Lactitol, een disaccharide, is een synthetisch analogon van lactulose. Het wordt nauwelijks geresorbeerd maar door de colonflora omgezet in o.a. propion-, boter- en azijnzuur. Door het aantrekken van water via osmose en daling van de pH wordt de peristaltiek van het colon bevorderd en de consistentie van de feces verzacht. De laxerende werking treedt in na enkele uren, maar het kan enkele dagen duren voor het gewenste effect wordt bereikt. Bij (pre)coma hepaticum veroorzaakt lactitol daling van het ammoniakgehalte in het bloed en daardoor een verhoogde eiwittolerantie.
Laxerende werking treedt na enkele uren in. Het kan echter een paar dagen duren voordat het gewenste effect wordt bereikt.
Lactitol wordt in de dunne darm niet of nauwelijks geabsorbeerd, de werking vindt plaats in het colon.
Obstipatie:
> 0,25 mg/kg/dag: Off-label
Drank (1-water) 667 mg/ml
Poeder (1-water) 1 g/g
Obstipatie |
---|
|
GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.
GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.
Zeer zelden (< 0,01%): braken, buikpijn, diarree, pruritus ani, misselijkheid, flatulentie. Verder zijn gemeld: abnormale maag-darmgeluiden.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Baby’s die borstvoeding krijgen en zuigelingen met een autosomaal recessieve hereditaire fructose-intolerantie.
Plotseling optredende buikpijn (appendicitis, ileus). Indien de gastro-intestinale doorgang niet is gegarandeerd (ileostomie, colostomie etc.). Rectale bloeding. Vermoeden van organische laesies in het maag-darmstelsel, niet gediagnosticeerde pijn in de onderbuik. Fecale impactie. Galactosemie. Bestaande vocht- en elektrolytenstoornissen.
Flatulentie is soms te verminderen door gelijktijdige inname met 200–400 ml vloeistof, bv. water. Het is aan te bevelen om bij darmstoornissen met excessief meteorisme met een lage dosis te beginnen. Bij oudere en bedlegerige patiënten regelmatig de elektrolytenbalans controleren. Indien elektrocaustiek moet worden ondergaan vóór de colon- of proctoscopie spoelen met een niet-fermenteerbare oplossing vanwege het gevaar van H2-gascumulatie. Niet gebruiken bij zeldzame erfelijke fructose- of galactose-intolerantie of -malabsorptie, of bij lactasedeficiëntie.
Niet beoordeeld: bij toepassing bij hepatische encefalopathie kunnen antacida het effect van lactitol verminderen.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
EMOLLIENTIA | ||
---|---|---|
A06AA01 |
CONTACTLAXANTIA | ||
---|---|---|
Dulcolax
|
A06AB02 | |
Dulcopearls, Dulcodrops
|
A06AB08 | |
Picoprep, Citrafleet
|
A06AB58 | |
X-praep
|
A06AB06 |
VOLUMEVERGROTENDE LAXANTIA | ||
---|---|---|
Metamucil, Volcolon suikervrij.
|
A06AC01 |
OSMOTISCH WERKENDE LAXANTIA | ||
---|---|---|
Duphalac
|
A06AD11 | |
Movicolon "Junior", Transipeg, Klean-prep, Clensia
|
A06AD65 | |
Forlax 'Junior', Forlax
|
A06AD15 |
KLYSMA'S | ||
---|---|---|
A06AG | ||
Norgalax, Klyx
|
A06AG10 | |
Colex
|
A06AG01 | |
Microlax
|
A06AG11 |