Ceftolozaan is een bactericide cefalosporine, structureel lijkend op ceftazidim (een derdegeneratie cefalosporine). Het bindt zich aan penicilline-bindende eiwitten in de celwand van bacteriën, waardoor de synthese van peptidoglycaan wordt geremd. Dit resulteert in celdood. Tazobactam is een β–lactam en structureel verwant met de penicillinen. Het remt de werking van een aantal β-lactamasen. De combinatie wordt gebruikt bij infecties door bacteriën die resistent zijn tegen ceftolozaan door vorming van β-lactamasen; door de combinatie wordt ceftolozaan beschermd tegen afbraak door de meeste algemeen voorkomende β-lactamasen. Ceftolozaan/tazobactam is niet werkzaam tegen β-lactamase-producerende bacteriën die niet worden geremd door tazobactam en die in staat zijn om ceftolozaan af te breken. De productie van β-lactamantibiotica-hydrolyserende-enzymen veroorzaakt vaak resistentie van bacteriën tegen penicillinen en cefalosporinen. Voor ceftolozaan is de tijd dat de plasmaconcentratie hoger is dan de MIC van het infecterend micro-organisme, de belangrijkste voorspeller voor de werkzaamheid.
Doorgaans gevoelig (gebaseerd op in vitro onderzoek) zijn:
De klinische werkzaamheid is niet vastgesteld bij de volgende pathogenen, hoewel in vitro onderzoek aangeeft dat ze gevoelig zouden zijn in afwezigheid van verworven resistentiemechanismen: Citrobacter freundii, Citrobacter koseri, Klebsiella aerogenes, Morganella morganii, Proteus vulgaris en Serratia liquefaciens.
Ongevoelig (in vitro) zijn: Staphylococcus aureus, Enterococcus faecalis en Enterococcus faecium.
De individuele steady-state AUC en Cmax voor ceftolozaan en tazobactam bij pediatrische patiënten in de leeftijd van 2 tot 18 jaar met gecompliceerde intra-abdominale infecties of gecompliceerde urineweginfecties waren over het algemeen gelijk aan die bij volwassenen [SmPC Zerbaxa].
Infusiepoeder ceftolozaan (als sulfaat)/tazobactam (als Na-zout) 1/0,5 g
| Intra-abdominale infecties, urineweginfecties en pyelonefritis |
|---|
Er zijn geen gegevens bekend over doseeraanpassing bij nierfunctiestoornissen.
Het veiligheidsprofiel bij pediatrische patiënten is over het algemeen vergelijkbaar met die waargenomen bij de volwassen populatie met gecompliceerde intra-abdominale infecties en gecompliceerde urineweginfecties (waaronder acute
pyelonefritis). Er werden drie nieuwe bijwerkingen waargenomen bij de pediatrische groep: neutropenie, verhoogde eetlust en dysgeusie (alle met de frequentie vaak). De meest voorkomende bijwerkingen waren diarree, verhoogd alanineaminotransferase, en verhoogd aspartaataminotransferase [SmPC Zerbaxa].
Vaak (1–10%): hypotensie. Slapeloosheid, angst, hoofdpijn, duizeligheid. Misselijkheid, braken, buikpijn, diarree, obstipatie. Huiduitslag. Koorts, reacties op de toedieningsplaats. Trombocytose, hypokaliëmie, verhoogde waarden van ALAT en ASAT.
Soms (0,1–1%): atriumfibrilleren, tachycardie, angina pectoris. Ischemisch CVA. Anemie. Clostridioides difficile-infecties (waaronder colitis), Candidiasis waaronder orofaryngeale en vulvovaginale, fungale urineweginfecties. Flebitis, veneuze trombose. Dyspneu. Gastritis, abdominale distensie, dyspepsie, flatulentie, paralytische ileus. Urticaria. Verminderde nierfunctie, nierfalen. Hyperglykemie, hypomagnesiëmie, hypofosfatemie. Positieve Coombs-test (DAGT), verhoogd serum-γGT, verhoogd serum-alkalinefosfatase (AF).
