Selectieve, krachtige remmer van het enzym cGMP-specifieke fosfodiësterase type 5 (PDE-5). Dit enzym is verantwoordelijk voor de afbraak van cyclisch–guanosinemonofosfaat (cGMP). In het pulmonale vaatstelsel zorgt cGMP voor relaxatie van de gladde spiercellen van de longvaten met als gevolg vasodilatatie van het pulmonale vaatbed en in mindere mate van de systemische circulatie.Sildenafil zorgt voor een verhoging van de cGMP-concentratie in het corpus cavernosum van de penis. In het corpus cavernosum ontstaat cGMP door vrijgekomen stikstofmonoxide (NO) tijdens seksuele stimulatie. cGMP veroorzaakt een verslapping van de gladde spieren in het corpus cavernosum, waardoor dit zich kan vullen met bloed.
Tmax = ong. 1 uur
Cmax: na 20 mg oraal: 49, 104 en 165 ng/ml voor patiënten 70, 20 en 10 kg respectievelijk
Cmax: na 10 mg oraal: 24, 53 en 85 ng/ml voor patiënten 70, 20 en 10 kg respectievelijk
T1/2 (kinderen 10-70 kg) = 4,2 – 4,4 uur
Neonaten (intraveneus):
Grote inter-individuele variabiliteit.
Klaring: 0,84 l/h (~8,05 l/h/70kg) en 2,58 l/h (~24,7 l/h/70kg) bij 1 dag oud en 7 dagen oud respectievelijk.
Totale verdelingsvolume: 22,4L (~456L/70kg)
T1/2: 55,9 h (1 dag oud) en 47,7 h (7 dagen oud)
De blootstelling aan sildenafil en zijn actieve metaboliet is voor de 10 mg oplossing voor injectie equivalent aan de 20 mg orale dosis.
Pulmonale arteriële hypertensie:
Oraal
< 1 jaar: Off-label
≥ 1 jaar: dosering > 3 mg/kg/dag: Off-label
Intraveneus: Off-label
Tablet (als citraat) 25 mg, 50 mg, 100 mg
Tablet filmomhuld (als citraat) 20 mg, 25 mg, 50 mg, 100 mg
Susp. oraal "poeder voor" (als citraat) 10 mg/ml
Susp. oraal (als citraat) 1mg/ml
Inj. vlst. (als citraat) 0,8 mg/ml
Pulmonale arteriele hypertensie |
---|
|
Chronische longziekte (CLD) |
---|
|
GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.
GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.
Braken, misselijkheid, buikpijn, dyspepsie en hoest, hoofdpijn, blozen, spierpijn, diarree, veranderingen in het gezichtsvermogen, toegenomen erectie, hypotensie, pyrexie, infectie van de bovenste luchtwegen, bronchitis, faryngitis, loopneus, (broncho)pneumonie, rhinitis, influenza, epistaxis, hartfalen, rechts ventriculair falen, (virale) gastro-enteritis, syncope, pijn op de borst, tandcariës, cardiogene shock, urineweginfectie, dyspneu, hemoptyse, hartstilstand, pleurale effusie, convulsie, coronaire arteriële ziekte, verminderde inspanningstolerantie, hypoxie, verminderde zuurstofsaturatie, pulmonale bloeding, respiratoir falen en stridor.
Bij pulmonale hypertensie: Zeer vaak (> 10%): hoofdpijn, blozen. Dyspepsie, diarree. Pijn in armen of benen.
Vaak (1-10%): spierpijn, rugpijn, migraine. Hoest, verstopte neus, bloedneus. Koorts, cellulitis, influenza, rinitis, sinusitis, bronchitis. Gastritis, gastro-oesofageale refluxaandoening, aambeien, opzwelling van de buik, droge mond. Slapeloosheid. Nachtelijk zweten. Retinale bloeding, visusinsufficiëntie, wazig zien, fotofobie, chromatopsie, cyanopsie, oogirritatie, oculaire hyperemie. Vochtretentie. Duizeligheid. Anemie. Paresthesie, tremor, angst. Alopecia, erytheem.
Soms (0,1–1%): Verminderde gezichtsscherpte, diplopie, abnormaal gevoel in het oog. Hematurie, penisbloeding, hematospermie, gynaecomastie.
Verder zijn gemeld: plotselinge vermindering of verlies van gehoor. Priapisme, toename erecties. Niet-arterieel anterieur ischemisch oogzenuwlijden ('non-arteritic anterior ischaemic optic neuropathy' (NAION)), retinale bloedvatocclusie, gezichtsvelddefecten. Hypotensie.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Ernstige leverfunctiestoornissen. Hypotensie (< 90/50 mmHg), recent myocardinfarct/beroerte. Visusverlies in één oog als gevolg van een niet-arterieel anterieur ischemisch oogzenuwlijden wel of niet gerelateerd aan eerdere blootstelling aan een PDE-5-remmer; erfelijke degeneratieve retinale stoornissen zoals retinitis pigmentosa.
