Fenylefrine is een vasoconstrictor met een directe werking op de α1-receptoren. Er treedt vasoconstrictie op van arteriële en veneuze vaten waardoor de bloeddruk stijgt en een reflexbradycardie ontstaat. Door de krachtige arteriële vasoconstrictie neemt de nabelasting toe; het hartminuutvolume neemt af.
Geen informatie beschikbaar over farmacokinetische parameters bij kinderen en neonaten.
Injectievloeistof (fenylefrine hydrochloride) 0,1 mg/ml; 10 mg/ml
Injectievloeistof (fenylefrine base) 0,05 mg/ml; 0,1 mg/ml; 10 mg/ml
Hypotensie tijdens anesthesie; cyanotic spells bij Tetralogy van Fallot |
---|
|
Er zijn geen gegevens bekend over doseeraanpassing bij nierfunctiestoornissen.
De meest voorkomende bijwerkingen zijn: (reflex)bradycardie (door baroreceptor gemedieerde vagale stimulatie), hypertensieve perioden, misselijkheid, braken. Bij hoge doses vaak hypertensie.
Verder zijn gemeld: tachycardie, palpitaties, aritmie, angina pectoris, myocardischemie (o.a. myocardinfarct). Hersenbloeding, hypertensieve crisis, hypotensie met duizeligheid, flauwte. Longoedeem, dyspneu. Hyperhidrose, bleekheid, blozen, koude huid, pilo-erectie, huidnecrose bij extravasatie. Spierzwakte. Urineretentie, moeite met urineren. Angst, prikkelbaarheid, opwinding, psychose, verwarring. Nervositeit, hoofdpijn, drukkend gevoel in het hoofd, tintelingen, paresthesie, tremor, slapeloosheid. Speekselvloed. Mydriase, verergering van nauwe-kamerhoekglaucoom.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Voorzichtig toepassen bij (een voorgeschiedenis van) arteriële hypertensie, bradycardie, tachycardie, gedeeltelijk hartblok, aritmie, coronaire aandoeningen incl. angina pectoris en (andere) chronische hartaandoeningen, niet-ernstige perifere vasculaire insufficiëntie (ernstige perifere vasculaire insufficiëntie is gecontra-indiceerd), aneurysma, diabetes mellitus, ongecontroleerde hyperthyroïdie en gesloten kamerhoekglaucoom. Vanwege een vermindering van het hartminuutvolume verder voorzichtig toepassen bij arteriosclerose, ouderen (meer kans op toxiciteit) en een verminderde cerebrale of coronaire circulatie. Bij verminderd hartminuutvolume of coronaire hartziekte de vitale orgaanfuncties zorgvuldig bewaken en dosisverlaging overwegen als de systemische bloeddruk de ondergrens van het doelbereik nadert. Bij ernstig hartfalen of cardiogene shock kan door vasoconstrictie (toename nabelasting, ook wel 'afterload') een verergering van hartfalen optreden.
Voorkom extravasatie tijdens toediening vanwege de kans op weefselnecrose.
Relevant:
Bij combinatie van systemisch fenylefrine met een MAO-remmer (fenelzine, tranylcypromine, moclobemide, rasagiline, selegiline) of moclobemide kan sterke stijging van de bloeddruk optreden, als gevolg van vrijzetting van extra grote hoeveelheden noradrenaline uit de zenuwuiteinden door fenylefrine. Noradrenaline is in extra grote hoeveelheden aanwezig in de zenuwuiteinden, omdat de MAO-remmer de afbraak van noradrenaline remt.
Niet beoordeeld:
In theorie kan ook bij combinatie van oculair toegediend fenylefrine met een MAO-remmer of moclobemide sterke stijging van de bloeddruk optreden.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
SYMPATHICOMIMETICA EN DOPAMINERGICA | ||
---|---|---|
Epipen, Jext
|
C01CA24 | |
C01CA07 | ||
Neoatricon
|
C01CA04 | |
C01CA26 | ||
C01CA02 | ||
Gutron
|
C01CA17 | |
C01CA03 |
FOSFODIESTERASEREMMERS | ||
---|---|---|
Corotrope
|
C01CE02 |
OVERIGE HARTSTIMULANTIA | ||
---|---|---|
C01CX08 |