Eculizumab

Stofnaam
Eculizumab
Merknaam
Soliris, Epysqli
ATC code
L04AA25
Doseringen
Nierfunctiestoornissen

Produkten, hulpstoffen, toediening en tekorten
Bijwerkingen
Contraindicaties
Waarschuwingen en voorzorgen

Interacties
Eigenschappen (PD/PK)

Registratiestatus
Middelen uit dezelfde ATC groep
Referenties
Versiebeheer

Eigenschappen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Selectief immunosuppressivum. Recombinant gehumaniseerd monoklonaal IgG-antilichaam dat bindt aan het humane complementeiwit C5. Remt activering van het terminale complement. Hierdoor wordt bij patiënten met paroxismale nachtelijke hemoglobinurie (PNH) intravasculaire hemolyse geblokkeerd. Bij atypisch hemolytisch-uremisch syndroom (aHUS) wordt de trombotische microangiopathie geblokkeerd. Bij gMG wordt een Membrane Attack Complex (MAC) afhankelijke lysis en ontsteking op de neuromusculaire overgang (NMJ) geremd. Bij NMOSD remt het deze MAC- en C5-afhankelijke ontsteking en daarmee necrose van astrocyten, een verhoogde permeabiliteit van de bloed-hersenbarrière en het afsterven van oligodendrocyten en neuronen.

Soliris is door middel van recombinant-DNA-technologie geproduceerd in een muizen-NS0-cellijn. Epysgli is geproduceerd in een cellijn van het ovarium van Chinese hamsters (CHO-cellijn) met behulp van recombinant-DNA-technologie.

Farmacokinetiek bij kinderen

  kind 10 kg kind 30 kg kind 70 kg
Klaring ml/uur 2,2 5,3 10,4
Vd (l) 1,21 2,76 5,23
T1/2 el 349 - 378 uur (14,5-16 dagen) 349 - 378 uur (14,5-16 dagen) 349 - 378 uur (14,5-16 dagen)

Bron: SmPC; waarden op basis van een PK model waarin de PK gegevens van meerdere doses van 22 pediatrische aHUS-patiënten zijn meegenomen. 

Label dosisadvies Kinderformularium

PNH, aHUS en refractaire myasthenia Gravis: On-label
C3G: off-label

Toon SmPC tekst Toon SmPC tekst

SmPC tekst

aHUS, PNH en refractaire myasthenia Gravis

> 40 kg: aHUS:week 1,2,3,4: 900 mg/week, week 5: 1200 mg/week, daarna 1200 mg eenmaal elke 2 weken
> 40 kg PNH: week 1,2,3,4 600 mg/week, week 5: 900 mg/week, daarna 900 mg/week eenmaal elke 2 weken
30-<40 kg:aHUS en PNH:  week 1 en 2: 600 mg/week, week 3: 900 mg/week, daarna 900 mg eenmaal elke 2 weken
20-<30 kg: aHUS en PNH: week 1,2,3: 600 mg/week, daarna 600 mg eenmaal elke 2 weken
10-<20 kg: aHUS en PNH: week 1 : 600 mg/week, week 2: 300 mg/week,  daarna 300 mg eenmaal elke 2 weken
5-<10 kg: aHUS en PNH: week 1 en 2: 300 mg/week, daarna 300 mg eenmaal elke 3 weken

Beschikbare toedieningsvormen/sterktes

Infuusconcentraat 300 mg

Overige info toediening/beschikbaarheid

Informatie over geneesmiddeltekorten

Doseringen

Atypisch hemolytisch-uremisch syndroom (aHUS), Paroxismale nachtelijke hemoglobinurie (PNH), C3 glomerulopathieën (C3G), Refractaire gegeneraliseerde myasthenia gravis (gMG)
  • Intraveneus
    • 5 tot 10 kg
      [1] [4] [5] [6] [7] [8]
      • Week 1 en 2: 300 mg/dosis 1 x per week
        Daarna: 300 mg/dosis 1 x per 3 weken

      • Behandeling door of in overleg met een pediatrisch specialist (nefroloog) die ervaring heeft met het gebruik van eculizumab voor deze indicatie.

