Glycophos is bestemd als supplement bij totale intraveneuze voeding om in de dagelijkse behoefte van volwassenen aan fosfaat te voorzien. Het fosfaat wordt op deze manier in organische vorm aan de parenterale voeding toegevoegd. Zo is het beter verenigbaar met onder andere het calcium dat in de parenterale voeding aanwezig is. Glycerofosfaat is een intermediair in het vetmetabolisme.
Natriumglycerofosfaat wordt in het plasma gehydrolyseerd tot glycerol en anorganisch fosfaat. De hydrolyse is maximaal bij een plasmaconcentratie > 0,7 mmol/ l. Ervan uitgaand dat de hydrolyse van glycerofosfaat volledig plaatsvindt in plasma, wordt per dag ongeveer 12-15 mmol natriumglycerofosfaat gehydrolyseerd in individuen met een normaal serum alkalinefosfatase.
Er zijn geen farmacokinetische gegevens beschikbaar voor kinderen, echter met de aanbevolen dosering is hyperfosfatemie onwaarschijnlijk.
Conc. voor infusieopl. (di-Na-zout als 5.5-water) 216 mg/ml (bevat per ml 1 mmol fosfaat en 2 mmol natrium)
Hypofosfatemie |
---|
|
GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.
GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.
Bij overdosering van natriumglycerofosfaat kunnen hyperfosfatemie en hypernatriëmie optreden.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Hypernatriëmie, hyperfosfatemie, shock en dehydratie.
Niet onverdund toedienen. Fosfaatgehalte in bloed regelmatig controleren. Houdt rekening met de hoeveelheid natrium in glycophos. Voorzichtigheid is geboden bij kinderen met nierinsufficientie.
Relevant:
Het risico op hyperfosfatemie en hypercalciëmie neemt toe bij combinatie van oraal glycerofosforzuur met burosumab; oraal glycerofosforzuur is niet in de handel in Nederland. Gelijktijdige behandeling moet worden vermeden.
Glycerofosforzuur en fosfaatbinders (algeldraat, calciumacetaat, calciumcarbonaat, calciumcitraat, lanthaancarbonaat, sevelameer, ijzer(III)oxidehydroxidesaccharosezetmeelcomplex) gaan elkaars werking tegen.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
ELEKTROLYTOPLOSSINGEN | ||
---|---|---|
B05XA07 | ||
B05XA19 | ||
B05XA31 |
AMINOZUREN | ||
---|---|---|
B05XB01 |
VITAMINEN | ||
---|---|---|
B05XC |