Statine (cholesterolsyntheseremmer). Rosuvastatine is een specifieke competitieve remmer van hydroxymethylglutarylco-enzym A-(HMG-CoA-)reductase, een enzym dat een essentiële rol speelt bij de biosynthese van cholesterol. Remming van deze synthese heeft onder andere toename van het aantal LDL-receptoren in de lever tot gevolg, dit resulteert in verlaging van de LDL-cholesterolplasmaspiegel. Het verlaagt daarnaast tevens apolipoproteïne B en triglyceriden en verhoogt het HDL-cholesterol en apolipoproteïne A. Werking: binnen twee weken wordt gewoonlijk 90% van de maximale respons bereikt; maximaal binnen vier weken.
Twee studies naar de farmacokinetiek van rosuvastatine (gegeven als tabletten) in kinderen met heterozychote familiaire hypercholesterolemie in de leeftijd van 10-17 jaar of 6-17 jaar (in totaal 214 patienten) toonden aan dat de biologische beschikbaarheid bij pediatrische patiënten vergelijkbaar is met de beschikbaarheid bij volwassen patiënten.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Tablet 5 mg, 10 mg, 20 mg, 40 mg
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Heterozygote familiaire hypercholesterolemie |
---|
|
Homozygote familiaire hypercholesterolemie |
---|
|
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Bij verminderde nierfunctie neemt de AUC van rosuvastatine toe. Hierdoor is het risico op bijwerkingen verhoogd.
Klinische gevolgen:
Myopathie, inclusief myositis, en rabdomyolyse zijn zelden gemeld, vooral bij een dagdosering hoger dan 20 mg en bij predisponerende factoren, zoals matige nierfunctiestoornis (ClCr 30-60 ml/min).
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Verhoging van de CK-spiegels (> 10 x normaal) en spiersymptomen na inspanning en verhoogde fysieke activiteit worden vaker waargenomen bij kinderen dan bijvolwassenen.
Er werd geen effect op groei, gewicht, BMI of seksuele rijping waargenomen.
Vaak (1-10%): gevoel van zwakte, buikpijn, nausea, obstipatie, spierpijn, diabetes mellitus, duizeligheid, hoofdpijn
Soms (0,1-1%): jeuk, huiduitslag, urticaria.
Zelden (0,01-0,1%): trombocytopenie, angio-oedeem, overgevoeligheidsreactie, spierscheur, pancreatitis, transaminasen verhoogd, lupusachtig syndroom, myopathie, rabdomyolyse
Zeer zelden (< 0,01%): geelzucht, hepatitis, hematurie, artralgie, gynaecomastie, geheugenverlies, polyneuropathie.
Verder zijn gemeld: dyspneu, hoesten, oedeem, geneesmiddelenreactie met eosinofilie en systemische symptomen, stevens-Johnson-syndroom, peesruptuur, diarree, proteïnurie, creatinekinase erhoogd, oculaire myasthenie, depressie, nachtmerries, slaapstoornis, slapeloosheid, Immuungemedieerde necrotiserende myopathie, spierzwakte, tendinopathie, myasthenia gravis, perifere neuropathie.
Toelichting
Diabetes mellitus: bij aanwezigheid van risicofactoren voor diabetes.
Rabdomyolyse: met en zonder acuut nierfalen.
Proteïnurie: meestal voorbijgaand bij voortzetting van de behandeling.
Immuun–gemedieerde necrotiserende myopathie: gedurende of na de behandeling, zich uitend in persisterende proximale spierzwakte en een verhoogde creatinekinasewaarde in serum.
Bij het gebruik van sommige andere statinen zijn nog gemeld: seksuele disfunctie en uitzonderlijke gevallen van interstitiële longziekte (dyspneu, niet-productieve hoest, achteruitgang van de algehele gezondheid).
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Omdat gegevens over de veiligheid en de effectiviteit bij leeftijd < 6 jaar ontbreken, wordt geadviseerd rosuvastatine niet toe te passen bij kinderen < 6 jaar. De effecten van rosuvastatine op de lichamelijke en seksuele ontwikkeling bij kinderen en adolescenten bij een gebruik langer dan 2 jaar zijn onbekend. De behandeling bij kinderen (6–17 jaar; puberale status jongens: Tanner-stadium ≥ 2, meisjes: ≥1 jaar postmenarche) dient ingesteld te worden door een gespecialiseerde arts.
Spierklachten: Wees voorzichtig bij grote alcoholinname en/of een leveraandoening in de anamnese, vanwege meer kans op myopathie. Myopathie ontstaan door gebruik van statinen, kan in enkele gevallen overgaan in rabdomyolyse en nierfalen, in zeer zeldzame gevallen met fatale afloop. Bepaal de creatinekinase-waarden (CK) vóór start van de statine alléén bij een erfelijke spierafwijking in de (familie)anamnese óf bij spiertoxiciteit bij eerder gebruik van een statine of fibraat. Bepaling van de levertransaminasewaarden voorafgaand aan de therapie kan zinvol zijn bij alcoholmisbruik of een bekende leverfunctiestoornis. Bepaal de CK- en transaminasewaarden tijdens de behandeling alléén in geval van verdenking van toxiciteit (bv. door langdurige interacties) of leverfalen en bij ernstige spierklachten (vooral indien gepaard met koorts en malaise). Bij myopathie (CK > 10× ULN) of verdenking van myotoxiciteit de behandeling staken. Spierpijn kan ook voorkomen zonder verhoogde CK-waarden; de anamnese is belangrijker dan de bepaling. Adviseer iedere patiënt om bij onverklaarde spierpijn, -gevoeligheid of -zwakte onmiddellijk een arts te waarschuwen. Bij milde spierklachten zonder toxiciteit de statine (tijdelijk) staken of de dosering verlagen en na enkele weken de klachten evalueren; indien een relatie bestaat met de statinetherapie, een lagere dosering of eventueel een andere statine (fluvastatine ≤ 40 mg/dag of pravastatine ≤ 80 mg/dag) geven. Bij stijging van de levertransaminasewaarden > 3× ULN de behandeling onderbreken en na normalisatie eventueel hervatten in een lagere dosering of overstappen op een ander statine.
