Linezolid

Stofnaam
Linezolid
Merknaam
ATC code
J01XX08
Doseringen
Nierfunctiestoornissen

Produkten, hulpstoffen, toediening en tekorten
Bijwerkingen
Contraindicaties
Waarschuwingen en voorzorgen

Interacties
Eigenschappen (PD/PK)

Registratiestatus
Middelen uit dezelfde ATC groep
Referenties
Versiebeheer

Eigenschappen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Linezolid is een synthetisch, antibacterieel middel behorend tot de oxazolidinonen. Het bindt aan een speciale plaats op het bacteriële ribosoom (23S van de 50S-subunit) en voorkomt hiermee de vorming van een functioneel 70S-initiatiecomplex dat een essentiële component is van het translatieproces. Hierdoor wordt de bacteriële eiwitsynthese geremd. Het werkingspectrum omvat aerobe en anaerobe Gram-positieve bacteriën.

Doorgaans gevoelig zijn:

  • Aeroob Gram-positief: Enterococcus faecalis, Enterococcus faecium, Staphylococcus aureus, coagulase-negatieve stafylokokken (CNS), Streptococcus agalactiae, Streptococcus pneumoniae, Streptococcus pyogenes, groep C en G streptokokken.
  • Anaeroob Gram-positief: Clostridium perfringens en Peptostreptococcus spp.

Zoals ook gedocumenteerd bij andere antibiotica kan bij een verlengde therapieduur en aanwezigheid van prothetische materialen, of abcessen zonder drain, plotseling een afname in de gevoeligheid voor linezolid worden waargenomen. Resistentie voor linezolid is gemeld bij enterokokken, Staphylococcus aureus en coagulase-negatieve stafylokokken (CNS).

Resistent zijn: Gram-negatieve pathogenen zoals Haemophilus influenzae, Moraxella catarrhalis, Neisseria spp., Enterobacteriaceae en Pseudomonas spp.

Linezolid is tevens een reversibele, niet-selectieve MAO-remmer; in de dosering werkzaam als antibioticum heeft het geen antidepressief effect, wel zijn er implicaties op het gebied van mogelijke interacties

Farmacokinetiek bij kinderen

Uit de review van Jungbluth et al. blijkt dat linezolid bij kinderen < 12 jaar, in vergelijking met kinderen > 12 jaar, een snellere klaring en een kortere eliminatie halfwaardetijd heeft. Klaring bij premature neonaten is vergelijkbaar met die bij volwassenen en neemt aanzienlijk toe gedurende de eerste levensweek.

De volgende farmacokinetische parameters zijn gevonden[Jungbluth 2003, Kearns 2003]:

Leeftijd Cmax (microg/ml) t½ (uur) Cl (ml/min/kg)
Prematuur <1 wk 12,7 5,6 2,0
Prematuur 1-4 wk 9,8 2,0 5,2
A terme <1 wk 11,5 2,9 3,8
A terme 1-4 wk 12,8 1,5 5,2
1-2 mnd 11,0 1,8 5,4
3 mnd-11 jr 15,1 2,9 3,8
12-17 jr 16,7 4,1 2,1

Label dosisadvies Kinderformularium

Off-label

Toon SmPC tekst Toon SmPC tekst

SmPC tekst

Niet geregistreerd voor kinderen.

Beschikbare toedieningsvormen/sterktes

Infusievlst. 2 mg/ml
Tablet filmomhuld 600 mg

Overige info toediening/beschikbaarheid

Informatie over geneesmiddeltekorten

Doseringen

Pneumonie, infecties van huid en weke delen
  • Oraal
    • Prematuren Postconceptionele leeftijd < 34 weken
      [16]
      • postnatale leeftijd < 7 dagen: 20 mg/kg/dag in 2 doses, max 30 mg/kg/dag in 3 doses
        postnatale leeftijd ≥ 7 dagen: 30 mg/kg/dag in 3 doses.

