Van oorsprong een malariamiddel, chemisch een derivaat van 4-aminochinoline. Chloroquine heeft bij malaria een bloedschizonticide werking, waardoor de aseksuele erytrocytaire vormen van Plasmodium worden gedood. Het werkingsmechanisme bij malaria is niet bekend. Mogelijk berust het op de vorming van een eiwitcomplex dat toxisch is voor de celmembranen van de malariaparasiet (via binding aan ferriprotoporfyrine, dat vrijkomt uit hemoglobine van geïnfecteerde erytrocyten). Een andere mogelijkheid is, dat door cumulatie van chloroquine in de vacuolen van de parasieten, de pH lokaal stijgt, waardoor het vermogen van de parasiet om het hemoglobine van erytrocyten af te breken vermindert.
Afhankelijk van de geografische ligging van gebieden waar malaria voorkomt, komt er wel of geen resistentie van Plasmodium voor chloroquine voor;
Resistentie van Plasmodium falciparum komt beperkt voor in sommige delen van ZO-Azië (Filippijnen en delen van Indonesië), maar is frequent en wijdverbreid in het Amazonegebied in Zuid-Amerika, grote delen van ZO-Azië en Afrika ten zuiden van de Sahara.
Resistentie van Plasmodium vivax is ook beschreven, dit komt voor in een aantal gebieden in ZO-Azië en mogelijk ook in Zuid-Amerika.
Raadpleeg zo nodig relevante richtlijnen op dit gebied, voor de meest actuele gegevens over de prevalentie van chloroquine-resistente Plasmodium spp.
Chloroquine is ook werkzaam tegen de extra-intestinale vorm van Entamoeba histolytica (het betreft een weefselamoebicide werking).
Chloroquine heeft tevens anti-inflammatoire eigenschappen.
De volgende gemiddelde farmacokinetische parameters zijn gevonden bij 83 kinderen 6 mnd-5 jaar met malaria (Obua et al 2008) en bij 20 kinderen van 5-10 jaar (Karunajeewa 2008).
6 mnd-24 mnd (75 mg) | 2-5 jaar (150 mg) | 5-10 jaar (n=20, 30 mg/kg) mediaan (IQR) | |
Cmax (mg/l) gem. | 0,79 ± 0.12 | 1,43 ± 0,24 | - |
Tmax (uur) gem. | 6,5 ± 1,2 | 6,9 ± 1,5 | - |
t1/2 (uur) | - | - | 233 (206-298) |
Cl | 2,84 (5,4% RSE) (l/h) | 2,84 (5,4% RSE) (l/h) | 0,8 (0.52-0.96) (l/h/kg) |
Vd | 230 (7,8% RSE) (l) | 230 (7,8% RSE) (l) | 154 (101-210) (l/kg) |
RSE: Relative Standard Error
IQR: Inter Quartile Range
Daarnaast laten enkele studies zien dat kinderen <5 jaar lagere chloroquine spiegels bereiken dan oudere kinderen; tot wel de helft lager (Ursing et al. 2014, Ursing et al. 2016). (Zhao et al. 2014) laat tevens zien dat de klaring van kinderen <5 jaar groter is dan kinderen van 5 jaar en ouder.
In een studie van Kadam (2016) naar het effect van voedingstatus in 25 kinderen van 5-12 jaar op de farmacokinetische parameters wordt er geen significant verschil gevonden.
Malaria behandeling en profylaxe: On-label
Toon SmPC tekst Toon SmPC tekst
Tablet (als difosfaat) 100 mg
Uit de tablet kan een drank worden bereid.
Chloroquine is zeer bitter.
Profylaxe malaria |
---|
|
Behandeling ongecompliceerde malaria |
---|
Aanpassingen als volgt:
Bij verminderde nierfunctie is de halfwaardetijd van chloroquine verlengd. Chloroquine kan, met name bij langdurig gebruik, ernstige bijwerkingen veroorzaken.
Vooral jonge kinderen zijn gevoelig voor 4-aminochinoline-verbindingen en
betrekkelijke geringe doses kunnen zeer ernstige intoxicaties (zoals dodelijk
verlopende ademhalings- en circulatiestoornissen) met zich meebrengen.(SmPC)
In de studie van Chandra (2015) zijn overgeven en jeuk als meest frequente bijwerking gemeld.
Studies van Ursing (2009,2016 en 2020) tonen aan dat chloroquine ook in hoge doseringen tot een totale dosis van 70 mg/kg goed getolereerd wordt door kinderen.
Chloroquine wordt meestal goed verdragen. Vooral bij hoge doseringen en bij langdurig gebruik bedacht zijn op bijwerkingen, ook bij de behandeling en profylaxe van malaria. Gemeld zijn (frequentie van optreden onbekend):
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Vooral jonge kinderen zijn gevoelig voor 4-aminochinolinederivaten en betrekkelijk geringe doses kunnen zeer ernstige intoxicaties (zoals dodelijk verlopende ademhaling- en circulatie-insufficiëntie) met zich meebrengen.
