Bosentan is een endotheline receptor antagonist (ERA) met affiniteit voor de receptoren endotheline A (ETA) en B (ETB). Het vermindert zowel de pulmonale als de systemische vaatweerstand met als gevolg een toename van het hartminuutvolume zonder toename van de hartslag.
Farmacokinetische gegevens afkomstig van onderzoek bij kinderen hebben aangetoond dat de plasmaconcentraties bosentan bij kinderen gemiddeld lager waren dan bij volwassen patiënten en niet werden verhoogd door de dosis Tracleer verder te verhogen dan tot tweemaal daags 2 mg/kg.
Het onderzoek van Barst et al. (n=18, 3 tot 15 jaar) noemt na een enkelvoudige dosis bosentan de volgende gemiddelde farmacokinetische parameters:
Dosis | Cmax(ng/ml) | Tmax (uur) | T1/2 (uur) |
---|---|---|---|
31,25 mg | 959 | 1,0 | 4,7 |
62,5 mg | 815 | 2,5 | 5,3 |
125 mg | 1709 | 4,0 | 4,2 |
Na meervoudige dosering worden de volgende gemiddelde farmacokinetische parameters genoemd:
Dosis | Cmax(ng/ml) | Tmax (uur) | T1/2 (uur) |
---|---|---|---|
62,5 mg/dag in 2 doses | 685 | 2,5 | 6,0 |
125 mg/dag in 2 doses | 1136 | 1,0 | 5,6 |
250 mg/dag in 2 doses | 1200 | 1,8 | 5,3 |
Tablet filmomhuld (als 1-water) 62.5 mg, 125 mg
Dispergeerbare tablet (als 1-water), 32 mg
Capsule (als 1-water) 1 mg, 5 mg
Pulmonale arteriele hypertensie |
---|
GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.
GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.
Verhoogde transaminase waarden, hypotensie, oedeem, hoofdpijn, blozen, bovenste luchtweginfecties, nasofaryngitis, koorts, braken, bronchitis, abdominale pijn, diarree, verlaagd hemoglobine/anemie, syncope, verhoogd bilirubine, trombocytopenie, pijn op de borst, vermoeidheid, pneumonie.
Zeer vaak (> 10%): vochtretentie, oedeem, hoofdpijn, verhoogde waarden leveraminotransferasen ≥ 3× ULN.
Vaak (1-10%): overgevoeligheidsreacties zoals huidontstekingen, jeuk, uitslag. Erytheem. Hypotensie, palpitaties, syncope, overmatig blozen. Gastro-oesofageale refluxziekte, diarree. Neusverstopping. Afname hemoglobineconcentratie, anemie.
Soms (0,1-1%): trombocytopenie, neutropenie, leukopenie. Verhoogde aminotransferasen geassocieerd met (exacerbatie van onderliggende) hepatitis en/of geelzucht.
Zelden (0,01-0,1%): anafylaxie en/of angio-oedeem. Levercirrose, leverfalen.
Verder is gemeld: wazig zien. Dyspneu (bij pulmonale hypertensie secundair aan ernstige COPD).
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Controleer leverenzymwaarden voor het begin van de behandeling, twee weken na elke dosisverhoging en vervolgens maandelijks. Veranderingen van leverenzymen doen zich meestal voor tijdens de eerste 26 weken van de behandeling, maar kunnen ook later optreden; deze veranderingen zijn dosisafhankelijk, vaak asymptomatisch en reversibel. Bij verhoging van de ALAT/ASAT-waarden de dosering verlagen (bij > 3 en ≤ 5× ULN ('upper limit of normal')) of tijdelijk staken (bij > 5 en ≤ 8× ULN) en controleer minstens iedere twee weken de ALAT/ASAT-waarden. Bij terugkeren van de ALAT/ASAT-waarden tot het niveau van vóór de behandeling kan eventueel bosentan opnieuw worden geïntroduceerd onder strenge controle van de ALAT/ASAT-waarden (< 3 dagen na hervatting, vervolgens na 2 w. en dan weer maandelijks én 2 w. na elke dosisverhoging). Bij klinische symptomen van leverschade (misselijkheid, braken, koorts, buikpijn, geelzucht, ongebruikelijke slaperigheid/moeheid, griepachtig beeld) of bij ALAT/ASAT-waarden van > 8× ULN de behandeling staken en niet meer opnieuw beginnen.
