Rocuronium

Stofnaam
Rocuronium
Merknaam
Esmeron
ATC code
M03AC09
Doseringen
Nierfunctiestoornissen

Produkten, hulpstoffen, toediening en tekorten
Bijwerkingen
Contraindicaties
Waarschuwingen en voorzorgen

Interacties
Eigenschappen (PD/PK)

Registratiestatus
Middelen uit dezelfde ATC groep
Referenties
Versiebeheer

Eigenschappen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Rocuronium is een middellangwerkende niet-depolariserende spierverslapper met een snelle aanvang. Het bindt competitief aan de cholinerge nicotinereceptoren op de motorische eindplaat en blokkeert de werking van acetylcholine, hetgeen resulteert in blokkade van de neuromusculaire prikkeloverdracht.

Opheffen van de neuromusculaire blokkade: De neuromusculaire blokkade kan worden opgeheven door cholinesteraseremmers (zoals neostigmine, pyridostigmine) of door sugammadex (Bridion®). Cholinesteraseremmers kunnen worden toegediend bij de terugkeer van T2 op TOF-stimulatie of de eerste verschijnselen van klinisch herstel. Sugammadex kan worden gegeven voor standaardopheffing (bij 1–2 posttetanische tellingen (PTC) tot terugkeer van T2) of voor onmiddellijke opheffing (3 min na de toediening van rocuronium).

Farmacokinetiek bij kinderen

De farmacokinetiek van rocuroniumbromide bij kinderen (n=146) in de leeftijd van 0 - 17 jaar werd geanalyseerd door populatieanalyse van de gepoolde farmacokinetische datasets van twee klinische onderzoeken waarin anesthesie werd geïnduceerd met sevofluraan en onderhouden met isofluraan/stikstofoxide. Alle farmacokinetische parameters bleken lineair evenredig te zijn met het lichaamsgewicht, aangetoond door vergelijkbare CL. De Vd en T1/2 namen af met de leeftijd (jaren). De farmacokinetische parameters van de karakteristieke pediatrische patiënt binnen elke leeftijdsgroep zijn samengevat in tabel 1 (SmpC Esmeron; Wierda 1997; Vuksanaj 1995).

Tabel 1. Geschatte PK-parameters (gemiddelde) van rocuroniumbromide bij karakteristieke pediatrische patiënten tijdens sevofluraan en lachgas (inductie) en isofluraan/lachgas (onderhoudsanesthesie) (SmpC Esmeron; Wierda 1997; Vuksanaj 1995).

  Cl (l/kg/uur) Vd (l/kg) t½ (uur)
0-27 dg 0,31 0,42 1,1
1-2 mnd 0,3 0,31 0,9
3-23 mnd 0,33 0,23 0,8
2-11 jr 0,35 0,18 0,7
12-17 jr 0,29 0,18 0,8

De gemiddelde tijd voor het begin van de werking is iets korter bij zuigelingen, peuters en kinderen dan bij pasgeborenen, adolescenten en volwassenen. Een goede intubatietoestand is onafhankelijk van de begintijd, die varieert op basis van dosis en patiëntgerelateerde factoren. De werkingsduur en hersteltijd zijn meestal korter bij kinderen dan bij zuigelingen en volwassenen. Bij pasgeborenen en zuigelingen zal de werkingsduur van de enkele intubatiedosis langer zijn dan bij oudere kinderen.

Label dosisadvies Kinderformularium

Neuromusculaire blokkade: Onderhoudsdoseringen > 0,6 mg/kg/uur: off-label

Toon SmPC tekst Toon SmPC tekst

SmPC tekst

Anesthesie:
0-18 jaar: intubatie: 0,6 mg/kg, onderhoud 0,15 mg/kg/dosis, bij langdurige anesthesie verlagen tot 0,075-0,1 mg/kg. Continue infuus: 0,3-0,6 mg/kg/uur

Voor kinderen kan een hogere infusie snelheid nodig zijn.
 

Beschikbare toedieningsvormen/sterktes

Inj.vlst. (bromide) 10 mg/ml

Overige info toediening/beschikbaarheid

Informatie over geneesmiddeltekorten

Doseringen

Neuromusculaire blokkade
  • Intraveneus
    • Premature neonaten: Zwangerschapsduur < 37 weken
      [12] [13] [14]
      • Startdosering: 0,3 - 0,6 mg/kg/dosis, bolus. (BIj intubatie is alleen de startdosering (bolus) nodig.
      • Onderhoudsdosering: (onderhoud tijdens chirurgie) 0,1 - 0,2 mg/kg/dosis, bolus Herhaal en/ of titreer doseringen zo nodig op basis van de Train of Four (ToF) test. Verlaag de onderhoudsdosering bij langduriger inhalatie anesthesie naar 0,075-0,1 mg/kg/dosis, bolus. .
      • Om overdosering op de intensive care te voorkomen, moet de toediening regelmatig worden gestopt (bijv. 1 x per dag) om het positieve effect van relaxatie te controleren en de mate van sedatie in te schatten.

