Lidocaine

Stofnaam
Lidocaine
Merknaam
Xylocaine
ATC code
N01BB02
Doseringen
Nierfunctiestoornissen

Produkten, hulpstoffen, toediening en tekorten
Bijwerkingen
Contraindicaties
Waarschuwingen en voorzorgen

Interacties

Voor ouders op Apotheek.nl
Eigenschappen (PD/PK)

Registratiestatus
Middelen uit dezelfde ATC groep
Referenties
Versiebeheer

Eigenschappen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Lokaal anestheticum van het amidetype. Tevens klasse Ib anti-arrhythmicum. Lidocaïne vermindert de prikkelbaarheid van het ventrikel en verlengt de refractaire periode. In therapeutische doses vermindert de contractiliteit van de hartspier niet en treedt geen bloeddrukverlaging op.

 

Farmacokinetiek bij kinderen

Neonaten: T1/2: 1,5-2 uur, metabolieten 2 uur (MEGX) resp 10 uur (GX)

Label dosisadvies Kinderformularium

Anesthesie (infiltratie, geleidings): On-label
Aritmieen: Off-label
Neonatale convulsies: Off-label
 

Toon SmPC tekst Toon SmPC tekst

SmPC tekst

Injectievloeistof:
kinderen max 5 mg/kg. Bij toevoeging adrenaline max 7 mg/kg
2% Viskeus drank: 3-12 jr: max 4 mg/kg
Spray 100 mg/ml: Kinderen ≥ 2 jaar: Larynx/trachea: max 3 mg/kg; neus/mond/orofarynx: max 4-5 mg/kg. Voor neonaten en baby’s jonger dan 2 jaar worden minder geconcentreerde lidocaïne-oplossingen aanbevolen.



 

Beschikbare toedieningsvormen/sterktes

Conc. voor infusieopl. (hydrochloride als 1-water) 100 mg/ml; 10 mg/ml; 20 mg/ml
Xylocaine-adrenaline (combinatiepreparaat): Per ml inj.vlst.:
Lidocaïnehydrochloride (als 1-water) 10 mg, Epinefrine (als waterstoftartraat) 5 microg,
Lidocaïnehydrochloride (als 1-water) 20 mg Epinefrine (als waterstoftartraat) 5 microg
Spray 100 mg/ml
Zalf 50 mg/g
Gel (hydrochloride-1-water) 20 mg/g
Gel, oraal (hydrochloride-1-water) 20 mg/ml

Overige info toediening/beschikbaarheid

Informatie over geneesmiddeltekorten

Doseringen

Ga snel naar:

Aritmieën
  • Intraveneus
    • 1 maand tot 18 jaar
      [2]
      • Startdosering: 1 mg/kg/dosis in 2-3 minuten. Max: 3 mg/kg/dag. cumluatieve doses. Zonodig startdosis herhalen na 5 –10 minuten (maximaal 2 keer)..
      • Onderhoudsdosering: 0,5 - 1,5 mg/kg/uur, continu infuus.
      • Bij IV infusie langer dan 24 uur kan eliminatie snelheid afnemen. Verlaging van infusiesnelheid kan dan nodig zijn.

        Behandeling door of na overleg met een kinderarts-specialist (kindercardioloog) die ervaring heeft met gebruik van lidocaine voor deze indicatie.

        Er zijn geen studies betreffende de effectiviteit en veiligheid van lidocaïne bij kinderen met aritmieën gepubliceerd.

Lokale verdoving
  • Perineuraal
    • 1 maand tot 18 jaar
        • Lidocaine 0,25%-2% : max 3-5 mg/kg/keer (volwassenen max 300 mg/keer). Effect na 5 minuten, werkingsduur ongeveer 2 uur. Bevat fenol, cave intraveneuze toediening

        • Lidocaine 0,25%-2% + adrenaline 1:100.000: max 5 mg/kg/keer.(Volwassenen max 500 mg/keer) Combinatie met adrenaline gecontaindiceerd bij anatomische eindarterieen. Bevat fenol, cave intraveneuze toediening.

        • Lidocaine 0,25%-2% + adrenaline 1:200.000: max 3 (KNO gebied)- 5 mg/kg/keer (Volwassenen max 500 mg/keer) Combinatie met adrenaline gecontaindiceerd bij anatomische eindarterieen. Bevat fenol, cave intraveneuze toediening. Zonder conserveermiddel.

        • Xylocaine 2% + adrenaline 1:80.000: max 3 mg/kg/dosis. Bevat geen conserveermiddel. Bevat 12,5 microg. adrenaline per ml: max 10 microg. adrenaline/kg/ingreep.