      • Behandelduur:

        Maximaal 28 dagen

    • a terme neonaat
      [16]
      • 30 mg/kg/dag in 3 doses.
      • Behandelduur:

        Maximaal 28 dagen

    • 1 maand tot 12 jaar
      [16]
      • 30 mg/kg/dag in 3 doses. Max: 1.200 mg/dag.
      • Behandelduur:

        Maximaal 28 dagen

    • 12 jaar tot 18 jaar
      [16]
      • 1.200 mg/dag in 2 doses.
      • Behandelduur:

        Maximaal 28 dagen

  • Intraveneus
    • Prematuren Postconceptionele leeftijd < 34 weken
      [8] [16]
      • Postnatale leeftijd < 7 dagen: 20 mg/kg/dag in 2 doses, max 30 mg/kg/dag in 3 doses
        Postnatale leeftijd ≥ 7 dagen: 30 mg/kg/dag in 3 doses.

      • Behandelduur:

        Maximaal 28 dagen

    • a terme neonaat
      [16]
      • 30 mg/kg/dag in 3 doses.
      • Behandelduur:

        Maximaal 28 dagen

    • 1 maand tot 12 jaar
      [16]
      • 30 mg/kg/dag in 3 doses. Max: 1.200 mg/dag.
      • Behandelduur:

        Maximaal 28 dagen

    • 12 jaar tot 18 jaar
      [16]
      • 1.200 mg/dag in 2 doses.
      • Behandelduur:

        Maximaal 28 dagen

Multi-drug resistente tuberculose
  • Oraal
    • 3 maanden tot 12 jaar
      [15] [18]
      • 20 mg/kg/dag in 2 doses.
      • Maandelijks monitoren, bij perifere neuropathie dosis met 33 - 50% reduceren.

    • ≥ 12 jaar
      [18]
      • 10 mg/kg/dag in 1 dosis. Max: 600 mg/dag.
      • Bij ernstige ziekte of tbc meningitis max 600mg/dag, in andere gevallen 300 mg/dag.
        Maandelijks monitoren, bij perifere neuropathie dosis met 33 - 50% reduceren.

Nierfunctiestoornissen bij kinderen > 3 maanden

GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.

GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.

Bijwerkingen bij kinderen

Diarree, misselijkheid, braken, buikpijn, candidiasis (oraal, vaginaal), hoofdpijn, duizeligheid, neutropenie, trombocytopenie, leukopenie, anemie, koorts, perifere en optische neuropathie, afwijkende leverenzymwaarden, afwijkende smaak (metaalsmaak), tintelingen, paresthesieën, huidreacties, rash, oorsuizingen, hypertensie, dyspepsie, tong/tandverkleuring. Infecties, dyspnoe, convulsies, hypokaliemie, apnoe, gastrointestinale bloedingen, oedeem [SmPC Zyvox]. Lactaatacidose lijkt bij kinderen vaker voor te komen [Ozkaya-Parlakay A et al.].

Bijwerkingen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Vaak (1-10%): hoofdpijn, metaalsmaak, slapeloosheid, duizeligheid. Hypertensie (in zeldzame gevallen ernstig). Diarree, misselijkheid, braken, plaatselijke of algemene buikpijn (die ernstig kan zijn), obstipatie, dyspepsie. Huiduitslag, jeuk, Orale- en vaginale candidiasis, schimmelinfectie. Meetwaarden: verhoogd ureum, ASAT, ALAT, alkalische fosfatase, LDH, creatinekinase, lipase, amylase of niet-nuchtere glucose; verlaagd totaaleiwit, albumine, natrium of calcium; verhoogd of verlaagd kalium of bicarbonaat; verhoogd aantal neutrofielen, verlaagd hemoglobine, hematocriet of aantal rode bloedcellen. Verhoogd aantal trombocyten of witte bloedcellen.

Soms (0,1-1%): tachycardie. Voorbijgaande ischemische aanval (TIA). Polyurie, nierfalen. Droge mond, stomatitis, glossitis, tongverkleuring, gastritis, abdominale distensie, weke ontlasting. Pancreatitis. Hypo-esthesie, paresthesie, convulsies. Wazig zien. Tinnitus. Vaginitis. Flebitis/tromboflebitis. Urticaria, dermatitis, overmatig zweten. Koorts, koude rillingen, vermoeidheid, toegenomen dorst. Pijn op de injectieplaats. Leukopenie, neutropenie, trombocytopenie, eosinofilie, verhoogd aantal reticulocyten. Hyponatriëmie. Verhoogde waarden van creatinine, natrium, chloride of calcium, totaal bilirubine; verlaagde waarden niet-nuchtere glucose en/of chloride.

