Cefazoline

Stofnaam
Cefazoline
Merknaam
Kefzol
ATC code
J01DB04
Doseringen
Nierfunctiestoornissen

Produkten, hulpstoffen, toediening en tekorten
Bijwerkingen
Contraindicaties
Waarschuwingen en voorzorgen

Interacties

Voor ouders op Apotheek.nl
Eigenschappen (PD/PK)

Registratiestatus
Middelen uit dezelfde ATC groep
Referenties
Versiebeheer

Eigenschappen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Cefalosporine van de eerste generatie, met bactericide werking. Cefazoline bindt zich aan penicilline-bindende eiwitten (PBP's) in de celwand van bacteriën, waardoor de synthese van peptidoglycaan wordt geremd. Dit resulteert in celdood. Cefazoline wordt geïnactiveerd door β-lactamasen. Andere resistentiemechanismen omvatten verandering in of veranderde toegang tot het aangrijpingspunt (de PBP's). Er bestaat kruisresistentie tussen cefalosporinen en penicillinen. Cefazoline heeft een breed werkingsspectrum, met een grote werkzaamheid tegen Gram-positieve bacteriën (m.n. kokken) en relatief beperkte werkzaamheid tegen Gram-negatieve bacteriën. De tijd boven MIC is bepalend voor het effect.

Gewoonlijk gevoelig zijn:

  • Gram-positief aeroob: Staphylococcus aureus (meticilline–gevoelig; 'MSSA') en de coagulase-negatieve stafylokokken (CNS) Staphylococcus epidermidis (meticilline–gevoelig; 'MSSE') (toch kan in sommige regio's resistentie bij deze stammen een probleem zijn) en Staphylococcus saprophyticus.

Een verworven resistentie kan een probleem zijn bij:

  • Gram-positief: β–hemolytische streptokokken van groep A, B, C en G, Streptococcus pneumoniae (bv. indien 'intermediate' gevoelig voor penicilline) en de CNS Staphylococcus haemolyticus en Staphylococcus hominis.
  • Gram-negatief aeroob: Escherichia coli, Haemophilus influenzae, Klebsiella oxytoca en Neisseria gonorrhoeae.


Gram-negatieve micro-organismen die induceerbare chromosoomgebonden β-lactamasen bevatten, zoals Citrobacter spp., Enterobacter spp., Providentia spp. en Serratia spp. moeten als (verworven) resistent beschouwd worden voor cefazoline ondanks aangetoonde in vitro gevoeligheid.

Resistent zijn verder ook:

  • Gram-positief aeroob: Enterococcus spp. (E. faecalis, E. faecium), Listeria monocytogenes en Staphylococcus (meticilline–resistent; o.a. 'MRSA'),
  • Gram-negatief aeroob: Acinetobacter baumannii, Moraxella catarrhalis, Pseudomonas aeruginosa, Stenotrophomonas maltophilia, diverse Enterobacteriaceae spp. waaronder Klebsiella pneumoniae, Morganella morganii en indol–positieve Proteus–stammen zoals Proteus mirabilis en Proteus vulgaris.
  • Anaeroob: Bacteroides fragilis.
  • Overig: Chlamydia spp., Chlamydophila spp., Legionella spp., M. tuberculosis, Mycoplasma spp. en schimmels.

 

Farmacokinetiek bij kinderen

Uit de studie van Nahata et al. blijkt (N=9, leeftijd 10 maanden – 10 jaar) dat de eliminatiehalfwaardetijd van cefazoline bij kinderen gemiddeld 1,68 ± 0,55 uur bedraagt. De totale klaring en het schijnbare verdelingsvolume bedragen respectievelijk 1,43 ± 0,54 ml/min/kg en 0,08 ± 0,03 l/kg.
Uit de studie van Deguchi et al. blijkt dat het percentage van de vrije fractie van cefazoline bij neonaten sterk fluctueert. Verdelingsvolume bij neonaten bedraagt 0,21 – 0, 37 l/kg.
 