         

        Toepassing bij plastische chirurgie en tandheelkunde en oorheelkunde. Cave hoge dosis adrenaline. Bijwerkingen: ritmestoornissen met name in combinatie met halothaan-anesthesie. Contra-indicaties: hypertensie, cardiovasculair aandoeningen.

  • Cutaan
    • 1 maand tot 18 jaar
      • Xylocaine 10% spray: aanbrengen op de huid; max. 3-5 mg/kg lich.gewich. Voorkom contact met ogen
        Xylocaine 5% zalf: aanbrengen op de huid. Voorkom contact met ogen

  • Mucosaal
    • 1 maand tot 18 jaar
        • Lidocaine hydrochloride 4 % spray: bij nasoendoscopie, laryngoscopie en bronchoscopie: Max 3 mg/kg/dosis. Alleen voor gebruik KNO voor verdoving van de neus, trachea en van de stembanden.
        • Xylocaine 10% spray: 3-5 mg/kg lich.gewicht, aanbrengen op de slijmvliezen. Voorkom contact met ogen
        • Lidocaine oromucosaal:
          Gel 2%, Xylocaine 2% viskeus: op slijmvliezen, max 3-5 mg/kg/dosis, max 4 dd. (Volwassenen 3 maal daags 10-15 ml). Bij kinderen jonger dan 3 jaar en andere kinderen die het residu moeilijk kunnen uitspuwen, is het aangewezen om de viskeuze gel met een watje plaatselijk aan te brengen. Oudere kinderen kunnen, zo nodig, de gel doorslikken.
Neonatale epileptische aanvallen: Neonaten ZONDER hypothermie
  • Intraveneus
    • Prematuren Zwangerschapsduur < 36 weken en 0,8 tot 1,5 kg
      [4]
      • Startdosering: 2 mg/kg in 10 min
        Onderhoudsdosering: 5 mg/kg/uur gedurende 4 uur, dan als volgt afbouwen:
        2,5 mg/kg/uur gedurende 6 uur
        1,25 mg/kg/uur gedurende 12 uur, waarna stop

      • Toedienen onder ECG controle ivm mogelijk optreden van ritmestoornissen

    • Prematuren Zwangerschapsduur < 36 weken en 1,5 tot 2,5 kg
      • Startdosering: 2 mg/kg in 10 min
        Onderhoudsdosering: 6 mg/kg/uur gedurende 4 uur. dan als volgt afbouwen:
        3 mg/kg/uur gedurende 6 uur
        1,5 mg/kg/uur gedurende 12 uur, waarna stop

      • Toedienen onder ECG controle ivm mogelijk optreden van ritmestoornissen

    • Neonaten Zwangerschapsduur ≥ 36 weken en ≥ 2,5 kg
      [4]
      • Startdosering: 2 mg/kg in 10 min
        Onderhoudsdosering: 6 mg/kg/uur gedurende 6 uur, dan als volgt afbouwen:
        4 mg/kg/uur gedurende 12 uur
        2 mg/kg/uur gedurende 12 uur, waarna stop

      • Toedienen onder ECG controle ivm mogelijk optreden van ritmestoornissen

Neonatale epileptische aanvallen: Neonaten MET hypothermie
  • Intraveneus
    • Neonaten Zwangerschapsduur ≥ 36 weken en ≥ 2,5 kg
      [4]
      • Startdosering: 2 mg/kg in 10 min
        Onderhoudsdosering: 4 mg/kg/uur gedurende 6 uur, dan als volgt afbouwen:
        2 mg/kg/uur gedurende 12 uur, waarna stop.

      • Toedienen onder ECG controle ivm mogelijk optreden van ritmestoornissen

         

Pijn bij doorkomen van tanden
  • Oromucosaal
    • Oplossing voor dentaal gebruik
      • 1 maand tot 18 jaar
        [6]
        • 0,38% oplossing: 2 - 3 druppel(s)/dosis, zo nodig max 4 dd.  Met behulp van een wat-tip aanbrengen op de pijnlijke plaatsen.
        • Advies inname/toediening:

          Niet eten of drinken binnen 45 minuten na aanbrengen.

Nierfunctiestoornissen bij kinderen > 3 maanden

GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.

GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.

Bijwerkingen bij kinderen

Sufheid, paresthesie, duizeligheid, slaperigheid. Ten gevolge van overdosering: duizeligheid, sufheid, agitatie, wazig zien, koud zweet, spraakstoornissen, tremoren, convulsies, ademdepressie, anorexie, gehoor- en slikstoornissen, hypotensie, ritmestoornissen (AV blok), cardiovasculaire collaps, epileptogeen bij spiegels vanaf 7 mcmol/ml.

