Ceftibuten

Stofnaam
Ceftibuten
Merknaam
Cedax
ATC code
J01DD14
Doseringen
Nierfunctiestoornissen

Produkten, hulpstoffen, toediening en tekorten
Bijwerkingen
Contraindicaties
Waarschuwingen en voorzorgen

Interacties

Voor ouders op Apotheek.nl
Eigenschappen (PD/PK)

Registratiestatus
Middelen uit dezelfde ATC groep
Referenties
Versiebeheer

Eigenschappen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Bactericide semisynthetisch antibioticum uit de groep van cefalosporinen (van de 3e generatie). Ceftibuten bindt zich aan penicilline-bindende eiwitten (PBP) in de celwand van bacteriën, waardoor de synthese van peptidoglycaan wordt geremd. Dit resulteert in celdood.

Ceftibuten is stabiel tegen door plasmiden gemedieerde penicillinasen en cefalosporinasen. Het is echter niet stabiel tegenover sommige chromosomale cefalosporinasen zoals die voorkomen bij sommige micro-organismen zoals Citrobacter, Enterobacter en Bacteroïdes. Het dient niet gebruikt te worden bij stammen die resistent zijn tegen β-lactamantibiotica door algemene mechanismen zoals wijzigingen in permeabiliteit of in de PBP zoals bij penicilline-resistente S. pneumoniae.

Doorgaans gevoelig zijn: streptokokken uit de groepen C en G (benzylpenicilline-gevoelige stammen), Streptococcus pyogenes (benzylpenicilline-gevoelige stammen), Enterobacter spp. (waaronder E. cloacae en E. aerogenes), Escherichia coli, Haemophilus influenzae (zowel β-lactamase positieve als negatieve stammen), Haemophilus parainfluenzae (zowel β-lactamase positief als negatief), Klebsiella pneumoniae en Proteus mirabilis.

Een verworven resistentie kan een probleem zijn bij: Citrobacter spp. en Moraxella catarrhalis.

Ceftibuten vertoont weinig activiteit tegen de meeste anaerobe bacteriën inclusief Bacteroides spp.

Inherent resistent zijn: Staphylococcus spp., Enterococcus spp., Acinetobacter spp., Listeria spp., Flavobacterium en Pseudomonas spp.

Farmacokinetiek bij kinderen

Geen informatie bij kinderen

Label dosisadvies Kinderformularium

On-label

Toon SmPC tekst Toon SmPC tekst

SmPC tekst

Pharyngitis met en zonder tonsillitis, otitis media, gecompliceerde of ongecompliceerde lagere urineweginfecties:
3 mnd - 44 kg: 9 mg/kg/dag in 1 dosis
≥ 45 kg: 400 mg/dag in 1 dosis

Beschikbare toedieningsvormen/sterktes

Capsule (als 2-water) 400 mg 


Overige info toediening/beschikbaarheid

Informatie over geneesmiddeltekorten

Doseringen

Pharyngitis met of zonder tonsillitis, otitis media, gecompliceerde of ongecompliceerde lagere urineweginfecties
  • Oraal
    • ≥ 3 maanden en < 45 kg
      [1]
      • 9 mg/kg/dag in 1 dosis. Max: 400 mg/dag.
      • Advies inname/toediening:

        De tabletten en suspensie minstens 2 uur voor de maaltijd innemen.

    • ≥ 45 kg
      [1]
      • 400 mg/dag in 1 dosis
      • Advies inname/toediening:

        De tabletten en suspensie minstens 2 uur voor de maaltijd innemen.

Nierfunctiestoornissen bij kinderen > 3 maanden

Aanpassingen als volgt:

GFR 50-80 ml/min/1.73 m2
Dosisaanpassing is niet nodig
GFR 30-50 ml/min/1.73 m2
50 % van normale keerdosis en interval tussen twee doseringen: 24 uur
Maximaal 200 mg/dag
GFR 10-30 ml/min/1.73 m2
25 % van normale keerdosis en interval tussen twee doseringen: 24 uur
Maximaal 100 mg/dag
GFR < 10 ml/min/1.73 m2
Een algemeen advies kan niet worden gegeven.

Bijwerkingen bij kinderen

Soms (0,1-1%): Luierdermatitis. Dysurie, hematurie.
Zeer zelden (< 0,01%): : prikkelbaarheid, agitatie, slaperigheid, slapeloosheid, koude rillingen

Bijwerkingen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Vaak (1-10%): hoofdpijn. Misselijkheid, diarree. Verminderde eetlust.

Soms (0,1-1%): duizeligheid. Neusverstopping, dyspneu. Candidiasis (oraal, vaginaal). Droge mond, dyspepsie, gastritis, braken, buikpijn, flatulentie, obstipatie, fecale incontinentie. Dysurie, Eosinofilie, daling hemoglobinewaarde, stijging ALAT- en ASAT-waarde, verlenging protrombinetijd en toename INR.

Zelden (0,01-0,1%): convulsies. Hemorragie. Pseudomembraneuze colitis (door Clostridioides difficile). Hemolytische anemie, aplastische anemie, leukopenie, neutropenie, agranulocytose, pancytopenie, trombocytose. Stijging LDH-waarde.

Zeer zelden (< 0,01%): vermoeidheid. Vertigo, paresthesie, hyperkinesie. 
Verder zijn gemeld: overgevoeligheidsreacties waaronder angio-oedeem, anafylactische reactie. Bronchospasme. Overige superinfecties. Lever- en galwegaandoening, geelzucht. Melena. Afasie. Psychotische stoornis. Huiduitslag, jeuk, urticaria, fotosensibilisatie, erythema multiforme, Stevens-Johnsonsyndroom (SJS), toxische epidermale necrolyse (TEN). Stijging bilirubinewaarde.