Label dosisadvies Kinderformularium

Perioperatieve profylaxe:
<1 mnd: Off-label
>1 mnd: doseringen >100 mg/kg/dag: Off-label
Infecties: On-label

Toon SmPC tekst Toon SmPC tekst

SmPC tekst

Infecties door voor cefazoline gevoelige organismen:
Kinderen ≥1 maand:
zeer gevoelige gram+ micro-organismen: 25-50 mg/kg/dag in 2-4 doses.
minder gevoelige gram+ en gram- micro-organismen: 100 mg/kg/dag in 3-4 doses.

Beschikbare toedieningsvormen/sterktes

Poeder voor inj. vlst. (als Na-zout) 1000 mg
Injectievloeistof in voorgevulde spuit 1000 mg = 10 ml; 2000 mg = 20 ml; 2000 mg = 10 ml

Overige info toediening/beschikbaarheid

Informatie over geneesmiddeltekorten

Doseringen

Peri-operatieve profylaxe
  • Intraveneus
    • < 1 week en geboortegewicht < 2000 gr
      • 50 mg/kg/dag in 2 doses. gedurende 1 dag (dag van ingreep).
    • < 1 week en geboortegewicht ≥ 2000 gr
      • 100 mg/kg/dag in 2 doses. gedurende 1 dag (dag van ingreep).
    • 1 week tot 4 weken en geboortegewicht < 2000 gr
      • 75 mg/kg/dag in 3 doses. gedurende 1 dag (dag van ingreep).
    • 1 week tot 4 weken en geboortegewicht ≥ 2000 gr
      • 150 mg/kg/dag in 3 doses. gedurende 1 dag (dag van ingreep).
    • 1 maand tot 18 jaar
      [3] [4] [7]
      • 30 mg/kg/dosis, éénmalig Bij ingrepen > 4 uur een tweede dosis geven.. Max: 2 g/dosis.
Infecties door zeer gevoelige gram- positieve micro-organismen
  • Intraveneus
    • 1 maand tot 18 jaar
      [6]
      • 25 - 50 mg/kg/dag in 2 - 4 doses. Max: 100 mg/kg/dag.
Infecties door minder gevoelige gram- positieve micro-organismen en door de gram- negatieve verwekkers
  • Intraveneus
    • 1 maand tot 18 jaar
      [6] [9] [12]
      • 100 mg/kg/dag in 3 - 4 doses. Max: 6 g/dag.
      • Hogere doseringen tot 150 mg/kg/dag (max 12 g/dag) zijn beschreven (Woods; Peltola, de Ronde, Salvador)

Nierfunctiestoornissen bij kinderen > 3 maanden

Dosisaanpassingen zijn niet nodig bij gebruik als peri-operatieve profylaxe.

Andere indicaties:
< 14 jaar

  • Creatinine klaring 40 - 70 ml/min: Geef eerst eenmalig de normale dosering per gift, ga verder met 60% van de dagelijkse dosis, verdeeld in 2 doses met een doseringsinterval van 12 uur.
  • Creatinine klaring 20 - 40 ml/min:  Geef eerst eenmalig de normale dosering per gift, ga verder met 25% van de dagelijkse dosis, verdeeld in 2 doses met een doseringsinterval van 12 uur.
  • Creatinine klaring < 20 ml/min: Geef eerst eenmalig de normale dosering per gift, ga verder met 10% van de dagelijkse dosis, met een doseringsinterval van 24 uur.

≥14 jaar:

  • Creatinine klaring 35 - 54 ml/min: Normale dagelijksedosis (geen dosisaanpassing), doseerinterval van 8 uur

  • Creatinine klaring 10 - 34 mL/min: Geef eerst eenmalig de normale dosering per gift, ga verder met 50% van normale dagelijkse dosis, doseerinterval 12 uur

  • Creatinine klaring < 10 ml/min: Geef eerst eenmalig de normale dosering per gift, ga verder met 50% van de normale dagelijkse dosis, doseerinterval 18-24 uur

[SmPC Cefazolin Fresenius]

Klinische gevolgen

Nefrotoxische verschijnselen (nierfunctiestoornis, tubulusnecrose, interstitiële nefritis) komen vooral voor bij hoge doseringen, bij reeds bestaande nierfunctiestoornis en bij gelijktijdige behandeling met andere nefrotoxische stoffen. Bij zeer hoge doses kunnen convulsies optreden. De tijd boven de MIC is bepalend voor het effect.