    • a terme neonaat
      [2] [4] [5] [6] [7]
      • Startdosering: 0,3 - 0,6 mg/kg/dosis, éénmalig.
        • In geval van nood kan  een snelle intubatie sequentie van 0,9 - 1,2 mg/kg/dosis worden overwogen.
        • Wanneer rocuronium alleen voor intubatie wordt gebruikt volstaat de startdosering (bolus).
        .
      • Onderhoudsdosering: 0,3 - 1 mg/kg/uur, continu infuus.
        • Geef voorafgaand aan elke dosisophoging een nieuwe oplaaddosis van 0,6 mg/kg/dosis als een bolus
        • Doseringen tot 2,2 mg/kg/uur beschreven zijn beschreven voor uitzonderlijke gevallen.
        • Titreer onderhoudsdosis op basis van de Train of Four (TOF) test
        • Om overdosering op de intensive care te voorkomen, moet de toediening regelmatig worden gestopt (bijv. 1/dag) om het positieve effect van ontspanning te controleren en de mate van sedatie in te schatten.
        Alternatieve onderhoudsbehandeling tijdens chirurgie: 0,1 - 0,2 mg/kg/dose, bolus. Herhaal zo nodig op basis van de Train of Four (TOF) test.  Voor langdurige inhalatieanesthesie de dosis verlagen tot 0,075 - 0,1 mg/kg/dosis, bolus.    .
    • 1 maand tot 18 jaar
      [2] [4] [5] [6] [7]
      • Startdosering: 0,3 - 0,6 mg/kg/dosis, éénmalig.
        • In geval van nood kan  een snelle intubatie sequentie van 0,9 - 1,2 mg/kg/dosis worden overwogen.
        • Wanneer rocuronium alleen voor intubatie wordt gebruikt volstaat de startdosering.
        .
      • Onderhoudsdosering: 0,3 - 1 mg/kg/uur, continu infuus.
        • Geef voorafgaand aan elke dosisophoging een nieuwe oplaaddosis van 0,6 mg/kg/dosis als een bolus
        • Doseringen tot 2,2 mg/kg/uur zijn beschreven voor uitzonderlijke gevallen.
        • Titreer onderhoudsdosis op basis van de Train of Four (TOF) test
        • Om overdosering op de intensive care te voorkomen, moet de toediening regelmatig worden gestopt (bijv. 1/dag) om het positieve effect van ontspanning te controleren en de mate van sedatie in te schatten.
        Alternatieve onderhoudsbehandeling tijdens chirurgie: 0,1 - 0,2 mg/kg/dosis, bolus. Herhaal zo nodig op basis van de Train of Four (TOF) test.  Voor langdurige inhalatieanesthesie de dosis verlagen tot 0,075 - 0,1 mg/kg/dosis, bolus.    .

Nierfunctiestoornissen bij kinderen > 3 maanden

GFR ≥10 ml/min/1,73m2: Bij nierinsufficiëntie is de werkingsduur verlengd. Voor noodinductie wordt een initiële dosis van 0,6 mg/kg en een onderhoudsdosis van 0,075-0,1 mg/kg aanbevolen, ongeacht de anesthesiemethode. Bij toediening als continue infusie is de aanbevolen onderhoudsdosis 0,3-0,4 mg/kg per uur (KNMP-IM).
GFR <10 ml/min/1,73m2: er kan geen algemene aanbeveling worden gegeven.

Bijwerkingen bij kinderen

Tachycardie (bij 1,4% van de kinderen) (SmPC)

Bijwerkingen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Zelden tot soms (0,01–1%): tachycardie, hypotensie. Verlengd neuromusculair blok variërend van skeletspierzwakte tot diepe en verlengde skeletspierparalyse (zeer zelden). Vertraagd herstel na anesthesie. Lokale injectieplaatsreacties: pijn bij injectie is gemeld gedurende spoedinductie van anesthesie (met propofol bij 16%, met fentanyl/thiopental bij 0,5% van de patiënten).