    • 10 tot 20 kg
      [1] [4] [5] [6] [7] [8]
      • Week 1: 600 mg/dosis 1 x per week
        Week 2: 300 mg/dosis 1 x per week
        Daarna: 300 mg/dosis 1 x per 2 weken

      • Behandeling door of in overleg met een pediatrisch specialist (nefroloog) die ervaring heeft met het gebruik van eculizumab voor deze indicatie.

    • 20 tot 30 kg
      [1] [4] [5] [6] [7] [8]
      • Week 1 en 2 en 3: 600 mg/dosis 1 x per week
        Daarna: 600 mg/dosis 1 x per 2 weken

      • Behandeling door of in overleg met een pediatrisch specialist (nefroloog) die ervaring heeft met het gebruik van eculizumab voor deze indicatie.

    • 30 tot 40 kg
      [1] [4] [5] [6] [7] [8]
      • Week 1 en 2: 600 mg/dosis 1 x per week
        Week 3: 900 mg/dosis 1 x per week
        Daarna: 900 mg/dosis 1 x per 2 weken

      • Behandeling door of in overleg met een pediatrisch specialist (nefroloog) die ervaring heeft met het gebruik van eculizumab voor deze indicatie.

    • ≥ 40 kg
      [1] [4] [5] [6] [7] [8]
      • aHUS, C3G:
        week 1,2,3,4: 900 mg/dosis 1 x per week
        week 5: 1200 mg/dosis 1 x per week,
        daarna: 1200 mg/dosis 1 x per 2 weken 

        Er is weinig onderzoek gedaan naar het gebruik van eculizumab bij C3G

        PNH:
        week 1,2,3,4: 600 mg/dosis 1 x per week
        week 5: 900 mg/dosis 1 x per week
        daarna 900 mg/dosis 1 x per 2 weken

      • Behandeling door of in overleg met een pediatrisch specialist (nefroloog) die ervaring heeft met het gebruik van eculizumab voor deze indicatie.

Nierfunctiestoornissen bij kinderen > 3 maanden

GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.

GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.

Bijwerkingen bij kinderen

De bijwerkingen bij kinderen zijn vergelijkbaar met die van volwassenen. Bij kinderen met PNH komt hoofdpijn het vaakst voor.

Bijwerkingen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Zeer vaak (> 10%): hoofdpijn.

Vaak (1-10%): hoesten, orofaryngeale pijn, influenza-achtige ziekte, pyrexie, vermoeidheid, anemie,leukopenie, hypertensie, alopecia, pruritus, rash, bovenste-luchtweginfectie, bronchitis, nasofaryngitis, orale herpes, pneumonie, urineweginfectie, braken, buikpijn, diarree, nausea, insomnia, artralgie, myalgie, duizeligheid, dysgeusie,  

Soms (0,1-1%): bloedneus, dyspneu, keelirritatie, neusverstopping, rhinorroe, asthenie, koude rillingen, oedeem, reactie op infuusplaats, lymfopenie, trombocytopenie, angiopathie, hypotensie, opvlieger, versnelde hypertensie, angina pectoris, hartkloppingen, droge huid, erytheem, huidhypopigmentatie, hyperhidrose, petechiae, urticaria, anafylactische reactie, infusiegerelateerde overgevoeligheidsreactie, overgevoeligheid, abces, cellutis, cystitis, gastro-intestinale infectie, griep, meningokokkenhersenvliesontsteking, meningokokkensepsis, neisseria-infectie, onderste-luchtweginfectie, peritonitis, schimmelinfectie, sepsis, septische shock, sinusitis, virale infectie, infusie gerelateerde reactie, abdominale distensie, dyspepsie, obstipatie, dysurie, hematurie, nierfunctie verminderd, alanine-aminotransferase verhoogd, aspartaataminotransferase verhoogd, gamma-glutamyltransferase verhoogd, hematocriet erlaagd, hemoglobine verlaagd, transaminasen verhoogd, gezichtsvermogen wazig, tinnitus, vertigo, angst, depressie, stemmingswisselingen, botpijn, gewrichtszwelling, nekpijn, pijn in extremiteit, rugpijn, spierspasmen, verminderde eetlust, spontane peniserectie, paresthesie, tremor.

