In ijzer(III)carboxymaltose komt het ijzer voor in een complex met een koolhydraatpolymeer, dat het bruikbare ijzer op gecontroleerde wijze afgeeft aan de ijzertransport- en ijzeropslagproteïnen in het lichaam (ferritine, transferrine).
Kinderen ≥14 jaar:
Vd: 0,04 l/kg
t½: 7-12 uur
≥14 jaar: On-label
<14 jaar: Off-label
Inj.vlst. (overeenkomend met Fe) 50 mg/ml
IJzergebreks anemie | ||||||||||||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
|
Er zijn geen gegevens bekend over doseeraanpassing bij nierfunctiestoornissen.
Vaak (1-10%): hypertensie. Hoofdpijn, duizeligheid. Misselijkheid. Reacties op injectieplaats (zoals pijn, blauwe plekken, huidverkleuring, extravasatie, irritatie). Roodheid in het gezicht. Hypofosfatemie.
Soms (0,1-1%): overgevoeligheid. Tachycardie. Hypotensie. Dyspneu. Braken, dyspepsie, buikpijn, obstipatie, diarree. Spier–, rug– of gewrichtspijn, pijn in ledematen, spierkramp. Paresthesie, smaakstoornis. Jeuk, urticaria, erytheem, huiduitslag. Koorts, vermoeidheid, pijn op de borst, rillingen, perifeer oedeem. Stijging ALAT, ASAT, γ-GT, lactaatdehydrogenase en alkalische fosfatase.
Zelden (0,01-0,1%): anafylactoïde reacties. Angio-oedeem, bleke gelaatskleur. Bronchospasmen. Flebitis, (pre-)syncope. Angst. Flatulentie. Malaise, influenza-achtige verschijnselen (na enkele uren tot meerdere dagen).
Verder zijn gemeld: hypofosfatemische osteomalacie. Kounissyndroom. Gezichtsoedeem. Bewustzijnsverlies.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Gezien de hoge prevalentie van post-infusie hypofosfatemie is controle van serum fosfaat geïndiceerd (Cococcioni L, et al)
Overgevoeligheidsreacties:Tijdens en tot minimaal 30 minuten na elke toediening is in verband met het risico van ernstige acute, potentieel letale anafylactische/anafylactoïde reacties zorgvuldige observatie aangewezen en dienen faciliteiten voor cardiopulmonaire reanimatie inclusief adrenaline beschikbaar te zijn. Aanvullende behandeling met antihistaminica en/of corticosteroïden indien nodig geven. Bij de geringste tekenen van een anafylactische reactie de toediening direct staken. Overgevoeligheidsreacties kunnen ook optreden als eerdere toediening geen bijwerkingen veroorzaakte. Er zijn meldingen gedaan van overgevoeligheidsreacties die verergerden tot Kounissyndroom (acuut allergisch coronair arteriespasme dat een myocardinfarct kan veroorzaken). Er is meer kans op anafylactische reacties bij bekende (geneesmiddelen)allergie, bij een voorgeschiedenis van ernstig astma, eczeem of andere atopische allergie en bij immunologische of inflammatoire aandoeningen (bv. SLE, reumatoïde artritis).
Hypofosfatemische osteomalacie:Monitor het serumfosfaat bij meerdere toedieningen met hoge doses of een langer durende behandeling vanwege de kans op symptomatische hypofosfatemie; dit kan leiden tot osteomalacie en fracturen waarvoor klinische interventie en chirurgie nodig is. Waarschuw de patiënt bij toenemende mate van vermoeidheid met myalgie of botpijn contact op te nemen met een arts. Heroverweeg bij aanhoudende hypofosfatemie de behandeling.
Voorzichtig toepassen bij infecties ; therapie tijdelijk stoppen bij acute infectie.
Onmiddellijk de infusie stoppen bij (tekenen van) paraveneus lekken , wegens irritatie en langdurige bruine verkleuring van de huid.
Bij leverdisfunctie moet terughoudend worden behandeld, vooral als belasting met ijzer de aandoening kan verergeren zoals bij porphyria cutanea tarda.
Na repletie regelmatig de ijzerspiegels controleren en zo nodig corrigeren.
Onderzoeksgegevens:Er zijn geen gegevens bekend van enkelvoudige doseringen > 200 mg ijzer bij hemodialyse.
Interacties IJzerzouten algemeen
Relevant: oraal toegediende ijzerzouten verminderen de absorptie van onderstaande middelen. Een ijzerpreparaat met gereguleerde afgifte moet worden vervangen door een gewoon preparaat, zie ook K. Bij ijzerpreparaten met gereguleerde afgifte is gescheiden innemen vermoedelijk onvoldoende effectief. Deze preparaten geven gedurende de gehele dag ijzer af.
Onderstaande gebruiksadviezen zijn van toepassing op gewone ijzerpreparaten:
De volgende middelen verminderen de absorptie van oraal toegediende ijzerzouten. Onderstaande gebruiksadviezen zijn van toepassing op gewone ijzerpreparaten:
Niet beoordeeld:
De absorptie van triëntine kan worden verminderd door complexvorming; inname met een interval van 2 uur wordt geadviseerd.
Entacapon vormt een chelaat met ijzer; bij combinatie wordt een tussentijd van ten minste 2-3 uur aanbevolen.
Neomycine kan de absorptie van ijzer verminderen.
Bij combinatie van ijzer met zink kan de absorptie van beide stoffen afnemen.
Cimetidine kan de respons op ijzersulfaat verminderen.
Het irriterende effect van ijzer op het maagdarmslijmvlies kan toenemen bij gelijktijdig gebruik van NSAID's.
Bij combinatie van enalapril en ijzer intraveneus kunnen ernstige systemische reacties optreden.
Bij combinatie van tocoferol en ijzerdextrancomplex bij (jonge) kinderen met ferriprieve anemie kan de hematologische respons op ijzer afnemen.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
IJZERPREPARATEN | ||
---|---|---|
B03AB02 | ||
B03AC | ||
B03AA05 | ||
B03AA02 | ||
B03AA03 | ||
Ferro Sanol
|
B03AA01 | |
Fero-gradument
|
B03AA07 | |
B03AB05 |
VITAMINE B12 EN FOLIUMZUUR | ||
---|---|---|
B03BB01 | ||
Hydrocobamine
|
B03BA03 |
OVERIGE MIDDELEN BIJ ANEMIE | ||
---|---|---|
Aranesp
|
B03XA02 | |
Eprex, Binocrit
|
B03XA01 | |
NeoRecormon
|
B03XA01 | |
Retacrit
|
B03XA01 | |
B03XA03 |