Clindamycine

Stofnaam
Clindamycine
Merknaam
Dalacin C
ATC code
J01FF01
Doseringen
Nierfunctiestoornissen

Produkten, hulpstoffen, toediening en tekorten
Bijwerkingen
Contraindicaties
Waarschuwingen en voorzorgen

Interacties

Voor ouders op Apotheek.nl
Eigenschappen (PD/PK)

Registratiestatus
Middelen uit dezelfde ATC groep
Referenties
Versiebeheer

Eigenschappen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Clindamycine is een semisynthetisch derivaat van lincomycine. Voornamelijk bacteriostatische werking tegen Gram-positieve aerobe en een groot aantal anaerobe bacteriën, afhankelijk van de bereikte concentratie ter plaatse van de infectie en van de gevoeligheid van het micro-organisme kan het daarnaast bactericide werken. De werkzaamheid hangt voornamelijk af van de duur waarmee de concentratie boven de 'minimum inhibitory concentration' (MIC) van het pathogeen ligt. Clindamycine bindt aan de 50S-subunit van het bacteriële ribosoom, dit beïnvloedt zowel de opbouw van het ribosoom als het translatieproces. Hiermee remt clindamycine de vroege fase van de bacteriële eiwitsynthese. Tussen clindamycine en macroliden bestaat gedeeltelijke kruisresistentie.

Gewoonlijk gevoelig voor clindamycine (in vitro) zijn:

  • Aeroob Gram-positief: Bacillus spp. (waaronder Bacillus anthracis), Corynebacterium spp. (o.a. Corynebacterium diphteriae, en excl. Corynebacterium urealyticum), Staphylococcus saprophyticus (meticilline-gevoelige stammen), Streptococcus pneumoniae (uitsluitend de penicilline-gevoelige stammen), streptokokken (α- en niet-hemolytisch), β-hemolytische streptokokken groepen A (Streptococcus pyogenes), B, C, G en streptokokken van de viridans-groep.
  • Anaeroob Gram-positief: Actinomyces spp. (waaronder A. israelii), Cutibacterium acnes (voorheen Propionibacterium acnes) spp., Eggerthella (Eubacterium) spp., Peptococcus spp. en Peptoniphilus spp.
  • Anaeroob Gram-negatief: Bacteroides spp. (uitgezonderd Bacteroides fragilis), Fusobacterium spp., Porphyromonas spp., Prevotella spp. en Veillonella spp.
  • Overig: Chlamydia trachomatis, Chlamydia pneumoniae (voorheen Chlamydophila pneumonia), Gardnerella vaginalis en Mycoplasma hominis.


(Verworven) resistentie kan een probleem zijn bij:

  • Aeroob Gram-positief: coagulase-negatieve stafylokokken (uitgezonderd meticilline-resistente stammen), Staphylococcus aureus (meticilline-gevoelige stammen; 'MSSA', resistentie 13–17%), Staphylococcus aureus (meticilline-resistente stammen; 'MRSA', in sommige regio's resistentie van MRSA > 50%), Staphylococcus epidermidis (meticilline-resistente stammen; 'MRSE', in sommige regio's resistentie van MRSE > 50%), Staphylococcus haemolyticus, Staphylococcus hominis, Streptococcus agalactiae (groep B streptokok) en Streptococcus pneumoniae (uitgezonderd penicilline-gevoelige stammen).
  • Aeroob Gram-negatief: Legionella spp. (excl. Legionella pneumophila) en Moraxella catarrhalis (intermediair).
  • Anaeroob Gram-positief: Clostridium perfringens en Peptostreptococcus spp. (Finegoldia magna, Micromonas micros).
  • Anaeroob Gram-negatief: Bacteroides fragilis.


Toelichting op resistentie van stafylokokken en streptokokken: deze is vaak gebaseerd op methylgroepen die in toenemende mate aan 23S rRNA binden (zogenoemde constitutieve MLSB-resistentie), waarbij de bindingsaffiniteit van clindamycine aan het ribosoom sterk verminderd is. De meeste meticilline-resistente S. aureus (MRSA) vertonen de resistentie van het constitutieve MLSB-type en zijn daarom resistent tegen clindamycine. Behandel infecties veroorzaakt door macrolideresistente stafylokokken niet met clindamycine, ook niet wanneer in vitro gevoeligheid is aangetoond, omdat de behandeling in dit geval kan leiden tot selectie van mutanten met constitutieve MLSB-resistentie. Stammen met de constitutieve MLSB-resistentie vertonen een volledige kruisresistentie van clindamycine met lincomycine en macroliden.

