Eigenschappen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas
Meest actieve, natuurlijk oestrogeen. Het substitueert voor het verlies aan eigen oestrogeenproductie bij postmenopauzale vrouwen, waardoor menopauzale klachten worden verlicht. Oestrogenen gaan verlies van botmassa door menopauze of ovariëctomie, tegen.
Farmacokinetiek bij kinderen
Geen informatie over PK bij kinderen.
Bij volwassenen wordt na orale toediening binnen 4 tot 8 uur een Cmax van ongeveer 30 pg/ml bereikt. De biologische beschikbaarheid na transdermale toediening via een pleister is ongeveer 20 keer hoger dan na orale toediening. In studies bij postmenopauzale vrouwen die estradiolpleisters met 25, 37,5, 50 en 100 µg/24 uur hebben gebruikt, waren de Cmax-waarden respectievelijk ongeveer 25 pg/ml, 35 pg/ml, 50-55 pg/ml en 95-105 pg/ml. Het distributievolume bij volwassenen is 1,2 l/kg en de eliminatiehalfwaardetijd is ongeveer 24 uur. Na stopzetting van orale toediening worden de normale estradiol- en oestronconcentraties in het plasma binnen 3-4 dagen hersteld. Binnen 24 uur na verwijdering van de pleister keren de plasmaconcentraties terug naar de uitgangswaarde [SmPC Progynova] [SmPC Sandoz] [SmPC Systen].
Label dosisadvies Kinderformularium
Oraal:on-label
Transdermaal: off-label
Toon SmPC tekst
Toon SmPC tekst
SmPC tekst
Puberteitsinductie: start 5 mcg/kg/dag in 1 dosis. Dosering elke 6-9 maanden ophogen tot een doorbraakbloeding ontstaat, max 2 mg/dag
behandeling van syndroom van Turner: 2 mg/dag in combinatie met een cyclisch progestageen.
Beschikbare toedieningsvormen/sterktes
Pleister, transdermaal 50 mcg/etmaal; 75 mcg/etmaal; 100 mcg/etmaal
- Er zijn transdermale patches in geregistreerd in Nederland in sterktes 50 microg/etmaal, 75 microg/etmaal en 100 microg/etmaal. In het buitenland zijn transdermale patches van 25 microg/etmaal verkrijgbaar (Evorel). Deze zijn op artsenverklaring te bestellen.
- In stukken geknipte patches kunnen minimaal 5 dagen in verpakking bewaard worden, zonder dat de concentratie estradiol op de pleister stukjes verandert (Ankargberg-Lindgren 2019)
Tablet 0,5 mg, 2 mg
Dragee (valeraat) 1 mg, 2 mg
Overige info toediening/beschikbaarheid
Informatie over geneesmiddeltekorten
Doseringen
Puberteitsinductie bij hypogonadisme |
- Oraal
-
Meisjes
≥ 11 jaar
[6]
[10]
[11]
-
Aanvangsdosering tijdens het eerste behandeljaar (0-12 maanden):
5
microg./kg/dag
in 1
dosis Innemen bij het slapen gaan. .
