Atovaquon/proguanil is een malariamiddel; schizonticide in het bloed en werkzaam tegen leverschizonten van Plasmodium falciparum. Het werkingsmechanisme van atovaquon berust waarschijnlijk op het vermogen selectief het mitochondriale elektronentransport (ter hoogte van het cytochroom bc1-complex) in de protozoën te remmen met als consequentie remming van de 'de novo' synthese van pyrimidinen, resulterend in remming van de synthese van nucleïnezuren en adenosinetrifosfaat (ATP). Proguanil is werkzaam tegen het exo-erytrocytaire stadium van Plasmodium falciparum-infecties; de actieve metaboliet cycloguanil remt de dihydrofolaatreductase activiteit van de parasiet. Daarnaast versterkt proguanil zelf de werking van atovaquon.
De volgende farmacokinetische parameters zijn vastgesteld bij kinderen > 5 kg (SmPC Malarone Junior)
Atovaquon | Proguanil | |
Vd (l/kg) | 8,8 | 20-79 |
T½ (uur) | 24-48 | 12-15 |
Cl (l/uur) | 0,5-6,3 | 8,7-64 |
De orale klaring van atovaquon en proguanil wordt groter bij een verhoogd lichaamsgewicht en is
ongeveer 70% groter bij een patiënt van 40 kg dan bij een patiënt van 20 kg.
Behandeling malaria tropica: On-label
Profylaxe: On-label
Per tablet filmomhuld "junior": Atovaquon 62.5 mg, Proguanilhydrochloride 25 mg
Per tablet filmomhuld: Atovaquon 250 mg, Proguanilhydrochloride 100 mg
Behandeling ongecompliceerde malaria |
---|
|
Profylaxe malaria |
---|
|
Aanpassingen als volgt:
Zeer vaak (> 10%): hoofdpijn. Misselijkheid, braken, diarree, buikpijn.
Vaak (1-10%): allergische reacties. Koorts, anorexie. Hoesten. Abnormale dromen, depressie. Slapeloosheid, duizeligheid. Huiduitslag, jeuk. Anemie, neutropenie. Hyponatriëmie, verhoogde leverenzymspiegels.
Soms (0,1-1%): hartkloppingen. Angst. Stomatitis. Haaruitval, urticaria. Verhoogde amylasespiegels.
Zelden (0,01-0,1%): hallucinaties.
Verder zijn gemeld: angio-oedeem, anafylaxie, vasculitis. Tachycardie. Paniekaanval, huilen, nachtmerries, psychotische aandoening. Insult. Maagpijn. Hepatitis, cholestase. Fotosensibilisatie, blaren, huidexfoliatie, Stevens-Johnsonsyndroom, erythema multiforme. Pancytopenie (bij ernstig verminderde nierfunctie).
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Als prophylacticum gecontra-indiceerd bij ernstig verminderde nierfunctie (creatinineklaring < 30 ml/min).
Bij braken binnen één uur na inname, een nieuwe dosering innemen.
Bij voorkeur de tablet(ten) steeds op hetzelfde tijdstip van de dag, met voedsel of een zuiveldrank in zijn geheel innemen. Malarone Junior bij voorkeur heel innemen; bij slikproblemen bij kleine kinderen kunnen de tabletten vlak voor inname worden fijngemaakt en met voedsel worden ingenomen.
Indien geen voedsel wordt verdragen kunnen de tabletten ook zonder voedsel worden ingenomen; de systemische blootstelling aan atovaquon is dan echter met een factor 2–3 verlaagd.
Atovaquon/proguanil is effectief tegen stammen van P. falciparum die gevoelig en ongevoelig zijn voor andere malariamiddelen. Bij een recidiverende infectie met Plasmodium falciparum, een ander bloedschizonticide toepassen. Voor de behandeling van een acute infectie met Plasmodium falciparum bij ernstig verminderde nierfunctie (creatinineklaring < 30 ml/min) zo mogelijk een andere behandeling kiezen.
Diarree en braken kan gepaard gaan met significant lagere plasmaspiegels van atovaquon; bij acute malaria met diarree of braken, een andere behandeling overwegen. Indien in deze situatie toch wordt gekozen voor atovaquon/proguanil het normale doseerschema volgen en de patiënt goed controleren op parasitemie en klinische conditie.
Bij het optreden van een allergische reactie atovaquon/proguanil onmiddellijk staken.
Interacties atovaquon
Relevant:
Afname atovaquon: het metabolisme kan worden versneld door ritonavir, door het combinatiepreparaat lopinavir + ritonavir, door efavirenz of nevirapine.
De plasmaconcentratie kan dalen door combinatie met metoclopramide, rifabutine of rifampicine, met als mogelijk gevolg therapiefalen. De fabrikant van atovaquon ontraadt de combinatie. Als de combinatie toch moet worden ingenomen, is innemen met (vetrijk) voedsel essentieel (zie ook K. en B.).
Atovaquon remt het metabolisme van: zidovudine door remming van de glucuronidering.
Niet relevant: de AUC van etoposide kan toenemen.
Niet beoordeeld: de AUC van didanosine kan afnemen.
De Cmin en de AUC van indinavir kunnen afnemen.
Het metabolisme kan mogelijk ook worden versneld door proteaseremmers anders dan ritonavir en lopinavir/ritonavir.
De plasmaconcentratie kan dalen door tetracycline, met als mogelijk gevolg parasitemie.
Interacties Proguanil
Proguanil is substraat voor CYP2C19 en in mindere mate voor CYP3A4.
Niet beoordeeld: proguanil kan het effect van cumarinederivaten versterken.
Gelijktijdige toediening met magnesiumtrisilicaat vermindert de absorptie met ong. 65%.
CYP2C19-remmers kunnen de werking van proguanil verminderen.
Proteaseremmers kunnen de werking van proguanil verminderen door remming van CYP2C19 en CYP3A4.
Efavirenz vermindert mogelijk de werking van proguanil.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
AMINOCHINOLINES | ||
---|---|---|
A-CQ100
|
P01BA01 | |
Plaquenil
|
P01BA02 |
BIGUANIDEN | ||
---|---|---|
Paludrine
|
P01BB01 |
METHANOLCHINOLINEN | ||
---|---|---|
AQS 200
|
P01BC01 | |
Lariam
|
P01BC02 |
DIAMINOPYRIMIDINES | ||
---|---|---|
Daraprim
|
P01BD01 |
ARTEMISININE EN AFGELEIDE VERBINDINGEN, ENKELVOUDIG | ||
---|---|---|
Malacef
|
P01BE03 |
ARTEMISININE EN AFGELEIDE VERBINDINGEN, COMBINATIEPREP. | ||
---|---|---|
Riamet
|
P01BF01 | |
Eurartesim
|
P01BF05 |