Zeer zelden (< 0,01%): overgevoeligheid. Anafylactische/anafylactoïde reacties met symptomen zoals bronchospasmen, cardiovasculaire veranderingen (hypotensie, tachycardie en circulatoire collaps/shock) en cutane veranderingen (angio-oedeem (o.a. gezicht), jeuk, (erythemateuze) huiduitslag, exantheem, urticaria). Luchtwegcomplicaties als gevolg van de anesthesie. Overmatig blozen/warmteopwellingen. Van verschillende neuromusculair blokkerende middelen is, in combinatie met corticosteroïden, spierzwakte en myopathie gemeld bij langdurige toepassing op de intensive care.

Verder zijn gemeld: verlengd neuromusculair blok resulterend in respiratoire insufficiëntie of apneu. Mydriase of lichtstijve pupillen, in de context van een mogelijke toename van de permeabiliteit of een beschadiging van de bloed-hersenbarrière. Kounissyndroom.

Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb

  • Bij kinderen worden veel geneesmiddelen off-label gebruikt. Alle ervaringen zijn belangrijk om te melden om zo meer kennis te verzamelen en te delen
  • Ook wanneer u niet zeker weet of de bijwerking echt door het geneesmiddel komt
Meld hier

Waarschuwingen en voorzorgen bij kinderen

Monitor de neuromusculaire functie. De werkingsduur voor spierverslappers is dusdanig variabel dat voor extubatie relaxatiemeting overwogen dient te worden en zo nodig te geantagoneerd moet worden. 

Bij kinderen met obesitas wordt aanbevolen het ideale lichaamsgewicht of het aangepaste lichaamsgewicht te gebruiken bij het berekenen van de dosis rocuronium in plaats van het totale lichaamsgewicht (Ross 2015; NHS 2021).

Kruisovergevoeligheid – ook uit andere groepen – is mogelijk. Dit kan gebaseerd zijn op de hulpstoffen maar ook op de werkzame stof. Advies is om bij een vermeende allergische reactie op een spierverslapper een kinderallergoloog te consulteren  met het verzoek tevens te testen op veiligheid van alternatieve spierverslappers.

 

Waarschuwingen en voorzorgen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Aangezien rocuronium paralyse van de ademhalingsspieren veroorzaakt, de patiënt kunstmatig beademen totdat de spontane ademhaling voldoende is hersteld. Vooraf beoordelen of intubatieproblemen verwacht kunnen worden, in het bijzonder bij een spoed-inductieprocedure. In geval van moeilijkheden bij intubatie resulterend in de noodzaak tot onmiddellijke opheffing van het neuromusculair blok, overweeg dan het gebruik van sugammadex (Bridion®).

Na een intubatie(poging) met suxamethonium, rocuronium pas toedienen na herstel van het neuromusculaire blok door suxamethonium.

Wees zeer voorzichtig bij bekende overgevoeligheid voor andere neuromusculaire blokkers, aangezien een hoog percentage van kruisovergevoeligheid (> 50%) tussen de verschillende neuromusculaire blokkers is gemeld. Wanneer een overgevoeligheidsreactie optreedt onder algehele anesthesie, moet daarna getest worden op overgevoeligheid voor andere neuromusculair blokkerende stoffen.

Wees bij toediening van neuromusculair blokkerende stoffen bedacht op het optreden van jeuk en erytheem op de plaats van injectie en/of van systemische histaminoïde (anafylactoïde) reacties. Bij rocuronium trad bij snelle toediening van een bolusdosis van 0,3–0,9 mg/kg lichaamsgewicht slechts een geringe toename van de gemiddelde histamineplasmaspiegel op.

Initiële doseringen tot 2 mg/kg lichaamsgewicht laten geen nadelige cardiovasculaire effecten zien. Bij patiënten die cardiovasculaire chirurgie ondergingen trad tijdens de aanvang tot de maximumblokkade bij doses van 0,6–0,9 mg/kg lichaamsgewicht een kleine (klinisch niet significante) toename van de hartfrequentie (tot 9%) en van de gemiddelde bloeddruk op (tot 16%), ten opzichte van de controlewaarden.

Verlengde paralyse en/of spierzwakte na langdurig gebruik van spierrelaxantia op de intensive care is gemeld. Monitor de mate van neuromusculaire blokkade om een mogelijke verlengd neuromusculair blok en/of overdosering te voorkomen en om de dosering aan te passen op basis van het effect bij de patiënt. Tijdens neuromusculaire blokkade adequate pijnstilling en sedatie toedienen.

Op de intensive care is na langdurig gebruik van verschillende niet-depolariserende neuromusculair blokkerende middelen in combinatie met corticosteroïden frequent myopathie gemeld. Beperk de periode van gebruik van spierrelaxantia zoveel mogelijk, vooral wanneer ook corticosteroïden toegediend worden.