Daarna:
|
Standaard schema |
Aangepast schema Bij oudere leeftijd of klinische symptomen (borstontwikkeling, verhoogde groeisnelheid ) een snellere pubertetitsontwikkeling ondersteunen |
13 - 24 maanden |
5 microg./kg/dag |
7,5 microg./kg/dag |
25 - 30 maanden |
7,5 microg./kg/dag |
10 microg./kg/dag |
31 - 36 maanden |
10 microg./kg/dag |
15 microg./kg/dag |
37 - 42 maanden |
15 microg./kg/dag |
20 microg./kg/dag |
43-48 maanden |
20 microg./kg/dag |
Verdere titratie naar volwassen dosis ( 2 mg/dag) |
≥49 maanden |
Verdere titratie naar volwassen dosis ( 2 mg/dag) |
|
- Dosering/titratie aanpassen naar individuele behoefte
- Transdermaal
-
Meisjes
≥ 11 jaar
[5]
[6]
[12]
[17]
|
< 40 kg |
> 40-55 kg |
> 55 kg |
Jaar 1 |
3,1 microg |
4,2 microg |
6,2 microg |
Jaar 2 |
6,2 microg |
8,3 microg |
12,5 microg |
|
< 50 kg |
50-65 kg |
≥ 65 kg |
Jaar 3 |
16,7 microg |
18,8 microg |
25 microg |
Jaar 4 en verder |
1 microg/kg/dag |
1 microg/kg/dag |
1 microg/kg/dag |
|
Pleister 25 microg |
Pleister 50 microg |
3,1 microg |
1/8e deel van pleister |
1/16e deel van pleister |
4,2 microg |
1/6e deel van pleister |
1/12e deel van pleister |
6,2 microg |
1/4e deel van pleister |
1/8e deel van pleister |
8,3 microg |
1/3e deel van pleister |
1/6e deel van pleister |
12,5 microg |
1/2e deel van pleister |
1/4e deel van pleister |
16,7 microg |
2/3e deel van pleister |
1/3e deel van pleister |
18,8 microg |
3/4e deel van pleister |
3/8e deel van pleister |
25 microg |
Hele pleister |
Halve pleister |
- Jaar 1 en 2: Aanbrengen vóór slapen volgende ochtend verwijderen
- Jaar 3: benodige dosis in 2 gelijke delen verdelen en beide delen aanbrengen in de avond. In de ochtend 1 deel verwijderen en 1 deel laten zitten tot aanbrengen van nieuwe pleister.
- Jaar 4: Pleister blijft in zijn geheel continue op de huid. 3 x per week een nieuwe pleister aanbrengen (elke 2-3 dagen)
- Aan het begin van jaar 4 in de ochtend serum estradiol bepalen (target range 150–450 pmol/L
|
Priming voorafgaand aan groeihormoontest |
- Oraal
-
Meisjes ≥ 8 jaar
<
20 kg
[13]
[14]
-
Meisjes ≥ 8 jaar
≥ 20 kg
[14]
|
Nierfunctiestoornissen bij kinderen > 3 maanden
Er zijn geen gegevens bekend over doseeraanpassing bij nierfunctiestoornissen.
Bijwerkingen bij kinderen
Transdermaal (pleisters): milde huidreacties [Cisternino 1991].
Oraal: matige voorbijgaande borstvergroting wanneer estradiol gebruikt wordt voor priming [Martínez 2000].
Bijwerkingen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas
Oraal:
Vaak (1-10%): pijnlijke borsten, onregelmatig vaginaal bloedverlies incl. 'spotting', bekkenpijn. (Perifeer) oedeem. Misselijkheid, buikpijn, flatulentie. Hoofdpijn, migraine. Depressie. Asthenie. Beenkrampen. Gewichtsverandering. Huiduitslag, jeuk.
Soms (0,1-1%): borstvergroting, dysmenorroe, menorragie, veranderde vaginale afscheiding, pre–menstrueel syndroom. Vergroting van myomen. Vaginale candidiasis. Dyspepsie, braken. Duizeligheid. Nervositeit, libidoverandering. Visusstoornis. Galblaasaandoening, cholelithiase. Palpitaties. Veneuze trombo–embolie, hypertensie, perifeer vaatlijden, varicose. Overgevoeligheidsreacties, erythema nodosum, urticaria. Klachten van een cystitis. Rugpijn.
Zelden (0,01-0,1%): hirsutisme, acne. Gestoorde leverfunctie, soms met geelzucht. Vermoeidheid. Angst. Steiler worden van cornea, contactlens–intolerantie. Spierkrampen.
Zeer zelden (< 0,01%): hemolytische anemie. Chorea. Beroerte, myocardinfarct. Angio-oedeem, erythema multiforme, erythema nodosum, purpura, chloasma of melasma. Verergering van porfyrie.