Bij toepassing voor de indicatie HAP/VAP worden Clostridioides difficile-colitis, verhoogde serumwaarden van γGT en AF vaker gezien (1–10%).
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
β-lactamantibiotica kunnen ernstige allergische reacties veroorzaken; wees voorzichtig bij lichte tot matige overgevoeligheidsreactie bij eerder gebruik van een β-lactamantibioticum.
Controleer regelmatig de nierfunctie bij patiënten met een pre-existente nierfunctiestoornis en pas zo nodig de dosis aan, bij toepassing van ceftolozaan/tazobactam bij volwassenen kan een vermindering van de nierfunctie optreden. In de klinische studies naar de toepassing voor gecompliceerde intra-abdominale infecties en urineweginfecties (incl. pyelonefritis) was de werkzaamheid lager bij volwassen patiënten met een matig verminderde nierfunctie ten opzichte van een normale of licht verminderde nierfunctie.
Overweeg bij diarree die ernstig en/of aanhoudend is en tijdens of na de behandeling optreedt, zowel de diagnose antibiotica-geassocieerde colitis als pseudomembraneuze colitis.
Beïnvloeding diagnostische test: De Coombs-test (DAGT) kan fout-positief zijn. Seroconversie naar een positieve DAGT is bij ca. 31% van de volwassen patiënten gezien, bij kinderen bij ca. 45% van de patiënten die ceftolozaan/tazobactam kregen voor een intra-abdominale infectie en bij ca. 30% van de kinderen die dit middel kregen voor de behandeling van een gecompliceerde urineweginfectie. In de klinische studies werden verder geen aanwijzingen voor hemolyse gezien.
Hulpstoffen: Let op het natrium, in het concentraat voor infusievloeistof, bij een natriumarm dieet.
Relevant:
Het effect van VKA's kan worden versterkt, waarschijnlijk door een verhoogde afbraak van stollingsfactoren gedurende de koortsperiode. Het zogenaamde ´hypoprotrombinemische´ cefamandol remt waarschijnlijk de productie van vitamine K-afhankelijke stollingsfactoren.
Geen interactie:
In de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met orale anticonceptiva, tetracyclines of met TNF-α-antagonisten.
Niet beoordeeld:
Het risico op nefrotoxische verschijnselen wordt verhoogd door combinatie met andere potentieel nefrotoxische middelen, zoals aminoglycosiden, polymyxines en furosemide.
Combinatie met probenecide kan leiden tot een verhoogde plasmaconcentratie van de cefalosporines die in voldoende mate renaal via tubulaire secretie worden geëlimineerd (cefaclor, cefalexine, cefazoline, cefamandol, cefiderocol, cefuroxim, cefotaxim). De interactie met probenecide berust op remming van de tubulaire secretie van het antibioticum.
De werking kan worden geantagoneerd door chlooramfenicol en macroliden.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
| CEFALOSPORINES VAN DE EERSTE GENERATIE | ||
|---|---|---|
|
Keforal
|
J01DB01 | |
|
Kefzol
|
J01DB04 | |
| CEFALOSPORINES VAN DE TWEEDE GENERATIE | ||
|---|---|---|
|
Ceclor
|
J01DC04 | |
| J01DC02 | ||
| CEFALOSPORINES VAN DE DERDE GENERATIE | ||
|---|---|---|
| J01DD01 | ||
| J01DD02 | ||
|
Zavicefta
|
J01DD52 | |
|
Cedax
|
J01DD14 | |
|
Rocephin
|
J01DD04 | |
| CEFALOSPORINES VAN DE VIERDE GENERATIE | ||
|---|---|---|
| J01DE01 | ||
| MONOBACTAM-ANTIBIOTICA | ||
|---|---|---|
|
Cayston
|
J01DF01 | |
| CARBAPENEM-ANTIBIOTICA | ||
|---|---|---|
|
Invanze
|
J01DH03 | |
| J01DH51 | ||
|
Meronem
|
J01DH02 | |
| OVERIGE CEFALOSPORINES EN PENEMS | ||
|---|---|---|
|
Zinforo
|
J01DI02 | |