Sulfadiazine is een kortwerkend sulfonamide met bacteriostatische werking tegen grampositieve en gramnegatieve micro-organismen door blokkering van de inbouw van 4-aminobenzoëzuur in dihydrofoliumzuur. Ook Toxoplasma gondii is gevoelig (sulfadiazine heeft in combinatie met pyrimethamine een synergistisch effect). Enterokokken en meestal ook Pseudomonas zijn resistent.
Er zijn geen farmacokinetische studies bij kinderen uitgevoerd.
Susp. oraal 100 mg/ml FNA
Toxoplasmose, congenitaal |
---|
|
Toxoplasmose, postnataal |
---|
|
Aanpassingen als volgt:
Bij verminderde nierfunctie neemt de renale uitscheiding van sulfadiazine en de N-acetylmetaboliet af. Hierdoor is het risico op bijwerkingen verhoogd.
Er zijn geen gegevens bekend over doseeraanpassing bij dialyse.
Misselijkheid, braken, diarree, duizeligheid, oorsuizen, kristalurie, overgevoeligheidsreacties en bloedbeeldafwijkingen.
Maag-darmstoornissen zoals misselijkheid, braken, anorexie en diarree. Hoofdpijn, duizeligheid, oorsuizen. Overgevoeligheidsreacties zoals allergische huidreacties: urticaria en maculopapuleus exantheem (vaak gecombineerd met jeuk en koorts), zelden exfoliatieve dermatitis, erythema nodosum, Lyell-syndroom, Stevens-Johnson-syndroom (vooral bij kinderen) en systemische lupus erythematodes of lupusachtige reacties; fotosensibiliteit, 'drug fever', verschijnselen als bij serumziekte. Verder: kristalurie (zelden bij de goed oplosbare sulfonamiden en bij combinatie van sulfonamiden), toxische nefrose, hepatitis, leverbeschadiging. Zelden: afwijkingen in het bloedbeeld zoals leukopenie, eosinofilie, agranulocytose, hemolytische anemie (ook zonder G6PD-deficiëntie), aplastische anemie en trombocytopenie; (perifere) neuritis, meningitis, psychische veranderingen (lethargie, onrust, depressie, hallucinaties), pseudomembraneuze enterocolitis, convulsies.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Ernstige afwijkingen in het bloedbeeld, overgevoeligheid voor sulfonamiden.
Tijdens gebruik ten minste 1,5 liter per dag drinken om de kans op nierstenen zoveel mogelijk te verkleinen. Overgevoeligheid voor sulfonamiden en verwante verbindingen. G6PD-deficiëntie. Ernstige afwijkingen in het bloedbeeld. Lever- en nierfunctiestoornissen. Toediening bij acute porfyrie vermijden, omdat gebruik in verband is gebracht met klinische verergering van porfyrie.
Voorzichtigheid is geboden met blootstelling van de huid aan zonlicht of UV-stralen in verband de kans op fotosensibiliteit. Bij ontstaan van huidverschijnselen de toediening onmiddellijk staken. Er wordt aanbevolen ter voorkoming van kristalurie voldoende te drinken, of de urine te alkaliseren.
Voorzichtigheid is geboden bij systemische lupus erythematodes. Resistentie, zowel chromosomaal als extrachromosomaal (overdracht via R. plasmiden), kan snel optreden tijdens de therapie. Met andere sulfonamiden kan kruisresistentie en kruisovergevoeligheid ontstaan. Kruisovergevoeligheid kan ook bestaan met chemisch verwante stoffen zoals thiazidediuretica, sulfonylureumderivaten en acetazolamide. Bij ontstaan van huidverschijnselen de toediening onmiddellijk staken. Voorzichtigheid is geboden met blootstelling van de huid aan zonlicht of UV-stralen in verband de kans op fotosensibiliteit. Bij met name de slecht oplosbare sulfonamiden (bv. sulfadiazine) wordt aanbevolen ter voorkoming van kristalurie voldoende te drinken zodat de diurese ten minste 1¼ l per dag bedraagt, of de urine te alkaliseren. Voor ongecompliceerde urineweginfecties is een behandelingsduur van 3–5 dagen in het algemeen voldoende. Bij behandeling langer dan 14 dagen regelmatig nierfunctie en bloedbeeld controleren. Bij een manifest of dreigend gebrek aan foliumzuur wordt foliumzuursuppletie aanbevolen.
Relevant: de concentratie van fenytoïne stijgt.
Interacties sulfonamiden algemeen
Relevant: methenamine is werkzaam bij pH 5 of lager, bij deze pH kunnen sulfonamiden uitkristalliseren in de tubuli; combinatie wordt ontraden.
Niet beoordeeld: een aantal combinaties van sulfonylureumderivaten en sulfonamiden leidt tot versterking van het hypoglykemische effect.
Lokale anesthetica van het estertype zijn derivaten van 4-aminobenzoëzuur en kunnen de antibacteriële werking van sulfonamiden antagoneren.
Bij combinatie met pyrimethamine kan megaloblastaire anemie en pancytopenie optreden
Interacties antibacteriele middelen algemeen:
Relevant:
de werking van oraal buiktyfusvaccin kan worden verminderd bij gelijktijdige inname van antibacteriële middelen. Gescheiden inname met een interval van 3 dagen wordt aanbevolen. Alternatief: parenteraal buiktyfusvaccin. Het effect van cumarinederivaten kan worden versterkt, waarschijnlijk door een verhoogde afbraak van stollingsfactoren gedurende de koortsperiode.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
TRIMETHOPRIM EN AFGELEIDE VERBINDINGEN | ||
---|---|---|
J01EA01 |
SULFONAMIDEN MET TRIMETHOPRIM INCLUSIEF AFGELEIDEN | ||
---|---|---|
J01EE01 | ||
Rokiprim
|
J01EE03 |