Methadon (hydrochloride)

Stofnaam
Methadon (hydrochloride)
Merknaam
Pinadone, Symoron
ATC code
N07BC02

Methadon (hydrochloride)

Doseringen
Nierfunctiestoornissen

Produkten, hulpstoffen, toediening en tekorten
Bijwerkingen
Contraindicaties
Waarschuwingen en voorzorgen

Interactions
Eigenschappen (PD/PK)

Registratiestatus
Middelen uit dezelfde ATC groep
Referenties
Versiebeheer

Eigenschappen

Opiaatagonist met sterk analgetische werking. Dit preparaat valt onder de bepalingen van de Opiumwet in zijn volle omvang.

Farmacokinetiek

T1/2 = 19,2 uur (range 3,8-62 uur). Verdelingsvolume: 7,1 l/kg (range 2.4-12 l/kg).

Kinetische gegevens bij kinderen op basis van een studie bij kinderen: N=15, leeftijd 1-18 jaar.

Label dosisadvies Kinderformularium

Off-label

Toon SmPC tekst Toon SmPC tekst

SmPC tekst

Niet geregistreerd voor kinderen.

Beschikbare toedieningsvormen/sterktes

Minitablet 1,5 mg
Tablet (hydrochloride) 5 mg, 10 mg, 20 mg
Drank (hydrochloride) 5 mg/ml, 1 mg/ml
Inj.vlst. (hydrochloride) 10 mg/ml

Overige info toediening/beschikbaarheid

Informatie over geneesmiddeltekorten

Doseringen

Pijn
  • Oraal
    • 1 maand tot 18 jaar
      [1]
      • 0,1 - 0,4 mg/kg/dosis 3-6 dd.
      • Werkt aanvankelijk 3-6 uur. Na herhaalde toediening werking langer door tragere eliminatie. Dan het doseerinterval vergroten.

        Er is zeer beperkt onderzoek verricht naar de toepassing van methadon bij kinderen.

Ontwenning van opiaten
  • Oraal
    • 1 maand tot 18 jaar
      [5] [7]
      • Startdosering: Morfinedagdosering equipotent (1:1) omzetten in methadon oraal en evt ophogen met 0,05 mg/kg/dosis op geleide van symptomatologie
        Onderhoudsdosering:
        1e 24 uur:
        dagdosis morfine verdelen in 6 giften methadon.
        2e 24 uur: keerdosis handhaven, verminderen naar 4 giften per dag of langzamer.
        3e 24 uur: keerdosis handhaven, verminderen naar 3 giften per dag of langzamer

        • Pas na 2e gift Methadon, Morfine infusie 50%
        • na 3e gift Methadon Morfine infusie 25%
        • na 4e gift stop
        • indien nodig in 1 tot 2 weken afbouwen tot 0,05 mg/kg/dag
        • tijdens beginfase (1e 3 dagen of langer als afbouwen niet mogelijk is) monitorbewaking.

        Bij ontwenning bij NAS babies gaat de voorkeur uit naar gebruik van fenobarbital ivm verslaving van moeder.

Nierfunctiestoornissen bij kinderen > 3 maanden

GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.

GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.

Bijwerkingen algemeen

Meest frequent: misselijkheid, braken, obstipatie, duizeligheid, droge mond en sedering. Verder: miosis, visusstoornissen, euforie of dysforie en bij hoge doses hypotensie, 'torsade de pointes' en ademhalingsdepressie.

Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb

  • Bij kinderen worden veel geneesmiddelen off-label gebruikt. Alle ervaringen zijn belangrijk om te melden om zo meer kennis te verzamelen en te delen
  • Ook wanneer u niet zeker weet of de bijwerking echt door het geneesmiddel komt
Meld hier

Contra-indicatie algemeen

Acute ademhalingsdepressie. Astma en COPD, cyanose. Hersentrauma, verhoogde intracraniële druk. Delirium tremens. Hartinsufficiëntie.

Waarschuwingen en voorzorgen bij kinderen

Evenals bij volwassenen kan bradycardie optreden bij kinderen bij gebruik van methadon.

