Amfotericine B (parenteraal, inhalatie)

Stofnaam
Amfotericine B (parenteraal, inhalatie)
Merknaam
Abelcet; Ambisome
ATC code
J02AA01

Amfotericine B (parenteraal, inhalatie)

Doseringen
Nierfunctiestoornissen

Produkten, hulpstoffen, toediening en tekorten
Bijwerkingen
Contraindicaties
Waarschuwingen en voorzorgen

Interacties
Eigenschappen (PD/PK)

Registratiestatus
Middelen uit dezelfde ATC groep
Referenties
Versiebeheer

Eigenschappen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Fungistatisch en (vooral bij hoge concentraties en afhankelijk van de gevoeligheid van de schimmel) fungicide werkend polyeenantibioticum, verkregen uit een stam van Streptomyces nodosus. Bindt aan sterolen in de celmembraan van de schimmel, waardoor de permeabiliteit van de celmembraan wordt verhoogd en kalium en andere celbestanddelen verloren gaan. De zoogdiercelmembraan bevat ook sterolen; celbeschadigingen bij de mens treden waarschijnlijk via eenzelfde mechanisme op.

Amfotericine B is vooral werkzaam tegen Candida-soorten, Cryptococcus neoformans, Histoplasma capsulatum, Coccidioides immitis, Aspergillus fumigatus, Blastomyces dermatitidis, Mucor mucedo, Rhodotorula en Sporothrix schenckii.

Verminderd gevoelig zijn: dermatofyten, sommige andere Aspergillus-soorten, de parasiet Leishmania brasiliensis is ook in beperkte mate gevoelig.

Resistent is: Pseudallescheria boydii.

Amfotericine is niet werkzaam tegen bacteriën, Rickettsiae en virussen.

Wanneer amfotericine, dankzij een lipofiel gedeelte, is geïncorporeerd in de lipiden-dubbellaag van liposomen (Ambisome) of  gekoppeld aan fosfolipiden (Abelcet) kunnen met name in relatie tot de toxiciteit waarschijnlijk hogere doses worden gegeven dan van conventioneel amfotericine B. 

Farmacokinetiek bij kinderen

LIPOSOMAAL AMFOTERICINE B
Na toediening van 2,5-10 mg/kg Ambisome aan kinderen van 1-17 jaar zijn de volgende kinetische parameters gevonden:
Cmax: 15-68 µg/ml
Cl: 38-60 ml/kg/uur; Clsteady state: 13 ml/kg/uur
t½: 10 uur

 

Label dosisadvies Kinderformularium

Ernstige mycosen, Viscerale leishmaniasis: neutropenie
> 1 mnd:On-label

Inhalatie: off-label

Toon SmPC tekst Toon SmPC tekst

SmPC tekst

1 mnd-18 jaar:
Ernstige systemische mycosen, neutropenie: 3-5 mg/kg/dag
Viscerale leishmaniasis: 1-1,5 mg/kg/dag gedurende 21 dagen OF 3-4 mg/kg/dag gedurende 10 dagen.

Beschikbare toedieningsvormen/sterktes

Conc. voor infusieopl. (lipidencomplex) 5 mg/ml
Poeder voor infusieopl. (liposomaal) 50 mg

Gebruik van conventioneel amfotericine B bij kinderen is in Nederland obsoleet vanwege het ongunstige bijwerkingen profiel van conventioneel amfotericine B ten opzichte van amfotericine B in lipidencomplex of liposomaal amfotericine B.

Overige info toediening/beschikbaarheid

Informatie over geneesmiddeltekorten

Doseringen

Systemische mycosen
  • Intraveneus
    • 0 jaar tot 18 jaar
      [9] [10] [11]
      • Amfotericine in liposomen of lipidencomplex: 3 - 5 mg/kg/dag in 1 dosis
      • De fabrikant van Abelcet adviseert een testdosis van 0,1 mg/kg, max 1 mg. Hier is geen wetenschappelijke onderbouwing voor. Het levert ook geen betrouwbare voorspelling op voor de tolerantie.

        Doseringen boven 5,5 mg/kg/dag zijn niet effectiever dan de lagere doseringen, terwijl met een potentieel grotere toxiciteit rekening gehouden dient te worden. Cumulatieve doses boven 10 gram moeten daarom ook vermeden worden. (SmPC Abelcet)

Viscerale Leishmaniasis
  • Intraveneus
    • 1 maand tot 18 jaar
      [11]
      • Amfotericine in liposomen of lipidencomplex:  3 - 4 mg/kg/dag in 1 dosis Gedurende 10 dagen.
      • Alternatief: 1-1,5 mg/kg/dag in 1 dosis gedurende 21 dagen.

