Sulfametrol+trimethoprim werkt bactericide door remming van de synthese van tetrahydrofoliumzuur in het micro-organisme. Trimethoprim remt de dihydrofoliumzuurreductase en sulfametrol remt de inbouw van p–aminobenzoëzuur in het dihydrofoliumzuur. Het werkingsspectrum omvat de meeste grampositieve en gramnegatieve micro-organismen. Gevoelig zijn: stafylokokken (inclusief penicilline resistente stammen), streptokokken, pneumokokken en de species van Escherichia coli, Aerobacter, Haemophilus influenza, Klebsiella, Enterobacter, Neisseria, Salmonella, Shigella en Proteus mirabilis. Ongevoelig zijn de species: Mycoplasma, Mycobacterium tuberculosis en Treponema pallidum. De klinische werkzaamheid bij anaerobe bacteriën en bij Streprococcus faecalis staat niet vast.
Geen informatie over farmacokinetische parameters bij kinderen beschikbaar.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
< 2 mnd: off-label
≥ 2 mnd: On-label
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Per ml infusievlst.: Sulfametrol (als Na-zout) 3.2 mg + Trimethoprim 0.64 mg
Bij IV toepassing gaat de voorkeur uit naar sulfametrol + trimethoprim i.v.m. de hulpstoffen in Bactrimel.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Bacteriele infecties |
---|
Infecties (zonder klinische verdenking meningitis) veroorzaakt door micro organismen die gevoelig zijn bij een verhoogde blootstelling ('I') |
---|
Behandeling Pneumocystis Jiroveci Pneumonie (PCP) |
---|
|
Profylaxe Pneumocystis Jiroveci Pneumonie (PCP) |
---|
|
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Aanpassingen als volgt:
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Meest frequent: misselijkheid, braken, diarree. Huiduitslag. Glossitis. Verder: allergische reactie met koorts en serumziekte. Fotosensibilisatie. Toxische hepatitis en neuritis, toxische nierbeschadiging. Acute hematologische complicaties zoals agranulocytose, bij foliumzuurdeficiëntie megaloblastaire anemie, matige neutropenie, matige trombocytopenie en hypersegmentatie van de granulocyten, en bij G6PD-deficiëntie agranulocytose, leukopenie, hemolytische anemie, methemoglobinemie en trombocytopenie. Zelden komen erythema multiforme, Stevens–Johnsonsyndroom en toxische epidermale necrolyse voor.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Overgevoeligheid voor sulfonamiden en/of trimethoprim. Ernstige leverparenchymbeschadiging. Ernstige nierinsufficiëntie en oligurie (creatinineklaring < 10 ml/min). Ernstige afwijkingen in het bloedbeeld. Toediening aan patiënten met acute porfyrie vermijden, omdat gebruik in verband is gebracht met klinische verergering van porfyrie.
Bij optreden van exantheem, hyperkaliëmie of ernstige bloedbeeldveranderingen de toediening staken. Bij manifest of dreigend tekort aan foliumzuur (bv. oudere, alcoholicus, zwangere) foliumzuursuppletie geven. Bij behandeling langer dan 14 dagen regelmatig bloedbeeld controleren. Om de kans op kristalurie te verminderen dient men te zorgen voor ruime diurese (≥ 1200 ml per 24 uur). Bij lever- en/of nierfunctiestoornissen zonodig de dosis verminderen of het doseringsinterval verlengen teneinde cumulatie te voorkomen; regelmatige controle van de sulfametrolspiegel is dan vereist. Bij diabetes mellitus vaker de bloedglucosespiegel controleren. Trimethoprim+sulfametrol kan de plasmacreatininebepaling met behulp van de alkalische picraatreactie verstoren; de waarden zijn circa 10% hoger dan normaal. De bepaling van methotrexaat in het plasma kan worden verstoord tenzij gebruik gemaakt wordt van een radio–immuno–assay.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Interacties trimethoprim:
Trimethoprim remt CYP2C8.
Relevant: de werkzaamheid kan afnemen door folinezuur, therapiefalen is gemeld.
Trimethoprim kan de toxiciteit van methotrexaat verhogen; vooral hematologische toxiciteit is gemeld. Trimethoprim dient te worden vermeden.
De plasmaconcentratie van fenytoïne stijgt. Een ander antibioticum wordt aanbevolen.
Bij combinatie met een RAAS-remmer of spironolacton kan hyperkaliëmie optreden; de kaliumconcentratie moet worden gecontroleerd.
Niet relevant: de plasmaconcentratie en AUC van repaglinide kunnen stijgen.
Niet beoordeeld: bij combinatie met pyrimethamine (meer dan 25 mg per week) kan megaloblastaire anemie optreden.
De plasmaconcentratie van digoxine bij ouderen kan stijgen.
Bij combinatie met middelen die bij fysiologische pH positief geladen zijn en die door een actief renaal proces worden uitgescheiden (zoals procaïnamide en amantadine), kan de plasmaconcentratie van een of beide middelen stijgen.
Interacties overige sulfonamiden:
Relevant: methenamine is werkzaam bij pH 5 of lager, bij deze pH kunnen sulfonamiden uitkristalliseren in de tubuli; combinatie wordt ontraden.
Niet beoordeeld: een aantal combinaties van sulfonylureumderivaten en sulfonamiden leidt tot versterking van het hypoglykemische effect.
Lokale anesthetica van het estertype zijn derivaten van 4-aminobenzoëzuur en kunnen de antibacteriële werking van sulfonamiden antagoneren.
Bij combinatie met pyrimethamine kan megaloblastaire anemie en pancytopenie optreden.
Interacties antibacteriele middelen algemeen.
Relevant: de werking van oraal buiktyfusvaccin kan worden verminderd bij gelijktijdige inname van antibacteriële middelen. Gescheiden inname met een interval van 3 dagen wordt aanbevolen. Alternatief: parenteraal buiktyfusvaccin.
Het effect van cumarinederivaten kan worden versterkt, waarschijnlijk door een verhoogde afbraak van stollingsfactoren gedurende de koortsperiode.
Geen interactie: in de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met orale anticonceptiva (dit geldt niet voor de enzyminducerende antibiotica rifabutine en rifampicine) of met TNF-α-antagonisten.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
TRIMETHOPRIM EN AFGELEIDE VERBINDINGEN | ||
---|---|---|
J01EA01 |
MIDDELLANG WERKENDE SULFONAMIDEN | ||
---|---|---|
J01EC02 |
SULFONAMIDEN MET TRIMETHOPRIM INCLUSIEF AFGELEIDEN | ||
---|---|---|
J01EE01 |
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.
Nog geen tweede medicijn geselecteerd.
Druk op ‘geneesmiddelen’ en vervolgens op om een geneesmiddel toe te voegen aan deze kolom.