Bij Dialyse

Geen gegevens bekend

Bijwerkingen bij kinderen

Tromboflebitis, koorts, misselijkheid, braken, diarree, obstipatie, bloedbeeldafwijkingen, tijdelijke verhoging leverenzymen.

Bijwerkingen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Vaak (1-10%): bij i.m.-injectie: pijn op de injectieplaats, soms met induratie.

Soms (0,1-1%): angio-oedeem. Convulsies (bij onaangepaste hoge dosering in aanwezigheid van een nierfunctiestoornis). Geneesmiddel–geïnduceerde koorts, interstitiële pneumonie of pneumonitis. Orale spruw (bij langdurig gebruik). Exantheem, erytheem, erythema exsudativum multiforme, urticaria. Bij i.v.-toediening: tromboflebitis.

Zelden (0,01-0,1%): pijn op de borst. Pleura–effusie, dyspneu, respiratoire 'distress', hoesten, rinitis. Genitale candidiasis, vaginitis. Misselijkheid, braken, diarree, anorexie (verdwijnen vaak tijdens of na de behandeling). Duizeligheid, vermoeidheid, malaise. Stevens–Johnsonsyndroom (SJS), toxische epidermale necrolyse (TEN). Bloedbeeldafwijkingen zoals leukocytose, granulocytose, monocytose, lymfocytopenie, basofilie, eosinofilie, granulocytopenie, neutropenie, leukopenie, trombocytopenie; deze effecten zijn reversibel. Bij enkele andere cefalosporinen zijn anemieën (aplastische anemie, hemolytische anemie) en pancytopenie gemeld. Tijdelijke stijging van leverenzymwaarden (ASAT, ALAT, γGT, LDH en alkalische fosfatase) en bilirubine, voorbijgaande hepatitis, voorbijgaande cholestatische icterus. Tijdelijke stijging ureumgehalte in bloed, proteïnurie, interstitiële nefritis, ongedefinieerde nefropathieën, andere nefrotoxiciteit (meestal bij gelijktijdige behandeling met andere potentieel nefrotoxische geneesmiddelen). Stijging of daling van de bloedglucosespiegel.

Zeer zelden (< 0,01%): anafylactische shock (met oedeem in het gelaat, zwelling van tong, larynx, vernauwing van de luchtwegen, verhoogde hartfrequentie, dyspneu, bloeddrukdaling). Stollingsstoornis en, als gevolg daarvan, bloedingen (vooral bij een tekort aan vitamine K of andere factoren die bloedstollingsstoornissen kunnen veroorzaken zoals kunstmatige voeding, ondervoeding, verminderde lever- en/of nierfunctie, trombocytopenie of aandoeningen die bloedingen veroorzaken of verergeren zoals hemofilie, maag- of duodenumulcera). Anale of genitale jeuk.

Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb

  • Bij kinderen worden veel geneesmiddelen off-label gebruikt. Alle ervaringen zijn belangrijk om te melden om zo meer kennis te verzamelen en te delen
  • Ook wanneer u niet zeker weet of de bijwerking echt door het geneesmiddel komt
Meld hier

Contra-indicatie algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

  • Overgevoeligheid voor cefalosporinen;
  • Eerdere ernstige overgevoeligheidsreactie op penicillinen of elk ander type β-lactamantibioticum;

Waarschuwingen en voorzorgen bij kinderen

Cefalosporinen kunnen in het algemeen worden gegeven aan patiënten, die overgevoelig zijn voor penicillinen, hoewel kruisreacties zijn gemeld. Speciale zorg is geïndiceerd bij patiënten, die eerder een anafylactische reactie hadden door penicillinen. Pseudomembraneuze colitis kan optreden tijdens het gebruik van antibiotica. Indien zich pseudomembraneuze colitis ontwikkelt, dient de cefazoline behandeling gestaakt te worden en een geschikte therapie te worden gestart. Bij langdurig gebruik is controle van bloedbeeld, lever- en nierfunctie gewenst.

Gebruik bij kinderen < 1 jaar: voor de i.m.–injectie: cefazoline niet oplossen in lidocaïne-oplossing.