        Bij blijvende immuungecompromitteerde status is secundaire profylaxe geïndiceerd ter voorkoming van recidief. Overleg met een expert ten aanzien van type, dosering en interval van de secundaire profylaxe.

Pulmirespiratoire mycosen
  • Inhalatie
    • 1 maand tot 18 jaar
      [12]
      • Liposomale formulering:  50 mg/dosis 1 x per week.

Nierfunctiestoornissen bij kinderen > 3 maanden

Aanpassingen als volgt:

GFR 50-80 ml/min/1.73 m2
Aanpassing van de dosering is niet nodig
GFR 30-50 ml/min/1.73 m2
Aanpassing van de dosering is niet nodig
GFR 10-30 ml/min/1.73 m2
Conventioneel Amfotericine B is gecontraindiceerd bij ernstige nierfunctiestoornissen. Liposomaal, lipide of colloidale dispersies van amfotericine B kunnen wel gegeven worden, zonder aanpassing van de dosis.
GFR < 10 ml/min/1.73 m2
Een algemeen advies wordt niet gegeven.

Bijwerkingen bij kinderen

Bij kinderen komt het bijwerkingenprofiel overeen met dat van volwassenen.

Bijwerkingen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

LIPOSOMAAL AMFOTERICINE B

Bij gebruik van liposomaal amfotericine B lijken bijwerkingen minder frequent voor te komen dan bij conventioneel amfotericine B. Tot de meest bekende bijwerkingen van amfotericine B behoren hemolyse, voorbijgaande vermindering van de nierfunctie (renale tubulaire acidose), bot- en spierpijn, anorexie, leukopenie, agranulocytose en eosinofilie. Hogere doseringen van AmBisome kunnen leiden tot meer renale bijwerkingen met een hogere incidentie van hypokaliëmie, hypomagnesiëmie, verhoogd serumcreatinine en nierfalen.

Zeer vaak (> 10%) koorts, rigor. Misselijkheid, braken. Hypokaliëmie.

Vaak (1-10%): hoofdpijn, buikpijn, diarree, rugpijn, pijn op de borst. Dyspneu, tachycardie, hypotensie, vasodilatatie, voorbijgaande roodheid van gelaat en hals. Verhoogd alkalisch fosfatase, hyperbilirubinemie, abnormale leverfunctiewaarden. Verhoogde creatinine en ureumspiegels, hypomagnesiëmie, hypocalciëmie, hyperglykemie, hyponatriëmie. Huiduitslag.

Soms (0,1-1%): anafylactoïde reactie. Convulsies. Bronchospasmen. Trombocytopenie. Flebitis.

Verder zijn gemeld: hartstilstand, ritmestoornis, cardiomyopathie. Anafylactische reactie, angio-oedeem, overgevoeligheid. Nierfalen, nierinsufficiëntie, hyperkaliëmie. Anemie. Rabdomyolyse. Gewrichtspijn.

AMFOTERICINE B IN LIPIDEN COMPLEX

Amfotericine B lipidencomplex blijkt minder nefrotoxisch te zijn dan conventioneel amfotericine B.

Zeer vaak (> 10%): rillingen, koorts. Verhoogde waarden creatinine in bloed.

Vaak (1–10%): tachycardie, aritmie, hypertensie, hypotensie, pijn op de borst. Dyspneu, astma, hyperventilatie, hypoxie. Hoofdpijn, tremor, verwarde toestand. Rugpijn. Misselijkheid, braken, diarree, buikpijn. Anorexie. Trombocytopenie. Nierinsufficiëntie incl. nierfalen. Huiduitslag. Hypokaliëmie, hyperkaliëmie, hypomagnesiëmie. Abnormale leverfunctietestuitslagen, verhoging alkalische fosfatase, hyperbilirubinemie, verhoogd bloedureum.

Soms (0,1–1%): anafylactische reactie. Hartstilstand, shock. Convulsies, perifere neuropathie. Respiratoir falen. Artralgie, myalgie. Jeuk. Reactie op de toedieningsplaats.

