Pijnbestrijding, intrathecaal: off-label
Pijnbestrijding epiduraal:
< 1 jaar: off-label
> 1 jaar: On-label, doseringen > 2 mg/kg Off-label
Inj.vlst. (hydrochloride als 1-water) 2.5 mg/ml; 5 mg/ml, 7.5 mg/ml
Lokaal anestheticum van het amidetype. De oplossingen geven in oplopende sterkte een diepere motorische blokkade. Werking: binnen 15–30 min. Werkingsduur: afhankelijk van type van blokkade en de dosering 1–12 uur, in combinatie met adrenaline (epinefrine) verlengd bij infiltratie en perifere zenuwblokkade (effect minder uitgesproken bij epidurale blokkade).
Geen informatie
Indicatie: Spinale anesthesie |
---|
|
Indicatie: Lokale verdoving |
---|
|
Er zijn geen gegevens bekend over doseeraanpassing bij nierfunctiestoornissen.
AMIDEN | ||
---|---|---|
Chirocaine
|
N01BB10 | |
Xylocaine
|
N01BB02 | |
Instillagel, Cathejell
|
N01BB52 | |
Emla
|
N01BB20 | |
Rapydan
|
N01BB20 | |
N01BB03 | ||
Citanest
|
N01BB04 | |
Naropin
|
N01BB09 |
ESTERS VAN BENZOEZUUR | ||
---|---|---|
N01BC01 |
Bupivacaine in combinatie met adrenaline: duizeligheid, gestoorde spraak, cardio-respiratoire depressie, insulten.
Zeer vaak (> 10%): hypotensie, misselijkheid. Vaak (1-10%): paresthesieën, duizeligheid, bradycardie, hypertensie, braken, urineretentie. Soms (0,1-1%): tekenen en symptomen van toxiciteit van het CZS (convulsies, paresthesie rond de mond, verdoofd gevoel van de tong, hyperacusis, visusstoornissen, bewustzijnsverlies, tremor, licht gevoel in het hoofd, tinnitus, dysartrie). Zelden: allergische reacties, anafylactische reactie/shock, neuropathie, zenuwbeschadiging, arachnoïditis, pareses en paraplegie, diplopie, cardiac arrest, hartaritmieën, ademhalingsdepressie. Verder is gemeld: epiduraal abces; chondrolyse na continue, intra-articulaire infusie met name in het schoudergewricht. Sulfiet kan, vooral bij astma, leiden tot overgevoeligheidsreacties zoals nausea, diarree, hijgende ademhaling, acute astma-aanvallen, bewustzijnsstoornissen of shock. Bijwerkingen op lokale anesthetica van het amidetype zijn zeldzaam, maar kunnen voorkomen als gevolg van overdosering of onbedoelde intravasculaire injectie en kunnen ernstig zijn. Gevoeligheid voor meerdere geneesmiddelen van het amidetype is gemeld binnen deze groep lokale anesthetica.
Specifiek na spinale toediening ook: Vaak: postspinale hoofdpijn, incontinentie; verder: meningitis, onbedoelde totale spinale blokkade, verlies van sfinctercontrole, aanhoudende anesthesie.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Niet toepassen bij i.v. regionale anesthesie in verband met cardiotoxiciteit. Bupivacaine in combinatie met adrenaline is gecontraindiceerd bij anatomische eindarterieen.
Overgevoeligheid voor lokaal anesthetica van het amidetype, zoals lidocaïne en prilocaïne. Niet toepassen bij i.v. regionale anesthesie. Combinatie met adrenaline (epinefrine): Bij de verdoving van eindorganen zoals vingers, tenen, neus, oren en penis is combinatie met vaatvernauwende middelen (adrenaline) gecontra-indiceerd, evenals bij hypertensie, cardiovasculaire aandoeningen, diabetes mellitus of hyperthyroïdie. Ernstige hypotensie zoals bij cardiogene of hypovolemische shock. Overgevoeligheid voor metabisulfiet. Voor intrathecale anesthesie gelden ook de volgende contra-indicaties: ziekten aan het centraal zenuwstelsel, zoals meningitis, tumoren, poliomyelitis, hersenbloeding; spinale stenoses en ziekten (bv. spondylitis, tuberculose tumoren) of recent trauma aan de wervelkolom; sepsis; pernicieuze anemie met symptomen die op aantasting van het ruggenmerg wijzen; pyogene infecties van de huid in de onmiddellijke buurt van de injectieplaats; cardiogene of hypovolemische shock; stoornissen in de bloedstolling of behandeling met anticoagulantia.