Waarschuwingen en voorzorgen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Kruisresistentie en kruisovergevoeligheid tussen cefalosporinen onderling en tussen cefalosporinen en penicillinen komt voor.

Controle van de nierfunctie is gewenst, vooral bij ernstig ziekte patiënten bij toepassing van maximale doses en bij patiënten met gebruik van andere nefrotoxische geneesmiddelen (zie rubriek Interacties), in verband met mogelijke nefrotoxiciteit (afname nierfunctie, tubulusnecrose, interstitiële nefritis). Bij een verminderde nierfunctie kunnen hogere en langer aanhoudende antibioticumconcentraties voorkomen, daarom de dagdosering en/of het toedieningsinterval aanpassen; zie rubriek Dosering.

Risicofactoren voor het optreden van bloedstollingsstoornissen zijn vitamine K-deficiëntie, verminderde lever– en nierfunctie, trombocytopenie, hemofilie, maag–darmulcus, en parenterale voeding (TPV). Bij aanwezigheid van deze risicofactoren: controleer de protrombinetijd (of INR) en geef eventueel vitamine K–suppletie (10 mg/week).

Langdurig gebruik van cefalosporinen kan leiden tot overgroei van niet-gevoelige micro-organismen. Als een superinfectie optreedt tijdens de behandeling, passende maatregelen nemen. Diarree door Clostridioides difficile (CDAD) is gemeld, in ernst variërend van beperkte diarree tot fatale colitis. CDAD kan tot 2 maanden na toediening van antibiotica optreden; houd hier rekening mee bij alle patiënten met diarree na antibioticumgebruik. Bij vermoeden of bevestiging van CDAD moet het huidige antibioticumgebruik dat niet gericht is tegen C. difficile mogelijk worden gestaakt.

Intrathecale toediening wordt afgeraden omdat hierbij ernstige intoxicatie van het centrale zenuwstelsel is gemeld, bv. convulsies.

Door gebruik van cefalosporinen kan de Coombs-test fout-positief worden, evenals glucosebepalingen in de urine met koperbevattende reagentia (Benedict-suikerreactie of Fehling-reagens e.d.).

 

Interacties Bron: KNMP/Informatorium Medicamentorum

Relevant:
Het risico op een bloeding is verhoogd bij combinatie met rifampicine, beide middelen kunnen leiden tot vitamine K deficiëntie.

Cefalosporines algemeen:

Relevant:
Het effect van VKA's kan worden versterkt, waarschijnlijk door een verhoogde afbraak van stollingsfactoren gedurende de koortsperiode. Het zogenaamde ´hypoprotrombinemische´ cefamandol remt waarschijnlijk de productie van vitamine K-afhankelijke stollingsfactoren.

Geen interactie:
In de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met orale anticonceptiva, tetracyclines of met TNF-α-antagonisten.

Niet beoordeeld:
Het risico op nefrotoxische verschijnselen wordt verhoogd door combinatie met andere potentieel nefrotoxische middelen, zoals aminoglycosiden, polymyxines en furosemide.

Combinatie met probenecide kan leiden tot een verhoogde plasmaconcentratie van de cefalosporines die in voldoende mate renaal via tubulaire secretie worden geëlimineerd (cefaclor, cefalexine, cefazoline, cefamandol, ceftibuten, cefuroxim, cefotaxim). De interactie met probenecide berust op remming van de tubulaire secretie van het antibioticum.

De werking kan worden geantagoneerd door chlooramfenicol en macroliden.

 

OVERIGE BETALACTAM-ANTIBIOTICA

Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.