Aandoeningen die de farmacokinetiek en/of farmacodynamiek van rocuronium kunnen beïnvloeden:

  • Wees bij nierfalen en lever- of galwegaandoeningen voorzichtig, aangezien rocuronium wordt uitgescheiden in de urine en gal en verlenging van de werkingsduur is waargenomen bij doses van 0,6 mg/kg lichaamsgewicht; zie ook de rubrieken Dosering en Eigenschappen.
  • Condities die gepaard gaan met een verlengde circulatietijd, zoals cardiovasculaire aandoeningen, gevorderde leeftijd en oedeemvorming (gepaard gaande met toename van het verdelingsvolume), kunnen de aanvangstijd vertragen en de werkingsduur verlengen.
  • Wees bij neuromusculaire aandoeningen of na poliomyelitis zeer voorzichtig, aangezien de respons op neuromusculaire blokkers sterk kan variëren. Bij myasthenia gravis of het myasthenie (Eaton-Lambert-)syndroom, kunnen lage doses rocuronium (zeer) uitgesproken effecten hebben; bij deze aandoeningen rocuronium zorgvuldig titreren op geleide van de respons.
  • Bij ingrepen onder hypothermische condities neemt het neuromusculair blokkerend effect en de werkingsduur van rocuronium toe.
  • Indien de doses berekend worden uitgaande van het daadwerkelijke lichaamsgewicht kan rocuronium een verlengde werkingsduur en een verlengde spontane hersteltijd hebben; baseer de dosering daarom op het ideale lichaamsgewicht, 
  • Bij brandwonden (met > 10% totaal verbrand lichaamsoppervlak) kan zich resistentie voor niet-depolariserende neuromusculair blokkerende middelen ontwikkelen, hogere doses kunnen nodig zijn;
  • Wees voorzichtig bij zwangeren die worden behandeld met magnesiumzouten (bv. bij zwangerschapstoxicose).
  • Magnesiumzouten versterken het neuromusculair blok waardoor de opheffing ervan vertraagd of onvoldoende kan zijn; 
  • Ernstige verstoringen van de elektrolytenbalans, pH-wijzigingen van het bloed of dehydratie corrigeren (indien mogelijk) vóórdat rocuronium wordt toegediend. De volgende condities kunnen de effecten van rocuronium versterken:
    • hypokaliëmie (bv. na ernstig braken, diarree, diureticagebruik);
    • hypocalciëmie (bv. na uitgebreide transfusie);
    • hypermagnesiëmie;
    • dehydratie;
    • acidose, hypercapnie;
    • hypoproteïnemie;
    • cachexie.

Zoals geldt voor andere neuromusculair blokkerende middelen, is residuaal neuromusculair blok gerapporteerd bij gebruik van rocuronium. Om complicaties te voorkomen, de patiënt alleen extuberen nadat deze voldoende is hersteld van de neuromusculaire blokkade. Ouderen (> 65 jaar) hebben een verhoogd risico op residuale neuromusculaire blokkade. Houd ook rekening met andere factoren die residuaal blok kunnen veroorzaken na extubatie in de postoperatieve fase, zoals de toestand van de patiënt of geneesmiddelinteracties (zie rubriek Interacties). Overweeg, indien niet opgenomen in een standaardprocedure, in gevallen met verhoogd risico op residuaal neuromusculair blok, het gebruik van een acetylcholinesteraseremmer of sugammadex (Bridion®).

Rocuronium induceert, bij dieren, geen maligne hyperthermie.

Interacties Bron: KNMP/Informatorium Medicamentorum

Interacties Niet-depolariserende stoffen algemeen

Niet beoordeeld:

Afname effect: de neuromusculaire blokkade kan worden geantagoneerd door cholinesteraseremmers, zoals neostigmine. Dit kan ook optreden bij centraal werkende cholinesteraseremmers, zoals donepezil en rivastigmine.

De neuromusculaire blokkade kan worden verminderd door carbamazepine en fenytoïne.

Toename effect: aminoglycosiden, colistine en polymyxine B hebben zelf een neuromusculair blokkerende werking en kunnen de neuromusculaire blokkade versterken.

Inhalatie-anesthetica, zoals isofluraan en sevofluraan, esketamine, kinine, kinidine, chloroquine, corticosteroïden, magnesiumzouten (parenteraal) en voorafgaande toediening van suxamethonium kunnen de neuromusculaire blokkade versterken.Als suxamethonium na een niet-depolariserende stof wordt toegediend, kan zowel versterking als verzwakking van de neuromusculaire blokkade optreden.

