Prostaglandine F2α-analogon, een selectieve prostanoïd-FP-receptoragonist die de intra-oculaire druk verlaagt, vnl. door bevordering van de uveosclerale afvoer van kamerwater. Latanoprost heeft geen effect op de productie van kamerwater
De systemische blootstelling aan latanoprostzuur was ongeveer twee keer hoger bij kinderen van 3 tot < 12 jaar oud en zes keer hoger bij kinderen < 3 jaar oud in vergelijking met volwassenen, maar dit valt nog ruimschoots binnen de veiligheidsmarge met het oog op optreden van systemische bijwerkingen. De mediane tijd tot piek plasmaconcentratie was 5 minuten na dosering in alle leeftijdsgroepen. De mediane eliminatiehalfwaardetijd in plasma was kort (< 20 minuten), vergelijkbaar bij pediatrische en volwassen patiënten en leidde niet tot accumulatie van latanoprostzuur in de systemische circulatie onder steady state-omstandigheden. (bron SPC)
Oogdruppel 50 µg/ml (0,005%) Conserveermiddel: benzalkoniumchloride.
Ter verlaging van de intraoculaire druk (bijv bij glaucoom) |
---|
Er zijn geen gegevens bekend over doseeraanpassing bij nierfunctiestoornissen.
Voorbijgaande roodheid en irritatie, hypertrichose van de wimpers, verhoogde pigmentatie van de iris en de wimpers, mogelijke verstoring van de slaap. Verkoudheid en koorts zijn bijwerkingen die vaker bij kinderen optreden dan bij volwassenen.
Bij kinderen zijn tevens nasofaryngitis en koorts gemeld [SmPC]
Lokaal: Zeer vaak (> 10%): oogklachten (irritatie, jeuk, branderigheid, stekend gevoel, korrelig - en corpus-alienumgevoel), versterkte irispigmentatie (bij ca. 33 %), milde tot matige conjunctivale hyperemie, veranderingen van de wimpers (toename van aantal, lengte, dikte en/of pigmentatie) en het donshaar van het ooglid.
Vaak (1-10%): oogpijn, fotofobie, keratitis punctata (meestal zonder symptomen), blefaritis, conjunctivitis.
Soms (0,1-1%): oogklachten (droogte, wazig zien), keratitis, ooglidoedeem, macula-oedeem (incl. cystoïde macula-oedeem), uveïtis.
Zelden (0,01-0,1%): herpetische keratitis, iritis, cornea-oedeem, cornea-erosies, periorbitaal oedeem, gelokaliseerde huidreacties op de oogleden, (reversibel) donkerkleuren van de huid van de oogleden, trichiasis, distichiasis. Iriscyste, pseudo-pemfigoïd van de oculaire conjunctiva.
Zeer zelden (< 0,01%): periorbitale en ooglidwijzigingen resulterend in een diepere ooglidplooi.
Systemisch: Soms (0,1-1%): pijn op de borst, angina pectoris, hartkloppingen. Dyspneu, astma. Hoofdpijn, duizeligheid. Myalgie, artralgie. Huiduitslag.
Zelden (0,01-0,1%): verergering van astma. Jeuk.
Zeer zelden (< 0,01%): verergering angina pectoris.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Overgevoeligheid voor het conserveermiddel.
Gegevens over werkzaamheid en veiligheid in de leeftijdsgroep < 1 jaar oud (4 patiënten) zijn zeer beperkt. Er zijn geen gegevens beschikbaar voor te vroeg geboren baby's (zwangerschapsduur van minder dan 36 weken). Bij kinderen van 0 tot < 3 jaar oud die hoofdzakelijk aan primair congenitaal glaucoom (PCG) lijden, blijft chirurgie (bijv trabeculotomie/goniotomie) de eerstekeusbehandeling. De veiligheid op de lange termijn bij kinderen is nog niet vastgesteld.