CEFALOSPORINES VAN DE EERSTE GENERATIE

Cefalexine

Keforal
J01DB01
CEFALOSPORINES VAN DE TWEEDE GENERATIE

Cefaclor

Ceclor
J01DC04
J01DC02
CEFALOSPORINES VAN DE DERDE GENERATIE
J01DD01
J01DD02
J01DD52

Ceftibuten

Cedax
J01DD14

Ceftriaxon

Rocephin
J01DD04
CEFALOSPORINES VAN DE VIERDE GENERATIE
J01DE01
MONOBACTAM-ANTIBIOTICA

Aztreonam

Cayston
J01DF01
CARBAPENEM-ANTIBIOTICA

Ertapenem

Invanze
J01DH03
J01DH51

Meropenem

Meronem
J01DH02
OVERIGE CEFALOSPORINES EN PENEMS

Ceftaroline

Zinforo
J01DI02

Referenties

  1. Hartwig NC, et al, Vademecum pediatrische antimicrobiële therapie, 2005
  2. Deguchi Y, et al, Interindividual changes in volume of distribution of cefazolin in newborn infants and its prediction based on physiological pharmacokinetic concepts, J Pharm Sci, 1988, 77, 674-8
  3. Haessler D, et al, Antibiotic prophylaxis with cefazolin and gentamicin in cardiac surgery for children less than ten kilograms, J Cardiothorac Vasc Anesth, 2003, 17, 221-5
  4. Maher KO, et al, A retrospective review of three antibiotic prophylaxis regimens for pediatric cardiac surgical patients, Ann Thorac Surg, 2002, 74, 1195-200
  5. Nahata MC, et al, Pharmacokinetics and tissue concentrations of cefazolin in pediatric patients undergoing gastrointestinal surgery, Eur J Drug Metab Pharmacokinet., 1991, 16, 49-52
  6. Eurocept BV, SPC Kefzol (RVG 06836) 29-04-13, www.cbg-meb.nl
  7. Bratzler DW et al. , Clinical practice guidelines for antimicrobial prophylaxis in surgery. , Surg Infect (Larchmt). , 2013 , Feb;14(1), 73-156
  8. Lorrot M et al. , Antibiotic therapy of bone and joint infections in children: proposals of the French Pediatric Infectious Disease Group. , Arch Pediatr. , 2017, 24(12S):S36-S41, DOI: 10.1016/S0929-693X(17)30517-1
  9. DeRonde KJ et al. , Management of Pediatric Acute Hematogenous Osteomyelitis, Part I: Antimicrobial Stewardship Approach and Review of Therapies for Methicillin-Susceptible Staphylococcus aureus, Streptococcus pyogenes, and Kingella kingae, Pharmacotherapy, 2018, 38(9):947-966, doi:10.1002/phar.2160
  10. Woods CR, Bradley JS, Chatterjee A, et al. , Clinical Practice Guideline by the Pediatric Infectious Diseases Society and the Infectious Diseases Society of America: 2021 Guideline on Diagnosis and Management of Acute Hematogenous Osteomyelitis in Pediatrics. , J Pediatric Infect Dis Soc., 2021, 10(8):801-844., DOI: 10.1093/jpids/piab027
  11. Pio, L., et al., Antibiotic prophylaxis in children undergoing abdominal surgery for neoplastic diseases., Infez Med, 2018, 26 (2), 122-125
  12. Salvador E, et al. , Population pharmacokinetics of cefazolin in critically ill children infected with methicillin-sensitive Staphylococcus aureus. , Clin Microbiol Infect., 2021, Mar;27(3), 413-419
  13. ZorgInstituut Nederland, Farmacotherapeutisch Kompas (Eigenschappen, Contra-Indicaties, Bijwerkingen, Waarschuwingen en Voorzorgen), Geraadpleegd 30-8-2025
  14. Informatorium Medicamentorum, Interacties, Geraadpleegd 30-8-2025

Wijzigingen

  • 10 februari 2025 12:05: Doseeraanpassing bij verminderde nierfunctie gewijzigd obv Duitse SmPC
  • 24 oktober 2024 09:41: Optie voor hogere dosering toegevoegd obv studies van Woods, Peltola, DeRonde
  • 03 september 2020 12:06: Het doseeradvies voor premature neonaten met een postnatale leeftijd van 1 week-4 weken is gewijzigd op basis van de studie van de Cock
  • 31 oktober 2017 10:56: De dosering voor peri-operatieve profylaxe voor kinderen > 1 maand in aangepast op basis van de studie van Bratzler.
  • 21 december 2015 16:18: Doorgeleverde bereiding toegevoegd
  • 04 februari 2015 16:41: De literatuur over de toepassing van cefazoline bij kinderen is opnieuw beoordeeld. Dit heeft niet geleid tot een aanpassing van de doseeradviezen.

Therapeutic Drug Monitoring


Overdosering