Mivacurium is een selectieve, kortwerkende, niet-depoliserende spierverslapper met een korte herstelfase. Het bindt competitief aan de acetylcholine (nicotine) receptoren op de motorische eindplaat en blokkeert de werking van acetylcholine, hetgeen resulteert in blokkade van de neuromusculaire prikkeloverdracht. De werking is maximaal na 2–3 minuten en houdt, afhankelijk van de dosis, 13–23 minuten aan. Bij kinderen heeft het een sneller intredende werking (maximaal binnen 1,4–2 min), een kortere klinisch effectieve werkingsduur (ca. 9 min) en een sneller optredend spontaan herstel dan bij volwassenen.
Hersteltijd en het eventueel opheffen van de neuromusculaire blokkade: Spontaan herstel is onafhankelijk van de infusieduur en vergelijkbaar met herstel na een enkelvoudige dosis. Ingetreden spontaan herstel is bij volwassenen binnen 15 minuten en bij kinderen < 12 jaar binnen 10 minuten volledig en onafhankelijk van de dosis. De neuromusculaire blokkade is daarnaast te antagoneren met cholinesteraseremmers zoals neostigmine. Aangezien spontaan herstel echter snel optreedt, is routinematige opheffing van de blokkade niet noodzakelijk, omdat hierdoor de hersteltijd met slechts 5 tot 6 minuten wordt bekort.
Onderhoud met opvolgende, aanvullende doses of continue infusie na een initiële bolusinjectie veroorzaakt geen tachyfylaxie of cumulatie van het neuromusculair blokkerend effect. Mivacurium heeft in het aanbevolen doseringsbereik geen significante vagus- of ganglionblokkerende eigenschappen. Hierdoor heeft het geen klinisch significante effecten op de hartfrequentie en zal het bradycardie, bv. ten gevolge van vagale stimulatie tijdens de operatieve ingreep of van toegepaste anesthetica, niet maskeren.
Geen informatie
Inj.vlst. (als dichloride) 2 mg/ml
Neuromusculaire blokkade |
---|
|
Neuromusculaire blokkade tijdens endotracheale intubatie |
---|
GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.
GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.
Het veiligheidsprofiel bij kinderen is vergelijkbaar met dat van volwassenen.
Zeer vaak (> 10%): overmatig blozen.
Soms (0,1-1%): bronchospasmen. Voorbijgaande tachycardie, hypotensie. Erytheem, urticaria.
Zeer zelden (< 0,01%): ernstige anafylactische of anafylactoïde reactie.
Enkele bijwerkingen zijn in verband gebracht met de vrijgave van histamine; zie voor meer informatie de rubriek Waarschuwingen en voorzorgen.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
patiënten die homozygoot zijn voor het atypische plasmacholinesterase gen (incidentie 1:2500).
Monitor de neuromusculaire functie. De werkingsduur voor spierverslappers is dusdanig variabel dat voor extubatie relaxatiemeting overwogen dient te worden en zo nodig te antagoneren.
Kruisovergevoeligheid – ook uit andere groepen – is mogelijk. Dit kan gebaseerd zijn op de hulpstoffen maar ook op de werkzame stof. Advies is om bij een vermeende allergische reactie op een spierverslapper een kinderallergoloog te consulteren en met het verzoek tevens te testen op veiligheid van alternatieve spierverslappers.
Kruisovergevoeligheid: Wees voorzichtig bij een bekende overgevoeligheid voor andere neuromusculaire blokkers, aangezien een hoog percentage van kruisovergevoeligheid (> 50%) tussen de verschillende neuromusculaire blokkers is gemeld.
Verlengde en versterkte neuromusculaire blokkade kan voorkomen als gevolg van lagere activiteit van plasmacholinesterase bij patiënten met:
Een geringe vermindering van de plasmacholinesterase activiteit (cholinesteraseplasmaspiegel ≥ 80% van de ondergrens van de normale range) gaat niet gepaard met klinisch significante effecten op de werkingsduur.
