Isoprenaline

Stofnaam
Isoprenaline
Merknaam
ATC code
C01CA02
Doseringen
Nierfunctiestoornissen

Produkten, hulpstoffen, toediening en tekorten
Bijwerkingen
Contraindicaties
Waarschuwingen en voorzorgen

Interacties
Eigenschappen (PD/PK)

Registratiestatus
Middelen uit dezelfde ATC groep
Referenties
Versiebeheer

Eigenschappen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Stimuleert vooral de β-receptoren van het sympathische zenuwstelsel. Beïnvloeding van de β1-receptor vergroot de hartfrequentie, het slagvolume en de geleidingssnelheid en verkort de refractaire periode van het hart. Stimuleren van de β2-receptor verlaagt de perifere weerstand en heeft een bronchospasmolytisch effect. Isoprenaline doet de systolische bloeddruk stijgen (terwijl de diastolische bloeddruk wordt verlaagd) en vergroot de prikkelbaarheid van het hart. 3-O-methylisoprenaline heeft een zwakke β-receptorblokkerende werking.

Farmacokinetiek bij kinderen

Kadar et al heeft bij een kleine groep kinderen met zeer ernstige hersenbeschadiging, onderzoek verricht naar de metabolisering van intraveneus toegediende Isoprenaline. Hieruit blijkt dat er sprake is van een bifasische eliminatie. Een snelle fase met eliminatiehalfwaardetijden van 2.5 tot 5 minuten en een langzame 2e fase van 3 tot 7 uur. Verder is er sprake van een snelle metabolisatie, na 15 tot 30 minuten is minder dan 10% onveranderd in het plasma terug te vinden. De excretie blijkt met name renaal te geschieden.

Uit onderzoek van Reyes et al blijkt dat er is sprake van 1e orde farmacokinetiek met een grote inter-individuele variabiliteit. Er werd onderscheid gemaakt tussen cardiale en een pulmonale groep. De klaring varieerde tussen 33.2 ± 4.9 ml/kg/min en 48.4 ± 7.3 ml/kg/min tussen de twee verschillende groepen. De distributie halfwaardetijd bedroeg 4.2 ± 1.5 minuten en de verdelingsvolume 216 ± 57 ml/kg.
 

Label dosisadvies Kinderformularium

Off-label

Toon SmPC tekst Toon SmPC tekst

SmPC tekst

Niet geregistreerd voor kinderen.

Beschikbare toedieningsvormen/sterktes

Eigen bereiding: Inf.vlstf 1 mg/ml

Overige info toediening/beschikbaarheid

Informatie over geneesmiddeltekorten

Doseringen

Stijging hartminuutvolume
  • Intraveneus
    • 1 maand tot 18 jaar
      [1] [2] [3]
      • 0,01 - 1,5 microg./kg/minuut, continu infuus.
      • Titreren op geleide van de hartfrequentie onder bewaking van het ECG.

        Uitsluitend toedienen onder supervisie van intensivist, anesthesist, cardioloog of neonatoloog.

Nierfunctiestoornissen bij kinderen > 3 maanden

Er zijn geen gegevens bekend over doseeraanpassing bij nierfunctiestoornissen.

Bijwerkingen bij kinderen

Hypotensie, tachycardie met soms als gevolg myocardischemie.

Bijwerkingen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Hoofdpijn, onrust, tremoren, duizeligheid, hypotensie, zweten, hartkloppingen, tachycardie. Soms ernstige ritmestoornissen, m.n. bij cardiogene shock, acidose, hypoxie, hypo- of hyperkaliëmie en gebruik van andere middelen die het hart gevoelig maken voor ritmestoornissen.

Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb

  • Bij kinderen worden veel geneesmiddelen off-label gebruikt. Alle ervaringen zijn belangrijk om te melden om zo meer kennis te verzamelen en te delen
  • Ook wanneer u niet zeker weet of de bijwerking echt door het geneesmiddel komt
Meld hier

Contra-indicatie algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Bestaande tachy-aritmieën. Terughoudendheid is geboden bij diabetes mellitus, renale of cardiale aandoeningen (angina pectoris, hypertensie), ouderen en bij hyperthyroïdie. Bij shock ten gevolge van een myocardinfarct is grote voorzichtigheid geboden in verband met de door isoprenaline veroorzaakte verhoogde zuurstofbehoefte van het myocard, waardoor de ischemie kan verergeren.

Waarschuwingen en voorzorgen bij kinderen

Toedienen onder bewaking van haemodynamische parameters onder supervisie van intensivist, cardioloog of neonatoloog (voldoende specialisatie vereist om in te kunnen grijpen bij ademhalingsdepressie)

Waarschuwingen en voorzorgen algemeen Bron: ZorgInstituut Nederland - Farmacotherapeutisch Kompas

Isoprenalinesulfaat alleen onder continue klinische bewaking toedienen. Dit middel kan door pupilverwijding de oogdruk verhogen en een aanval van acuut glaucoom veroorzaken.

Interacties Bron: KNMP/Informatorium Medicamentorum

Relevant: niet-selectieve β-blokkers en isoprenaline kunnen elkaars werking verminderen.

Geen interactie: in de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met selectieve β-blokkers; in hogere dosering kunnen selectieve β-blokkers de werking van isoprenaline verminderen.

HARTSTIMULANTIA, EXCLUSIEF HARTGLYCOSIDEN

Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.

SYMPATHICOMIMETICA EN DOPAMINERGICA
C01CA24
C01CA07

Dopamine

Neoatricon
C01CA04
C01CA26
C01CA06

Midodrine

Gutron
C01CA17
C01CA03
FOSFODIESTERASEREMMERS

Milrinon

Corotrope
C01CE02
OVERIGE HARTSTIMULANTIA
C01CX08

Referenties

  1. Rademaker C.M.A. et al, Geneesmiddelen-Formularium voor Kinderen, 2008
  2. Reyes G, et al, The pharmacokinetics of isoproterenol in critically ill pediatric patients, J Clin Pharmacol., 1993, Jan;33(1), 29-34
  3. Kadar D, et al, Isoproterenol metabolism in children after intravenous administration., Clin Pharmacol Ther. , 1974 , Nov;16(5 Part 1), 789-95
  4. ZorgInstituut Nederland, Farmacotherapeutisch Kompas (Eigenschappen, Contra-Indicaties, Bijwerkingen, Waarschuwingen en Voorzorgen), Geraadpleegd 27 okt 2014
  5. Informatorium Medicamentorum, (Interacties), 2011

Wijzigingen

Therapeutic Drug Monitoring


Overdosering