Etanercept

Stofnaam
Etanercept
Merknaam
Enbrel
ATC code
L04AB01
Doseringen
Nierfunctiestoornissen

Produkten, hulpstoffen, toediening en tekorten
Bijwerkingen
Contraindicaties
Waarschuwingen en voorzorgen

Interacties
Eigenschappen (PD/PK)

Registratiestatus
Middelen uit dezelfde ATC groep
Referenties
Versiebeheer

Eigenschappen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Etanercept is een humaan Tumor Necrosis Factor-receptor p 75 Fc fusie-eiwit geproduceerd met recombinant DNA-technologie. Tumor Necrosis Factor (TNF) is een dominant cytokine in het ontstekingsproces bij reumatoïde artritis. Etanercept bindt zich specifiek en met grote affiniteit aan TNF-α en lymfotoxine, waardoor de biologische activiteit van TNF wordt geremd en een door TNF gemedieerde cellulaire respons wordt voorkomen.
 

Farmacokinetiek bij kinderen

Jongere kinderen (4 jaar) hebben een hogere klaring dan kinderen van 12 en volwassenen. Uit simulaties blijken jongere kinderen lagere serumniveaus te hebben dan oudere kinderen en volwassenen [SmPC].

De gemiddelde steady state dalconcentraties bij kinderen varieerden van 1,6 tot 2,1 microg./ml na 12, 24 en 48 uur. Dit is vergelijkbaar met volwassenen [SmPC].

Label dosisadvies Kinderformularium

JIA: on-label
Plaque psoriasis:
<6 jaar: off-label;
≥6 jaar: on-label
Artritis psoriatica, enthesitis-gerelateerde artritis:
<12 jaar: off-label;
≥12 jaar: on-label
Erfelijke autoinflammatoire aandoeningen: off-label

Toon SmPC tekst Toon SmPC tekst

SmPC tekst

Juveniele idiopathische arthritis
vanaf 2 jaar: 0,4 mg/kg 2-maal per week SC max 25 mg/dosis of 0,8 mg/kg 1 x per week. 

Plaque psoriasis:
vanaf 6 jaar:  0,8 mg/kg/week, max 50 mg/dosis.

Artritis psoriatica, enthesitis-gerelateerde artritis:
Vanaf 12 jaar: 0,8 mg/kg/week, max 50 mg/dosis

Beschikbare toedieningsvormen/sterktes

Inj.vlst. 50 mg/ml,  "myclic" 50 mg/ml 
Poeder voor inj.vlst. 25 mg + 1 ml oplosm.
Poeder voor inj.vlst. voor kinderen 10 mg/ml

Let op: De biosimilar 'Benepali' is niet geschikt voor gebruik door kinderen omdat het geen geschikte toedieningsvorm/dosis voor kinderen heeft.

Overige info toediening/beschikbaarheid

Informatie over geneesmiddeltekorten

Doseringen

Juveniele Idiopathische Arthritis (JIA), plaque psoriasis, artritis psoriatica, enthesitis-gerelateerde artritis, erfelijke autoinflammatoire aandoeningen waaronder Hyperimmunoglobuline D syndroom (HIDS),TNF receptor geassocieerd periodiek syndroom(TRAPS)
  • Subcutaan
    • 2 jaar tot 18 jaar
      [1] [2] [3] [4] [5] [6] [7] [8]
      • 0,8 mg/kg/week in 1 - 2 doses per week. Max: 50 mg/week. Maximale dosering per gift: 50 mg/dosis.
      • Doseren op geleide van effect. Jongere kinderen kunnen hogere doses nodig hebben in verband met een hogere klaring.

Nierfunctiestoornissen bij kinderen > 3 maanden

GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.

GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.

Bijwerkingen bij kinderen

In het algemeen waren de bijwerkingen bij kinderen overeenkomstig in frequentie en type met de bijwerkingen die gezien werden bij volwassenen.
Hoofdpijn, misselijkheid, braken en buikpijn komen vaker bij kinderen voor dan bij volwassenen.