Zelden (< 0,1%): met antibioticum geassocieerde colitis (waaronder pseudomembraneuze colitis). Pancytopenie. Oppervlakkige tandverkleuring.

Verder zijn gemeld: angio-oedeem, anafylaxie. Bulleuze huidaandoeningen (zoals Stevens-Johnsonsyndroom, toxische epidermale necrolyse), alopecia. Serotoninesyndroom, perifere neuropathie. Gezichtsveldstoornissen (scherpte, kleurenzien), visusverlies, optische neuritis, optische neuropathie. Gewone en sideroblastische anemie. Lactaatacidose. Syndroom van inadequate secretie van antidiuretisch hormoon (SIADH).

Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb

  • Bij kinderen worden veel geneesmiddelen off-label gebruikt. Alle ervaringen zijn belangrijk om te melden om zo meer kennis te verzamelen en te delen
  • Ook wanneer u niet zeker weet of de bijwerking echt door het geneesmiddel komt
Meld hier

Contraindicaties bij kinderen

Overgevoeligheid voor linezolid.

Waarschuwingen en voorzorgen bij kinderen

Linezolid dient uitsluitend in overleg met een kinderarts-infectioloog en/of medisch-microbioloog voorgeschreven te worden. De behandeling dient te worden gestart in de kliniek en op basis van een antibiogram.
De maximale behandelingsduur is 28 dagen. Bij gebruik langer dan 28 dagen bestaat risico op blijvende perifere neuropathie.
Linezolid kan de bloeddruk verhogen in combinatie met levensmiddelen die veel van het aminozuur tyramine bevatten. Het is daarom raadzaam dergelijke levensmiddelen te vermijden.
Voorzichtigheid is geboden bij leverfunctiestoornissen. Het gezichtsvermogen dient bij langdurig gebruik regelmatig gecontroleerd te worden. Tevens dient het totale bloedbeeld (inclusief hemoglobine spiegels, bloedplaatjes en totaal en gedifferentieerd leucocytenaantal) nauwkeurig gecontroleerd te worden.

Het empirisch gebruik voor infecties in het centraal zenuwstelsel wordt niet aanbevolen, omdat de therapeutische concentraties in de cerebrospinale vloeistof (CSV) na een enkele of meervoudige dosering van linezolid variabel zijn. 

Waarschuwingen en voorzorgen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Vanwege een toegenomen kans op vroegtijdig overlijden, linezolid niet gebruiken bij gecompliceerde infecties van huid en weke delen met een bekende of vermoede co-infectie met Gram-negatieve organismen, tenzij er geen therapeutisch alternatief voorhanden is. In het laatste geval gelijktijdig een behandeling tegen Gram-negatieve organismen starten.

Linezolid niet gebruiken bij ongecontroleerde hypertensie, feochromocytoom, carcinoïd en thyreotoxicose tenzij de patiënt nauwkeurig wordt geobserveerd en de bloeddruk strikt wordt gecontroleerd. Vanwege de kans op een hypertensieve reactie inname van grote hoeveelheden tyraminebevattende voedingsmiddelen vermijden (bv. oude kazen, gistextracten, ongedestilleerde alcoholische dranken en producten met gefermenteerde sojabonen zoals sojasaus).

Linezolid ook niet gebruiken bij bipolaire depressie, schizoaffectieve stoornis, acute verwardheid, tenzij de patiënt nauwkeurig wordt geobserveerd.

Wees voorzichtig bij een voorgeschiedenis van epileptische aanvallen.

Bloedbeeld, lactaatacidose: Bepaal vóór de behandeling en tijdens de behandeling wekelijks, het volledige bloedbeeld. Bloedbeeldafwijkingen komen vooral voor bij een langere behandelduur en bij ouderen; ze zijn meestal volledig reversibel na het staken van linezolid. Trombocytopenie komt tevens vaker voor bij patiënten met ernstige nierinsufficiëntie. Nauwgezette controle van bloedwaarden is vooral nodig bij bestaande bloedbeeldafwijkingen, ernstige nierinsufficiëntie, gebruik van geneesmiddelen met een negatief effect op het bloedbeeld en bij een behandelduur langer dan 10 dagen. Linezolid remt de mitochondriale proteïnesynthese; vooral bij langdurig gebruik (> 28 dagen) kunnen hierdoor ontstaan: anemie, lactaatacidose en neuropathie (optisch en perifeer). Bij symptomen zoals terugkerende misselijkheid, braken, buikpijn en hyperventilatie kan sprake zijn van lactaatacidose.

