Clobetasolpropionaat is een zeer sterk werkend corticosteroïd; klasse 4. Dermatocorticosteroïden hebben een anti-inflammatoire, antiproliferatieve en vasoconstrictieve werking. Ze onderdrukken de ontstekingsreactie en de symptomen van verschillende – vaak met jeuk gepaard gaande – huidaandoeningen. Verder remmen ze de celdelingen van de epidermis en de aanmaak van bindweefselcomponenten. Het effect kan door het aanbrengen onder een afsluitend (occlusief) verband worden versterkt als gevolg van een verhoogde penetratie (met ca. factor 10) van het stratum corneum.
De crème is te gebruiken voor nattende, de zalf voor droge, verdikte of schilferige huidaandoeningen. De lotion, shampoo en het schuim zijn bestemd voor toepassing op de behaarde hoofdhuid.
Geen informatie
Phimosis: Off-label
Dermatosen: ≥1 jaar: On-label
Creme, zalf, lotion 0,5 mg/g (0,05%)
Phimosis |
---|
|
Steroidgevoelige dermatosen |
---|
|
Er zijn geen gegevens bekend over doseeraanpassing bij nierfunctiestoornissen.
Bij kinderen kan de afscheiding van groeihormoon worden onderdrukt. Bij de toepassing van clobetasol bij phimosis werden geen systemische of lokale bijwerkingen gemeld.
Lokaal
Vaak (1-10%): brandend gevoel (schuim, shampoo), acne en folliculitis (shampoo).
Soms (0,1-1%): urticaria, huidatrofie, striae, teleangiëctasieën. Daarnaast bij de shampoo (in de meeste gevallen mild tot matig): prikkende, geïrriteerde en brandende ogen. Huidklachten zoals jeuk, irritatie, pijn, droge en strak aanvoelende huid. Acne, huidoedeem, toename van psoriasis, alopecia. Contacteczeem, erytheem en uitslag.
Zeer zelden (< 0,01%): andere huidklachten (roodheid, gevoelige en trekkende huid), paresthesie, dermatitis, contacteczeem, verergerde psoriasis, oppervlakkige bloedvatdilatatie.
Verder zijn gemeld: overgevoeligheid (huiduitslag), huidklachten (irritatie, pijn, jeuk, droogheid, branderigheid), verouderde huid, rosacea, acne, milia, purpura, periorale dermatitis, psoriasis pustulosa, depigmentatie, vertraagde wondgenezing, hypertrichosis, alopecia, trichorrhexis. Reboundverschijnselen:roodheid van de huid die zich kan uitbreiden tot gebieden buiten het oorspronkelijk aangedane huidgedeelte, branderig of prikkend gevoel, jeuk, afschilferen van de huid, etterende pustels; zie ook de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Systemisch
Soms (0,1-1%) bij gebruik van de shampoo: bijniersuppressie, syndroom van Cushing. Hoofdpijn. Glaucoom. Overgevoeligheid.
Gemeld zijn: groeihormoondeficiëntie en vertraagde gewichtstoename bij kinderen, hypercortisolisme, bijnierschorsinsufficiëntie, hypertensie, opportunistische infecties, osteoporose, hyperglykemie, Cushing-achtige verschijnselen (zoals vollemaansgezicht, centrale obesitas), wazig zien, glaucoom, cataract. Hematurie, proteïnurie, toegenomen MCV.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Wees voorzichtig bij het gebruik bij kinderen (relatief groot huidoppervlak en dunne huid), vanwege de toegenomen kans op systemische bijwerkingen. Langdurig gebruik van met name (zeer) sterk werkende dermatocorticosteroïden bij kinderen kan sneller leiden tot bijnierschorssuppressie en ook tot groeihormoonsuppressie; bij langdurig gebruik wordt aanbevolen regelmatig lengte en gewicht te controleren en de plasmacortisolspiegel te bepalen. De veiligheid en werkzaamheid zijn niet vastgesteld bij kinderen < 12 jaar (schuim) en < 18 jaar (shampoo); gebruik bij hen wordt daarom ontraden. De crème, zalf en lotion zijn gecontra-indiceerd bij kinderen < 1 jaar en het schuim bij kinderen < 2 jaar.