Bijwerkingen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Zeer vaak (> 10%): infecties, m.n. bovenste luchtweginfectie (meestal verkoudheid en sinusitis), cystitis, huidinfectie, urticaria. Reacties op injectieplaats, deze zijn meestal mild (bloeding, hematoom, erytheem en/of jeuk, pijn of zwelling) en komen vooral in de eerste maand voor, daarna minder vaak; gemiddelde duur drie tot vijf dagen.

Vaak (1-10%): allergische reacties, jeuk, koorts.

Soms (0,1-1%): vormen van non-melanoma huidkanker (vooral bij patiënten met psoriasis), angio-oedeem, urticaria, huiduitslag (o.a, psoriasiforme huiduitslag), psoriasis, (soms fatale) interstitiële longaandoening (inclusief pneumonitis en longfibrose), ernstige infecties (waaronder pneumonie, cellulitis, septische artritis, sepsis en parasitaire infectie), trombocytopenie, uveïtis, scleritis, systemische vasculitis (waaronder antineutrofiele–cytoplasmatische–antilichaampositieve vasculitis).

Zelden (0,01-0,1%): ernstige allergische of anafylactische reactie, sarcoïdose, tuberculose, opportunistische infecties (inclusief invasieve schimmel, protozoaire, bacteriële, atypische mycobacteriële en virale infecties waaronder herpes zoster, Legionella, Candida, Pneumocystis, Aspergillus, en Histoplasma), Stevens-Johnsonsyndroom, erythema multiforme, cutane vasculitis (incl. leukocytoclastische vasculitis), subacute of discoïde lupus erythematodes, lupusachtig syndroom, lymfoom, melanoom, verergering van congestief hartfalen, anemie, leukopenie, pancytopenie, sommige met fatale afloop, stijging van leverenzymwaarden, auto-immuun hepatitis, epileptische aanval, demyelinisatie van het CZS, wijzend op multiple sclerosis of gelokaliseerde demyeliniserende aandoeningen zoals optische neuritis.

Zeer zelden (< 0,01%): aplastische anemie, toxische epidermale necrose, perifere demyelinisatie (waaronder het syndroom van Guillain-Barré, chronische inflammatoire demyeliniserende polyneuropathie, demyeliniserende polyneuropathie en multifocale motorische neuropathie).

Verder zijn gemeld: leukemie, Merkel-celcarcinoom, macrofaagactivatiesyndroom (MAS), verergering van symptomen van dermatomyositis, Listeria, hepatitis B-reactivering. Bij behandeling van kinderen met JIA zijn ernstige bijwerkingen gerapporteerd: varicella met symptomen van aseptische meningitis, appendicitis, gastro–enteritis, depressie/persoonlijkheidsstoornis, huidulcus, oesofagitis/gastritis, uveïtis, septische shock door streptokokken groep A, diabetes mellitus type I, infectie van weke delen en postoperatieve wonden, inflammatoire darmziekten.

Tijdens de behandeling kunnen auto-immuunantilichamen zich ontwikkelen; de klinische betekenis hiervan is nog onbekend.

Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb

  • Bij kinderen worden veel geneesmiddelen off-label gebruikt. Alle ervaringen zijn belangrijk om te melden om zo meer kennis te verzamelen en te delen
  • Ook wanneer u niet zeker weet of de bijwerking echt door het geneesmiddel komt
Meld hier

Contra-indicatie algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Sepsis of risico van sepsis. De behandeling niet beginnen bij actieve infecties met inbegrip van chronische of lokale infecties.
 

Waarschuwingen en voorzorgen bij kinderen

Het wordt aanbevolen om, indien mogelijk, pediatrische patiënten alle immunisaties zoals die
overeenkomen met de geldende immunisatierichtlijnen toe te dienen voordat zij beginnen met etanercept. Er zijn meldingen geweest van IBD en uveïtis bij JIA-patiënten tijdens de behandeling met etanercept.

Een risico op ontwikkeling van maligniteiten bij kinderen en adolescenten die zijn behandeld met TNF-antagonisten kan niet worden uitgesloten.

