Anthelminthicum met vermicide, larvicide en ovicide werking. Mebendazol interfereert met de cellulaire tubulinevorming in de darm van wormen door specifiek te binden aan tubuline, wat leidt tot degeneratieve veranderingen in de darm. Hierdoor worden de glucose-opname en de spijsverteringsfuncties van de worm zodanig verstoord dat een autolytisch proces in gang wordt gezet.
Mebendazol is werkzaam tegen nematodeninfestaties in het darmkanaal zoals die met Enterobius vermicularis, Ascaris lumbricoides, Trichuris trichiura, Ancylostoma duodenale en Necator americanus. Soms kan het tot drie dagen na inname duren alvorens de werkzaamheid intreedt. In gevallen (vnl. zware infecties met mijnwormen of Trichuris trichuria) waarin geen volledige genezing verkregen wordt, vindt een reductie van de ei-uitscheiding met ten minste 90% plaats.
De absorbtie is gering op nuchtere maag.
Tablet 100. Bevat lactose
Enterobiasis |
---|
|
Ascariasis, trichuriasis, toxocariasis en mijnworminfecties |
---|
|
GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.
GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.
Zeer zelden: bij zuigelingen: koorts, convulsies en erythema multiforme.
Buikpijn en diarree treden vaker op bij een hoge 'worm load'.
Vaak (1-10%): buikpijn.
Soms (0,1-1%): buikongemak, flatulentie, diarree.
Zelden (0,01-0,1%): overgevoeligheidsreacties (incl. anafylactische en anafylactoïde reacties). Convulsies, duizeligheid. Hepatitis. Huiduitslag, exantheem, urticaria, angio-oedeem, alopecia, Stevens-Johnsonsyndroom (SJS), toxische epidermale necrolyse (TEN). Neutropenie. Abnormale leverfunctiewaarden (reversibel).
Verder zijn gemeld: misselijkheid, braken, dyspneu, koorts, malaise, hoofdpijn, exfoliatieve dermatitis, 'fixed drug eruption'. Bij langdurig gebruik of gebruik van hoger dan de aanbevolen doses: agranulocytose, glomerulonefritis.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Er is weinig ervaring met het gebruik bij kinderen jonger dan 2 jaar.
Enterobiasis: Wanneer in een gezin meer dan één persoon besmet is en/of wanneer de besmetting frequent terugkomt, overweeg dan alle gezinsleden te behandelen. In de praktijk treft de besmetting voornamelijk de kinderen binnen een gezin.
Indien de worminfectie gepaard gaat met diarree, kan deze tegelijkertijd symptomatisch worden behandeld.
Indien een infectie met aarsmaden (enterobiasis) na een tweede behandeling nog niet is verdwenen, dient de patiënt de arts of apotheker te raadplegen.
Relevant:
Lopinavir en ritonavir kunnen het metabolisme van mebendazol versnellen.
Bij combinatie met metronidazol is een verhoogde incidentie van SJS en TEN gemeld.
Niet relevant:
De plasmaconcentratie stijgt door cimetidine.
Niet beoordeeld:
De plasmaconcentratie daalt door fenytoïne, carbamazepine en waarschijnlijk ook andere enzyminducerende middelen. Deze interacties zijn alleen bij hoge doses bij extra-intestinale infecties mogelijk van belang.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
BENZIMIDAZOOLDERIVATEN | ||
---|---|---|
Eskazole
|
P02CA03 |
IMIDAZOTHIAZOOLDERIVATEN | ||
---|---|---|
Elmisol
|
P02CE01 |
AVERMECTINES | ||
---|---|---|
Stromectol
|
P02CF01 |