Mannitol intraveneus

Stofnaam
Mannitol intraveneus
Merknaam
Osmosteril
ATC code
B05BC01
Doseringen
Nierfunctiestoornissen

Produkten, hulpstoffen, toediening en tekorten
Bijwerkingen
Contraindicaties
Waarschuwingen en voorzorgen

Interacties
Eigenschappen (PD/PK)

Registratiestatus
Middelen uit dezelfde ATC groep
Referenties
Versiebeheer

Eigenschappen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Mannitol is een osmotisch diureticum. Het wordt gemakkelijk glomerulair gefiltreerd en in voldoende hoge dosering slechts in beperkte mate door de niertubuli teruggeresorbeerd, waardoor osmotisch de terugresorptie van water wordt verhinderd. Het bevordert de diurese bij oligurie of bij dreigende acute nierinsufficiëntie. Via de osmotische werking doet mannitol het hersenvolume en de intracraniële druk afnemen, evenals de intraoculaire druk. Het verhoogt de uitscheiding via de nieren van elektrolyten en bijvoorbeeld van salicylaten en barbituraten.

Farmacokinetiek bij kinderen

Geen informatie over farmacokinetische parameters van mannitol bij kinderen.

Label dosisadvies Kinderformularium

Vermindering van intracraniale en intraoculaire druk:
< 12 jaar: Off-label
> 12 jaar: On-label

Dialyse: Off-label

Toon SmPC tekst Toon SmPC tekst

SmPC tekst

Vermindering van intracraniale of intraoculaire druk, acute nierinsufficientie: Kinderen ≥12 jaar: in het algemeen 50 tot 200 g per 24 uur. Meestal 100 g per 24 uur. Bij een urineproductie <100 ml/uur max. 100 g/dag.
Kinderen <12 jaar: in geval van nierinsufficiëntie starten met een testdosis 200 mg/kg gedurende 3-5 min. Behandeldosis: 500-1500 mg/kg/dosis. ZN 1-2 maal herhalen na een interval van 4-8 uur.
 

Beschikbare toedieningsvormen/sterktes

Infusievlst. 100 mg/ml (10%); 150 mg/ml (15%); 200 mg/ml (20%)

Overige info toediening/beschikbaarheid

Informatie over geneesmiddeltekorten

Doseringen

Verbetering van de hemodynamische stabiliteit tijdens hemodialyse
  • Intraveneus
    • 1 maand tot 18 jaar
      • 50 - 200 mg/kg/uur, éénmalig.
Vermindering van intracraniale of intraoculaire druk, acute nierinsufficiëntie

Nierfunctiestoornissen bij kinderen > 3 maanden

GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.

GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.

Bijwerkingen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Gemeld zijn: allergische reacties (waaronder huid-, gastro-intestinale en ernstige circulatie- (hypotensie) en luchtwegverschijnselen (dyspneu)), anafylactische reacties (waaronder met hartstilstand en fatale afloop).

Verstoring van de vocht- elektrolytenbalans (zoals hypervolemie, perifeer oedeem, dehydratie, hypo- en hypernatriëmie en hypo- en hyperkaliëmie), metabole acidose.

Overmatige diurese, osmotische nefrose, urineretentie, acuut nierfalen, uremie, hematurie, anurie, oligurie, polyurie.

Droge mond, dorst, misselijkheid, braken.

Hoofdpijn, duizeligheid, reactieve toename van de intracraniële druk, CZS-toxiciteit (met name bij nierfunctiestoornis; o.a. insulten, coma, verwardheid, lethargie). Wazig zien.

Cardiale aritmie, congestief hartfalen, hartkloppingen. Hypo- of hypertensie.

Longoedeem, rinitis.

Huidnecrose, urticaria. Spierkrampen.

Koude rillingen, (angineuze) pijn op de borst, koorts, asthenie, malaise, reacties op de infusieplaats (zoals tromboflebitis, ontsteking, pijn, uitslag, erytheem en jeuk). Compartimentsyndroom (in combinatie met extravasatie en zwelling op de infusieplaats).

Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb

  • Bij kinderen worden veel geneesmiddelen off-label gebruikt. Alle ervaringen zijn belangrijk om te melden om zo meer kennis te verzamelen en te delen
  • Ook wanneer u niet zeker weet of de bijwerking echt door het geneesmiddel komt
Meld hier

Contra-indicatie algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

  • reeds bestaande hyperosmolariteit van het plasma;
  • ernstige dehydratie, vastgestelde anurie door ernstige nierziekte;
  • ernstig hartfalen;
  • ernstige longstuwing of -oedeem;
  • intracraniële bloeding, behalve tijdens craniotomie;
  • stoornis van de bloed-hersenbarrière;
  • leverfunctiestoornis;
  • methanolvergiftiging.

Waarschuwingen en voorzorgen bij kinderen

Na meerdere doses mannitol mogelijk accumulatie waardoor dit een omgekeerd osmotisch effect bewerkstelligt. Serum osmolaliteit moet onder de 320 mOsmol/kg blijven vanwege kans op acuut nierfalen. Bij snelle toediening mogelijk tijdelijke verhoging in CBF en intercraniale druk. Bij lage temperaturen en met name bij hogere concentraties kan kristallisatie optreden, gebruik een 5 micron filter. Monitor voor afwijkende elektrolytenbalans, voor tekenen van longstuwing en hartfalen. Cave anurie.  