Een lichte, dosisafhankelijke afname in de hemoglobineconcentratie is mogelijk en stabiliseert zich dan na de eerste 4–12 weken van de behandeling; soms kan echter ernstige anemie ontstaan die transfusies met rode bloedcellen noodzakelijk maken. De hemoglobineconcentratie controleren vóór aanvang van de therapie, daarna maandelijks gedurende vier maanden en daarna om de drie maanden.
Met name bij ernstige systolische disfunctie (linkszijdig hartfalen) kan behandeling met bosentan leiden tot vochtretentie. Indien dit optreedt, starten met een diureticum of de dosering van bestaande behandeling met diuretica verhogen. Indien vóór starten met bosentan vochtretentie is vastgesteld, eerst diuretica geven.
Grote voorzichtigheid is geboden bij pulmonale veno-occlusieve aandoeningen in verband met het risico van een levensbedreigend longoedeem.
Indien tijdens gebruik van bosentan de klinische situatie verslechtert, overschakelen op een andere behandeling.
De werkzaamheid van bosentan is niet vastgesteld bij ernstige pulmonale arteriële hypertensie (= NYHA-klasse IV).
Het is niet aangetoond dat bosentan een gunstig effect heeft op de genezing van bestaande digitale ulcera bij systemische sclerose.
Bosentan is substraat voor CYP2C9 en CYP3A4; het induceert CYP2C9, CYP3A4 en mogelijk CYP2C19.
Relevant:
Afname bosentan: de concentratie daalt door rifampicine.
Toename bosentan: de concentratie stijgt door ketoconazol; ketoconazol wordt bij voorkeur vermeden.
Sildenafil verhoogt de AUC en de Cmax met als mogelijk gevolg meer hepatotoxiciteit; andersom verlaagt bosentan de AUC en Cmax van sildenafil. Bij combinatie is extra controle van het klinisch effect en van transaminasewaarden nodig.
Bosentan verlaagt de concentratie van: hormonale anticonceptiva, cumarinederivaten, en van atorvastatine en simvastatine en hun actieve metabolieten. Bij hormonale anticonceptie is alternatieve anticonceptie gewenst; gezien de teratogeniteit van bosentan is zwangerschap ongewenst.
Overig effect: de dalconcentratie van bosentan stijgt ong. 30-voudig door ciclosporine; bovendien wordt de concentratie van ciclosporine gehalveerd. De combinatie wordt ontraden; als toch wordt gecombineerd, moeten de ciclosporineconcentratie en de leverfunctie extra worden gecontroleerd.
Bij combinatie met glibenclamide daalt de concentratie van beide middelen. Bovendien is een toegenomen incidentie gezien van verhoogde transaminasewaarden. Deze combinatie wordt ontraden.
Combinatie met HCV-middelen of HIV-middelen wordt ontraden.
Niet relevant: de concentratie van digoxine en riociguat kan dalen.
Geen interactie: in de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met fluconazol, itraconazol en voriconazol.
Niet beoordeeld: sirolimus en tacrolimus zouden, net als ciclosporine, de bosentanconcentratie kunnen verhogen. Verder zou bosentan de concentratie van sirolimus en tacrolimus kunnen verlagen. De fabrikant ontraadt deze combinaties.
Bosentan verlaagt de AUC van tadalafil (40 mg 1x per dag) met ong. 42% en de Cmax met ong. 27% na gelijktijdige toediening van meerdere doses.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
ANTIHYPERTENSIVA VOOR PULMONAIRE ARTERIELE HYPERTENSIE | ||
---|---|---|
Volibris
|
C02KX02 |