Tretinoine oraal

Stofnaam
Tretinoine oraal
Merknaam
Vesanoid
ATC code
L01XX14
Doseringen
Nierfunctiestoornissen

Produkten, hulpstoffen, toediening en tekorten
Bijwerkingen
Contraindicaties
Waarschuwingen en voorzorgen

Interacties
Eigenschappen (PD/PK)

Registratiestatus
Middelen uit dezelfde ATC groep
Referenties
Versiebeheer

Eigenschappen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Natuurlijke metaboliet van retinol (vitamine A), behorend tot de groep retinoïden. In-vitro induceert het de differentiatie en remt het de proliferatie bij cellen in getransformeerde hematopoëtische cellijnen, inclusief humane myeloïde leukemie cellijnen. Het werkingsmechanisme bij acute promyelocytaire leukemie zou kunnen berusten op een modificatie in de binding van tretinoïne aan een nucleaire retinoïnezuurreceptor (RAR), gegeven het feit dat de α-receptor van retinoïnezuur wordt veranderd door fusie met een eiwit, PML genaamd.

Farmacokinetiek bij kinderen

Er is hier op dit moment nog geen informatie over beschikbaar.

Label dosisadvies Kinderformularium

On-label

Toon SmPC tekst Toon SmPC tekst

SmPC tekst

Acute promyelocytaire leukemie:
Kinderen: 45 mg/m2/dag in 2 doses

Beschikbare toedieningsvormen/sterktes

Capsule 10 mg

Overige info toediening/beschikbaarheid

Informatie over geneesmiddeltekorten

Doseringen

Acute promyelocytaire leukemie
  • Oraal
    • 1 maand tot 18 jaar
      [1]
      • 45 mg/m²/dag in 2 doses.
      • Behandelduur:

        De behandeling voortzetten tot volledige remissie is bereikt, echter max. 90 dagen.

      • Bij kinderen met hardnekkige hoofdpijn dosisreductie (25 mg/m2/dag) overwegen.

Nierfunctiestoornissen bij kinderen > 3 maanden

Bij verminderde nierfunctie bij kinderen 10-50 ml/min:
oraal: 25 mg/m2 lich.oppervlak per dag in 2 doses.

Bijwerkingen bij kinderen

Er zijn enige vermeldingen over een toegenomen toxiciteit bij kinderen, die behandeld zijn met tretinoïne, in het bijzonder een toename van pseudotumor cerebri.

Bijwerkingen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Zeer vaak (≥ 10%): verhoogde intracraniële druk, benigne intracraniële hypertensie. Respiratoir falen, astma, nasale droogheid. Verwardheid, angst, depressie, insomnia, hoofdpijn, duizeligheid, paresthesie. Aritmie, blozen. Visusstoornissen, aandoeningen van het oogbindvlies. Gehoorbeschadiging. Verminderde eetlust. Droge mond, misselijkheid, braken, pijn in de onderbuik, diarree, obstipatie. Pancreatitis. Cheilitis, erytheem, huiduitslag, jeuk, alopecia, hyperhidrose. Botpijn. Pijn op de borst, rillingen, malaise. Verhoogde spiegels in het bloed van triglyceride, cholesterol, creatinine en verhoogde transaminasewaarden.

Verder zijn vermeld: cerebrovasculair accident, myocardinfarct, nierinfarct. Trombose. Necrotiserende fasciitis. Vasculitis, erythema nodosum, acute febriele neutrofiele dermatose. Myositis. Genitale ulceratie. Trombocytemie, basofilie. Hypercalciëmie, verhoogd histamineniveau. Tevens is gemeld het Sweet-syndroom (acute febriele neutrofiele dermatose) met pijnlijke plaques met pseudovesikels, leukocytose, en koorts; samenhangende symptomen zijn mogelijk zoals algehele malaise, artralgie, artritis, myalgie, hoofdpijn, aseptische meningitis, pulmonale alveolitis, soms conjunctivitis of episcleritis, soms maag-darmstoornissen en in zeldzame gevallen acute nier-, lever- en pancreasinsufficiëntie.

