Cholesterolsyntheseremmer (statine). Simvastatine is een cholesterolverlagend middel, dat pas werkzaam wordt na omzetting in actieve metabolieten. De voornaamste metaboliet is de actieve β-hydroxyverbinding. Dit is een specifieke remmer van hydroxymethylglutarylco-enzym A-reductase (HMG-CoA-reductase), een enzym dat een essentiële rol speelt bij de biosynthese van cholesterol. Remming van deze synthese heeft onder andere toename van het aantal LDL-receptoren in de lever tot gevolg; dit resulteert in verlaging van de LDL-cholesterolplasmaspiegel. Het verlaagt daarnaast het VLDL-cholesterol en de triglyceriden en verhoogt enigszins het HDL-cholesterol in het plasma.
Er zijn geen gegevens over farmacokinetiek bij kinderen en adolescenten.
Tablet 10 mg, 20 mg, 40 mg, 60 mg, 80 mg
Heterozygote familiaire hypercholesterolemie |
---|
|
Aanpassing van de dosering bij een matige nierfunctiestoornis is niet nodig. Bij een ernstige nierfunctiestoornis (creatinineklaring < 30 ml/min) is voorzichtigheid geboden bij doseringen boven 10 mg/dag.
Zelden (0,01-0,1%): maag-darmstoornissen zoals buikpijn, misselijkheid, braken, dyspepsie, obstipatie, flatulentie, diarree. Hoofdpijn, paresthesie, duizeligheid, perifere neuropathie. Licht gestoorde leverfunctie, verhoging van de serumtransaminasewaarden, hepatitis, geelzucht, pancreatitis. Anemie. Huiduitslag, jeuk, alopecia. Myopathie (waaronder myositis), rabdomyolyse (met of zonder acuut nierfalen), spierpijn, spierkrampen, asthenie. Een overgevoeligheidssyndroom met symptomen zoals angio-oedeem, lupusachtig syndroom, polymyalgia rheumatica, dermatomyositis, artritis, artralgie, vasculitis, trombocytopenie, eosinofilie, urticaria, fotosensibilisatie, koorts, roodheid in het gelaat, dyspneu en malaise. Verhoging alkalische fosfatase, verhoging serumcreatinefosfokinasewaarden (afkomstig uit de skeletspieren).
Zeer zelden (< 0,01%): slapeloosheid. Geheugenstoornis. Leverfalen. Anafylactische reactie.
Verder zijn gemeld: depressie. Interstitiële longziekte. Peesaandoeningen (incl. peesruptuur). Erectiestoornis. Immuungemedieerde necrotiserende myopathie (IMNM), tijdens of na behandeling.
Verder zijn bij sommige statinen gemeld: spierscheuring, geheugenverlies, seksuele disfunctie en slaapstoornissen (nachtmerries), verhoogd HbA1c-gehalte, ontwikkeling van diabetes mellitus, vaker bij risicofactoren voor diabetes mellitus (zoals glucose nuchter van 5,6–6,9 mmol/l).
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Wees voorzichtig bij grote alcoholinname en/of een leveraandoening in de voorgeschiedenis, vanwege meer kans op myopathie. Myopathie ontstaan door gebruik van statinen kan in enkele gevallen overgaan in rabdomyolyse en nierfalen, in zeer zeldzame gevallen met fatale afloop. Bepaal de creatinekinase(CK)-waarden vóór start van de statine alleen bij een erfelijke spierafwijking in de (familie)anamnese of bij spiertoxiciteit bij eerder gebruik van een statine of fibraat. Bepaling van de levertransaminasewaarden voorafgaand aan de therapie kan zinvol zijn bij alcoholmisbruik of bekende leverfunctiestoornis. Bepaal de CK- en transaminasewaarden tijdens de behandeling alleen in geval van verdenking van toxiciteit (bv. door langdurige interacties) of leverfalen en bij ernstige spierklachten (vooral indien gepaard met koorts en malaise). Bij myopathie (CK > 10× ULN) of verdenking van myotoxiciteit de behandeling staken. Spierpijn kan ook voorkomen zonder verhoogde CK-waarden; de anamnese is belangrijker dan de bepaling. Adviseer iedere patiënt om bij onverklaarde spierpijn, -gevoeligheid of -zwakte onmiddellijk een arts te waarschuwen. Bij milde spierklachten zonder toxiciteit de statine (tijdelijk) staken of de dosering verlagen en na enkele weken de klachten evalueren; indien een relatie bestaat met de statinetherapie, een lagere dosering of eventueel een andere statine (fluvastatine ≤ 40 mg/dag, pravastatine ≤ 80 mg/dag of rosuvastatine ≤ 40 mg/dag) geven. Bij stijging van de levertransaminasewaarden > 3× ULN de behandeling staken en na normalisatie eventueel hervatten in een lagere dosering of overstappen op een ander statine. Voorzichtig bij voorschrijven aan alle Aziatische patiënten vanwege meer kans op myopathie bij Chinezen. Bij een verminderde functie van OATP-transporteiwitten in de lever (door medicatie of SLCO1B1-polymorfisme), kan de blootstelling aan simvastatinezuur hoger zijn, waardoor de kans op myopathie en rabdomyolyse toeneemt.