Choroquine kan het QT-interval verlengen: de grootte van de verlenging van de QT-tijd kan stijgen met toenemende concentratie van chloroquine. Maak voor de start van de behandeling een ECG en monitor de QTc verlenging daarna dagelijks. Wees voorzichtig bij aangeboren of gedocumenteerd verworven verlengde QT-tijd en/of bekende risicofactoren voor verlenging van het QT-interval.
Monitor het glucosegehalte in het bloed. Cave hypoglykemie.
Dosis gerelateerde bijwerkingen zijn vooral te verwachten in de eerste dagen wanneer er een hogere dosering wordt gegeven. De belangrijkste en ernstigste symptomen bij overdosering zijn convulsies, coma, verlenging van het QRS-interval op het ECG met ritmestoornissen (ventriculaire ritmestoornissen), bradyaritmieën, een nodaal hartritme, een verlengde QT-tijd, een AV-blok, ventriculaire tachycardie, torsade de pointes en ventrikelfibrillatie, hypotensie, hartstilstand en respiratoire insufficiëntie met ademstilstand. Ernstige hypokaliemie kan voorkomen.
Let op! Wees voorzichtig bij:
QT-verlenging: de grootte van de verlenging van de QT-tijd kan stijgen met een toenemende concentratie van chloroquine. Bij het optreden van tekenen van hartritmestoornissen de behandeling staken en een ECG maken.
Cardiomyopathie: gevallen van cardiomyopathie leidend tot hartfalen zijn gemeld, soms met fatale afloop. Bij het tijdens de behandeling voordoen van tekenen en symptomen van cardiomyopathie de behandeling met chloroquine staken.
Bloedbeeld: Controleer bij langdurige behandeling regelmatig het bloedbeeld. Bij het optreden van bloedbeeldafwijkingen de behandeling met chloroquine staken.
Chloroquine kan ernstige hypoglykemie veroorzaken, zowel bij patiënten met als zonder diabetes mellitus; wees alert op symptomen hiervan en heroverweeg de behandeling bij optreden van hypoglykemie.
Bij malaria: Chloroquine voorkomt niet de recidieven van malaria tertiana veroorzaakt door Plasmodium vivax en Plasmodium ovale. Kruisresistentie met proguanil en pyrimethamine is opgetreden.
Oogheelkundig onderzoek: Vóór en tijdens de behandeling wordt oogheelkundig onderzoek aangeraden (bv. iedere 3 tot 6 mnd.). Voor de screening op retinopathie bij gebruik van chloroquine bij de indicatie reumatoïde artritis zie de link naar het NVR-standpunt in de rubriek Advies. Bij de eerste tekenen van retinopathie de behandeling met chloroquine onmiddellijk staken. Waarschuw de patiënt ook dat kortdurende stoornissen in het gezichtsvermogen kunnen optreden.
Chloroquine is substraat voor CYP2C8 en CYP2D6. Het remt P-gp en CYP2D6; na staken van chloroquine verdwijnt het remmend effect geleidelijk binnen enkele weken door de lange halfwaardetijd van chloroquine.
Relevant:
Chloroquine is substraat voor CYP2C8 en CYP2D6. Het remt P-gp en CYP2D6; na staken van chloroquine verdwijnt het remmend effect geleidelijk binnen enkele weken door de lange halfwaardetijd van chloroquine.
Relevant:
Toename chloroquine: de concentratie stijgt door ritonavir en lopinavir.
Chloroquine verhoogt de concentratie van: digoxine.
Overig effect: chloroquine kan het QTc-interval verlengen, het risico op ernstige hartritmestoornissen is verhoogd bij combinatie met andere middelen waarbij ernstige hartritmestoornissen zoals torsade de pointes zijn gemeld. Zie verder inleidende tekst Interactielijsten, QTc-verlengers.
Tamoxifen verhoogt het risico op retinale toxiciteit met een factor 5.
Geen interactie:
In de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met mefloquine.
Niet beoordeeld:
Absorptie: geactiveerde kool kan de absorptie verminderen. Aangeraden wordt dit in te nemen met een tussenpoos van 4 uur.
Toename chloroquine: de concentratie kan stijgen door cimetidine.
Chloroquine verhoogt de concentratie van: paracetamol.
Overig effect: de combinatie met goudverbindingen of fenylbutazon wordt ontraden vanwege een verhoogd risico op dermatitis.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
AMINOCHINOLINES | ||
---|---|---|
Plaquenil
|
P01BA02 |
BIGUANIDEN | ||
---|---|---|
Malarone, Malarone junior
|
P01BB51 | |
Paludrine
|
P01BB01 |
METHANOLCHINOLINEN | ||
---|---|---|
AQS 200
|
P01BC01 | |
Lariam
|
P01BC02 |
DIAMINOPYRIMIDINES | ||
---|---|---|
Daraprim
|
P01BD01 |
ARTEMISININE EN AFGELEIDE VERBINDINGEN, ENKELVOUDIG | ||
---|---|---|
Malacef
|
P01BE03 |
ARTEMISININE EN AFGELEIDE VERBINDINGEN, COMBINATIEPREP. | ||
---|---|---|
Riamet
|
P01BF01 | |
Eurartesim
|
P01BF05 |