Meestal ongevoelig/resistent voor clindamycine zijn:

  • Gram-positief: Listeria monocytogenes.
  • Gram-negatief: Escherichia coli, Klebsiella spp., Neisseria gonorrhoeae, Neisseria meningitides en Pseudomonas aeruginosa.
  • Overig: Mycoplasma pneumoniae en Ureaplasma urealyticum.


Inherent resistent zijn:

  • Aeroob Gram-positief: coagulase-negatieve stafylokokken (meticilline-resistente stammen), Corynebacterium urealyticum, (andere) aerobe 'Coryneforms' (MLSR; macrolide-lincosamide-streptogramine type B resistent), Enterococcus faecalis en Enterococcus faecium.
  • Aeroob Gram-negatief: Haemophilus influenzae en Legionella pneumophila.
  • Anaeroob: Clostridioides difficile.

Farmacokinetiek bij kinderen

De biologische beschikbaarheid van clindamycine is hoog waardoor dezelfde dosering oraal nagenoeg dezelfde spiegels oplevert als na intraveneuze toediening. De volgende kinetische parameters zijn gevonden (Bell 1984, Gonzalez 2014, Gonzalez 2016):

  Cmax (µg/ml)
20 mg/kg/dag
IV ss
Cl (l/uur/kg) V (l/kg) t½ (uur)
PMA < 40 wk 10,92 0,11-0,24 0,9-1,03 3,9-5,9
PMA > 40 wk 10,45-12,69 0,20-0,31 0,9-1,9 2,1-3,6

In de studie van Smith 2017 zijn de volgende kinetische parameters gevonden bij kinderen met een gezond gewicht (n=144) en kinderen met obesitas (n=76):

  t½ (uur) t½ (uur) Cl (l/uur/kg) Cl (l/uur/kg) Vd (l/kg) Vd (l/kg)
  Niet-obees Obees Niet-obees Obees Niet-obees Obees
2-6 jaar 2,41 2,15 0,23 0,28 0,81 0,86
7-12 jaar 2,15 3,03 0,33 0,22 0,90 1,03
>12 jaar 2,84 3,55 0,23 0,18 0,89 0,89

Label dosisadvies Kinderformularium

Infecties: on-label
Ernstige infecties:
Oraal:
off-label
Intraveneus:
<1 mnd: off-label
≥1 mnd: on-label
Infecties bij CF: on-label
Endocarditis profylaxe: on-label

Toon SmPC tekst Toon SmPC tekst

SmPC tekst

Ernstige infecties:
IM/IV
≥1 mnd: 20-40 mg/kg/dag in 3-4 doses
PO:
≥1 mnd: 8-25 mg/kg/dag in 3-4 doses

Beschikbare toedieningsvormen/sterktes

Capsule (als hydrochloride-1-water) 150 mg, 300 mg
Inj.vlst. (als diwaterstoffosfaat) 150 mg/ml  De injectievloeistof bevat 9 mg/ml benzylalcohol
Susp. oraal "poeder voor" (als palmitaathydrochloride) 15 mg/ml

Overige info toediening/beschikbaarheid

Informatie over geneesmiddeltekorten

Doseringen

Ga snel naar:

Bacteriele infecties
  • Oraal
    • 1 maand tot 18 jaar
      [14] [15]
      • 8 - 25 mg/kg/dag in 3 - 4 doses. Max: 1,8 g/dag.
Ernstige bacteriele infecties
  • Intraveneus
    • < 1 week en geboortegewicht < 2000 gr
      • 10 mg/kg/dag in 2 doses.
    • < 1 week en geboortegewicht ≥ 2000 gr
      • 15 mg/kg/dag in 3 doses.
    • 1 week tot 4 weken en geboortegewicht < 2000 gr
      • 10 mg/kg/dag in 2 doses.
    • 1 week tot 4 weken en geboortegewicht ≥ 2000 gr
      • 20 mg/kg/dag in 4 doses.
    • 1 maand tot 18 jaar
      • 40 mg/kg/dag in 3 - 4 doses. Max: 4,8 g/dag.
  • Oraal
Peri-operatieve profylaxe
  • Intraveneus
    • 1 maand tot 18 jaar en < 60 kg
      [17] [18] [20] [21]
      • 10 mg/kg/dosis indien de ingreep langer dan 8 uur duurt, dient een tweede dosis gegeven te worden..
    • ≥ 60 kg
      • 600 mg/dosis indien de ingreep langer dan 8 uur duurt, dient een tweede dosis gegeven te worden.. Bij kinderen met obesitas mag een maximum van 900 mg/dosis aangehouden worden (Smith 2017)..
Endocarditis profylaxe bij overgevoeligheid voor penicilline of behandeling met penicilline in de 7 dagen voor de ingreep
  • Oraal
    • 1 maand tot 18 jaar
      [8]
      • 30-60 minuten voor de ingreep 20 mg/kg/dosis, éénmalig. Maximale dosering per gift: 600 mg/dosis.
  • Intraveneus
    • 1 maand tot 18 jaar
      [8]
      • 30-60 minuten voor de ingreep 20 mg/kg/dosis, éénmalig. Maximale dosering per gift: 600 mg/dosis.
Behandeling ongecompliceerde malaria
  • Oraal
    • 1 maand tot 8 jaar
      [11]
      • In combinatie met kinine: 16 mg/kg/dag in 3 - 4 doses.

Nierfunctiestoornissen bij kinderen > 3 maanden

GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.

GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.

Bijwerkingen bij kinderen

Clindamycine kan aanleiding geven tot ernstige diarree, colitis en pseudomembraneuze colitis, veroorzaakt door toxines van Clostridium difficile. Tevens kan er ten gevolge van te snelle toediening hypotensie en hartstilstand optreden.

Bijwerkingen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Vaak (1–10%): ontsteking van het mondslijmvlies, oesofagitis, maagpijn, buikpijn, diarree, pseudomembraneuze enterocolitis. Maculopapuleuze huiduitslag. Eosinofilie. Stijging transaminasen in serum. Reacties op de injectieplaats: na i.v. toediening trombo-flebitis en pijn, na i.m.-toediening o.a. irritatie, pijn, verhardingen en steriele abcessen.

Soms (0,1–1%): neuromusculair blokkerend effect. Smaakstoornis, misselijkheid, braken. Morbilliform exantheem, jeuk, urticaria, erythema multiforme. Leukopenie, neutropenie, granulocytopenie, trombocytopenie.

Zelden (0,01–0,1%): na snelle i.v.-toediening hypotensie en cardiopulmonale stilstand. Angio–oedeem, zwelling van de gewrichten. Afschilferende en bulleuze huidontsteking, acute gegeneraliseerde exanthemateuze pustulose (AGEP), geneeesmiddelexantheem met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS-syndroom), Stevens–Johnsonsyndroom (SJS), toxische epidermale necrolyse (TEN). Geneesmiddelenkoorts. Vaginitis.

Zeer zelden (< 0,01%): anafylactische shock. Cholestatische hepatitis. Polyartritis.

Verder zijn gemeld: reukstoornis, hoofdpijn, slaperigheid, duizeligheid.

Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb

  • Bij kinderen worden veel geneesmiddelen off-label gebruikt. Alle ervaringen zijn belangrijk om te melden om zo meer kennis te verzamelen en te delen
  • Ook wanneer u niet zeker weet of de bijwerking echt door het geneesmiddel komt
Meld hier

Contra-indicatie algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

  • Overgevoeligheid voor lincomycinen.

Waarschuwingen en voorzorgen bij kinderen

Clindamycine dringt niet goed door in het centrale zenuwstelsel. Bij opportunistische infecties zijn hoge doses geindiceerd. Cave pseudomembraneuze colitis. Dosis aanpassen bij kinderen met een verminderde leverfunctie. Bij kinderen jonger dan één jaar en bij langdurig gebruik (> 3 weken) regelmatig de leverfunctie, nierfunctie en het bloedbeeld controleren.

De injectievloeistof bevat benzylalcohol, pas op bij gebruik bij prematuren en neonaten.

Waarschuwingen en voorzorgen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Niet gebruiken bij de behandeling van meningitis vanwege de geringe diffusie in de cerebrospinale vloeistof.

Er bestaat een gedeeltelijke kruisresistentie tussen clindamycine en macroliden.