Bijwerkingen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Als lokaal anestheticum: Vaak (1-10%): paresthesieën, duizeligheid, bradycardie, hypotensie, hypertensie, misselijkheid, braken. Soms (0,1-1%): symptomen van toxiciteit op het centrale zenuwstelsel als spraakstoornissen, gevoelloosheid van de tong, licht gevoel in het hoofd, tinnitus, wazig zien en tremoren, gevolgd door sufheid, convulsies, bewusteloosheid en eventueel ademhalingsstilstand. Zelden (0,01-0,1%): allergische reacties, anafylactische shock, neuropathie, perifere zenuwbeschadiging, arachnoïditis, dubbelzien, hartstilstand, hartritmestoornissen, ademhalingsdepressie. Ernstige bijwerkingen komen voor als gevolg van overdosering, te snelle resorptie en per abuis gegeven intravasculaire injectie.

Als anti-aritmicum zijn verder ook gemeld: overgevoeligheidsreacties komen zelden voor. Uitlokking van een aanval van porfyrie, zenuwachtigheid, euforie, psychose, slikstoornissen. Depressie van het myocard, AV-blok.

Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb

  • Bij kinderen worden veel geneesmiddelen off-label gebruikt. Alle ervaringen zijn belangrijk om te melden om zo meer kennis te verzamelen en te delen
  • Ook wanneer u niet zeker weet of de bijwerking echt door het geneesmiddel komt
Meld hier

Contraindicaties bij kinderen

Bij toepassing neonatale epileptische aanvallen: hypo-en hyperkaliemie, (verdenking) cardiomyopathie (bijv bij diabetische moeder), congenitale hartafwijking.

Contra-indicatie algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Overgevoeligheid voor lokaal anesthetica van het amide-type of voor het betreffende conserveermiddel. Tweede- en derdegraads AV-blok (eerstegraads is een relatieve contra-indicatie). Andere geleidingsstoornissen. Niet-cardiale shock. Ernstig hartfalen.

Waarschuwingen en voorzorgen bij kinderen

Als anti-aritmicum: Een bestaande hypokaliëmie voorafgaand aan de behandeling corrigeren. Met name bij aanhoudende ventriculaire tachycardie of ventrikelfibrilleren, na een recent hartinfarct, bij lever- of nierfunctiestoornis, structureel hartlijden en/of een slechte linkerkamerfunctie kan verergering van de aritmie optreden. Voorzichtigheid is verder geboden bij ouderen, slechte algehele conditie, sinusknoopdisfunctie, AV-geleidingsstoornissen, convulsies, ernstige ademhalingsdepressie, bradycardie, hartfalen en hypotensie. Bij verdenking van maligne hyperthermie geen lokaal anaesthetica van het amidetype gebruiken. Men dient rekening te houden met kruisovergevoeligheid met andere lokaal anaesthetica van het amidetype. Allergische reacties (astmatische aanvallen, bronchospasmen, anafylactische shock) als gevolg van de i.v. toedieningen van sulfiet kunnen voorkomen. Vooral astmapatiënten vormen een risicogroep. Beademingsapparatuur moet aanwezig zijn. Teneinde bijwerkingen te voorkomen, worden de volgende voorzorgsmaatregelen aanbevolen: 1. Gebruik zoveel mogelijk de minimaal effectieve dosis en overschrijd de maximale dosis niet. 2. Dien de injectie langzaam toe en aspireer infiltratie- of geleidingsanesthesie enkele malen ter voorkoming van een intravasculaire injectie.

Orale gel:
Bij gebruik in de mond-, keelholte kunnen slikproblemen (risico op aspiratie) optreden. Bij kinderen jonger dan 3 jaar en andere kinderen die het residu moeilijk kunnen uitspuwen, is het aangewezen om Xylocaine 2% Viskeus met een watje plaatselijk aan te brengen.

Bij neonatale epileptische aanvallen: Uitsluitend op de NICU toepassen onder zorgvuldige ECG bewaking. Bij veranderingen van ECG complexen en/of hartritme onmiddellijk lidocaine staken. Alleen lage concentraties (< 20 mg/ml) gebruiken. Altijd afbouwen volgens schema.
Effect vaak niet direct zichtbaar op aanvallen, maar effect op EEG te zien < 6 uur na start behandeling.