Verder zijn gemeld: diarree. Alopecia. Slapeloosheid. Fibrocystische borstziekte.
Pleister:
Zeer vaak (> 10%): jeuk of huiduitslag op de plaats waar de pleister is aangebracht.
Vaak (1–10%): depressie, stemmingswisselingen. Migraine, duizeligheid, hoofdpijn. Visuele stoornissen. Misselijkheid, buikpijn, diarree. Jeuk, huiduitslag. Artralgie. Pijnlijke of gevoelige borsten, vergrote borsten, endometriumhyperplasie, dysmenorroe, menorragie, onregelmatig vaginaal bloedverlies incl. 'spotting', leukorroe. Verandering in lichaamsgewicht, vochtretentie met perifeer oedeem. Erytheem, oedeem of andere reactie op de plaats waar de pleister is aangebracht.
Soms (0,1-1%): genitale candidiase. Overgevoeligheid. Slapeloosheid. Vertigo. Hartkloppingen, hypertensie. Braken, dyspepsie, flatulentie. Erythema nodosum, urticaria, huidirritatie. Myalgie. Benigne borsttumor, verkleuring van de borsten, afscheiding uit de borsten, verhoogd volume van uteriene fibroïden, leiomyoom, poliepen in de baarmoederhals, ovariële cyste, vaginitis. (Gegeneraliseerd) oedeem, pijn in de oksels, asthenie. Stijging γ-GT of bloedcholesterol.
Zelden (0,01-0,1%): mammacarcinoom. Glucose-intolerantie. Angst, verandering in libido. (Verergering van) epilepsie. Intolerantie voor contactlenzen. Opgeblazen buik. Cholelithiase, cholestase, geelzucht, afwijkende levertests. Huidverkleuring, hirsutisme, acne. Spierkrampen, botpijn. Verandering in vaginale afscheiding, PMS-achtige klachten. Vermoeidheid.
Verder zijn gemeld: endometriumcarcinoom. Cerebrovasculair accident, myocardinfarct, diepveneuze trombose, longembolie. Anafylactische of anafylactoïde reactie, angio-oedeem. Contacteczeem, alopecia, chloasma. Fibrocysteuze borstaandoening.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
- Bij kinderen worden veel geneesmiddelen off-label gebruikt. Alle ervaringen zijn belangrijk om te melden om zo meer kennis te verzamelen en te delen
- Ook wanneer u niet zeker weet of de bijwerking echt door het geneesmiddel komt
Meld hier
Contra-indicatie algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas
- actuele of doorgemaakte veneuze trombo-embolie (diepveneuze trombose, longembolie);
- actuele of recent doorgemaakte arteriële trombo-embolische aandoening (bv. angina pectoris, myocardinfarct);
- aanwezigheid van een trombofiele aandoening (bv. proteïne C-, proteïne S-, of antitrombinedeficiëntie);
- acute leveraandoening (in de anamnese) zolang de leverfunctiewaarden niet zijn genormaliseerd;
- oestrogeenafhankelijke tumor (zoals endometriumcarcinoom);
- mammacarcinoom in de anamnese;
- onbehandelde hyperplasie van het endometrium;
- onverklaarde genitale bloeding;
- acute porfyrie.
Waarschuwingen en voorzorgen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas
Beoordeel voortzetting van de behandeling periodiek, op zijn minst jaarlijks. Controleer de patiënt extra bij één van de volgende aandoeningen in de voorgeschiedenis (vanwege terugkeren of verergeren):
- uterusmyomen of endometriose,
- endometriumhyperplasie,
- risicofactoren voor trombo-embolische aandoeningen,
- risicofactoren voor oestrogeengevoelige tumoren (mammacarcinoom bij eerstegraads familielid),
- hypertensie,
- leveraandoening,
- cholelithiase,
- diabetes mellitus met of zonder vasculaire symptomen,
- migraine of ernstige hoofdpijn,
- systemische lupus erythematodes,
- epilepsie,
- astma,
- otosclerose.
