Upadacitinib

Stofnaam
Upadacitinib
Merknaam
Rinvoq
ATC code
L04AA44
Doseringen
Nierfunctiestoornissen

Produkten, hulpstoffen, toediening en tekorten
Bijwerkingen
Contraindicaties
Waarschuwingen en voorzorgen

Interacties
Eigenschappen (PD/PK)

Registratiestatus
Middelen uit dezelfde ATC groep
Referenties
Versiebeheer

Eigenschappen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Upadacitinib is een immunosuppressivum. Het remt selectief en reversibel Januskinase (JAK). Januskinasen zijn intracellulaire enzymen die cytokine of groeifactorsignalen overbrengen die betrokken zijn bij hematopoëse, ontsteking en de afweerfunctie. Upadacitinib remt deze intracellulaire signaalroutes van signaaltransducers en activatoren van transcriptie (STAT's). Het remt JAK1 of JAK1/3 en in mindere mate JAK-2. JAK-remmers vallen onder de 'targeted synthetic DMARD's' (tsDMARD's).

Farmacokinetiek bij kinderen

De farmacokinetiek en steady-state concentraties van upadacitinib zijn vergelijkbaar bij volwassenen en adolescenten van 12 tot 17 jaar met atopische dermatitis [SmPC Rinvoq].

 

 

Label dosisadvies Kinderformularium

≥ 12 jaar: On-label

Toon SmPC tekst Toon SmPC tekst

SmPC tekst

Atopische dermatitis:
≥12 jaar en ≥30 kg: 15 mg 1dd

Beschikbare toedieningsvormen/sterktes

Tablet MGA 15 mg, 30 mg, 45 mg

Overige info toediening/beschikbaarheid

Informatie over geneesmiddeltekorten

Doseringen

Atopische dermatitis
  • Oraal
    • 12 jaar tot 18 jaar en ≥ 30 kg
      [1]
      • 15 mg/dag in 1 dosis
      • Behandelduur:

        Overweeg de behandeling te staken als na 12 weken geen klinisch voordeel is.

Nierfunctiestoornissen bij kinderen > 3 maanden

Er zijn geen gegevens bekend over doseeraanpassing bij nierfunctiestoornissen.

Bijwerkingen bij kinderen

Het veiligheidsprofiel van upadacitinib bij een dosis van 15 mg/dag bij adolescenten was vergelijkbaar met dat bij volwassenen, alhoewel neutropenie en herpes zoster bij hogere doseringen  vaker voorkomen.

Bijwerkingen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Zeer vaak (> 10%): bovensteluchtweginfectie; acute sinusitis, laryngitis, (naso)faryngitis, orofaryngeale pijn, (faryngo)tonsillitis, rinitis, sinusitis, tonsillitis, virale bovensteluchtweginfectie.

Vaak (1-10%): bronchitis, herpes zoster, (orale) herpes simplex. Neutropenie. Hypercholesterolemie. Hoesten. Misselijkheid. Acne. Koorts. Verhoogde waarden creatinekinase in bloed, verhoging ALAT en ASAT. Gewichtstoename.

Soms (0,1-1%): pneumonie, orale candidiase. Hypertriglyceridemie.

Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb

  • Bij kinderen worden veel geneesmiddelen off-label gebruikt. Alle ervaringen zijn belangrijk om te melden om zo meer kennis te verzamelen en te delen
  • Ook wanneer u niet zeker weet of de bijwerking echt door het geneesmiddel komt
Meld hier

Contra-indicatie algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

  • actieve tuberculose of actieve ernstige infectie;
  • ernstige leverfunctiestoornis.

 

Waarschuwingen en voorzorgen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Laboratoriumwaarden: Behandeling niet beginnen of tijdelijk onderbreken bij patiënten met een absolute lymfocytentelling (ALC) < 0,5 × 109 cellen/l, een absolute neutrofielentelling (ANC) < 1 × 109 cellen/l of een hemoglobinewaarde (Hb) < 5 mmol/l. Behandeling starten of hervatten wanneer hoeveelheid boven deze waarde terugkeren. Controleer bij start behandeling en daarna tijdens de routinecontroles van de patiënt.

Behandeling niet beginnen bij actieve infecties. Weeg de risico's en voordelen af bij patiënten met meer kans op infecties, bv. op basis van voorgeschiedenis, blootstelling aan TBC, reisverleden (gebieden met endemische TBC of mycosen). Monitor op tekenen van infectie tijdens en na de behandeling; onderbreek de behandeling als een opportunistische of een ernstige infectie optreedt. Test vooraf en tijdens de behandeling op de aanwezigheid van een actieve of latente TBC.

Controleer vóór start en gedurende behandeling op virale hepatitis. Virale reactivering is gemeld, inclusief gevallen van het herpesvirus.

Controleer bij starten de levertransaminasen en daarna tijdens de routinecontroles. Onderbreek behandeling bij toename ALAT en ASAT en vermoeden van door upadacitinib geïnduceerd leverletsel tot deze diagnose is uitgesloten.

Voorzichtig zijn bij patiënten met een verhoogd risico op diepveneuze trombose (DVT) en longembolie (LE). Risicofactoren zijn hoge leeftijd, obesitas, medische voorgeschiedenis met DVT/LE, patiënten die operatieve ingreep ondergaan en bij langdurige immobiliteit. Voorvallen van DVT en LE zijn gemeld bij gebruik van JAK-remmers, zoals upadacitinib. Staak de behandeling bij symptomen van DVT/LE, evalueer en geef passende behandeling.

