Is een middellangwerkend spierrelaxans. Heeft geen vagolytische werking en vrijkomen van histamine is niet waargenomen.
Neuromusculair werkende spierrelaxantia grijpen aan op de motorische eindplaat. Zij veroorzaken een verminderde respons van acetylcholine. Niet-depolariserende stoffen hebben hoge affiniteit voor de receptor, maar veroorzaken geen polarisatie. Er ontstaat direct een verlamming van de spieren. Effect binnen 1-2 minuten. Werkingsduur 20-30 minuten. Kinderen jonger dan 1 jaar zijn gevoeliger voor de neuromusculaire blokkade, de werkingsduur is gewoonlijk verlengd.
Vd:0,29- 0,43 l/kg (zuigelingen en volwassen) en 0,13-0,32 l/kg (kinderen)
Cl: 2,8-9,0 ml/kg/min (neonaten, zuigelingen, kinderen en volwassenen)
Verslapping van de skeletspieren: on-label
Toon SmPC tekst Toon SmPC tekstNiet beschikbaar in Nederland
Verslapping van skeletspieren |
---|
|
GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.
GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.
Verlengd neuromusculair blok, anafylactische reacties, histamineafgifte en histaminoïde reacties.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Overgevoeligheid. Er bestaat bovendien kruisovergevoeligheid tussen verschillende perifeer werkende spierrelaxantia.
Voorzichtigheid is geboden bij aandoeningen van de lever en/of de galwegen en nierinsufficiëntie, verlengde circulatietijd, neuromusculaire aandoeningen, hypothermie, obesitas, brandwonden
Overige aandoeningen die het effect van vecuronium kunnen versterken, zijn:
Hypokaliëmie (bijvoorbeeld na ernstig braken, diarree, behandeling met diuretica),
hypermagnesiëmie, hypocalciëmie (na omvangrijke transfusies), hypoproteïnemie, dehydratie, acidosis, hypercapnie, cachexie.
Op basis van preklinische bevindingen kan vecuronium een afname van de partiële tromboplastinetijd en de protrombinetijd teweegbrengen, net als pancuroniumbromide, d-tubocurarine of andere nietdepolariserende neuromusculair blokkerende stoffen.
Interacties perifeer werkende spierrelaxantia algemeen:
Niet-depolariserende stoffen
Niet beoordeeld:
Afname effect: de neuromusculaire blokkade kan worden geantagoneerd door cholinesteraseremmers als neostigmine; een dergelijke werking wordt ook verwacht van centraal werkende cholinesteraseremmers als rivastigmine. De blokkade kan ook worden verminderd door carbamazepine, fenytoïne en calciumzouten (intraveneus).
Toename effect: aminoglycosiden, colistine en polymyxine B hebben zelf een neuromusculair blokkerende werking en kunnen de neuromusculaire blokkade versterken. Ook kunnen inhalatie-anaesthetica (desfluraan en isofluraan het meest), esketamine, kinine, kinidine, chloroquine, corticosteroïden (hoge doseringen), magnesiumzouten (parenteraal) en voorafgaande toediening van suxamethonium de neuromusculaire blokkade versterken.
Als suxamethonium na een niet-depolariserende stof wordt toegediend, kan zowel versterking als verzwakking van de neuromusculaire blokkade optreden.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
CHOLINEDERIVATEN | ||
---|---|---|
M03AB01 |
OVERIGE KWATERNAIRE AMMONIUMVERBINDINGEN | ||
---|---|---|
Tracrium
|
M03AC04 | |
Nimbex
|
M03AC11 | |
Mivacron
|
M03AC10 | |
Esmeron
|
M03AC09 |
OVERIGE PERIFEER WERKENDE SPIERRELAXANTIA | ||
---|---|---|
Botox, Dysport, Xeomin
|
M03AX01 |