Fenothiazinederivaat. Sterk werkend H1–receptorblokkerend antihistaminicum met een centraal aangrijpingspunt, heeft sterke sederende, anticholinerge en anti-emetische eigenschappen.
Er zijn geen gegevens omtrent de kinetiek van dit middel bij kinderen bekend.
Allergische aandoeningen en reisziekte: On-label
Adjuvans bij andere sedativa: Off-label
Inj.vlst. (als hydrochloride) 25 mg/ml
Stroop (als hydrochloride) 1 mg/ml . Stroop bevat tevens saccharose 732 mg/ml. Conserveermiddel: methylhydroxybenzoaat.
Stroop (als hydrochloride) 1 mg/ml. Suikervrij. Conserveermiddel: methylhydroxybenzoaat.
Tablet omhuld (als hydrochloride) 25 mg
Capsules 12,5 mg
Ga snel naar:
Preventie en symptomatische behandeling van allergische aandoeningen waarbij niet-sederende antihistaminica niet of onvoldoende effectief zijn gebleken |
---|
|
Als adjuvans bij andere sedativa |
---|
|
Reisziekte |
---|
|
Slaapproblemen (toepassing in de 2e lijn) |
---|
|
Misselijkheid en braken (in de palliatieve fase) |
---|
Ingrijpmedicatie bij acute psychiatrische crises/opwindingstoestanden |
---|
|
GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.
GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.
Bij baby’s en jonge kinderen: ademhalingsdepressie, slaapapneu en 'sudden infant death syndrome'. Vooral bij kinderen: paradoxale stimulatie van het centraal zenuwstelsel, wat gepaard kan gaan met slapeloosheid, nervositeit, tachycardie, tremoren en convulsies (SmPC).
In één studie is agitatie gemeld [Razieh 2013]
Frequent: slaperigheid, sedatie, duizeligheid, slecht coördinatievermogen, verwardheid.
Verder: mictie- en maag-darmstoornissen, droge mond. Accommodatiestoornissen. Spierzwakte, rustelozebenen-syndroom. Fotosensibilisatie. Ademdepressie, slaapapneu en 'sudden infant death syndrome' is waargenomen bij baby's en jonge kinderen. Hemolytische anemie en agranulocytose. Na hoge doses kunnen extrapiramidale effecten optreden.
Vooral bij kinderen: paradoxale stimulatie met slapeloosheid, nervositeit, tachycardie, tremoren en convulsies.
Na i.v. toediening: tachycardie, bradycardie, hypotensie, neiging tot flauw vallen, veneuze trombose op de injectieplaats. Arteriële spasmen en gangreen kunnen optreden na abusievelijk intra-arteriële toediening.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Kinderen jonger dan 2 jaar (incl. prematuren en neonaten), vanwege risico’s op sedatie, ademhalingsdepressie en een mogelijk verband met het 'sudden infant death syndrome' (SmPC).
Bij kinderen is voorzichtigheid geboden bij slaapapneu in de anamnese, bij het voorkomen van 'sudden infant death syndrome' in het gezin en bij kinderen die minder gemakkelijk dan normaal spontaan wakker worden.
Gebruik wordt ontraden bij erg zieke of gedehydrateerde kinderen bij acute infecties gezien de kans op dystonieën, bij verschijnselen van het syndroom van Reye en bij verschijnselen van andere leveraandoeningen.
Bij kinderen < 6 jaar is terughoudendheid geboden, vanwege de verhoogde kans op neuropsychiatrische bijwerkingen (SmPC).
Voor de indicaties 'Allergische aandoeningen berustend op het vrijkomen van histamine' en 'reisziekte' hebben andere antihistaminica de voorkeur, gezien de sterk sederende eigenschappen van promethazine.
Wees voorzichtig bij cardiovasculaire aandoeningen, leveraandoeningen, ulcus pepticum, prostaathypertrofie en urineretentie.
Wees tevens voorzichtig bij kinderen met slaapapneu (in de voorgeschiedenis), bij het vóorkomen van wiegendood ('sudden infant death') in het gezin, bij kinderen die minder gemakkelijk spontaan wakker worden en bij acuut zieke of gedehydreerde kinderen (in verband met een verhoogde incidentie van dystonie) of bij verschijnselen van het syndroom van Reye. Wees terughoudend bij kinderen < 6 jaar vanwege kanstoename van neuropsychiatrische bijwerkingen.
Dit middel kan door pupilverwijding de oogdruk verhogen en een aanval van acuut glaucoom veroorzaken.
Sulfiet kan aanleiding geven tot allergische reacties, variërend van lichte astmatische aanvallen tot anafylactische shock.
Antihistaminica beïnvloeden de uitslagen van allergietesten.
Het gebruik kan leiden tot verminderd reactie- en concentratievermogen. Vele dagelijkse bezigheden (bv. autorijden) kunnen daarvan hinder ondervinden.
Relevant: ritonavir remt het metabolisme van promethazine.
Interacties antihistaminica algemeen:
Niet beoordeeld: de sedatieve werking kan worden versterkt bij combinatie met alcohol en andere centraal-depressieve stoffen; dit geldt niet voor de antihistaminica van de tweede generatie.
Antihistaminica met een uitgesproken anticholinerge werking kunnen het anticholinerge effect van parasympathicolytica, parasympathicolytische parkinsonmiddelen, antipsychotica en tricyclische antidepressiva versterken.
MAO-remmers kunnen de parasympathicolytische werking van anthistaminica versterken en verlengen.
Antihistaminica kunnen de resultaten van allergologische huidtests beïnvloeden en kunnen interfereren met immunotherapie bij allergie
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
AMINOALKYLETHERS | ||
---|---|---|
Tavegil
|
R06AA04 | |
R06AA52 |
GESUBSTITUEERDE ALKYLAMINEN | ||
---|---|---|
Fenistil
|
R06AB03 |
FENOTHIAZINEDERIVATEN | ||
---|---|---|
R06AD01 | ||
R06AD08 |
PIPERAZINEDERIVATEN | ||
---|---|---|
Zyrtec, Prevalin Allerstop, Reactine
|
R06AE07 | |
Xyzal
|
R06AE09 | |
Suprimal
|
R06AE05 |
OVERIGE ANTIHISTAMINICA VOOR SYSTEMISCH GEBRUIK | ||
---|---|---|
Semprex
|
R06AX18 | |
Aerius, Neoclarityn
|
R06AX27 | |
Telfast
|
R06AX26 | |
Zaditen
|
R06AX17 | |
Claritine, Allefre
|
R06AX13 | |
Mizollen
|
R06AX25 | |
Rupafin
|
R06AX28 |