Toediening: Wees zeer voorzichtig indien toepassing op de (gevoelige) huid van het gezicht strikt noodzakelijk is en beperk het gebruik tot enkele dagen. Niet toepassen op de oogleden vanwege risico van contaminatie van de conjunctiva met kans op het ontstaan van glaucoom of cataract. Vermijd contact met de ogen en was de handen na gebruik. Indien de shampoo, schuim of lotion in het oog komt, direct spoelen met een ruime hoeveelheid water. Wees verder voorzichtig bij het gebruik onder occlusie (niet gebruiken onder luiers) en gebruik op grote en beschadigde huidoppervlakken. Intensief en langdurig lokaal gebruik kan leiden tot atrofische veranderingen van de huid en systemische bijwerkingen. Gebruik onder occlusie dient van korte duur te zijn en beperkt tot een klein gedeelte van de huid. Het schuim niet onder occlusie gebruiken zonder toezicht van een arts.
Overgevoeligheidsreacties kunnen lijken op symptomen waarvoor behandeld wordt. Bij contactallergie wordt zelden een ernstige reactie gezien, omdat het corticosteroïd de reactie gelijktijdig onderdrukt; wees bedacht op een contactallergie/overgevoeligheidsreactie indien de huidaandoening niet (meer) reageert op een op zich juiste behandeling. De behandeling staken als ernstige irritatie of overgevoeligheid optreedt.
Om reboundeffecten te voorkomen, langdurige lokale behandeling met dermatocorticosteroïden geleidelijk afbouwen. Houd rekening met reboundverschijnselen indien de aandoening zich binnen enkele dagen tot weken na een succesvolle behandeling opnieuw voordoet. Reboundverschijnselen kenmerken zich door intens rood eczeem en een prikkend en branderig gevoel; zie ook de rubriek Bijwerkingen. Deze klachten kunnen ook uitbreiden naar huidgedeelten waar eerder geen klachten waren. Wees bij vermoeden van reboundeffecten voorzichtig met herhaling van de behandeling en overweeg andere behandelmogelijkheden.
Huidinfecties: Het (onjuist) gebruik van corticosteroïden kan bacteriële-, parasitaire-, virus- en schimmelinfecties maskeren. Als laesies secundair geïnfecteerd raken, moeten deze adequaat behandeld worden; bij verergering van de infectie de behandeling met corticosteroïden staken.
De behandeling van psoriasis met dermatocorticosteroïden zorgvuldig controleren vanwege kans op recidieven (tolerantie), het ontstaan van gegeneraliseerde pustuleuze psoriasis en de ontwikkeling van lokale en/of systemische toxiciteit (a.g.v. verminderde huidbarrière).
Bijnieronderdrukking: Wees bedacht op systemische bijwerkingen en (reversibele) onderdrukking van de hypothalamus-hypofyse-bijnierschors-as, mogelijk gepaard gaande met bijnierschorsinsufficiëntie na het (abrupt) staken van langdurige behandeling van grote oppervlakken met vooral (zeer) sterk werkende dermatocorticosteroïden. Vermijd langdurige behandeling met (zeer) sterk werkzame dermatocorticosteroïden en staak deze geleidelijk, of stap over op een minder sterk werkend corticosteroïd.
Gevallen van osteonecrose, ernstige infecties (waaronder necrotiserende fasciitis) en systemische immunosuppressie (soms leidend tot omkeerbare Kaposi-sarcoomlaesies) zijn gemeld tijdens langdurig gebruik van clobetasolpropionaat bij hogere doses dan wordt aanbevolen. In sommige gevallen gebruikten patiënten gelijktijdig andere sterkwerkende orale corticosteroïden/dermatocorticosteroïden of immunosuppressiva (bv. methotrexaat, mycofenolaatmofetil). Overweeg overstappen op een minder sterk werkend corticosteroïd indien behandeling met clobetasolpropionaat langer dan vier weken noodzakelijk is.
Overweeg bij verandering in het gezichtsvermogen na langdurige behandeling van grote oppervlakken met (met name sterk werkende) dermatocorticosteroïden door te verwijzen naar een oogarts ter beoordeling van mogelijke oorzaken waaronder cataract, glaucoom of zeldzame ziekten zoals centrale sereuze chorioretinopathie (CSCR), die zijn gemeld na gebruik van systemische en lokale corticosteroïden.
Na cutane toediening zouden interacties kunnen optreden indien absorptie optreedt, maar tot op heden zijn er geen aanwijzingen voor klinisch relevante interacties.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
ZWAK WERKZAME CORTICOSTEROIDEN (GROEP I) | ||
---|---|---|
D07AA02 |
MATIG STERK WERKZAME CORTICOSTEROIDEN (GROEP II) | ||
---|---|---|
Emovate
|
D07AB01 | |
D07AB02 | ||
D07AB09 |
STERK WERKZAME CORTICOSTEROIDEN (GROEP III) | ||
---|---|---|
Betnelan
|
D07AC01 | |
Topicorte
|
D07AC03 | |
Cutivate, Cortifil
|
D07AC17 | |
Elocon
|
D07AC13 |