Gebruik geen levende, verzwakte vaccins tijdens of onmiddellijk vóór de behandeling wegens het ontbreken van gegevens over de respons op vaccinatie met levende of geïnactiveerde vaccins bij patiënten die upadacitinib krijgen. Zorg vóór start behandeling voor voldoende vaccinaties inclusief een profylactische vaccinatie tegen herpes zoster.

Gebruik van immunomodulerende middelen kan het risico op maligniteiten, inclusief lymfomen, vergroten. Weeg risico's en voordelen van een behandeling af vóór start behandeling bij patiënten met een bekende maligniteit anders dan met succes behandelde niet-melanome huidkanker (NMSC) of bij voortzetting behandeling bij een ontwikkelde maligniteit. Controleer periodiek de huid bij patiënten met een verhoogd risico op huidkanker.

Controleer lipidenparameters 12 weken na aanvang en daarna volgens protocol. Behandeling met upadacitinib is in verband gebracht met een toename in lipidenparameters.

Interacties Bron: KNMP/Informatorium Medicamentorum

Upadacitinib is substraat voor CYP3A4; het induceert CYP3A4 zwak.

Relevant:
Afname upadacitinib: de concentratie daalt door krachtige CYP3A4-inductoren.
Toename upadacitinib: de concentratie stijgt door krachtige CYP3A4-remmers; volgens de fabrikant is voorzichtigheid geboden bij gebruik van upadacitinib 15 mg 1x per dag, en wordt upadacitinib 30 mg 1x per dag niet aanbevolen.
Niet relevant:
Upadactinib verlaagt de concentratie van: midazolam, atorvastatine en rosuvastatine.
Niet beoordeeld:
Combinatie met immunosuppressiva, 'biologicals' of andere JAK-remmers wordt ontraden vanwege het risico op additieve immunosuppressie.

Interacties immunosuppresiva algemeen:
Relevant:
Levende vaccins (zie inleidende tekst Vaccins, Algemene opmerkingen): vaccinatie met levende micro-organismen tijdens immunosuppressieve therapie (behalve cutaan toegediend pimecrolimus of tacrolimus) kan een gegeneraliseerde infectie veroorzaken. De combinatie moet worden vermeden.

Niet-levende vaccins (zie inleidende tekst Vaccins, Algemene opmerkingen): tijdens gebruik van immunosuppressiva kunnen vaccinaties met gedode verwekker of afgeleid antigeen minder effectief zijn door een verminderde immuunrespons. In sommige gevallen kan het vaccin herhaald worden toegediend of kan een titerbepaling worden gedaan. Zie ook de LCI-richtlijn Vaccinatie bij chronisch inflammatoire aandoeningen.

De werking van immunocyanine kan worden verminderd.

Geen interactie:
In de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met allergenen.

 

IMMUNOSUPPRESSIVA

Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.

SELECTIEVE IMMUNOSUPPRESSIVA

Abatacept

Orencia
L04AA24

Eculizumab

Soliris, Epysqli
L04AA25

Leflunomide

Arava
L04AA13

Mycofenolaatmofetil

Cellcept, Myfenax
L04AA06
L04AA04
OVERIGE IMMUNOSUPPRESSIVA

Azathioprine

Imuran
L04AX01

Methotrexaat

Emthexate, Metoject, Injexate
L04AX03
TUMORNECROSEFACTOR-ALFA-ANTAGONISTEN

Adalimumab

Humira, Amgevita, Hyrimoz, Idacio, Imraldi, Yuflyma
L04AB04

Etanercept

Enbrel
L04AB01

Golimumab

Simponi
L04AB06

Infliximab

Remicade, Inflectra, Flixabi, Remsima, Zessly
L04AB02
INTERLEUKINEREMMERS

Anakinra

Kineret
L04AC03

Basiliximab

Simulect
L04AC02

Canakinumab

Ilaris
L04AC08

ixekizumab

Taltz
L04AC13

Satralizumab

Enspryng
L04AC19

Secukinumab

Cosentyx
L04AC10

Tocilizumab

RoActemra, Tyenne
L04AC07

Ustekinumab

Stelara
L04AC05
CALCINEURINEREMMERS

Ciclosporine

Neoral, Sandimmune
L04AD01

Tacrolimus

Prograft, Modigraf, Adport, Tacni, Advagraf, , Envarsus, Conferoport, Dailiport, Tacforius
L04AD02

Referenties

  1. Abb Vie Deutschland GmbH & Co. KG, SmPC Rinvoq (EU/1/19/1404/009) Rev 20; 24-07-2024, www.ema.europa.eu
  2. Informatorium Medicamentorum, Interacties, Geraadpleegd 22-10-2021
  3. Zorginstituut Nederland, Farmacotherapeutisch Kompas (Eigenschappen, Contra-Indicaties, Bijwerkingen, Waarschuwingen en Voorzorgen), Geraadpleegd 22-10-2021

Wijzigingen

  • 27 augustus 2024 16:02: PK data en bijwerkingen toegevoegd obv SmPC
  • 28 oktober 2021 09:12: NIEUWE MONOGRAFIE

Therapeutic Drug Monitoring


Overdosering