Waarschuwingen en voorzorgen algemeen

Het gebruik kan leiden tot verminderd reactie- en concentratievermogen. Vele dagelijkse bezigheden kunnen daarvan hinder ondervinden. Bij hypothyroïdie, onbehandeld myxoedeem, prostaathyperplasie en ernstige leverfunctiestoornissen moet de dosering worden aangepast. Bij cardiovasculaire aandoeningen en bij ouderen bestaat meer kans op hypotensie en collaps. Voorzichtigheid is geboden bij patiënten met risicofactoren voor 'torsade de pointes' (zoals QT-verlenging, cardiomyopathie (m.n. hartfalen), sinustachycardie, ritmestoornissen en elektrolytstoornissen), aangezien hoge doseringen methadon in verband zijn gebracht met het optreden van 'torsade de pointes'. Bij langdurig gebruik treedt gewenning en afhankelijkheid op.

Interacties

Relevant:

Afname methadon: bij combinatie met inductoren kunnen onthoudingsverschijnselen optreden.

Overig effect: de toxiciteit van zidovudine kan toenemen.

Bij combinatie met atazanavir moet het ECG worden gecontroleerd.

Methadon (hoge doses) kan het QTc-interval verlengen en torsade de pointes is gemeld; het risico hierop is verhoogd bij combinatie met andere middelen waarbij torsade de pointes is gemeld.

Interacties opioiden algemeen:

Relevant: bij combinatie van fentanyl, oxycodon, pethidine of tramadol met de niet-selectieve MAO-remmers fenelzine en tranylcypromine is serotonerge toxiciteit gemeld (onder andere opwinding, spierrigiditeit, hyperpyrexie, zweten, bewusteloosheid, soms ademhalingsdepressie en hypotensie). Combinatie van fentanyl of pethidine met fenelzine en tranylcypromine moet worden vermeden; bij oxycodon en tramadol moet men bedacht zijn op de symptomen.

Bij combinatie van pethidine met moclobemide of selegiline is serotonerge toxiciteit gemeld.

Bij toevoeging van een partiële agonist/antagonist, waaronder ook het ontwenningsmiddel nalmefeen, kunnen onthoudingsverschijnselen optreden. De combinatie moet worden vermeden. In geval van buprenorfinepleister kan het omgekeerde wel: een opioïdagonist kan worden toegevoegd aan een buprenorfinepleister bij chronische hevige pijn.

Naloxon en naltrexon zijn antagonisten van opioïden; bij combinatie kunnen onthoudingsverschijnselen optreden. Toevoeging van naloxon of naltrexon aan een opioïd wordt ontraden, tenzij naloxon of naltrexon bewust wordt toegepast als antidotum bij overdosering van een opioïd. Andersom kan bij toevoeging van een opioïd aan naloxon of naltrexon acute ademnood optreden.

Geen interactie: in de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie van niet-selectieve MAO-remmers met opioïden anders dan fentanyl, oxycodon, pethidine of tramadol; de meeste fabrikanten ontraden echter het gebruik tijdens of binnen 2 weken na behandeling met niet-selectieve MAO-remmers.

Er is ook onvoldoende onderbouwing voor interactie van moclobemide, rasagiline of selegiline met opioïden anders dan pethidine.

Niet beoordeeld: de sedatieve werking van alcohol en andere centraal-depressieve stoffen kan worden versterkt.

MIDDELEN BIJ VERSLAVINGEN

Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.

Referenties

  1. Rademaker C.M.A. et al, Geneesmiddelen-formularium voor Kinderen, 2007
  2. Berde CB, et al, Pharmacokinetics of methadone in children and adolescents in the perioperative period., Anesthesiology, 1987, 67, 519
  3. ZorgInstituut Nederland, Farmacotherapeutisch Kompas (Eigenschappen, Contra-Indicaties, Bijwerkingen, Waarschuwingen en Voorzorgen), Geraadpleegd 04 nov 2014
  4. Informatorium Medicamentorum, (Interacties), Geraadpleegd 12 juni 2018
  5. Seddappa R, Methadon dosage for prevention of opioid withdrawl, Pediatric anesth, 2003, 13(9), 805-810
  6. Wheeler AD et al, Bradycardia during methadone therapy in an infant., Pediatr Crit Care Med, 2006, Jan;7(1), 83-5
  7. Kranzlin S, Abstinentie, preventie en behandeling, 2008 (jan)

Wijzigingen

Therapeutic Drug Monitoring


Overdosering