Krachtige H1-receptorantagonist met sederende en zeer zwak anticholinerge werking. In vitro is een stabiliserende werking op de mestcellen aangetoond. Werking: bij astma na enkele weken.
De klaring bij kinderen is groter dan die bij volwassenen.
Stroop (als waterstoffumaraat) 0.2 mg/ml
Tablet (als waterstoffumaraat) 1 mg
Allergische huidaandoeningen, allergische rinitis en profylaxe van allergisch astma |
---|
|
GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.
GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.
Vaak (1-10%): vnl. bij kinderen symptomen van stimulering van het centrale zenuwstelsel (zoals opgewondenheid, prikkelbaarheid, slapeloosheid en nervositeit).
Soms (0,1-1%): droge mond, misselijkheid. Cystitis. Duizeligheid.
Zelden (0,01-0,1%): gewichtstoename. Slaperigheid/sedatie.
Zeer zelden (< 0,01%): stijging van leverenzymwaarden, hepatitis. Ernstige huidreacties zoals erythema multiforme en Stevens-Johnsonsyndroom. Convulsies.
Verder zijn gemeld: convulsies, hoofdpijn. Braken. Huiduitslag, urticaria.
Slaperigheid/sedatie, droge mond en duizeligheid kunnen aan het begin van de behandeling optreden, maar verdwijnen meestal spontaan bij voortzetting van de behandeling.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Epilepsie.
Ketotifen coupeert astma-aanvallen niet. Bij het begin van een langdurige behandeling de therapie met tot dan toe gebruikte symptomatische en/of profylactische anti-asthmatica niet abrupt beëindigen; vooral niet in geval van therapie met corticosteroïden; dit met oog op het vóórkomen van bijnierschorsinsufficiëntie. De convulsiedrempel kan verlaagd worden.
Het gebruik kan leiden tot verminderd reactie- en concentratievermogen. Vele dagelijkse bezigheden (bv. autorijden) kunnen daarvan hinder ondervinden.
Antihistaminica beïnvloeden de uitslagen van allergietesten.
Interacties antihistaminica algemeen
Niet beoordeeld: de sedatieve werking kan worden versterkt bij combinatie met alcohol en andere centraal-depressieve stoffen; dit geldt niet voor de antihistaminica van de tweede generatie.
Antihistaminica met een uitgesproken anticholinerge werking kunnen het anticholinerge effect van parasympathicolytica, parasympathicolytische parkinsonmiddelen, antipsychotica en tricyclische antidepressiva versterken.
MAO-remmers kunnen de parasympathicolytische werking van anthistaminica versterken en verlengen.
Antihistaminica kunnen de resultaten van allergologische huidtests beïnvloeden en kunnen interfereren met immunotherapie bij allergie
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
AMINOALKYLETHERS | ||
---|---|---|
Tavegil
|
R06AA04 | |
R06AA52 |
GESUBSTITUEERDE ALKYLAMINEN | ||
---|---|---|
Fenistil
|
R06AB03 |
FENOTHIAZINEDERIVATEN | ||
---|---|---|
R06AD01 | ||
R06AD08 | ||
R06AD02 |
PIPERAZINEDERIVATEN | ||
---|---|---|
Zyrtec, Prevalin Allerstop, Reactine
|
R06AE07 | |
Xyzal
|
R06AE09 | |
Suprimal
|
R06AE05 |
OVERIGE ANTIHISTAMINICA VOOR SYSTEMISCH GEBRUIK | ||
---|---|---|
Semprex
|
R06AX18 | |
Aerius, Neoclarityn
|
R06AX27 | |
Telfast
|
R06AX26 | |
Claritine, Allefre
|
R06AX13 | |
Mizollen
|
R06AX25 | |
Rupafin
|
R06AX28 |