Zelden: extravasatie, warmtegevoel, abnormale stollingsfactor, coagulopathie, hemolyse, rodebloedcelagglutinatie, hematoom, ziekte van Basedow, afgenomen huidpigmentatie, dermatitis
artritis bacterieel, aspergillus-infectie, geslachts- en urinewegen gonokokkeninfectie, gingivitis, haemophilus-infectie, impetigo, geelzucht, gastro-oesofageale refluxziekte, coombs-test positief, conjunctiva-irritatie, abnormale dromen, slaapstoornis, trismus, maligne melanoom, myelodysplastisch syndroom, menstruatiestoornis, syncope

 

Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb

  • Bij kinderen worden veel geneesmiddelen off-label gebruikt. Alle ervaringen zijn belangrijk om te melden om zo meer kennis te verzamelen en te delen
  • Ook wanneer u niet zeker weet of de bijwerking echt door het geneesmiddel komt
Meld hier

Contra-indicatie algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

  • overgevoeligheid voor muizeneiwitten (Soliris) of CHO celproducten (Epysqli);
  • een niet opgeloste infectie met Neisseria meningitidis;
  • niet gevaccineerd zijn tegen Neisseria meningitidis tenzij profylactisch behandeld met geschikte antibiotica tot 2 weken na vaccinatie.

Waarschuwingen en voorzorgen bij kinderen

Vóór starten van de therapie, immunisatie toedienen volgens de geldende immunisatierichtlijnen; minstens twee weken vóór aanvang van de therapie, de patiënt (re)vaccineren tegen meningokokkeninfectie (Neisseria meningitidis) en tijdens de therapie goed letten op vroege tekenen van een meningokokkeninfectie (diverse serogroepen mogelijk). 

Indien de therapie eerder gestart wordt dan twee weken na eventuele vaccinaties, overweeg antibiotische profylaxe.

Als zich tijdens de toediening van Soliris een ongewenst voorval voordoet, kan de infusie worden vertraagd of stopgezet, al naargelang het oordeel van de arts. Als de infusie wordt vertraagd, mag de totale infusietijd niet langer dan twee uur bedragen voor volwassenen en adolescenten, en vier uur voor kinderen jonger dan 12 jaar.

Waarschuwingen en voorzorgen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Wees voorzichtig bij actieve systemische infecties. Patiënten kunnen vatbaarder zijn voor infecties, vooral bij ingekapselde bacteriën; ernstige infecties met Neisseria-spp. (andere dan Neissera meningitidis), waaronder gedissemineerde gonokokkeninfecties zijn gemeld. Adviseer patiënten over preventie van gonorroe.

Vóór aanvang van de therapie, immunisatie toedienen volgens de geldende immunisatierichtlijnen; minstens twee weken vóór aanvang van de therapie, de patiënt (re)vaccineren tegen meningokokkeninfectie (Neisseria meningitidis). Bij starten met eculizumab binnen 2 weken na meningokokkenvaccinatie, 2 weken profylactisch behandelen met geschikte antibiotica en tijdens de therapie goed letten op vroege tekenen van een meningokokkeninfectie (diverse serogroepen mogelijk) zoals koorts, hoofdpijn die gepaard gaat met koorts en/of stijve nek of fotosensibilisatie. Bij een meningokokkeninfectie treedt vaak sepsis op. Patiënten ≤ 18 jaar vaccineren tegen Haemophilus influenzae en pneumokokkeninfecties. Controleer op ziektesymptomen na aanbevolen vaccinatie; vaccinatie kan complement activeren en daardoor versterkte tekenen en symptomen geven van de onderliggende ziekte.