Permanente kleurverandering iris: latanoprost kan de kleur van het oog geleidelijk irreversibel veranderen (bij ca. 33 %). Patiënten vóór aanvang van de behandeling informeren over de mogelijkheid van versterkte irispigmentatie in het oog (toename bruin pigment). Wanneer één oog wordt behandeld kan dit leiden tot een (blijvend) verschil in het uiterlijk van beide ogen. Pigmentatieverandering treedt voornamelijk op bij irissen van gemengde kleur (m.n. geel-bruin, ook blauw-bruin, grijs-bruin, of groen-bruin) en meestal binnen de eerste acht maanden van behandeling, zelden nog na het eerste behandeljaar. Bij homogene blauwe ogen is geen verandering waargenomen, bij patiënten met homogene grijze, groene of bruine ogen slechts zelden. Accumulatie van pigment in het trabeculaire netwerk of elders in de voorste oogkamer is niet waargenomen, echter patiënten regelmatig controleren.
Wimper en donshaarveranderingen: latanoprost kan de wimpers en het donshaar rondom het oog geleidelijk veranderen (toename lengte, dikte, pigmentatie of aantal). Wimperveranderingen zijn reversibel na staken.
Periorbitale huidverkleuring (reversibel) is waargenomen en werd het meest gemeld bij Japanse patiënten.
Andere glaucoomvormen: er is geen ervaring bij acute aanvallen van nauwe-kamerhoekglaucoom, inflammatoir en neovasculair glaucoom. Er is relatief weinig ervaring bij chronisch nauwe-kamerhoekglaucoom, open-kamerhoekglaucoom, bij pseudofakie-patiënten en bij pigmentair glaucoom.
Wees voorzichtig bij gebruik in de peri-operatieve periode van cataractchirurgie, omdat hier weinig gegevens over zijn.
Herpes simplex keratitis: wees voorzichtig bij een geschiedenis van herpetische keratitis. Vermijd gebruik bij met actieve herpes simplex gerelateerde keratitis en bij een voorgeschiedenis van recidiverende herpetische keratitis die met prostaglandineanalogen samenhangt.
(Cystoïde) macula-oedeem is gerapporteerd bij de behandeling met prostaglandine F2α–analogen, waarbij in voorkomende gevallen meestal sprake was van risicofactoren (afakie, pseudofakie met een gescheurd achterste lenskapsel of met voorste oogkamerlenzen). Wees voorzichtig bij deze en andere bekende risicofactoren voor cystoïde macula-oedeem.
Wees voorzichtig bij een actieve intra-oculaire ontsteking en risicofactoren voor iritis en uveïtis. Er is geen ervaring bij inflammatoire oogaandoeningen.
Er is relatief weinig ervaring bij astma-patiënten. Verergering van astma en/of dyspneu is gemeld.
Bij droge ogen of een beschadigde cornea is toezicht vereist, omdat het conserveermiddel benzalkoniumchloride bij langdurig gebruik keratitis punctata en/of toxische ulceratieve keratopathie kan veroorzaken. Bij een aanmerkelijk beschadigde cornea, kan het gebruik van fosfaathoudende oogdruppels leiden tot corneacalcificaties.
Contactlenzen: het conserveermiddel benzalkoniumchloride kan irritatie veroorzaken dat aanleiding kan geven tot het minder goed verdragen van contactlenzen. Tevens kan het zachte contactlenzen doen verkleuren. Contactlenzen voor het indruppelen uitnemen en na 15 minuten weer indoen.
Na oculaire toediening zouden interacties kunnen optreden indien absorptie optreedt, maar tot op heden zijn er geen aanwijzingen voor klinisch relevante interacties
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
PARASYMPATHICOMIMETICA | ||
---|---|---|
Pilocarpine Minims, Pilogel
|
S01EB01 |
KOOLZUURANHYDRASEREMMERS | ||
---|---|---|
Diamox
|
S01EC01 | |
Trusopt
|
S01EC03 |
BETA-BLOKKERS | ||
---|---|---|
Timoptol-XE
|
S01ED01 |
PROSTAGLANDINE-ANALOGA | ||
---|---|---|
Lumigan
|
S01EE03 | |
Travatan
|
S01EE04 |
OVERIGE GLAUCOOMMIDDELEN | ||
---|---|---|
S01EX |