Voorzichtig zijn bij de volgende comorbiditeit:

  • gastro-intestinale aandoeningen in de voorgeschiedenis, met name colitis;
  • verminderde nier- en/of leverfunctie, in het bijzonder als dit gepaard gaat met ernstige metabole afwijkingen; bepaal wanneer hoge doses vereist zijn de serumspiegel. Overweeg de nierfunctie te controleren bij een pre-existent verminderde nierfunctie of wanneer de patiënt gelijktijdig nefrotoxische geneesmiddelen gebruikt;
  • een verstoorde neuromusculaire transmissie (bv. myasthenia gravis, M. Parkinson);
  • allergische aandoeningen zoals een atopische ziekte.


Controle van de lever- en nierfunctie en het bloedbeeld regelmatig uitvoeren tijdens de therapie bij gebruik > 10 dagen.

Bij diarree die ernstig is of aanhoudt, de diagnose pseudomembraneuze colitis overwegen. Deze colitis kan tot 2 maanden na de therapie ontstaan door overgroei van Clostridioides difficile. Het kan bij verzwakte patiënten of bij een leeftijd > 60 jaar vaker voorkomen en ernstiger verlopen. Als deze diagnose wordt bevestigd, de behandeling met antibacteriële middelen zoals clindamycine staken en passende maatregelen nemen. Geneesmiddelen die de peristaltiek remmen zijn in deze situatie gecontra-indiceerd.

Overgevoeligheid: in individuele gevallen is anafylaxie waargenomen bij personen met een reeds bestaande (of bekende) allergie voor penicillinen. Ernstige overgevoeligheidsreacties, waaronder ernstige huidreacties met systemische symptomen zijn gemeld (o.a. DRESS, SJS, TEN, AGEP, zie rubriek Bijwerkingen). Ernstige allergische reacties kunnen zelfs na de eerste toediening optreden. Als een overgevoeligheidsreactie of ernstige huidreactie optreedt, de behandeling meteen staken en start met de gebruikelijke spoedeisende maatregelen. De hulpstof benzylalcohol, in de injectie-/infusievloeistof, kan toxische en anafylactoïde reacties veroorzaken bij kinderen tot 3 jaar; prematuren en zuigelingen met een laag geboortegewicht hebben mogelijk meer kans op het ontwikkelen van toxiciteit. Om deze reden mag het niet worden toegediend aan pasgeborenen van < 4 weken oud of gedurende langer dan 1 week worden toegepast bij kinderen < 3 jaar, tenzij op strikte indicatie.

Interacties Bron: KNMP/Informatorium Medicamentorum

Relevant:
Toename clindamycine: de concentratie stijgt door HIV-proteaseremmers.

Overig effect: clindamycine kan de ciclosporineconcentratie verlagen, het mechanisme is nog onbekend.

Niet relevant:
Afname clindamycine: de concentratie daalt door rifampicine.

Niet beoordeeld:
Intraveneus toegediende clindamycine heeft neuromusculair blokkerende eigenschappen. De werking van andere neuromusculair blokkerende middelen kan worden versterkt.

Antibacteriële middelen algemeen

Relevant:
Het effect van VKA's kan worden versterkt. Het versterkte effect van de VKA kan het gevolg zijn van het effect van de infectie en/of koorts zelf, en soms ook van een interactie van bepaalde antibiotica met VKA’s. Door eliminatie van bacteriële darmflora kan de productie van vitamine K worden verminderd. Ook is er een verhoogde afbraak van stollingsfactoren gedurende een koortsperiode. Daarnaast remmen sommige antibiotica het metabolisme van de VKA. De interactie is niet relevant bij gebruik van het antibioticum gedurende maximaal 1 dag.

Geen interactie:
In de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met orale anticonceptiva (dit geldt niet voor de enzyminducerende antibiotica rifabutine en rifampicine) of met TNF-α-antagonisten.

MACROLIDEN, LINCOSAMIDEN EN STREPTOGRAMINEN

Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.