Monitoring met saturatiemeter en/of respiratie ECG monitor en bloeddrukmeting. Blaascatheter ivm mictiestoornissen.
Voorzichtigheid is geboden bij mensen met (partieel) AV-blok, ernstige lever- en nierfunctiestoornissen, een slechte algehele conditie en ouderen. Bij een verminderde cardiovasculaire functie is voorzichtigheid geboden met epidurale anesthesie. Men dient rekening te houden met kruisovergevoeligheid met andere lokaal anesthetica van het amidetype. De toxische verschijnselen kunnen het best worden voorkomen door: a. altijd de laagst mogelijke concentratie te gebruiken; b. te aspireren alvorens te injecteren, zodat niet per ongeluk een intravasculaire injectie kan worden gegeven. Men moet extra voorzichtig zijn bij injecties in zeer vaatrijke gebieden, zoals in de mondholte, pararectaal, paravaginaal en in de penis. Bestaande hypokaliëmie, acidose en hypoxie vermeerderen de kans op bijwerkingen in het zenuw- en vaatstelsel. Bij retrobulbaire injectie kunnen door lekken tijdelijk blindheid, cardiovasculaire collaps, apneu of convulsies optreden. Onmiddellijke behandeling is vereist. Bij retro-en peribulbaire injectie is een klein risico op persisterende oculaire spierdisfunctie. Bij epidurale anesthesie of perifere zenuwblokkade zijn hartstilstand en sterfte gemeld. Vóór toediening dienen materialen voor bewaking en resuscitatie onder handbereik zijn. Vóór een epidurale anesthesie wordt een testdosis van 3–5 ml bupivacaïne, bij voorkeur met adrenaline, aanbevolen. Intravasculaire injectie leidt tot toename van de hartfrequentie. Na herhaalde controle van de hartfrequentie gedurende vijf minuten volgend op de testdosis kan – na opnieuw te hebben geaspireerd – de volledige dosis, onder voortdurend mondeling contact met de patiënt, langzaam worden ingespoten. Indien licht toxische verschijnselen optreden, de toediening onmiddellijk staken. Gezien de lange werkingsduur is bij toepassing van dit lokaal anestheticum minder vaak een oplossing die vasoconstrictor bevat nodig. Bij een oplossing met vasoconstrictor is het effect van de vaatvernauwing het grootst in zeer vaatrijke gebieden. De combinatie met adrenaline kan door pupilverwijding de oogdruk verhogen en een aanval van acuut glaucoom veroorzaken. Continue intra-articulaire infusie vermijden omdat de effectiviteit en veiligheid niet is vastgesteld en vanwege meldingen van chondrolyse
Niet beoordeeld: bij combinatie met klasse III-antiaritmica kunnen de cardiovasculaire effecten additief zijn.
Interacties lokale anesthetica algemeen
Niet beoordeeld: lokale anesthetica van het ester-type zijn derivaten van 4-aminobenzoëzuur en zouden de werking van sulfonamiden kunnen antagoneren.
Combinatie met een vasoconstrictor
•Inhalatie-anesthetica kunnen het hart sensibiliseren voor catecholamines, waardoor hartritmestoornissen kunnen optreden.
•Bij gebruik van een niet-selectieve β-blokker kan ernstige hypertensie en bradycardie optreden.
•Bij gebruik van methylergometrine, ergotamine of van andere vasoconstrictiva kunnen aanhoudende hypertensie of cerebrovasculaire accidenten ontstaan.
•Het bloeddrukverhogende effect van adrenaline kan door tricyclische antidepressiva worden versterkt.
•Fenothiazines kunnen het bloeddrukverhogende effect van adrenaline verminderen of omkeren.