Toepassing bij hyperleukocytose (ca. 75% van de patiënten) kan aanleiding geven tot het retinoïnezuur-syndroom (tot 25% van deze patiënten), dat fataal kan verlopen. De symptomen zijn: koorts, dyspneu, acute ademnood, longinfiltraten, pleurale en pericardiale effusie, verlaagde bloeddruk, oedeem, leverfalen, nierfalen en multipel orgaanfalen (MOF) (zie ook Waarschuwingen en Voorzorgen).

Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb

  • Bij kinderen worden veel geneesmiddelen off-label gebruikt. Alle ervaringen zijn belangrijk om te melden om zo meer kennis te verzamelen en te delen
  • Ook wanneer u niet zeker weet of de bijwerking echt door het geneesmiddel komt
Meld hier

Waarschuwingen en voorzorgen bij kinderen

Pseudotumor cerebri komt vaker voor bij pediatrische patiënten dan bij volwassenen. Data van klinische studies laten zien dat er een verminderde incidentie is van pseudotumor cerebri wanneer een lage dosis tretinoïne gebruikt wordt, zonder afbreuk te doen aan de resultaten. Daarom zou een dosisverlaging tot 25 mg/m2 moeten worden overwogen voor kinderen met symptomen van toxiciteit, zoals hardnekkige hoofdpijn.

Bij patiënten die tabletten met retinoïden gebruikten, zijn zeldzame gevallen van depressie, verergering van depressie, angst en stemmingsstoornissen gemeld (DHPC). Voorzichtheid is geboden bij patienten met depressie in de voorgeschiedenis.

Waarschuwingen en voorzorgen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Controles tijdens de behandeling: het bloedbeeld, stollingsprofiel, de leverfunctie, triglyceriden- , cholesterol- en calciumspiegels frequent controleren.

Ondersteunende maatregelen om APL-geassocieerde coagulopathie tegen te gaan omvatten toediening van een transfusie met bloedplaatjes om het aantal bloedplaatjes > 30–50 × 109/l te houden en vers ingevroren plasma of fibrinogeen om het fibrinogeen-niveau > 2,9–4,4 mmol/l te houden. Deze waarden dagelijks controleren en ondersteunende zorg voortzetten gedurende de hele inductiefase tot het verdwijnen van klinische en laboratoriumtekenen van coagulopathie.

Het APL-differentiatiesyndroom (A-DS)/retinoïnezuursyndroom (RAS) is frequent gemeld (ca. 26%) en kan een fatale afloop hebben. A-DS wordt gekenmerkt door koorts, dyspneu, acute ademnood, longinfiltraten, hypotensie, pleurale en pericardeffusies, hypotensie, oedeem, gewichtstoename, lever-, nier- en 'multiple organ dysfunction syndrome' (MODS). Vroege herkenning en behandeling van A-DS is van essentieel belang. Bij optreden van het syndroom direct dexamethason i.v. 10 mg elke 12 uur toedienen gedurende ten minste 3 dagen of tot de symptomen verdwijnen. In ernstige gevallen tijdelijke onderbreking van de behandeling met tretinoïne overwegen. A-DS gaat vaak gepaard met hyperleukocytose (zie Hyperleukocytose). Bij een verhoogde BMI nauwlettend controleren (ademhalingsfunctie, diurese en creatininegehalte) aangezien een verhoogde BMI een risicofactor is voor A-DS.

Hyperleukocytose behandelen met een volledige dosis chemotherapie op basis van antracycline. Onmiddellijke behandeling wordt aanbevolen indien aantal witte bloedcellen (WBC) ≥ 5 × 109/l is bij diagnose of gedurende behandeling met tretinoïne. Bij combinatietherapie van tretinoïne met arseentrioxide, het gebruik van hydroxycarbamide overwegen om WBC < 10 × 109/l te houden.

Tretinoïne kan intracraniële hypertensie/pseudotumor cerebri veroorzaken, gekenmerkt door hersenoedeem, hoofdpijn, papiloedeem, dubbelzien, en eventueel veranderde staat van bewustzijn. Indien intracraniële hypertensie zich voordoet, de dosis tretinoïne verlagen in aanvulling op toediening van diuretica (acetazolamide), corticosteroïden en/of analgetica.