Bij PNH: controleer op intravasculaire hemolyse door meting serumlactaatdehydrogenase (LDH)-spiegel; pas eventueel onderhoudsdosering aan (maximaal elke 12 dagen). Hemolyse is gemeld als een dosis is overgeslagen of toediening is uitgesteld. Bij staken van de behandeling minstens 8 weken intensief controleren op verschijnselen van ernstige intravasculaire hemolyse of andere reacties. Overweeg bij ernstige hemolyse bloedtransfusie, exsanguinatietransfusie, corticosteroïden, anticoagulantia of herstarten van eculizumab.

Bij aHUS: controleer op trombotische microangiopathie door bepaling van het trombocytenaantal, LDH in serum en serumcreatinine; pas eventueel de onderhoudsdosering aan (max. elke 12 dagen). Trombotische microangiopathie is gemeld als een dosis is overgeslagen of toediening is uitgesteld. De behandeling voor aHUS is in principe levenslang en mag alleen gestaakt worden wanneer dit medisch verantwoord is. Bij staken levenslang nauwgezet controleren op (zeer) ernstige complicaties door trombotische microangiopathie; complicaties zijn waargenomen 4 weken na staken en kunnen optreden zolang er niet behandeld wordt; bij optreden hiervan overwegen om de behandeling met eculizumab te hervatten.

Er is onvoldoende ervaring met het gebruik bij gestoorde leverfunctie. 

Eculizumab is niet onderzocht bij kinderen met refractaire gMG of NMOSD.

Interacties Bron: KNMP Kennisbank

Interacties immunomodulantia algemeen

Relevant:
Levende vaccins ( Algemene opmerkingen):
bij middelen met immunosuppressieve werking* kan vaccinatie met levende micro-organismen een gegeneraliseerde infectie veroorzaken. De NVR-richtlijn Biologicals ontraadt vaccinatie met levende micro-organismen tijdens gebruik van deze middelen. Bij sommige middelen adviseert de fabrikant het middel een bepaalde termijn voorafgaand aan de vaccinatie te staken, bijvoorbeeld bij abatacept en canakinumab 3 maanden, en bij ustekinumab 15 weken.

De fabrikant van infliximab ontraadt vaccinatie met levende micro-organismen bij neonaten tot 12 maanden na de laatste toediening van infliximab aan de moeder. Bij neonaten is tot 12 maanden na de geboorte infliximab in serum gedetecteerd, waardoor de normale immuunreactie van de neonaat aangetast zou kunnen worden. De fabrikant van golimumab en ustekinumab ontraadt vaccinatie met levende micro-organismen bij neonaten tot 6 maanden na de laatste toediening van golimumab of ustekinumab aan de moeder. De fabrikant van adalimumab hanteert een termijn van 5 maanden, die van etanercept 16 weken.

Niet-levende vaccins (Algemene opmerkingen):
tijdens gebruik van middelen met immunosuppressieve werking* kunnen vaccinaties met gedode verwekker of afgeleid antigeen minder effectief zijn door een verminderde immuunrespons. In sommige gevallen kan het vaccin herhaald worden of kan een titerbepaling worden gedaan. 

Immunocyanine: de werking van immunocyanine kan worden verminderd door middelen met een immunosuppressieve werking*.

*De volgende immunomodulantia hebben een immunosuppressieve werking: Immunomodulantia bij transplantatie (azathioprine, basiliximab, belatacept, ciclosporine, everolimus, imlifidase, mycofenolzuur, sirolimus, tacrolimus, thymocytenimmunoglobuline); Immunomodulantia tegen lymfocyten (abatacept, alemtuzumab, belimumab, leflunomide, lymfocytenimmunoglobuline, natalizumab, ocrelizumab, ofatumumab, teriflunomide); Interleukineremmers (anakinra, bimekizumab, brodalumab, canakinumab, guselkumab, ixekizumab, mirikizumab, risankizumab, sarilumab, satralizumab, secukinumab, spesolimab, tildrakizumab, tocilizumab, tralokinumab, ustekinumab); JAK-remmers (abrocitinib, baricitinib, deucravacitinib, filgotinib, tofacitinib, upadacitinib); Sfingosine-1-fosfaat-receptormodulatoren (fingolimod, ozanimod, ponesimod, siponimod); TNF-alfa-antagonisten (adalimumab, certolizumab pegol, etanercept, golimumab, infliximab); Overige Immunomodulantia (anifrolumab, apremilast, avacopan, diroximelfumaraat, eculizumab, pirfenidon, ravulizumab, sutimlimab, temsirolimus, voclosporine).