Bij gebruik van andere cefalosporinen zijn nog o.a. gemeld: verminderde nierfunctie, toxische nefropathie, glucosurie en ketonurie.

Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb

  • Bij kinderen worden veel geneesmiddelen off-label gebruikt. Alle ervaringen zijn belangrijk om te melden om zo meer kennis te verzamelen en te delen
  • Ook wanneer u niet zeker weet of de bijwerking echt door het geneesmiddel komt
Meld hier

Contra-indicatie algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

  • bekende overgevoeligheid voor cefalosporinen.

Waarschuwingen en voorzorgen bij kinderen

De veiligheid en werkzaamheid bij kinderen jonger dan 3 maanden is niet vastgesteld.

Waarschuwingen en voorzorgen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Kruisovergevoeligheid én kruisresistentie: wees voorzichtig bij een overgevoeligheid voor penicillinen. Kruisovergevoeligheid én kruisresistentie tussen cefalosporinen onderling en met penicillinen komt voor. Bij overgevoeligheidsreacties de toediening staken.

Maag-darmkanaal: wees voorzichtig bij een voorgeschiedenis van gecompliceerde maag-darmstoornissen (m.n. chronische colitis). Bij optreden van ernstige aanhoudende diarree de diagnose pseudomembraneuze colitis overwegen; indien dit wordt gediagnosticeerd de behandeling met ceftibuten onmiddellijk staken. Pseudomembraneuze colitis kan ook nog tot ca. 2 maanden na de behandeling optreden.

Door gebruik van cefalosporinen kan de directe Coombs-test fout-positief worden.

Interacties Bron: KNMP/Informatorium Medicamentorum

Interacties cefalosporines algemeen:

Relevant:
Het effect van VKA's kan worden versterkt, waarschijnlijk door een verhoogde afbraak van stollingsfactoren gedurende de koortsperiode. Het zogenaamde ´hypoprotrombinemische´ cefamandol remt waarschijnlijk de productie van vitamine K-afhankelijke stollingsfactoren.

Geen interactie:
In de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met orale anticonceptiva, tetracyclines of met TNF-α-antagonisten.

Niet beoordeeld:
Het risico op nefrotoxische verschijnselen wordt verhoogd door combinatie met andere potentieel nefrotoxische middelen, zoals aminoglycosiden, polymyxines en furosemide.

Combinatie met probenecide kan leiden tot een verhoogde plasmaconcentratie van de cefalosporines die in voldoende mate renaal via tubulaire secretie worden geëlimineerd (cefaclor, cefalexine, cefazoline, cefamandol, ceftibuten, cefuroxim, cefotaxim). De interactie met probenecide berust op remming van de tubulaire secretie van het antibioticum.

De werking kan worden geantagoneerd door chlooramfenicol en macroliden.


Interacties antibacteriele middelen algemeen:

Relevant:
Het effect van VKA's kan worden versterkt. Het versterkte effect van de VKA kan het gevolg zijn van het effect van de infectie en/of koorts zelf, en soms ook van een interactie van bepaalde antibiotica met VKA’s. Door eliminatie van bacteriële darmflora kan de productie van vitamine K worden verminderd. Ook is er een verhoogde afbraak van stollingsfactoren gedurende een koortsperiode. Daarnaast remmen sommige antibiotica het metabolisme van de VKA. De interactie is niet relevant bij gebruik van het antibioticum gedurende maximaal 1 dag.

Geen interactie:
In de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met orale anticonceptiva (dit geldt niet voor de enzyminducerende antibiotica rifabutine en rifampicine) of met TNF-α-antagonisten.

OVERIGE BETALACTAM-ANTIBIOTICA

Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.

CEFALOSPORINES VAN DE EERSTE GENERATIE

Cefalexine

Keforal
J01DB01

Cefazoline

Kefzol
J01DB04
CEFALOSPORINES VAN DE TWEEDE GENERATIE

Cefaclor

Ceclor
J01DC04
J01DC02
CEFALOSPORINES VAN DE DERDE GENERATIE
J01DD01
J01DD02
J01DD52

Ceftriaxon

Rocephin
J01DD04
CEFALOSPORINES VAN DE VIERDE GENERATIE
J01DE01
MONOBACTAM-ANTIBIOTICA

Aztreonam

Cayston
J01DF01
CARBAPENEM-ANTIBIOTICA

Ertapenem

Invanze
J01DH03
J01DH51

Meropenem

Meronem
J01DH02
OVERIGE CEFALOSPORINES EN PENEMS

Ceftaroline

Zinforo
J01DI02

Referenties

  1. Merck Sharp & Dohme BV, SPC Cedax (RVG 15747) 30-1-2015, www.geneesmiddeleninformatiebank.nl, Geraadpleegd 28 okt 2016
  2. ZorgInstituut Nederland, Farmacotherapeutisch Kompas (Eigenschappen, CI, bijwerkingen, waarschuwingen en voorzorgen), Geraadpleegd 21-4-2022
  3. Informatorium Medicamentorum, Interacties, Geraadpleegd 1-4-2022
  4. Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde, Richtlijn Urineweginfecties bij kinderen, www.nvk.nl, 09 juni 2010

Wijzigingen

  • 01 november 2016 12:45: Bronnen monografie nagelopen op actualiteit/wijzigingen; dit heeft niet geleid tot wijzigingen in de doseeradviezen.
  • 01 november 2016 12:45: Bronnen monografie nagelopen op actualiteit/wijzigingen; dit heeft niet geleid tot wijzigingen in de doseeradviezen.

Therapeutic Drug Monitoring


Overdosering