Hyponatriëmie en SIADH (syndroom van inadequate secretie van antidiuretisch hormoon) zijn waargenomen. Daarom wordt aanbevolen om de serumconcentratie natrium regelmatig te controleren bij patiënten met een risico op hyponatriëmie, zoals bij ouderen of bij het gebruik van geneesmiddelen die het natriumgehalte in het bloed kunnen verlagen (bv. thiazide-diuretica zoals hydrochloorthiazide).

Bij optreden van perifere of optische neuropathie staken van de behandeling overwegen.

Bij ontstaan van stoornissen in het gezichtsvermogen (zoals veranderingen in de gezichtsscherpte, veranderde kleurwaarnemingen, wazig zien) oogheelkundig onderzoek uitvoeren en zo nodig verwijzen naar een oogarts. Controleer bij een behandelduur langer dan 28 dagen regelmatig de visuele functies.

Bij ontstaan van ernstige, aanhoudende diarree de diagnose pseudomembraneuze colitis of Clostridioides difficile-geassocieerde diarree overwegen. Staak de behandeling met antibiotica. Vermijd hierbij geneesmiddelen die de peristaltiek remmen.

Onderzoeksgegevens: De werkzaamheid en veiligheid zijn niet vastgesteld bij diabetische voet-laesies, decubitus, ischemische laesies, ernstige brandwonden en gangreen. Linezolid alleen na zorgvuldige afweging gebruiken bij ernstige nier- of leverinsufficiëntie. De effectiviteit en veiligheid is niet vastgesteld bij gebruik van meer dan 28 dagen; er treedt daarna vaker anemie op, met bloedtransfusiebehoefte. Bij dieren is bij therapeutische dosering, reversibel verminderde fertiliteit waargenomen met abnormale spermamorfologie.

Interacties Bron: KNMP/Informatorium Medicamentorum

Relevant:
Toename linezolid: de plasmaconcentratie stijgt door claritromycine.

Overig effect: bij combinatie met een SSRI, duloxetine, venlafaxine of vortioxetine kan het serotoninesyndroom optreden, linezolid heeft MAO-remmende eigenschappen. Gelijktijdige behandeling van linezolid met deze middelen wordt ontraden. Aanbevolen wachttijden zijn:

- na staken linezolid: 2 dagen;

- na staken duloxetine: 5 dagen;

- na staken citalopram, dapoxetine, escitalopram, fluvoxamine, paroxetine of venlafaxine: 7 dagen;

- na staken sertraline of vortioxetine: 14 dagen;

- na staken fluoxetine: 5 weken.

Niet relevant:
De Cmax en AUC van dextromethorfan kunnen dalen. De fabrikant ontraadt combinatie met dextromethorfan.

Geen interactie:
In de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met een MAO-remmer.

Niet beoordeeld:
Rifampicine verlaagt de Cmax met ong. 21% en de AUC met ong. 32%.

Bij patiënten die een hoeveelheid tyramine kleiner dan 100 mg kregen, werd geen hypertensie waargenomen; gebruik van grote hoeveelheden tyraminerijk voedsel wordt ontraden.

Bij combinatie met een opioïde of opioïde-antagonist kan het serotoninesyndroom optreden. Wanneer het serotoninesyndroom wordt vermoed, moet dosisverlaging of stoppen van de therapie overwogen worden.

OVERIGE ANTIBACTERIELE MIDDELEN

Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.

