Geen informatie
Er is hier op dit moment nog geen informatie over beschikbaar.
Off-label
Calciumchloride-2-water bevat ong. 273 mg (= 6.8 mmol) calcium per g.
Hyperkaliemie met ECG afwijkingen |
---|
|
Er zijn geen gegevens bekend over doseeraanpassing bij nierfunctiestoornissen.
Het optreden van bijwerkingen is afhankelijk van de toedieningssnelheid en de dosering. Bij een juiste toediening treden bijwerkingen zelden op.
Bij minder dan 1% van de patiënten: zelden irritatie van de vaatwand (met als gevolg vasodilatatie en verlaging van de bloeddruk), calcificatie van weke delen, bradycardie en hartritmestoornissen.
Een te hoge intraveneuze toedieningssnelheid kan leiden tot tintelende sensaties, een calciumsmaak in de mond, opvliegers, misselijkheid, braken, perifere vasodilatatie met verlaging van de bloeddruk, bradycardie, cardiale syncope en hartritmestoornissen, en mogelijk tot hartstilstand.
Geeft meer irritatie dan de andere calciumzouten, zowel na orale als na intraveneuze toediening.
Calciumchloride mag niet in weefsels (subcutaan, intramusculair) worden toegediend vanwege het risico op ernstige necrose en huiderosie.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Niet gebruiken bij neonaten
Interacties calciumzouten algemeen:
Relevant:
Oraal toegediende calciumzouten verminderen de absorptie van de volgende middelen (met aanbevolen gebruiksadvies):
Er zijn incidentele meldingen van calcium-ceftriaxon-neerslagen in de longen en nieren van neonaten, soms met fatale afloop. Ceftriaxon dient niet te worden gemengd of gelijktijdig te worden toegediend met intraveneuze calciumbevattende oplossingen. De oplossingen mogen wel na elkaar worden toegediend als de infusielijn grondig wordt gespoeld. Bij neonaten jonger dan 28 dagen is de combinatie gecontraïndiceerd, ceftriaxon mag niet worden toegediend bij intraveneuze toediening van calciumbevattende oplossingen.
Geen interactie:
In de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met moxifloxacine, (lev)ofloxacine of van hoge intraveneuze doses calcium met digoxine of adrenaline.
Niet beoordeeld:
De absorptie van zink, ketoconazol, estramustine en natriumfluoride kan afnemen.
Bij intraveneuze toediening van calciumzouten kan door antagonisme voor de calciumkanalen de effectiviteit van verapamil en mogelijk ook van andere calciumantagonisten worden verminderd.
Bij gebruik van hoge doses calciumzouten en thiazidediuretica (verminderen calciumuitscheiding) neemt het risico op hypercalciëmie toe.
Citraat verhoogt de absorptie van aluminiumionen, waardoor bij combinatie van calciumcitraat en algeldraat (bij hyperfosfatemie) een risico op aluminiumintoxicatie bestaat. Bij het oplossen van calcium in bruistabletten en bruisgranulaat ontstaat calciumcitraat.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
ELEKTROLYTOPLOSSINGEN | ||
---|---|---|
B05XA19 | ||
B05XA14 | ||
B05XA31 |
AMINOZUREN | ||
---|---|---|
B05XB01 |
VITAMINEN | ||
---|---|---|
B05XC |