MACROLIDEN

Azitromycine

Zithromax
J01FA10
J01FA09

Erytromycine

Erythrocine
J01FA01

Referenties

  1. Bell MJ, et al, Pharmacokinetics of clindamycin phosphate in the first year of life, J Pediatr, 1984, 105, 482-6
  2. Faix RG, et al, A randomized, controlled trial of parenteral clindamycin in neonatal necrotizing enterocolitis, J Pediatr, 1988, 112, 271-7
  3. Frank AL, et al, Clindamycin treatment of methicillin-resistant Staphylococcus aureus infections in children, Pediatr Infect Dis J, 2002, 21, 530–534
  4. Jacobson SJ, et al, A randomized controlled trial of penicillin vs clindamycin for the treatment of aspiration pneumonia in children., Arch Pediatr Adolesc Med, 1997, 151, 701-4
  5. Kaplan SL., Treatment of community-associated methicillin-resistant Staphylococcus aureus infections, Pediatr Infect Dis J, 2005, 24, 457-8
  6. Peltola H, et al, Simplified treatment of acute staphylococcal osteomyelitis of childhood. The Finnish Study Group., Pediatrics, 1997, 99, 846-50
  7. Tanz RR, et al, Clindamycin treatment of chronic pharyngeal carriage of group A streptococci., J Pediatr, 1991, 119, 123-8
  8. Endocarditis Profylaxe Commissie Nederlandse Hartstichting, Preventie bacteriele endocarditis, Herziening augustus 2008
  9. Cohen R, et al, Pharmacokinetics and pharmacodynamics of antimicrobial therapy used in child osteoarticular infections., Arch Pediatr., 2007, 14, S122-7
  10. Hyun DY, et al, Trimethoprim-sulfamethoxazole or clindamycin for treatment of community-acquired me thicillin-resistant Staphylococcus aureus skin and soft tissue infections, Pediatr Infect Dis J, 2009, 28, 57-9
  11. LCR, Malariabulletin 2016
  12. Liu C et al. , Clinical practice guidelines by the infectious diseases society of america for the treatment of methicillin-resistant Staphylococcus aureus infections in adults and children. , Clin Infect Dis., 2011, Feb 1;52(3), e18-55
  13. Bradley JS et al. , The management of community-acquired pneumonia in infants and children older than 3 months of age: clinical practice guidelines by the Pediatric Infectious Diseases Society and the Infectious Diseases Society of America., Clin Infect Dis., 2011 , Oct;53(7):, e25-76
  14. Stevens DL et al. , Practice guidelines for the diagnosis and management of skin and soft tissue infections: 2014 update by the Infectious Diseases Society of America., Clin Infect Dis. , 2014 , Jul 15;59(2):, e10-52
  15. Pfizer BV. , SmPC Dalacin (RVG 06354) 20-5-2016., www.geneesmiddeleninformatiebank.nl
  16. Martínez-Aguilar G et al. , Clindamycin treatment of invasive infections caused by community-acquired, methicillin-resistant and methicillin-susceptible Staphylococcus aureus in children., Pediatr Infect Dis J. , 2003 , Jul;22(7):, 593-8
  17. Gonzalez D et al. , Use of opportunistic clinical data and a population pharmacokinetic model to support dosing of clindamycin for premature infants to adolescents., Clin Pharmacol Ther. , 2014 , Oct;96(4):, 429-37
  18. Gonzalez D et al. , Clindamycin Pharmacokinetics and Safety in Preterm and Term Infants., Antimicrob Agents Chemother. , 2016 , Apr 22;60(5):, 2888-94
  19. Erickson CM et al., Sequential Parenteral to Oral Clindamycin Dosing in Pediatric Musculoskeletal Infection: A Retrospective Review of 30 mg/kg/d Versus 40 mg/kg/d., Pediatr Infect Dis J. , 2016 , Oct;35(10):, 1092-6
  20. Smith MJ et al, Pharmacokinetics of Clindamycin in Obese and Nonobese Children, Antimicrob Agents Chemother, 2017, Mar 24;61(4)
  21. Bratzler DW et al. , Clinical practice guidelines for antimicrobial prophylaxis in surgery., Surg Infect (Larchmt). , 2013, Feb;14(1), 73-156
  22. ZorgInstituut Nederland, Farmacotherapeutisch Kompas (Eigenschappen, Contra-Indicaties, Bijwerkingen, Waarschuwingen en Voorzorgen), Geraadpleegd 26-9-2025
  23. Informatorium Medicamentorum, Interacties, Geraadpleegd 26-9-2025

Wijzigingen

Therapeutic Drug Monitoring


Overdosering