Een paar dagen voor een ingrijpende operatie de behandeling tijdelijk stopzetten.
Onderbreek direct de behandeling bij optreden van ernstige leverschade, hyperbilirubinemie en/of geelzucht. Als geen andere oorzaak voor de leverschade gevonden wordt, de behandeling niet herstarten.
Bij vermoeden van ontwikkeling van interstitiële longziekte, de behandeling met een statine staken.
Statinen, waaronder simvastatine, kunnen het nuchtere bloedglucosegehalte en het HbA1c-gehalte verhogen. Hierdoor kan, bij bepaalde risicofactoren (zoals glucose nuchter van 5,6–6,9 mmol/l) een mate van hyperglykemie optreden waardoor behandeling zoals bij diabetes mellitus nodig is. Dit is echter geen reden om de statine–behandeling te staken.
Simvastatine is substraat voor CYP3A4 en wordt getransporteerd door OATP1B1/3.
Relevant:
Afname simvastatine: de concentratie van simvastatine en de actieve metaboliet daalt door krachtige CYP3A4-inductoren, bosentan en etravirine. Mogelijk alternatief is pravastatine of rosuvastatine (deze worden niet of nauwelijks gemetaboliseerd via CYP-enzymen).
Toename simvastatine: het risico op myopathie is verhoogd bij combinatie met amiodaron, ciclosporine, krachtige CYP3A4-remmers, danazol, diltiazem, fluconazol, fusidinezuur, gemfibrozil, HIV-proteaseremmers, imatinib, letermovir, lomitapide, ribociclib, roxadustat, ticagrelor en verapamil. Voor de interactie met Nirmatrelvir/Ritonavir, zie aldaar.
Het risico op myopathie is ook verhoogd bij combinatie met bepaalde HCV-middelen (Elbasvir/Grazoprevir, Glecaprevir/Pibrentasvir, Ledipasvir/Sofosbuvir, Sofosbuvir/Velpatasvir, Sofosbuvir/Velpatasvir/Voxilaprevir); combinatie met Glecaprevir/Pibrentasvir of Ledipasvir/Sofosbuvir wordt ontraden; voor andere HCV-middelen.
Overig effect: het risico op myopathie is verhoogd bij combinatie met colchicine (dit is alleen relevant bij een dosis colchicine hoger dan 0.5 mg/dag) en fusidinezuur.
Niet relevant:
Afname simvastatine: de concentratie kan dalen door sarilumab en tocilizumab.
Toename simvastatine: de concentratie stijgt door amlodipine, canagliflozine, dapagliflozine, lacidipine, lercanidipine en voclosporine.
Er is een casus waarbij rabdomyolyse optrad na toevoegen ciprofloxacine aan simvastatine, maar verdere onderbouwing ontbreekt.
Overig effect: het trombocytenaggregatieremmende effect van clopidogrel kan afnemen.
Geen interactie:
In de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met azitromycine, daptomycine, sildenafil, sirolimus, tacrolimus, en fibraten anders dan gemfibrozil.
Niet beoordeeld:
De absorptie kan worden verminderd door galzuurbindende harsen; aanbevolen wordt het statine gescheiden (ten minste 4 uur tussentijd) van het galzuurbindend hars in te nemen (het statine 's avonds en het galzuurbindend hars overdag).
Grapefruitsap kan de biologische beschikbaarheid verhogen door remming van CYP3A4. Gebruik van grapefruit(sap) wordt ontraden. De blootstelling aan simvastatinezuur nam met een factor 7 toe bij gebruik van meer dan 1 l grapefruitsap per dag. Bij gebruik van een glas met 240 ml grapefruitsap 's ochtends, waarbij simvastatine 's avonds werd ingenomen, nam de blootstelling aan simvastatinezuur met een factor 1.9 toe.
Interacties cholesterolsyntheseremmers algemeen:
Relevant:
De werking van VKA's kan worden versterkt.
Niet relevant:
De plasmaconcentratie van ezetimib kan stijgen.
Geen interactie:
In de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met ciclosporine.
Niet beoordeeld:
De absorptie van andere fibraten dan gemfibrozil kan worden verminderd door galzuurbindende harsen; gescheiden innemen wordt aanbevolen. Combinatie van fibraten en galzuurbindende harsen is echter onlogisch; fibraten worden vooral toegepast bij hypertriglyceridemie terwijl galzuurbindende harsen de triglyceridenconcentratie kunnen verhogen.
De werking van bloedglucoseverlagende middelen kan worden versterkt.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
CHOLESTEROLSYNTHESEREMMERS | ||
---|---|---|
Lipitor
|
C10AA05 | |
C10AA03 | ||
Crestor
|
C10AA07 |
GALZUURBINDENDE HARSEN | ||
---|---|---|
Questran, Questran A
|
C10AC01 |
OVERIGE ANTILIPAEMICA | ||
---|---|---|
Ezetrol
|
C10AX09 |