Bij pulmonale hypertensie (m.n. ten gevolge van een bindweefselziekte) kan een vergroot risico van bloedingen ontstaan wanneer al vitamine-K-antagonisten worden gebruikt. Bij kinderen met pulmonale hypertensie die een hogere dan de aanbevolen dosering gebruikten, werd een toename in het aantal sterfgevallen gezien. Bij het optreden van plotselinge visusstoornissen de behandeling staken en onmiddellijk specialistisch oogonderzoek verrichten. Sildenafil remt naast PDE-5 ook PDE-6 in de retina. Voorzichtigheid is daarom geboden bij prematuren vanwege een verhoogd risico op retinopathieën
Sildenafil niet toepassen bij patiënten met secundaire pulmonale hypertensie als gevolg van sikkelcelanemie, wegens meer kans op een vaso-occlusieve crisis. Voorzichtigheid is geboden bij anatomische deformatie van de penis (angulatie, fibrose, ziekte van Peyronie), bij ziekten die predisponeren tot priapisme (sikkelcelanemie, multipel myeloom, leukemie) en bij hogere gevoeligheid voor vaatverwijders (hypotensie, vochtdepletie, autonome disfunctie, linker ventrikel uitstroom-obstructie, multipel systeem atrofie). De patiënt instrueren om bij een langer dan 4 uur aanhoudende erectie onmiddellijk medische hulp in te roepen. Onbehandelde priapisme kan leiden tot beschadiging van penisweefsel en permanent potentieverlies. Er is onvoldoende informatie over de veiligheid bij bloedingsstoornissen of bij actief peptisch ulcus; omdat sildenafil in vitro de bloedplaatjesaggregatie vermindert, is voorzichtigheid geboden. Bij pulmonale hypertensie (m.n. ten gevolge van een bindweefselziekte) kan dan ook een vergroot risico van bloedingen ontstaan wanneer al vitamine K-antagonisten worden gebruikt. De werkzaamheid van sildenafil is niet vastgesteld voor pulmonale hypertensie WHO-klasse IV; de baten/risico-verhouding is niet bekend voor WHO-klasse I. Indien zich bij gebruik van sildenafil bij pulmonale hypertensie een levensbedreigend pulmonaal oedeem ontwikkeld, dient de diagnose pulmonale hypertensie geassocieerd met pulmonale occlusieve aandoeningen overwogen te worden. Bij het optreden van plotselinge visusstoornissen de behandeling staken en onmiddellijk specialistisch oogonderzoek verrichten. Niet aanbevolen bij patiënten met erfelijke degeneratieve afwijkingen van de retina. Niet combineren met andere medicatie/behandelmethoden voor erectiestoornissenn.
Sildenafil is substraat voor CYP3A4 (hoofdroute) en CYP2C9.
Relevant:
Toename sildenafil: de concentratie stijgt door cimetidine, ciprofloxacine, krachtige CYP3A4-remmers, HCV-middelen en HIV-proteaseremmers. De sildenafildosering moet worden verlaagd .Combinatie met cobicistat, HCV-middelen of HIV-proteaseremmers bij pulmonale arteriële hypertensie wordt ontraden.
Overig effect: sildenafil verhoogt de concentratie van bosentan met als mogelijk gevolg meer hepatotoxiciteit; andersom verlaagt bosentan de concentratie van sildenafil. Bij combinatie is extra controle van het klinisch effect en van transaminasewaarden nodig.
Niet relevant: de concentratie stijgt door macitentan; andersom daalt de concentratie van de actieve metaboliet van macitentan door sildenafil.
Geen interactie: in de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met krachtige CYP3A4-inductoren, rosuvastatine, simvastatine en tacrolimus.
Niet beoordeeld: riociguat versterkt het bloeddrukverlagende effect; combinatie wordt ontraden.
Grapefruitsap kan de biologische beschikbaarheid verhogen door remming van CYP3A4. Een klinisch relevant effect is echter niet waarschijnlijk. In een kleine studie verhoogde 500 ml grapefruitsap de AUC van sildenafil met ong. 23%.
Interacties fosfodiësteraseremmers algemeen:
Relevant: combinatie met een nitraat, nitriet of nitroprusside is gecontraïndiceerd. Gecombineerd gebruik heeft een plotselinge en langdurige bloeddrukdaling tot gevolg; bij sildenafil is in zeldzame gevallen myocardinfarct gemeld.
Combinatie met de niet-selectieve α1A-blokkers alfuzosine, doxazosine en terazosine kan een tijdelijke verlaging van de bloeddruk veroorzaken.
Geen interactie: in de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met de selectieve α1A-blokkers silodosine en tamsulosine.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
ZUURMAKENDE MIDDELEN | ||
---|---|---|
G04BA01 |
MIDDELEN BIJ URGE-INCONTINENTIE | ||
---|---|---|
Dridase, Vesolox
|
G04BD04 | |
Vesicare
|
G04BD08 | |
Detrusitol
|
G04BD07 |
MIDDELEN BIJ ERECTIESTOORNIS | ||
---|---|---|
Adcirca
|
G04BE08 |
OVERIGE UROLOGICA | ||
---|---|---|
G04BX16 |