Caspofungine is een semisynthetisch lipopeptide (echinocandine) dat gesynthetiseerd wordt uit een fermentatieproduct van Glarea lozoyensis. Het remt selectief de β-(1,3)–D–glucaansynthetase, waardoor de aanmaak van het voor de schimmelcelwand essentiële β–(1,3)-D–glucaan wordt geremd.
Caspofungine heeft een fungicide werking voor Candida spp. en Aspergillus spp.
In vitro is caspofungine actief tegen de volgende soorten:
In de studies van Neely et al., Walsh et al. en Sáez-Llorens et al. zijn onderstaande kinetische parameters gevonden:
t½ (uur)
12-17 jr: 11,2±1,7
2-11 jr: 8,2±2,4
3-23 mnd: 8,8±2,1
Cl (ml/min)
12-17 jr 12,6±5,5
2-11 jr 6,4±2,6
3-23 mnd 3,2±0,4
Schimmelinfecties:
< 12 mnd: Off-label
>12 mnd: On-label
Poeder voor infusieopl. (als acetaat) 50 mg, 70 mg
Candidiasis, aspergillose, empirische behandeling van vermoede schimmelinfecties bij koorts en neutropenie |
---|
|
GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.
GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.
Diarree, dyspneu, respiratory distress. Net als bij volwassenen zijn bij kinderen ook soortgelijke, door histamine gemedieerde symptomen gemeld
Zeer vaak (> 10%): koorts. Vaak (1–10%): pijn op de infusieplaats, rillingen. Hoofdpijn. Voorbijgaande roodheid van het gezicht en hals, hypotensie. Tachycardie. Huiduitslag, jeuk. Stijging van leverenzymwaarden (ASAT, ALAT). Verhoogd aantal eosinofielen. Verlaagde kaliumwaarde, hypomagnesiëmie, verlaagde en verhoogde fosforwaarde, verhoogde glucosewaarde. Verder zijn gemeld: zwelling op de infusieplaats, perifeer oedeem, hypocalciëmie, leverfunctiestoornis. Nefrotoxciciteit.
Vaak (1-10%): koorts, rillingen. Hoofdpijn. Flebitis. Dyspneu. Misselijkheid, braken, diarree. Verlaagd hemoglobine, verlaagd hematocriet, verminderd aantal leukocyten. Stijging van leverenzymwaarden (ASAT, ALAT, alkalische fosfatase) en van de bilirubineconcentratie. Verlaagd bloedalbumine. Hypokaliëmie. Gewrichtspijn. Huiduitslag, jeuk, erytheem, hyperhidrose. Jeuk op infusieplaats.
Soms (0,1–1%): hypertensie, hypotensie. Angst, desoriëntatie, slapeloosheid. Duizeligheid, dysgeusie, paresthesie, hypo-esthesie, tremoren, slaperigheid. Rugpijn, pijn in extremiteiten, botpijn, spierzwakte, spierpijn. Palpitaties, tachycardie, aritmieën, atriumfibrilleren, congestief hartfalen, pijn/ongemakkelijk gevoel op de borst. Tromboflebitis, overmatig blozen, opvliegers. Verstopte neus, keelpijn, tachypneu, bronchospasmen, hoest, paroxysmale dyspneu 's nachts, ademnood, hypoxie, ratelgeluiden, piepende ademhaling, andere afwijkende ademgeluiden. Afwijkende laboratoriumuitslagen in verband met verminderde nierfunctie (verhoogd serumcreatinine en/of ureum), (acuut) nierfalen. Oculaire icterus, wazig zien, oedeem van het ooglid, toegenomen traanvorming. Droge mond, dysfagie, maagklachten zoals dyspepsie, (boven)buikpijn; een opgezwollen buik, ascites, obstipatie, flatulentie. Anorexie. Cholestase, hepatomegalie, hyperbilirubinemie, geelzucht, gestoorde leverfunctie, hepatotoxiciteit, andere leveraandoening. Erythema multiforme, maculeuze of maculopapuleuze uitslag, urticaria, allergische dermatitis, gegeneraliseerde jeuk, erythemateuze uitslag, gegeneraliseerde uitslag, morbilliforme uitslag, huidlaesie. Anemie, leukopenie, verhoogd aantal leukocyten en/of eosinofielen, verminderd aantal lymfocyten en/of neutrofielen, trombocytopenie, verhoogd aantal trombocyten. Coagulopathie. Veranderde protrombinetijd, verlengde aPTT, verhoogde INR. Hyperglykemie. Verstoorde elektrolytenbalans; hypocalciëmie, hypomagnesiëmie. Metabole acidose, verlaagd kooldioxidegehalte. Verlaagd totaal eiwit, verlaagde én verhoogde waarden natrium/calcium/chloride en fosfor in bloed, verhoogde waarde van kalium. Waarden van glucose verhoogd, γ-GT verhoogd, bicarbonaat verlaagd, urinezuur in bloed verlaagd. In de urine: het voorkomen van eiwit, bloed of rode bloedcellen, witte bloedcellen, een verhoogde pH, cilinders in het sediment. Bij gebruik van immunosuppresiva: verhoogde concentratie van immunosuppressivum. Vermoeidheid, koud of warm gevoel, (perifeer) oedeem, aangezichtsoedeem, malaise. Andere reacties op infusieplaats zoals: oedeem, irritatie, flebitis, erytheem, pijn, verharding, uitslag, urticaria.
Verder zijn gemeld: toxische epidermale necrolyse (TEN), Stevens Johnson-syndroom (SJS).
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Overgevoeligheid voor echinocandinen zoals anidulafungine.
Alleen voorschrijven na overleg met een infectioloog/microbioloog. De dosering moet bij volwassenen met een matige leverfunctiestoornis aangepast worden. Er is geen onderzoek verricht bij kinderen met een leverfunctiestoornis, daarom is voorzichtigheid geboden bij ernstige leverfunctiestoornissen.
Leverfunctie: Wees voorzichtig bij ernstige leverfunctiestoornissen. Wanneer waarden van leverfunctietesten afwijken tijdens de behandeling controleren op aanwijzingen van een verslechterde leverfunctie en evalueren of voortzetting van de behandeling geïndiceerd is.
Wees tevens voorzichtig bij een voorgeschiedenis van allergische huidreacties vanwege meldingen van SJS en TEN.
Relevant:
Afname caspofungine: de concentratie daalt door carbamazepine, dexamethason, efavirenz, etravirine, fenytoïne, nevirapine en rifampicine; de dosering moet worden verhoogd.
Caspofungine verkleint effect van: tacrolimus.
Niet relevant:
Toename caspofungine: ciclosporine vergroot de AUC met ong. 35%. Verder zijn bij combinatie met ciclosporine een voorbijgaande stijging van ALAT en van ASAT van minder dan of gelijk aan 3x de bovengrens van de normaalwaarde gemeld; de fabrikant adviseert bij combinatie controle van de leverfunctie.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
ANTIBIOTICA | ||
---|---|---|
Abelcet; Ambisome
|
J02AA01 |
TRIAZOOL- EN TETRAZOOLDERIVATEN | ||
---|---|---|
Diflucan
|
J02AC01 | |
Cresemba
|
J02AC05 | |
Trisporal
|
J02AC02 | |
Noxafil
|
J02AC04 | |
Vfend
|
J02AC03 |
OVERIGE ANTIMYCOTICA VOOR SYSTEMISCH GEBRUIK | ||
---|---|---|
Ecalta
|
J02AX06 | |
J02AX01 | ||
Mycamine
|
J02AX05 |