Wees voorzichtig bij een verminderde hart- of nierfunctie, omdat oestrogenen vochtretentie kunnen veroorzaken. Wees voorzichtig bij bestaande hypertriglyceridemie wegens meer kans op pancreatitis. Exogene oestrogenen kunnen symptomen van erfelijk en verworven angio-oedeem induceren of verergeren. Bij predispositie voor chloasma direct zonlicht vermijden.
Staak de behandeling direct in de volgende gevallen:
- tekenen van trombose;
- significante stijging van de bloeddruk;
- geelzucht of achteruitgang van de leverfunctie;
- voor het eerst optreden van migraine–achtige hoofdpijn;
De kans op mammacarcinoom neemt geleidelijk toe tijdens het gebruik. In studies met gecombineerde oestrogeen-progestageen hormoonsuppletietherapie (HST) werd de kanstoename na 1–4 jaar van gebruik statistisch waarneembaar, en neemt weer geleidelijk af na staken van de HST. Indien langer dan 5 jaar gebruikt, kan het extra risico nog 10 jaar of langer aanhouden. De radiologische detectie van mammacarcinoom kan worden bemoeilijkt door toename van de dichtheid van weefsel op mammografische beelden, vooral door gecombineerd oestrogeen-progestageen gebruik.
Mogelijk neemt de kans op ovariumcarcinoom geleidelijk licht toe.
Bij HST neemt de kans op veneuze trombo–embolie toe, met name in het eerste jaar; risicofactoren zijn een hogere leeftijd, positieve familie-anamnese, immobilisatie, obesitas (BMI > 30 kg/m²), systemische lupus erythematodes, carcinoom en mogelijk varicosis. Indien na een electieve operatieve ingreep langdurige immobilisatie is te verwachten, eventueel de suppletie vier tot zes weken vóór de ingreep onderbreken. Een risico van transdermale toediening is onbekend.
Bij vrouwen met een intacte uterus is er meer kans op endometriumhyperplasie en -carcinoom, wanneer gedurende een langere periode alleen oestrogenen worden gebruikt. Additionele toediening van een progestageen beschermt tegen dit vergrote risico. Bij vrouwen die een hysterectomie in verband met endometriose hebben ondergaan, overwegen om een progestageen toe te voegen aan oestrogeensuppletie, indien er nog endometriosehaarden aanwezig zijn. Als doorbraakbloedingen of 'spotting' optreden na geruime tijd van therapie of aanhouden na het stoppen van de behandeling, dan nader onderzoek verrichten om maligniteit van het endometrium uit te sluiten.
HST wordt in verband gebracht met een tot 1,5× hoger relatief risico op een ischemisch CVA.
Interacties Bron: KNMP/Informatorium Medicamentorum
Relevant:
Estradiol en aromataseremmers, fulvestrant of tamoxifen kunnen elkaars werking verminderen.
Niet relevant:
De concentratie van agomelatine kan toenemen.
Niet beoordeeld:
Erytromycine verhoogt de AUC met 33%.