Verder zijn gemeld: encefalopathie, bronchospasmen, dermatitis exfoliativa, hypostenurie, nefrogene diabetes insipidus en renale tubulaire acidose. Afname van de zuurstofsaturatie, cyanose.

 

 

 

 

Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb

  • Bij kinderen worden veel geneesmiddelen off-label gebruikt. Alle ervaringen zijn belangrijk om te melden om zo meer kennis te verzamelen en te delen
  • Ook wanneer u niet zeker weet of de bijwerking echt door het geneesmiddel komt
Meld hier

Waarschuwingen en voorzorgen bij kinderen

Gebruik van conventioneel amfotericine B bij kinderen is in Nederland obsoleet vanwege het ongunstige bijwerkingen profiel van conventioneel amfotericine B ten opzichte van amfotericine B in lipidencomplex of liposomaal amfotericine B.

Waarschuwingen en voorzorgen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Amfotericine B in liposomen

Controles/nierfunctie: Wees voorzichtig bij nierfunctiestoornissen, het effect van een pre-existente nierfunctiestoornis op de klaring van amfotericine B in liposomen is niet onderzocht. Indien de toepassing noodzakelijk is dan slechts onder zeer nauwkeurige controle behandelen. Tijdens behandeling dagelijks de nierfunctie controleren. Ook wordt aanbevolen de leverfunctie en het serumelektrolytengehalte (m.n. kalium en magnesium) te meten en de normale bloedtellingen uit te voeren.

Bij progressieve lever- of nierfunctiestoornissen dosisverlaging, onderbreking of staken van de behandeling overwegen.

Acute longtoxiciteit is gemeld bij patiënten die amfotericine B (als natriumdeoxycholaatcomplex) tijdens of kort na leukocytentransfusies toegediend kregen; houd een zo lang mogelijke periode tussen toediening van beide en observeer de longfunctie.

De kans op recidiveren van viscerale leishmaniasis bij immuungecompromitteerde patiënten (m.n. met HIV-infectie) is zeer hoog.

Fout-positieve verhogingen van serumfosfaat zijn gemeld wanneer een monster geanalyseerd is met de PHOSm-test (bv. in een Beckman-Coulter-analyseapparaat).

Onderzoeksgegevens: Er zijn geen gegevens beschikbaar om een dosisaanbeveling bij een leverfunctiestoornis op te baseren.

Amfotericine B in lipidencomplex

De ervaring met de behandeling van systemische mycosen veroorzaakt door andere pathogenen dan Candida en Aspergillus is beperkt.

Controles: Voorzichtig bij nierfunctiestoornissen; dan slechts onder zeer nauwkeurige controle behandelen. Tijdens behandeling dagelijks de nierfunctie controleren. Ook wordt aanbevolen de leverfunctie en het serumelektrolytengehalte (m.n. kalium en magnesium) te meten en de standaard bloedtellingen uit te voeren.

Onderzoeksgegevens: de werking en veiligheid zijn niet vastgesteld bij prematuren met een Aspergillus-infectie.

Conventioneel amfotericine B

Controles: Het serumcreatinine tijdens de acute fase dagelijks en vervolgens ten minste om de 2 weken controleren bij patiënten zonder reeds bestaande nierinsufficiëntie (vaker indien wel pre-existente nierfunctiestoornis); ook de leverfunctie en het elektrolytengehalte (m.n magnesium en kalium) controleren en de normale bloedtellingen uitvoeren.

Nierfunctie: Wees voorzichtig bij nierfunctiestoornissen, bij dergelijke patiënten tijdens acute episoden dagelijks het serumcreatinine bepalen. Bij dergelijke patiënten is het optreden van ritmestoornissen, waaronder ventrikelfibrilleren, beschreven, waarbij na de infusie sprake was van een passagère maar ernstige hyperkaliëmie. Bij een serumcreatininegehalte > 265 micromol/l de behandeling gedurende 24–48 uur staken. Indien nefrocalcinose optreedt is meestal sprake van een passagère nierfunctiestoornis, toegenomen kalium- en magnesiumverlies kan echter nog weken na staken van de behandeling persisteren. Een blijvende verslechtering van de nierfunctie treedt doorgaans op bij hoge cumulatieve doses (> 5 g). Het gebruik van diuretica predisponeert voor vermindering van de nierfunctie, terwijl natriumsuppletie mogelijk het optreden van deze nefrotoxiciteit kan verminderen.

