Polydesoxyribonucleotide, verkregen uit intestinale mucosa van varkens. Defibrotide heeft antitrombotische, anti-adhesieve (van leukocyten en trombocyten aan endotheel), anti-inflammatoire en trombolytische eigenschappen. Het multifactoriële werkingsmechanisme is niet volledig opgehelderd. Het werkt voornamelijk door een vermindering van de overmatige activatie van endotheelcellen (endotheliale disfunctie), waarbij de endotheliale homeostase wordt gemoduleerd en het trombo-fibrinolytisch evenwicht wordt hersteld.
Geen farmacokinetische data bij kinderen beschikbaar.
Conc. voor infusieopl. 80 mg/ml
Hepatische veno-occlusieve ziekte (VOD) |
---|
|
GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.
GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.
In het algemeen komen bij kinderen meer bloedingen voor dan bij volwassenen.
Zeer vaak (> 10%): hypotensie.
Vaak (1-10%): coagulopathie, bloedingen (zoals cerebrale, pulmonale, gastro-enterale bloeding, mondbloeding, neusbloeding, hematurie, petechiën, bloeding ter plaatse van een katheter). Braken, haematemesis, misselijkheid, diarree. Jeuk, huiduitslag. Pyrexie.
Soms (0,1-1%): overgevoeligheid, anafylactische reactie. Cerebraal hematoom. Andere bloedingen (ecchymose, bindvliesbloeding, hemothorax, bloeding op de injectieplaats). Melena.
Zeer vaak (> 10%): hypotensie.
Vaak (1-10%): coagulopathie, bloedingen (zoals cerebrale, pulmonale, gastro-enterale bloeding, mondbloeding, neusbloeding, hematurie, petechiën, bloeding op de plaats van een katheter). Braken, haematemesis, misselijkheid, diarree. Jeuk, huiduitslag. Pyrexie.
Soms (0,1-1%): overgevoeligheid, anafylactische reactie. Cerebraal hematoom. Andere bloedingen (ecchymose, bindvliesbloeding, hemothorax, bloeding op de injectieplaats). Melena.
Verder is gemeld: opvliegers bij bolustoediening.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Gelijktijdig gebruik van trombolytica (zoals t-PA) is gecontra-indiceerd, vanwege de versterkte antitrombotische werking en meer kans op bloedingen.
Gebruik van geneesmiddelen die de kans op bloedingen vergroten niet eerder toedienen dan 24 uur na behandeling met defibrotide of 12 uur in het geval van ongefragmenteerde heparine.
Defibrotide kan mogelijk de werking van anticoagulantia en trombocytenaggregatieremmers versterken; indien de combinatie onvermijdbaar is, uitsluitend gelijktijdig gebruiken onder nauwgezette controle van de coagulatieparameters.
Overweeg de behandeling te onderbreken bij klinisch significante acute bloedingen waarvoor transfusie vereist is en bij invasieve ingrepen met een significant risico op hevige bloedingen.
Defibrotide niet gebruiken bij hemodynamische instabiliteit (gebruik van meerdere bloeddrukondersteunende middelen).
Niet beoordeeld:
Combinatie met trombolytica wordt ontraden, en voorzichtigheid is geboden bij combinatie met anticoagulantia of trombocytenaggregatieremmers, vanwege een verhoogd risico op bloedingen.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
VITAMINE K-ANTAGONISTEN | ||
---|---|---|
B01AA07 | ||
Marcoumar
|
B01AA04 |
HEPARINEGROEP | ||
---|---|---|
Fragmin
|
B01AB04 | |
Orgaran
|
B01AB09 | |
B01AB05 | ||
Heparine Leo
|
B01AB01 | |
Heparine Leo
|
B01AB01 | |
Fraxiparine, Fraxodi
|
B01AB06 | |
Innohep
|
B01AB10 |
TROMBOCYTENAGGREGATIEREMMERS EXCL HEPARINE | ||
---|---|---|
Aspirine, Aspro, Alka-Seltzer (acetylsalicylzuur), Ascal (carbasalaatcalcium)
|
B01AC06 | |
Plavix, Grepid, Iscover
|
B01AC04 | |
Flolan, Veletri
|
B01AC09 |
ENZYMEN | ||
---|---|---|
Actilyse, Actilyse Cathflow
|
B01AD02 | |
Medacinase
|
B01AD04 |
DIRECTE TROMBINEREMMERS | ||
---|---|---|
Pradaxa
|
B01AE07 |
DIRECTE REMMERS VAN FACTOR XA | ||
---|---|---|
Xarelto
|
B01AF01 |