OESTROGENEN
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
NATUURLIJKE EN SEMISYNTHETISCHE OESTROGENEN |
|
|
G03CA04
|
|
|
G03CA01
|
|
|
G03CA57
|
Referenties
-
Rademaker C.M.A. et al, Geneesmiddelen-Formularium voor Kinderen, 2007
-
Noordam C et al, Werkboek Kinderendocrinologie, digitale publicatie op www.nvk.nl (alleen leden), 2010
-
NVK werkgroep Groeihormoon, Protocol voor priming met geslachtshormonen voorafgaande aan groeihormoon stimulatietesten, 13 dec 2019
-
Sas, T et al, Pubertas Tarda -Diagnostiek en behandeling, www.nvk.nl (sectie leden), 17 mei 2016
-
Ankarberg-Lindgren, C et al, Estradiol matrix patches for pubertal induction: stability of cut pieces at different temperatures, Endocrine Connections, 2019, 8, 360-366
-
Donaldson M et al, Optimal Pubertal Induction in Girls with Turner Syndrome Using Either Oral or Transdermal Estradiol: A Proposed Modern Strategy, Horm Res Paediatr, 2019, 91, 1-11
-
Bayer BV, SmPC Progynova 1 en 2 mg (RVG 05861/05311) 30 January 2024, www.geneesmiddelinformatiebank.nl
-
Sandoz B.V. , SmPC Estradiol Sandoz pleister (RVG 19581/19582) 8 February 2024, www.geneesmiddelinformatiebank.nl
-
Theramex Ireland Limited. , SmPC Systen (RVG 16080/ 19258/19259) 8 January 2024, www.geneesmiddelinformatiebank.nl
-
Bannink EM, et al. , Puberty induction in Turner syndrome: results of oestrogen treatment on development of secondary sexual characteristics, uterine dimensions and serum hormone levels. , Clin Endocrinol (Oxf)., 2009, Feb;70(2), 265-73
-
van Pareren YK, et al., Final height in girls with turner syndrome after long-term growth hormone treatment in three dosages and low dose estrogens. , J Clin Endocrinol Metab., 2003, Mar;88(3), 1119-25
-
Ankarberg-Lindgren C, et al., Nocturnal application of transdermal estradiol patches produces levels of estradiol that mimic those seen at the onset of spontaneous puberty in girls. , J Clin Endocrinol Metab., 2001, Jul;86(7), 3039-44
-
Molina S, et al., Is testosterone and estrogen priming prior to clonidine useful in the evaluation of the growth hormone status of short peripubertal children?, J Pediatr Endocrinol Metab, 2008, Mar;21(3), 257-6
-
Martínez AS et al., Estrogen priming effect on growth hormone (GH) provocative test: a useful tool for the diagnosis of GH deficiency., J Clin Endocrinol Metab, 2000, Nov;85(11), 4168-72
-
Cisternino M. et al , Transdermal estradiol substitution therapy for the induction of puberty in female hypogonadism. , J Endocrinol Invest., 1991, Jun;14(6), 481-8
-
Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde, Sectie Kinderendocrinologie., Overzicht behandelmogelijkheden inductie van puberteit en pubertas tarda., February 2025
-
Ankarberg-Lindgren C, et al., Physiological estrogen replacement therapy for puberty induction in girls: a clinical observational study., Horm Res Paediatr., 2014, 81(4), 239-44
-
ZorgInstituut Nederland, Farmacotherapeutisch Kompas ( Eigenschappen, Contra-Indicaties, Bijwerkingen, Waarschuwingen en Voorzorgen)., Geraadpleegd 26-10-2024
-
Informatorium Medicamentorum, Interacties, Geraadpleegd 26-10-2024
Wijzigingen
- 31 juli 2025 11:18: De beschikbare wetenschappelijke literatuur over de toepassing van estradiol bij kinderen is beoordeeld. Dit heeft geleid tot een wijziging van de doseeradviezen bij "puberteitsinductie bij hypogonadisme" en 'priming voorafgaand aan groeihormoontest". Tevens zijn er kindspecifieke bijwerkingen toegevoegd.
- 20 april 2021 09:40: De dosering voor priming voorafgaand aan groeihormoon test is aangepast obv advies NVK adviesgroep Groeihormoon dd 13 dec 2019
- 20 april 2021 09:40: Het orale doseerschema bij puberteitsinductie aangepast obv de studie van Donaldson
- 20 april 2021 09:40: Transdermale toediening toegevoegd obv behandelprotocol Nederlandse kinderendocrinologen
Therapeutic Drug Monitoring
Overdosering