Diuretica, zoals furosemide, kunnen het effect versterken of verzwakken.

PERIFEER WERKENDE SPIERRELAXANTIA

Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.

CHOLINEDERIVATEN
M03AB01
OVERIGE KWATERNAIRE AMMONIUMVERBINDINGEN

Atracurium

Tracrium
M03AC04

Cisatracurium

Nimbex
M03AC11

Mivacurium

Mivacron
M03AC10
M03AC03
OVERIGE PERIFEER WERKENDE SPIERRELAXANTIA

Botulinetoxine A

Botox, Dysport, Xeomin
M03AX01

Referenties

  1. NV Organon, SPC Esmeron (RVG 16946) 07-08-2014, www.geneesmiddeleninformatiebank.nl
  2. Cheng CA et al, Comparison of rocuronium and suxamethonium for rapid tracheal intubation in children, Paediatr Anaesth, 2002, Feb;12(2), 140-5
  3. Lemson J et al., The effect of neuromuscular blockade on oxygen consumption in sedated and mechanically ventilated pediatric patients after cardiac surgery., Intensive Care Med. , 2008, Dec;34(12), 2268-72
  4. Mazurek AJ et al, Rocuronium versus succinylcholine: are they equally effective during rapid-sequence induction of anesthesia?, Anesth Analg. , 1998, Dec;87(6), 1259-62
  5. Tobias JD et al, Continuous infusion of rocuronium in a paediatric intensive care unit., Can J Anaesth., 1996, Apr;43(4), 353-7
  6. Woolf RL et al, Dose-response of rocuronium bromide in children anesthetized with propofol: a comparison with succinylcholine., Anesthesiology., 1997, Dec;87(6), 1368-72
  7. Merck Sharp & Dohme B.V., , SmPC Esmeron (RVG 16946) 19-12-22, www.geneesmiddeleninformatiebank.nl
  8. Wierda JM, et al, Pharmacokinetics and pharmacokinetic-dynamic modelling of rocuronium in infants and children. , Br J Anaesth, 1997, 78(6), 690-5
  9. Vuksanaj D, et al, Pharmacokinetics of rocuronium in children aged 4-11 years, Anesthesiology, 1995, 82(5), 1104-10
  10. Ross EL, et al., Development of recommendations for dosing of commonly prescribed medications in critically ill obese children, Am J Health Syst Pharm, 2015, 72(7), 542-56
  11. National Health Service (NHS)., How should medicines be dosed in children who are obese? , Available from: https://www.sps.nhs.uk/articles/how-should-medicines-be-dosed-in-children-who-are-obese/, 2021
  12. Wu L, et al., Effect of neuromuscular block on surgical conditions during laparoscopic surgery in neonates and small infants: A randomised controlled trial., Eur J Anaesthesiol, 2023, 40(12), 928-35
  13. Rapp HJ, et al., Neuromuscular recovery following rocuronium bromide single dose in infants., Paediatr Anaesth., 2004, 14(4), 329-35
  14. Working group Neonatal pharmacology, Expert opnion on the use of rocuronium - 04-03-2024
  15. Informatorium Medicamentorum., (Interacties), Geraadpleegd 24 okt 2023
  16. ZorgInstituut Nederland, Farmacotherapeutisch kompas (Eigenschappen, bijwerkingen, contra-indicaties, waarschuwingen en voorzorgen), Geraadpleegd 24 okt 2023

Wijzigingen

  • 04 juli 2024 14:51: De beschikbare wetenschappelijk literatuur over de toepassing van rocuronium bij neonaten is beoordeeld in het kader van het NEODOSE project. Dit heeft geleid tot de toevoeging van een doseeradvies voor premature neonaten.
  • 28 februari 2024 15:34: Correctie van doseer unit 'bij geval van nood kan een snelle intubatie sequentie overwogen worden"
  • 14 november 2023 17:38: De beschikbare wetenschappelijke literatuur over de toepassing van rocuronium bij kinderen is opnieuw beoordeeld. Dit heeft geleid tot het samenvoegen van de indicaties intubatie en spierverslapping tijdens anaesthesie en op de IC. Tevens is er een voorzorg toegevoegd tav dosering bij obese kinderen.
  • 22 oktober 2015 15:21: De beschikbare wetenschappelijke literatuur over de toepassing van rocuronium, bij kinderen is beoordeeld. Dit heeft geleid tot een wijziging van het doseeradvies

Therapeutic Drug Monitoring


Overdosering