Bij genetische afwijkingen van het transporteiwit OATP1B1 of BCRP is er meer kans op myopathie; overweeg een lagere dosering.
Levertoxiciteit: Onderbreek direct de behandeling bij optreden van ernstige leverschade, hyperbilirubinemie en/of geelzucht. Als geen andere oorzaak voor de leverschade gevonden wordt, de behandeling niet herstarten.
Ernstige cutane bijwerkingen: Staak de behandeling bij tekenen en symptomen van ernstige huidreacties en overweeg een alternatieve behandeling, omdat Stevens-Johnsonsyndroom (SJS) en een geneesmiddelreactie met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS) zijn gemeld bij gebruik van rosuvastatine. Deze bijwerkingen kunnen levensbedreigend of fataal zijn. Rosuvastatine niet opnieuw inzetten bij patiënten die zijn gestopt vanwege ernstige huidreacties.
Behandel bij secundaire hypercholesterolemie, veroorzaakt door hypothyroïdie of nefrotisch syndroom, eerst de onderliggende aandoening alvorens met rosuvastatine te starten.
Bij Aziatische patiënten is een tweevoudige toename van de mediane AUC waargenomen in vergelijking met westerse Kaukasiërs.
Statinen kunnen de zenuwstelselaandoeningen myasthenia gravis of oculaire myasthenie verergeren of 'de novo' induceren. Staak de behandeling bij verergering van de symptomen. Recidieven kunnen optreden bij opnieuw starten van de behandeling met een (andere) statine.
Bij vermoeden van ontwikkeling van interstitiële longziekte, de behandeling met een statine staken.
Er zijn aanwijzingen dat statinen het nuchtere bloedglucosegehalte kunnen verhogen. Hierdoor kan, bij bepaalde risicofactoren (zoals glucose nuchter van 5,6–6,9 mmol/l, BMI > 30 kg/m²) een mate van hyperglykemie optreden waardoor behandeling zoals bij diabetes mellitus nodig is. Dit is echter geen reden om de statine–behandeling te staken.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Rosuvastatine is substraat voor CYP2C9, en wordt getransporteerd door OATP1B1 en BCRP.
Relevant:
Absorptie: de absorptie verminderd door antacida; rosuvastatine ten minste 2 uur vóór het antacidum innemen.
Toename rosuvastatine: het risico op myopathie is mogelijk verhoogd bij combinatie met capmatinib, ciclosporine, darolutamide, gemfibrozil, regorafenib, roxadustat, teriflunomide, bepaalde HCV-middelen (Elbasvir/Grazoprevir, Glecaprevir/Pibrentasvir, Ledipasvir/Sofosbuvir, Sofosbuvir/Velpatasvir, Sofosbuvir/Velpatasvir/Voxilaprevir) en bepaalde HIV-middelen (cobicistat, darunavir, fostemsavir, ritonavir).
Overig effect: het risico op myopathie is verhoogd bij combinatie met colchicine (dit is alleen relevant bij een dosis colchicine hoger dan 0.5 mg/dag) en fusidinezuur.
De werking van VKA's kan worden versterkt.
De toxiciteit van atazanavir kan toenemen.
Niet relevant:
Afname rosuvastatine: de concentratie daalt door apalutamide, hypericum en upadacitinib.
Toename rosuvastatine: de concentratie stijgt door clopidogrel, dabrafenib, eltrombopag, lenacapavir, lomitapide, osimertinib, rucaparib, safinamide, sotorasib, tedizolid en ursodeoxycholzuur.
Geen interactie:
In de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met azitromycine, claritromycine, daptomycine, diltiazem, erytromycine, fluconazol, itraconazol, ketoconazol, posaconazol, rifampicine, sildenafil, sirolimus, tacrolimus, verapamil, voriconazol en fibraten anders dan gemfibrozil.
Niet beoordeeld:
De absorptie kan worden verminderd door galzuurbindende harsen; aanbevolen wordt het statine gescheiden (ten minste 4 uur tussentijd) van het galzuurbindend hars in te nemen (het statine 's avonds en het galzuurbindend hars overdag).
Ticagrelor kan de renale klaring van rosuvastatine verlagen.
Febuxostat verhoogt de AUC van rosuvastatine ong.1.9-voudig.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
CHOLESTEROLSYNTHESEREMMERS | ||
---|---|---|
Lipitor
|
C10AA05 | |
C10AA03 | ||
Zocor
|
C10AA01 |
GALZUURBINDENDE HARSEN | ||
---|---|---|
Questran, Questran A
|
C10AC01 |
OVERIGE ANTILIPAEMICA | ||
---|---|---|
Ezetrol
|
C10AX09 |
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.