Albendazol, een benzimidazolcarbamaat, is een anthelminthicum met een larvicide, ovicide en vermicide werking. Het interfereert met de cellulaire tubulinevorming in de darm van wormen door specifiek te binden aan tubuline, wat leidt tot degeneratieve veranderingen in de darm. Hierdoor worden de glucose-opname en de spijsverteringsfuncties van de worm zodanig verstoord dat een autolytisch proces in gang wordt gezet.
Het is vooral werkzaam tegen hydatide cysten van Echinococcus granulosus of (in mindere mate) Echinococcus multilocularis (kleine lintwormsoorten), met name tegen de lever-, long- en peritoneale cysten.
Ook werkzaam tegen: Ascaris lumbricoides, Enterobius vermicularis, Trichuris trichiura en haakwormen.
Kinetiek van albendazolsulfoxide bij kinderen is vergelijkbaar met volwassenen.
Behandeling van hydatide cysten (echinokokkose):
< 6 jaar: Off-label
> 6 jaar: On-label
Andere indicaties: Off-label
Toon SmPC tekst Toon SmPC tekstTablet 400 mg. Tablet kan gehalveerd worden.
Ga snel naar:
Behandeling van hydatide cysten (echinokokkose) |
---|
|
Ascariasis, enterobiasis en mijnworminfecties |
---|
|
Trichuriasis |
---|
|
Loiasis, strongyloidasis, oculaire larva migrans, (neuro) cysticercosis |
---|
|
Giardia lamblia |
---|
|
Larva migrans profundus |
---|
|
Larva migrans cutanea |
---|
|
Clonorchiasis |
---|
|
GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.
GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.
Zeer vaak (> 10%): hoofdpijn. Lichte tot matige stijging van leverenzymwaarden (reversibel).
Vaak (1-10%): duizeligheid. Koorts, reversibele alopecia.
Soms (0,1-1%): misselijkheid, braken, buikpijn. Hepatitis. Leukopenie.
Zelden (0,01-1%): overgevoeligheidsreacties zoals huiduitslag, jeuk, urticaria.
Zeer zelden (< 0,01%): erythema multiforme, Stevens-Johnson-syndroom (SJS). Aplastische anemie, agranulocytose, pancytopenie (vooral bij leveraandoeningen, waaronder hepatische echinokokkose).
Verder is gemeld: icterus.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Leverfunctie: vóór elke kuur en iedere 2 weken gedurende de behandeling een leverfunctietest uitvoeren. Bij stijging van de leverenzymspiegels tot > 2× ULN de behandeling staken; na normalisatie kan de behandeling opnieuw worden begonnen, wel wordt dan frequentere bepaling van leverenzymen aanbevolen (wekelijks). Wees voorzichtig bij een pre-existent gestoorde leverfunctie, omdat albendazol snel wordt gemetaboliseerd door de lever; een duidelijk effect op de farmacokinetiek kan verwacht worden.
Bloedbeeld: voorafgaand aan en tijdens elke behandelcyclus het bloedbeeld bepalen. Patiënten met leveraandoeningen, waaronder hepatische echinokokkose, blijken vatbaarder te zijn voor beenmergremming; bij hen het bloedbeeld extra zorgvuldig controleren. De behandeling staken indien het totale aantal bloedcellen klinisch significant afneemt.
Onderzoeksgegevens en ervaring: er is met albendazol weinig ervaring opgedaan bij botcysten of cysten in het hart of centrale zenuwstelsel.
Relevant: lopinavir en ritonavir kunnen het metabolisme van albendazol versnellen.
Niet relevant: cimetidine kan de eliminatiehalfwaardetijd van albendazolsulfoxide verlengen.
Niet beoordeeld: de plasmaconcentratie van albendazolsulfoxide kan stijgen door dexamethason en praziquantel.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
BENZIMIDAZOOLDERIVATEN | ||
---|---|---|
P02CA01 |
IMIDAZOTHIAZOOLDERIVATEN | ||
---|---|---|
Elmisol
|
P02CE01 |
AVERMECTINES | ||
---|---|---|
Stromectol
|
P02CF01 |