Om cardiorespiratoire collaps te voorkomen de productnaam en dosering vóór de toediening controleren.

Interacties Bron: KNMP/Informatorium Medicamentorum

Relevant: de nefrotoxiciteit van ciclosporine en cisplatine kan worden versterkt. Het risico op nefrotoxiciteit kan tot 6 maanden na staken van cisplatine aanwezig zijn.

Niet relevant: de AUC kan toenemen door micafungine.

De nefrotoxiciteit kan toenemen bij combinatie met aminoglycosiden.

Geen interactie: in de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met methotrexaat.

Niet beoordeeld: de werking van spierrelaxantia kan toenemen door kaliumdepletie en het risico op digoxine toxiciteit kan toenemen
Combinatie met flucytosine kan het klinische effect verhogen, maar ook de toxiciteit van flucytosine, mogelijk doordat de door amfotericine B veroorzaakte nierfunctiestoornis de klaring van flucytosine door de nier kan verminderen.
Corticosteroïden en diuretica kunnen de kaliumdepletie door amfotericine B verhogen.
Er treedt antagonisme op tussen amfotericine en imidazoolderivaten.
Bij toediening van amfotericine B tijdens of kort na leukocytentransfusie zijn in sommige gevallen pulmonale reacties (acute longtoxiciteit) gemeld.

Oncolytica kunnen het risico op nefrotoxiciteit, bronchospasme en hypotensie verhogen.

ANTIMYCOTICA VOOR SYSTEMISCH GEBRUIK

Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.

TRIAZOOL- EN TETRAZOOLDERIVATEN

Fluconazol

Diflucan
J02AC01

Itraconazol

Trisporal
J02AC02

Posaconazol

Noxafil
J02AC04

Voriconazol

Vfend
J02AC03
OVERIGE ANTIMYCOTICA VOOR SYSTEMISCH GEBRUIK
J02AX06

Caspofungine

Cancidas
J02AX04
J02AX01

Micafungine

Mycamine
J02AX05

Referenties

  1. Cheplapharm, SmPC Amphotericin B 50 mg Plv. z. Herst. e. Inf.lsg. (14538), https://www.univadis.at/, 01/2019
  2. Nath, CE, et al., Population pharmacokinetics of amphotericin B in children with malignant diseases, Br J Clin Pharmacol, 2001, 52(6), 671-80
  3. Lannos, A, et al., Effet of salt supplementation on amphotericin B nephrotoxicity, Kidney Int, 1991, 40(2), 302-8
  4. Turcu, R, et al., Influence of sodium intake on amphotericin B-inducednephrotoxicity among extremely premature infants, Pediatr Nephrol, 2009, 24, 497–505
  5. Holler, B, et al., Effects of fluid and electrolyte management on amphotericin B-induced nephrotoxicity among extremely low birth weight infants, Pediatrics, 2004, 113(6), 608-16
  6. Starke, JR, et al., Pharmacokinetics of amphotericin B in infants and children, J Infect Dis, 1987, 155(4), 766-74
  7. Warris, A, et al., ESCMID-ECMM guideline: diagnosis and management of invasive aspergillosis in neonates and children, https://www.escmid.org/escmid_publications/medical_guidelines/escmid_medical_guidelines/, 2019
  8. Hope, WW, et al., ESCMID guiedline for the diagnosis and management of Candida diseases 2012: prevention and management of invasive infections in neonates and children caused by Candida spp., https://www.escmid.org/escmid_publications/medical_guidelines/escmid_medical_guidelines/, 2012
  9. Pane ZD et al, Therapeutic strategies for invasive fungal infections in neonatal and pediatric patients: an update, Expert Opin Pharmacother, 2015, Apr;16(5), 693-10
  10. Cephalon Ltd, SPC Abelcet (RVG 20850) 17-09-2018, www.geneesmiddeleninformatiebank.nl
  11. Gilead Sciences International Limited, SmPC Ambisome (RVG 15610) 10 dec 2019, www.geneesmiddeleninformatiebank.nl
  12. Hartwig NC et al, Vademecum pediatrische antimicrobiele therapie, 2005
  13. Zorginstituut Nederland, Farmacotherapeutisch Kompas (Eigenschappen, Contra-Indicaties, Bijwerkingen, Waarschuwingen en Voorzorgen), Geraadpleegd 3-6-2021

Wijzigingen

Therapeutic Drug Monitoring


Overdosering