Waarschuwingen en voorzorgen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Niet toedienen bij patiënten met shock en nierdisfunctie voordat het volume en de elektrolyten hersteld zijn. Bij oligurie/ ernstige nierinsufficiëntie eerst een testdosis geven om te bepalen of de nierfunctie en urineproductie voldoende zijn. Bij onvoldoende respons kan een tweede testdosis worden gegeven. Indien al tubulaire necrose en irreversibel nierfalen zijn opgetreden, heeft mannitol geen effect en kan verdere schade optreden.

Staak de infusie direct bij symptomen van een vermoede overgevoeligheidsreactie. Patiënten kunnen al gesensibiliseerd zijn zonder eerder een behandeling met mannitol te hebben gehad, omdat de stof van nature voorkomt in fruit- en groentesoorten en als hulpstof wordt gebruikt in geneesmiddelen en cosmetica.

Bij bestaande nieraandoening, of bij gelijktijdig gebruik van nefrotoxische geneesmiddelen de serumosmolaliteit, diurese en nierfunctie zorgvuldig bewaken. Bij een urineproductie die blijft afnemen of bij een progressieve nierfunctiestoornis of hematurie de behandeling staken. De vocht- en elektrolytenbalans (in het bijzonder het natrium- en kaliumgehalte) zorgvuldig bewaken, mannitol kan ontoereikende hydratie en hypovolemie maskeren en verergeren. Het zuur-base-evenwicht, de diurese, de serumosmolariteit en de centrale veneuze druk bewaken. Controleren op achteruitgang van nier-, hart- en longfunctie.

Bij langdurige infusie van mannitol kan in verhouding meer water dan elektrolyten worden afgescheiden, wat tot hypernatriëmie kan leiden. Door overgang van natriumvrije vloeistof van de intracellulaire naar de extracellulaire ruimte kan het natriumgehalte in het serum echter dalen, wat een bestaande hyponatriëmie kan verergeren. De kans op hyponatriëmie neemt toe bij: kinderen, ouderen, vrouwen, postoperatief en bij psychogene polydipsie.

Snelle toediening van mannitol alleen na beoordeling van de cardiovasculaire toestand. Door hoge doses en/of hoge toedieningssnelheden en accumulatie van mannitol kan overexpansie van het extracellulaire vochtvolume ontstaan, wat een bestaand of latent hartfalen kan verergeren.

Hoge mannitolconcentraties, hyperosmolariteit van het serum (met intracellulaire dehydratie in het CZS) en hyponatriëmie kunnen leiden tot CZS-toxiciteit (zoals verwardheid, lethargie of coma), vooral bij nierinsufficiëntie.

Bij ouderen het vermogen om volumebelasting te verdragen en de kans op beïnvloeding van de nierfunctie overwegen.

Interacties Bron: KNMP/Informatorium Medicamentorum

Niet beoordeeld: de suikerabsorptietest geeft onbetrouwbare resultaten bij het gelijktijdig gebruik van lactulose als laxans en van geneesmiddelen die de permeabiliteit van de darmmucosa verhogen, zoals antipyretische analgetica en oncolytica.
 

INTRAVENEUZE OPLOSSINGEN

Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.

OPLOSSINGEN MET INVLOED OP DE ELEKTROLYTENBALANS

Kristalloide oplossingen

Ringerlactaat, Hartmann
B05BB01
B05BB01
B05BB03

Referenties

  1. Yanko JR, et al, Acute care management of severe traumatic brain injuries, Crit Care Nurs Q, 2001, Feb;23(4), 1-23; quiz 2 p following 66
  2. Singhi SC, et al, Management of intracranial hypertension, Indian J Pediatr, 2009, May;76(5), 519-29
  3. Adelson PD, et al, Guidelines for the acute medical management of severe traumatic brain injury in infants, children, and adolescents. Chapter 11. Use of hyperosmolar therapy in the management of severe pediatric traumatic brain injury, Pediatr Crit Care Med, 2003 , Jul;4(3 Suppl):, S40-4
  4. Knapp JM, Hyperosmolar therapy in the treatment of severe head injury in children: mannitol and hypertonic saline, AACN Clin Issues, 2005, Apr-Jun;16(2), 199-211
  5. Hothi DK, et al, The value of sequential dialysis, mannitol and midodrine in managing children prone to dialysis failure, Pediatr Nephrol, 2009, Aug;24(8), 1587-91
  6. Baxter BV, SPC Mannitol (RVG 31795) 28-12-2012, www.geneesmiddeleninformatiebank.nl
  7. Informatorium Medicamentorum , (Interacties), Geraadpleegd 17 jan 2017
  8. ZorgInstituut Nederland, Farmacotherapeutisch Kompas (Eigenschappen, Contra-Indicaties, Bijwerkingen, Waarschuwingen en Voorzorgen), Geraadpleegd 17 jan 2017

Wijzigingen

  • 26 januari 2017 11:37: Nieuwe indicatie CF toegevoegd
  • 17 januari 2017 14:54: De beschikbare wetenschappelijke literatuur over de toepassing van mannitol bij kinderen is opnieuw beoordeeld. De heeft geleid tot aanpassing van het doseeradvies bij dialyse en de toevoeging van de indicaties acute nierinsufficientie en cystic fibrosis. De bijwerkingen bij kinderen zijn uitgebreid met bijwerkingen die optreden bij inhalatie van mannitol bij CF.

Therapeutic Drug Monitoring


Overdosering