GLYCOPEPTIDEN

Dalbavancine

Xydalba
J01XA04

Teicoplanine

Targocid
J01XA02

Vancomycine

Vancocin
J01XA01
POLYMYXINES

Colistine

Colistin, Colobreathe, Tadim, Kolneb
J01XB01
STEROIDE ANTIBACTERIELE MIDDELEN

Fusidinezuur

Fucidin
J01XC01
NITROFURAANDERIVATEN

Nitrofurantoine

Furabid, Furadantine MC
J01XE01
OVERIGE ANTIBACTERIELE MIDDELEN

Daptomycine

Cubicin
J01XX09

Fosfomycine

Monuril, Fomicyt
J01XX01

Referenties

  1. Deville JG, et al, Linezolid versus vancomycin in the treatment of known or suspected resistant gram-positive infections in neonates., Pediatr Infect Dis J, 2003, 22, S158-63
  2. French G., Safety and tolerability of linezolid., J Antimicrob Chemother, 2003, 51, Suppl 2:ii45-53
  3. Jantausch BA, et al, Linezolid for the treatment of children with bacteremia or nosocomial pneumonia caused by resistant gram-positive bacterial pathogens., Pediatr Infect Dis J., 2003, 22, S164-71
  4. Jungbluth GL, et al, Linezolid pharmacokinetics in pediatric patients: an overview., Pediatr Infect Dis J, 2003, 22, S153-7
  5. Kaplan SL, et al, Linezolid for the treatment of methicillin-resistant Staphylococcus aureus infections in children, Pediatr Infect Dis J, 2003, 22, S178-85
  6. Kaplan SL, et al, Linezolid versus vancomycin for treatment of resistant Gram-positive infections in children., Pediatr Infect Dis J., 2003, 22, 677-86
  7. Kearns GL, et al, Single dose pharmacokinetics of linezolid in infants and children, Pediatr Infect Dis J, 2000, 19, 1178-84
  8. Kearns GL, et al, Impact of ontogeny on linezolid disposition in neonates and infants., Clin Pharmacol Ther, 2003, 74, 413-22
  9. Meissner HC, et al, Hematologic effects of linezolid in young children., Pediatr Infect Dis J., 2003, 22, S186-92
  10. Saiman L, et al, Safety and tolerability of linezolid in children., Pediatr Infect Dis J, 2003, 22, S193-200
  11. Tan TQ, Update on the use of linezolid: a pediatric perspective, Pediatr Infect Dis J, 2004, 23, 955-6
  12. Velissariou IM, Use of linezolid in children: an overview of recent advances., Expert Rev Anti Infect Ther., 2006, 4, 947-52
  13. Wible K, et al, Linezolid versus cefadroxil in the treatment of skin and skin structure infections in children, Pediatr Infect Dis J, 2003, 22, 315-23
  14. Yogev R, et al, Linezolid for the treatment of complicated skin and skin structure infections in children., Pediatr Infect Dis J, 2003, 22, S172-7
  15. Garcia-Prats AJ et al., Linezolid for the treatment of drug-resistant tuberculosis in children: a review and recommendations., Tuberculosis (Edinb). , 2014, Mar;94(2):, 93-104
  16. Pfizer Inc. , FDA Productinformation Zyvox , https://nctr-crs.fda.gov/fdalabel/services/spl/set-ids/57a5e8e4-7f01-4786-bfc5-4656c7dca249/spl-doc?hl=linezolid, 02-2022
  17. Ozkaya-Parlakay A et al., Early lactic acidosis associated with linezolid therapy in paediatric patients, Int J Antimicrob Agents, 2014, 44(4), 334-6
  18. Swaminathan A et al., Treating children for drug-resistant tuberculosis in Tajikistan with Group 5 medications, Int J Tuberc Lung Dis., 2016, Apr;20(4), 474-8
  19. ZorgInstituut Nederland, Farmacotherapeutisch Kompas (Eigenschappen, Contra-Indicaties, Bijwerkingen, Waarschuwingen en Voorzorgen), Geraadpleegd 19 jan 2023
  20. Informatorium Medicamentorum, (Interacties), Geraadpleegd 19 jan 2023

Wijzigingen

  • 03 juli 2015 13:34: N.a.v. nieuwe literatuur bijwerking lactaatacidose bij kinderen toegevoegd.
  • 04 februari 2015 16:44: De literatuur over de toepassing van linezolid bij kinderen is opnieuw beoordeeld. Dit heeft geleid tot de toevoeging van de indicatie " Multi-drug resistente tuberculose".

Therapeutic Drug Monitoring


Overdosering