QTc-verlenging: bij combinatietherapie met arseentrioxide zijn QTc-verlengingen gemeld. Beoordeel vóór starten en tijdens behandeling ECG's. Verlenging van het QT-interval kan leiden tot ventriculaire aritmie van het type 'torsade de pointes', dat fataal kan zijn. Extra alert zijn bij aanwezigheid van risicofactoren voor QT-verlenging (zoals hypokaliëmie, hypocalciëmie, hypomagnesiëmie, bradycardie, hartfalen, myocardinfarct, comedicatie met geneesmiddelen die het QT-interval verlengen, congenitale of verworven QT-verlenging, hoge leeftijd); zie voor meer informatie arseentrioxide.

Risico op levertoxiciteit is verhoogd bij combinatietherapie met arseentrioxide, m.n. tijdens de eerste fase van behandeling (inductietherapie); deze wordt vooral gekenmerkt door een stijging van transaminasen. Leverschade is reversibel bij het staken van arseentrioxide en/of tretinoïne.

Psychische stoornissen: (toename van) depressie en andere psychische stoornissen (o.a. angst, stemmingswisselingen) zijn gemeld bij gebruik van systemische retinoïden, waaronder tretinoïne. Wees alert bij een voorgeschiedenis van depressie of psychose; alle patiënten controleren op tekenen van depressie en andere psychische stoornissen en indien noodzakelijk doorverwijzen voor behandeling.

Bloeddonatie: tijdens de behandeling met tretinoïne en binnen 1 maand na staken geen bloed doneren, vanwege potentieel risico voor de foetus indien een zwangere vrouw een transfusie krijgt.

Het Sweet-syndroom (acute febriele neutrofiele dermatose) reageert goed op toediening van corticosteroïden; zie ook de rubriek Bijwerkingen.

Interacties Bron: KNMP/Informatorium Medicamentorum

Relevant: combinatie met een tetracycline wordt ontraden, omdat zowel tretinoïne als tetracycline benigne intracraniale hypertensie kunnen veroorzaken.

Niet relevant: tretinoïne versnelt zijn eigen klaring, fluconazol en ketoconazol kunnen dit remmen. Bij combinatie met fluconazol is een geval van psuedotumor cerebri gemeld.

Geen interactie: in de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met tranexaminezuur of aprotinine; in zeldzame gevallen zijn trombotische complicaties gemeld, maar dit is niet het gevolg van een interactie.

In de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met de minipil. De minipil is echter minder betrouwbaar dan andere hormonale anticonceptiemethoden en dient niet te worden gebruikt als anticonceptivum bij behandeling met tretinoïne.

Niet beoordeeld: tretinoïne en benzoylperoxide zijn chemisch onverenigbaar; gelijktijdige cutane toepassing moet worden vermeden. Het is wel mogelijk bijvoorbeeld tretinoïne 's avonds en benzoylperoxide 's morgens toe te passen.

OVERIGE ONCOLYTICA

Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.

METHYLHYDRAZINEN

Procarbazine

Natulan
L01XB01
MONOKLONALE ANTILICHAMEN

Blinatumomab

Blincyto
L01XC19

Ipilimumab

Yervoy
L01XC11
PROTEINEKINASEREMMERS

Dasatinib

Sprycel
L01XE06

Imatinib

Glivec
L01XE01
OVERIGE ONCOLYTICA

Amsacrine

Amsidine
L01XX01

Asparaginase

Spectrila (colaspase), Erwinase (crisantaspase)
L01XX02

Hydroxycarbamide

Siklos, Xromi
L01XX05
L01XX19

Mitotaan

Lysodren
L01XX23

Pegaspargase

Oncaspar
L01XX24
L01XX71
PROTEASOOMREMMERS

Bortezomib

Velcade
L01XG01

Referenties

  1. Cheplapharm Arzneimittel GmbH, SmPC Vesanoid (RVG 20455) 16-05-2017, www.geneesmiddeleninformatiebank.nl
  2. Informatorium Medicamentorum, (Interacties, nierfunctiestoornissen), Geraadpleegd 25 jan 2018
  3. Zorginstituut Nederland, Farmacotherapeutisch kompas (eigenschappen, contra-indicaties, waarschuwingen en voorzorgen, bijwerkingen), Geraadpleegd 25 jan 2018
  4. College ter Beoordeling van Geneesmiddelen, DHPC Retinoiden 05-12-2019, www.cbg-meb.nl

Wijzigingen

  • 29 januari 2018 10:41: Nieuw toegevoegd obv SmPC

Therapeutic Drug Monitoring


Overdosering