Kristalloïden distribueren snel extravasculair, waardoor relatief grote hoeveelheden nodig zijn voor adequate opvulling van het vaatstelsel.
Er is hier op dit moment nog geen informatie over beschikbaar.
Per ml infusievlst.: Natriumchloride 6 mg Kaliumchloride 0.4 mg Calciumchloride-2-water 0.27 mg Natriumlactaat 3.17 mg
Vloeistofresuscitatie bij brandwonden |
---|
|
Vochtsuppletie als het zuur-base-evenwicht niet is verstoord of bij een milde acidose, Isotone en hypotone dehydratie, Herstel van het intravasculaire volume als kortdurende behandeling. |
---|
Er zijn geen gegevens bekend over doseeraanpassing bij nierfunctiestoornissen.
Zeer vaak: allergische reacties of anafylactische/ anafylactoide symptomen zoals gelocaliseerd of gegeneraliseerde urticaria, huiduitslag en erytheem en jeuk/pruritus; zwelling van de huid, zwelling rond de ogen en/of larynx oedeem (Quincke’s oedeem); verstopte neus, hoesten, niezen, bronchospasme en/of moeite met ademhalen; overhydratie en hartfalen bij patie?nten met hartaandoeningen en longoedeem; verstoring van electrolytenbalans
Vaak: drukkend gevoel op de borst, pijn op de borst, met tachycardie of bradycardie; pruritis komt voor bij ongeveer 10% van de patienten die behandeld worden met Ringer Lactaat; lactaat infusie veroorzaakt vaak angstgevoelens met zeer zelden paniekaanvallen.
Soms: epileptische aanvallen, veroorzaakt door alkalose, welke door lactaat wordt geinduceerd
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
De oplossing is gecontraindiceerd bij patienten met: Extracellulaire hyperhydratie of hypervolemie; Ernstige nierinsufficientie (met oligurie of anurie); Niet-gecompenseerde hartinsufficientie; Hyperkaliemie; Hypernatriemie; Hypercalciemie; Hyperchloremie; Metabole alkalose; Ernstige metabole acidose; Lactaat acidose; Ernstige leverinsufficientie of verstoord lactaat-metabolisme; Gegeneraliseerd oedeem en ascitescirrose; Gelijktijdige therapie met digitalis glucosiden en behandeling met kaliumsparende diuretica.
Oplossingen met lactaat moeten bijzonder voorzichtig worden toegediend aan neonaten jonger dan 3 maanden.
Infusie van grote volumes bij patienten met hart- of longinsufficientie dient onder strikte begeleiding te gebeuren. De klinische toestand van de patient en de laboratoriumwaarden (electrolytenconcentraties in bloed en urine en zuur-base balans) dienen te worden gecontroleerd tijdens gebruik van de oplossing. De plasma kaliumspiegels moeten in het bijzonder goed worden gecontroleerd bij patienten met kans op hyperkaliemie.Oplossingen met natriumchloride moeten voorzichtig worden toegediend aan patienten met: hypertensie, hartinsufficientie, perifeer- of long-oedeem; nierinsufficientie; pre-eclampsie, aldosteronisme en andere aandoeningen gepaard gaande met natrium-retentie. Oplossingen met kalium-zouten moeten voorzichtig worden toegediend aan patienten met: hartaandoeningen of met aandoeningen die kunnen leiden tot hyperkaliemie, zoals nierinsufficientie of adrenocorticale insufficientie, acute dehydratatie of ernstige weefselbeschadiging zoals bij ernstige verbranding.
Hoewel de kaliumconcentratie in Ringer Lactaat oplossing gelijk is aan de concentratie in plasma, heeft het te weinig effect bij ernstige kaliumdeficientie en dient daarom niet te worden gebruikt bij kaliumdeficientie.
Calciumchloride werkt irriterend. Bij IV infusie is voorzichtigheid geboden om extravasatie te voorkomen. Intramusculaire injectie moet worden vermeden. Oplossingen met calcium-zouten moeten voorzichtig worden toegediend aan patienten met nierinsufficientie, met aandoeningen die gepaard gaan met verhoogde Vitamine D concentraties, zoals sarcoidose. Toediening moet vermeden worden bij patienten met calcium nierstenen of een verleden van nierstenen. Bij gelijktijdige bloedtransfusie dient Ringer Lactaat oplossing niet via hetzelfde systeem te worden toegediend, vanwege mogelijke stolling door het calcium. Ringer Lactaat oplossing kan leiden tot metabole alkalose als gevolg van de lactaat-ionen. Ringer Lactaat oplossing heeft mogelijk geen alkaliniserend effect bij patienten met leverinsufficientie, vanwege een mogelijk verstoord lactaat metabolisme.
Bij langdurig parenterale behandeling moet de patient een geschikt voedingssupplement toegediend krijgen.
Er is hier op dit moment nog geen informatie over beschikbaar.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
OPLOSSINGEN MET INVLOED OP DE ELEKTROLYTENBALANS | ||
---|---|---|
B05BB01 | ||
B05BB03 |
OPLOSSINGEN MET OSMOTISCH-DIURETISCHE WERKING | ||
---|---|---|
Osmosteril
|
B05BC01 |