Mivacurium is gecontra-indiceerd bij patiënten die homozygoot zijn voor het atypische plasmacholinesterase gen (incidentie 1:2500). Bij hen wordt, door afwezigheid van pseudocholinesterase, mivacurium niet afgebroken waardoor zij uiterst gevoelig zijn voor de neuromusculair blokkerende effecten ervan; een geringe dosis van 0,03 mg/kg lichaamsgewicht kan volledig neuromusculaire blokkade geven gedurende 26–128 minuten. Wees voorzichtig bij patiënten die heterozygoot zijn voor het atypische plasmacholinesterase gen; de klinisch effectieve werkingsduur van 0,15 mg/kg is bij hen circa 10 minuten langer dan bij controlepatiënten.
Patiënten met brandwonden eerst een testdosis (zie Dosering) toedienen, gevolgd door aangepaste doses, waarbij controle van de mate van relaxatie met behulp van een perifere zenuwstimulator noodzakelijk is. Bij dergelijke patiënten kan (bij brandwonden met > 10% totaal verbrand lichaamsoppervlak) zich resistentie voor niet-depolariserende neuromusculair blokkerende middelen ontwikkelen, waardoor hogere doses nodig kunnen zijn. Er kan echter ook sprake zijn van verminderde plasmacholinesterase activiteit, hetgeen juist dosisreductie noodzakelijk maakt.
Opheffen van de neuromusculaire blokkade: wacht eerst tekenen van spontaan herstel af, alvorens een antagonist (bv. neostigmine) toe te dienen. Het wordt sterk aanbevolen een perifere neurostimulator te gebruiken om het herstel te evalueren vóór en na het opheffen van de neuromusculair blokkade.
Histaminerelease en cardiovasculaire effecten: Wees voorzichtig bij (vermoeden van) een verhoogde gevoeligheid voor de vrijgave van histamine op basis van de anamnese, bv. bij een bekende allergie of astma; bij dergelijke patiënten mivacurium toedienen over een periode van 60 seconden. Bij volwassenen kan toediening van een snelle bolusinjectie van ≥ 0,2 mg/kg lichaamsgewicht, vrijzetting van histamine veroorzaken. Langzamere toediening van een dosis van ≥ 0,2 mg/kg lichaamsgewicht (in 30–60 s) of het toedienen in verdeelde doses (in 30 s) vermindert de (cardiovasculaire) effecten van histamine. Bij kinderen werd de cardiovasculaire tolerantie niet beïnvloed door toediening van een snelle bolusinjectie van 0,2 mg/kg lichaamsgewicht.
Wees verder voorzichtig bij:
Er zijn geen onderzoeksgegevens over:
Niet relevant: cyclofosfamide kan de werkingsduur verlengen; mivacurium wordt snel gehydrolyseerd door pseudocholinesterase, de pseudocholinesteraseconcentratie kan dalen door cyclofosfamide.
Geen interactie: in de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met irinotecan.
Interacties Perifeer werkende spierrelaxantia algemeen:
Niet-depolariserende stoffen:
Niet beoordeeld:
Afname effect: de neuromusculaire blokkade kan worden geantagoneerd door cholinesteraseremmers, zoals neostigmine. Dit kan ook optreden bij centraal werkende cholinesteraseremmers, zoals donepezil en rivastigmine.
De neuromusculaire blokkade kan worden verminderd door carbamazepine en fenytoïne.
Toename effect: aminoglycosiden, colistine en polymyxine B hebben zelf een neuromusculair blokkerende werking en kunnen de neuromusculaire blokkade versterken.
Inhalatie-anesthetica, zoals isofluraan en sevofluraan, esketamine, kinine, kinidine, chloroquine, corticosteroïden, magnesiumzouten (parenteraal) en voorafgaande toediening van suxamethonium kunnen de neuromusculaire blokkade versterken.
Als suxamethonium na een niet-depolariserende stof wordt toegediend, kan zowel versterking als verzwakking van de neuromusculaire blokkade optreden.
Diuretica, zoals furosemide, kunnen het effect versterken of verzwakken.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
CHOLINEDERIVATEN | ||
---|---|---|
M03AB01 |
OVERIGE KWATERNAIRE AMMONIUMVERBINDINGEN | ||
---|---|---|
Tracrium
|
M03AC04 | |
Nimbex
|
M03AC11 | |
Esmeron
|
M03AC09 | |
M03AC03 |
OVERIGE PERIFEER WERKENDE SPIERRELAXANTIA | ||
---|---|---|
Botox, Dysport, Xeomin
|
M03AX01 |