Waarschuwingen en voorzorgen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Voorzichtigheid is geboden bij een chronische infectie of een voorgeschiedenis van recidiverende infecties of bij onderliggende ziekten die een predispositie kunnen vormen voor infecties zoals gevorderde of slecht gecontroleerde diabetes. Patiënten voor, tijdens en na de behandeling met etanercept zorgvuldig controleren op infecties, waaronder tuberculose en invasieve schimmelinfecties. Bij ontwikkeling van ernstige infecties, sepsis of vermoeden van acute tuberculose de behandeling staken. Voor aanvang van de behandeling dient screening op tuberculose plaats vinden met een thoraxfoto en een tuberculine huidtest. Bij latente tbc profylactisch anti-tuberculosetherapie starten alvorens tot behandeling met etanercept over te gaan. Patiënten voor aanvang van de behandeling screenen op hepatitis B. Dragers van het virus die behandeling met etanercept nodig hebben zorgvuldig monitoren op symptomen van actieve ziekte en bij reactivering van hepatitis B de behandeling staken. Tijdens behandeling met etanercept kan hepatitis C verergeren, daarom met voorzichtigheid gebruiken bij patiënten met hepatitis C in de voorgeschiedenis. Voorzichtigheid moet in acht worden genomen bij een voorgeschiedenis van bloeddyscrasieën, recidiverende infecties, congestief hartfalen, bij demyeliniserende ziekten en vanwege een toegenomen mortaliteit bij matig tot ernstige alcoholische hepatitis. De injectievloeistof voor kinderen bevat benzylalcohol; dit kan toxische reacties en allergische reacties veroorzaken bij kinderen jonger dan 3 jaar. Bij duidelijke blootstelling aan varicellavirus dient de behandeling met etanercept tijdelijk te worden gestaakt en profylactische behandeling met varicella zoster-immunoglobuline te worden overwogen. Indien mogelijk een lopend vaccinatieprogramma voltooien voor beginnen van de behandeling met etanercept. Een mogelijk risico van ontwikkeling van lymfomen, leukemie of andere hematopoëtische of vaste maligniteiten door behandeling met een TNF–α-antagonist kan niet worden uitgesloten. Er zijn meldingen van melanoma en non–melanoma huidkanker bij behandeling met een TNF–α-antagonist; daarom wordt periodiek huidonderzoek aanbevolen, vooral bij risicopatiënten. De veiligheid en effectiviteit van etanercept bij immuungecompromitteerde patiënten of bij chronische infecties is niet beoordeeld. Bij aanhoudende koorts, keelpijn, blauwe plekken, bloeding, bleekheid de patiënt onmiddellijk onderzoeken (incl. volledig bloedbeeld); bij bloeddyscrasie de behandeling staken. Patiënten die met etanercept behandeld worden dienen een speciale waarschuwingskaart te ontvangen. De werkzaamheid en veiligheid van etanercept is niet vastgesteld bij polyarticulaire JIA bij kinderen jonger dan 2 jaar en bij plaque psoriasis bij kinderen jonger dan 6 jaar.

Interacties Bron: KNMP/Informatorium Medicamentorum

Relevant: bij combinatie met abatacept, anakinra of een andere IL-1-remmer is een hogere incidentie van ernstige infecties waargenomen dan bij behandeling met etanercept alleen. De fabrikant ontraadt combinatie met anakinra of abatacept.

Geen interactie: in de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met antibacteriële middelen.

Niet beoordeeld: bij combinatie met sulfasalazine is een daling van het aantal leukocyten waargenomen.

Interacties immunosuppressiva algemeen
Relevant: vaccinatie met levende micro-organismen, zoals BCG- of mazelenvaccin, tijdens immunosuppressieve therapie (behalve lokaal toegediend pimecrolimus of tacrolimus) kan een gegeneraliseerde infectie veroorzaken. De combinatie wordt bij voorkeur vermeden.
Geen interactie: in de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met allergenen van natuurlijke oorsprong.
Niet beoordeeld: vaccinaties met gedode verwekker of afgeleid antigeen zijn tijdens immunosuppressieve therapie minder effectief door een verminderde immuunrespons, en worden om die reden soms herhaald toegediend.

IMMUNOSUPPRESSIVA

Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.