Geen interactie:
In de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met allergenen.

IMMUNOSUPPRESSIVA

Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.

SELECTIEVE IMMUNOSUPPRESSIVA

Abatacept

Orencia
L04AA24

Baricitinib

Olumiant
L04AA37

Leflunomide

Arava
L04AA13

Mycofenolaatmofetil

Cellcept, Myfenax
L04AA06
L04AA04

Upadacitinib

Rinvoq
L04AA44
OVERIGE IMMUNOSUPPRESSIVA

Azathioprine

Imuran
L04AX01

Methotrexaat

Emthexate, Metoject, Injexate
L04AX03
TUMORNECROSEFACTOR-ALFA-ANTAGONISTEN

Adalimumab

Humira, Amgevita, Hyrimoz, Idacio, Imraldi, Yuflyma
L04AB04

Etanercept

Enbrel
L04AB01

Golimumab

Simponi
L04AB06

Infliximab

Remicade, Inflectra, Flixabi, Remsima, Zessly
L04AB02
INTERLEUKINEREMMERS

Anakinra

Kineret
L04AC03

Basiliximab

Simulect
L04AC02

Canakinumab

Ilaris
L04AC08

ixekizumab

Taltz
L04AC13

Secukinumab

Cosentyx
L04AC10

Tocilizumab

RoActemra, Tyenne
L04AC07

Ustekinumab

Stelara
L04AC05
CALCINEURINEREMMERS

Ciclosporine

Neoral, Sandimmune
L04AD01

Tacrolimus

Prograft, Modigraf, Adport, Tacni, Advagraf, , Envarsus, Conferoport, Dailiport, Tacforius
L04AD02

Referenties

  1. Alexion Europe SAS, SPC Soliris (EU/1/07/393/001) Rev 36; 21-08-2023, www.ema.europa.eu
  2. ZorgInstituut Nederand, Farmacotherapeutisch Kompas (Eigenschappen, Contra-Indicaties, Bijwerkingen, Waarschuwingen en Voorzorgen), Geraadpleegd 18-11-2023
  3. InformatoriumMedicamentorum., Interacties, Geraadpleegd 18-11-2023
  4. Bomback AS et al. , Eculizumab in the treatment of membranoproliferative glomerulonephritis., Nephron Clin Pract. , 2014, 128(3-4), 270-6
  5. Häffner K et al. , Successful therapy of C3Nef-positive C3 glomerulopathy with plasma therapy and immunosuppression., Pediatr Nephrol. , 2015, May 19
  6. Payette A et al. , A case of C3 glomerulonephritis successfully treated with eculizumab., Pediatr Nephrol. , 2015, Jun;30(6), 1033-7
  7. Sánchez-Moreno A et al. , Eculizumab in dense-deposit disease after renal transplantation., Pediatr Nephrol. , 2014 , Oct;29(10):, 2055-9
  8. Vivarelli M et al. , Treatment of C3 glomerulopathy with complement blockers., Semin Thromb Hemost. , 2014 , Jun;40(4), 472-7

Wijzigingen

  • 18 februari 2016 16:36: Update naar EB Monografie
  • 18 februari 2016 16:36: De literatuur over de toepassing van eculizumab bij kinderen werd beoordeeld. Dit heeft geleid tot de toevoeging van de indicatie C3G.

Therapeutic Drug Monitoring


Overdosering