, de behandeling met ribavirine, en indien van toepassing ook (peg)interferon α, staken. Bij patiënten met een verslavingsproblematiek is er meer kans op psychiatrische bijwerkingen.

Bij optreden van acute overgevoeligheidsverschijnselen de toediening van ribavirine onmiddellijk staken.

Vanwege bijwerkingen op tanden en tandvlees, de tanden tweemaal per dag grondig laten poetsen en regelmatig het gebit laten controleren; na braken de mond grondig laten spoelen.

Groeiremming: In verband met het risico van (soms irreversibele) groeiremming kinderen en adolescenten indien mogelijk pas ná de groeispurt behandelen met ribavirine. Waar nodig is hetzelfde van toepassing voor de combinatie met interferon α. De behandeling bij kinderen en adolescenten afwegen tegen de eigenschappen van de aandoening (zoals bewijs van progressie van de ziekte (in het bijzonder fibrose), comorbiditeit die de progressie van de ziekte negatief kan beïnvloeden, en prognostische factoren voor respons (HCV genotype en virale belasting).

Interacties Bron: KNMP/Informatorium Medicamentorum

Relevant: de toxiciteit van zidovudine kan worden verhoogd.

Bij combinatie met azathioprine (en peginterferon alfa) zijn reversibele beenmergdepressie en pancytopenie gemeld. Dit kan ook gebeuren met mercaptopurine of tioguanine. Extra controle van het bloedbeeld wordt aanbevolen. Ribavirine remt IMPDH, een enzym bij het metabolisme van azathioprine en mercaptopurine, waardoor meer myelotoxische metaboliet kan cumuleren.

Niet beoordeeld: bij patiënten met HCV-HIV co-infectie en gevorderde cirrose die cART krijgen, kan het risico op leverdecompensatie en lactaatacidose toenemen als ze worden behandeld met ribavirine plus peginterferon alfa.

Bij patiënten met HCV-HIV co-infectie die abacavir-bevattende cART krijgen, is er mogelijk een lagere respons op de HCV-behandeling als ze worden behandeld met ribavirine plus peginterferon alfa.

DIRECT WERKENDE ANTIVIRALE MIDDELEN

Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.

NUCLEOSIDEN EN NUCLEOTIDEN (EXCL. REVERSE-TRANSCR-REMMERS)
J05AB01
J05AB12

Ganciclovir

Cymevene
J05AB06

Remdesivir

Veklury
J05AB16

Valaciclovir

Zelitrex
J05AB11

Valganciclovir

Valcyte
J05AB14
FOSFONZUURDERIVATEN

Foscarnet

Foscavir
J05AD01
PROTEASEREMMERS

Atazanavir

Reyataz
J05AE08

Darunavir

Prezista
J05AE10

Fosamprenavir

Telzir
J05AE07

Indinavir

Crixivan
J05AE02

Ritonavir

Norvir
J05AE03

Saquinavir

Invirase
J05AE01
NUCLEOSIDE EN NUCLEOTIDE REVERSE-TRANSCRIPTASEREMMERS

Abacavir

Ziagen
J05AF06

Emtricitabine

Emtriva
J05AF09

Entecavir

Baraclude
J05AF10

Lamivudine

Epivir 3TC, Zeffix
J05AF05
J05AF13
J05AF07

Zidovudine

Retrovir AZT
J05AF01
NIET-NUCLEOSIDE REVERSE-TRANSCRIPTASEREMMERS

Doravirine

Pifeltro
J05AG06

Efavirenz

Stocrin
J05AG03

Etravirine

Intelence
J05AG04

Nevirapine

Viramune
J05AG01

Rilpivirine

Edurant
J05AG05
NEURAMINIDASEREMMERS

Oseltamivir

Tamiflu
J05AH02

Zanamivir

Relenza, Dectoza
J05AH01
ANTIVIRALE MIDDELEN VOOR HIVINFECTIE, COMBINATIEPREPARATEN
J05AR02
J05AR20
J05AR13
J05AR25
J05AR18
J05AR19
J05AR03
J05AR09
J05AR10
OVERIGE ANTIVIRALE MIDDELEN

Dolutegravir

Tivicay
J05AX12

Maraviroc

Celsentri
J05AX09

Raltegravir

Isentress
J05AX08
J05AX24
ANTIVIRALE MIDDELEN VOOR BEHANDELING VAN HCV-INFECTIES
J05AP54
J05AP57
J05AP51

Sofosbuvir

Sovaldi
J05AP08
J05AP55

Referenties

  1. Schwarz KB, et al, The Combination of Ribavirin and Peginterferon Is Superior to Peginterferon and Placebo for Children and Adolescents Chronic Hepatitis C, Gastroenterology, 2010, Oct 28
  2. Wirth S, et al, Peginterferon alfa-2b plus ribavirin treatment in children and adolescents with chronic hepatitis C, Hepatology, 2005, May;41(5), 1013-8
  3. Wirth S, et al, Recombinant alfa-interferon plus ribavirin therapy in children and adolescents with chronic hepatitis C, Hepatology, 2002, Nov;36(5), 1280-4
  4. Fried MW, et al, Hepatitis C in adults and adolescents with hemophilia: a randomized, controlled trial of interferon alfa-2b and ribavirin, Hepatology, 2002, Oct;36(4 Pt 1), 967-72
  5. Hu J, et al, Treatment of hepatitis C in children: a systematic review, PLoS One, 2010, 5(7), e11542
  6. Informatorium Medicamentorum, (Interacties), Geraadpleegd 20-5-2020
  7. ZorgInstituut Nederand, Farmacotherapeutisch Kompas (Eigenschappen, Contra-Indicaties, Bijwerkingen, Waarschuwingen en Voorzorgen), Geraadpleegd 20-5-2020

Wijzigingen

  • 22 december 2016 09:55: De toepassing van ribavirine inhalatie voor RSV is verwijderd. Indicatie is obsoleet en daarom produkt niet meer beschikbaar

Therapeutic Drug Monitoring


Overdosering