Waarschuwingen en voorzorgen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Een bestaande hypokaliëmie voorafgaand aan de behandeling corrigeren. Met name bij aanhoudende ventriculaire tachycardie of ventrikelfibrilleren, na een recent hartinfarct, bij lever- of nierfunctiestoornis, structureel hartlijden en/of een slechte linkerkamerfunctie kan verergering van de aritmie optreden. Voorzichtigheid is verder geboden bij ouderen, slechte algehele conditie, sinusknoopdisfunctie, AV-geleidingsstoornissen, convulsies, ernstige ademhalingsdepressie, bradycardie, hartfalen. Bij verdenking van maligne hyperthermie geen lokaal anesthetica van het amidetype gebruiken. Men dient rekening te houden met kruisovergevoeligheid met andere lokaal anesthetica van het amidetype. Allergische reacties (astmatische aanvallen, bronchospasmen, anafylactische shock) als gevolg van de i.v. toedieningen van sulfiet kunnen voorkomen. Vooral astmapatiënten vormen een risicogroep. Beademingsapparatuur moet aanwezig zijn. De volgende voorzorgsmaatregelen zijn aan te bevelen om bijwerkingen te voorkomen: 1. Gebruik zoveel mogelijk de minimaal effectieve dosis en overschrijd de maximale dosis niet. 2. Dien de injectie langzaam toe en aspireer infiltratie- of geleidingsanesthesie enkele malen om een intravasculaire injectie te voorkomen.

Interacties Bron: KNMP/Informatorium Medicamentorum

Relevant:

Afname lidocaïne: de plasmaconcentratie kan dalen door efavirenz, etravirine en nevirapine.

Toename lidocaïne: cobicistat en HIV-proteaseremmers kunnen het metabolisme remmen.

Niet beoordeeld: gelijktijdige toediening van een β-blokker of cimetidine met intraveneuze infusie van lidocaïne kan de eliminatie van lidocaïne vertragen.

Fenytoïne kan de plasmaconcentratie van lidocaïne verlagen, maar heeft een additief effect op de cardiodepressieve werking van lidocaïne.

Middelen die hypokaliëmie kunnen veroorzaken, kunnen het effect op het myocard versterken.

Middelen met een anticholinerge werking kunnen het effect op de AV-geleiding versterken.

Lidocaïne kan het effect van opioïden en niet-depolariserende spierrelaxantia versterken.



Interacties Lokale anaesthetica algemeen:

Niet beoordeeld: lokale anesthetica van het ester-type zijn derivaten van 4-aminobenzoëzuur en zouden de werking van sulfonamiden kunnen antagoneren.

Combinatie met een vasoconstrictor

Inhalatie-anesthetica kunnen het hart sensibiliseren voor catecholamines, waardoor hartritmestoornissen kunnen optreden.
Bij gebruik van een niet-selectieve β-blokker kan ernstige hypertensie en bradycardie optreden.
Bij gebruik van methylergometrine, ergotamine of van andere vasoconstrictiva kunnen aanhoudende hypertensie of cerebrovasculaire accidenten ontstaan.
Het bloeddrukverhogende effect van adrenaline kan door tricyclische antidepressiva worden versterkt.
Fenothiazines kunnen het bloeddrukverhogende effect van adrenaline verminderen of omkeren.

ANAESTHETICA, LOKALE

Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.

AMIDEN

Bupivacaine

Marcaine 0,25 %, 0,5%, Exparel, Bucain
N01BB01
N01BB10

Lidocaine+chloorhexidine

Instillagel, Cathejell
N01BB52
N01BB20
N01BB03

Prilocaine

Citanest
N01BB04

Ropivacaine

Naropin
N01BB09
ESTERS VAN BENZOEZUUR
N01BC01

Referenties

  1. Diverse fabrikanten, SPC lidocaine RVG 07828/07829 (injectievloeistof), www.cbg-meb.nl
  2. Rademaker C.M.A. et al, Geneesmiddelen-Formularium voor Kinderen, 2007
  3. Informatorium Medicamentorum, (Interacties), Geraadpleegd 08 okt 2015
  4. Smit LS et al, Richtlijnen voor behandeling van neonatale epileptische aanvallen, Nederlands Vlaamse Werkgroep Neonatale Neurologie van de sectie Neonatologie van de NVK en van de Nederlandse Vereniging voor Kinderneurologie, Nieuwe aangepaste versie juni 2012
  5. ZorgInstituut Nederland, Farmacotherapeutisch Kompas (Eigenschappen, Contra-Indicaties, Bijwerkingen, Waarschuwingen en Voorzorgen), Geraadpleegd 30 okt 2014
  6. Vemedia BV, SmPC Dentinox (RVG 03717) 27-01-2011, www.cbg-meb.nl

Wijzigingen

  • 14 februari 2023 10:55: Plaatsbepaling bij neonatale epileptische aanvallen verwijderd ('Bij persisterende aanvallen: geef levetiracetam)
  • 12 februari 2015 10:22: De indicatie "pijn bij het doorkomen van tanden" is toegevoegd. Bron: SmPC

Therapeutic Drug Monitoring


Overdosering