SELECTIEVE IMMUNOSUPPRESSIVA

Abatacept

Orencia
L04AA24

Eculizumab

Soliris, Epysqli
L04AA25

Leflunomide

Arava
L04AA13

Mycofenolaatmofetil

Cellcept, Myfenax
L04AA06
L04AA04

Upadacitinib

Rinvoq
L04AA44
OVERIGE IMMUNOSUPPRESSIVA

Azathioprine

Imuran
L04AX01

Methotrexaat

Emthexate, Metoject, Injexate
L04AX03
TUMORNECROSEFACTOR-ALFA-ANTAGONISTEN

Adalimumab

Humira, Amgevita, Hyrimoz, Idacio, Imraldi, Yuflyma
L04AB04

Golimumab

Simponi
L04AB06

Infliximab

Remicade, Inflectra, Flixabi, Remsima, Zessly
L04AB02
INTERLEUKINEREMMERS

Anakinra

Kineret
L04AC03

Basiliximab

Simulect
L04AC02

Canakinumab

Ilaris
L04AC08

ixekizumab

Taltz
L04AC13

Satralizumab

Enspryng
L04AC19

Secukinumab

Cosentyx
L04AC10

Tocilizumab

RoActemra, Tyenne
L04AC07

Ustekinumab

Stelara
L04AC05
CALCINEURINEREMMERS

Ciclosporine

Neoral, Sandimmune
L04AD01

Tacrolimus

Prograft, Modigraf, Adport, Tacni, Advagraf, , Envarsus, Conferoport, Dailiport, Tacforius
L04AD02

Referenties

  1. Wyeth Europa Ltd., SmPC Enbrel EU/1/99/126/001 3-2-2010, www.emea.europa.eu
  2. Aróstegui JI et al. , Etanercept plus colchicine treatment in a child with tumour necrosis factor receptor-associated periodic syndrome abolishes auto-inflammatory episodes without normalising the subclinical acute phase response. , Eur J Pediatr. , 2005 , Jan;164(1):, 13-6
  3. Bulua AC et al. , Efficacy of etanercept in the tumor necrosis factor receptor-associated periodic syndrome: a prospective, open-label, dose-escalation study., Arthritis Rheum. , 2012 , Mar;64(3):, 908-13
  4. Cantarini L et al. , Tumour necrosis factor receptor-associated periodic syndrome caused by a rare mutation in the TNFRSF1A gene, and with excellent response to etanercept treatment., Clin Exp Rheumatol., 2009 , Sep-Oct;27(5):, 890-1
  5. Dhanrajani A et al. , Modified regimen of etanercept for tumor necrosis factor receptor associated periodic syndrome (TRAPS) like illness., Indian Pediatr., 2014 , Jan;51(1):, 55-7
  6. Harambat J et al. , First report of rapidly progressive glomerulonephritis in tumor necrosis factor receptor-associated periodic syndrome., Arthritis Rheum. , 2008 , Oct;58(10), 3275-6
  7. Kostjukovits S et al. , Treatment of hyperimmunoglobulinemia D syndrome with biologics in children: review of the literature and Finnish experience., Eur J Pediatr. , 2015 , Feb 27
  8. Morbach H et al. , Tumor necrosis factor receptor 1-associated periodic syndrome without fever: cytokine profile before and during etanercept treatment., Rheumatol Int. , 2009 , Dec;30(2):, 207-12
  9. ZorgInstituut Nederland, Farmacotherapeutisch Kompas (Eigenschappen, contraindicaties, bijwerkingen, waarschuwingen en voorzorgen), Geraadpleegd 17 feb 2016
  10. Informatorium Medicamentorum, Interacties, Geraadpleegd 06 sept 2016

Wijzigingen

  • 04 april 2016 10:14: Aanvullende informatie tav biosimilar Benepali toegevoegd op basis van bericht CBG
  • 18 februari 2016 15:22: De wetenschappelijke literatuur over de toepassing van etanercept bij kinderen is beoordeeld. Dit heeft geleid tot de toevoeging van de volgende indicaties: plaque psoriasis, artritis psoriatica, enthesitis-gerelateerde artritis, erfelijke autoinflammatoire aandoeningen waaronder Hyperimmunoglobuline D syndroom (HIDS) en Tumor necrosis factor receptor geassocieerd periodiek syndroom (TRAPS)

Therapeutic Drug Monitoring


Overdosering