Proteïnekinaseremmer. Larotrectinib is een ATP-competitieve en selectieve remmer van tropomyosinereceptor-tyrosinekinasen TRKA, TRKB en TRKC (gecodeerd door resp. neurotrofe-tyrosinereceptor-kinasegenen NTRK1, NTRK2 en NTRK3) met IC50 -waarden tussen 5 en 11 nm. Eerdere behandelingen met andere geneesmiddelen die dezelfde kinasen remmen, kunnen resistentie voor larotrectinib veroorzaken.
Op basis van populatiefarmacokinetische analyses was de blootstelling (Cmax en AUC) bij pediatrische patiënten bij de aanbevolen dosis van 100 mg/m2 met een maximum van tweemaal daags 100 mg hoger dan bij volwassenen (≥ 18 jaar oud) die de dosis van tweemaal daags 100 mg kregen. Gegevens over de blootstelling bij kleine kinderen (1 maand tot < 2 jaar oud) bij de aanbevolen dosering zijn beperkt (n = 40) (SmPC)
Capsule 25 mg, 100 mg
Drank 20 mg/ml (bevat propyleenglycol 1,2 mg/ml)
Solide tumoren met een neurotrofe tyrosinereceptorkinase (NTRK)-genfusie |
---|
|
Er zijn geen gegevens bekend over doseeraanpassing bij nierfunctiestoornissen.
Zuigelingen en peuters:
Zeer vaak (> 10%): Anemie, neutropenie, leukopenie. Misselijkheid, braken, obstipatie. Vermoeidheid. Gewichtstoename. Stijging ALAT, ASAT in het bloed.
Vaak (1-10%): Duizeligheid
Kinderen (2-12 jaar)
Zeer vaak (> 10%): Anemie, neutropenie, leukopenie. Misselijkheid, braken, obstipatie. Vermoeidheid. Gewichtstoename. Stijging ALAT, ASAT in het bloed.
Vaak (1-10%): Duizeligheid, loopstoornis, paresthesie. Dysgeusie. Myalgie, spierzwakte. Stijging alkalische fosfatase (AF) in het bloed.
Adolescenten (12-18 jaar)
Zeer vaak (> 10%): Neutropenie, leukopenie. Duizeligheid. Misselijkheid, braken, Vermoeidheid. Gewichtstoename. Stijging ALAT, ASAT in het bloed.
Vaak (1-10%): Anemie. Paresthesie. Obstipatie. Myalgie, spierzwakte. Stijging alkalische fosfatase (AF) in het bloed.
Zeer vaak (> 10%): anemie, neutropenie, leukopenie. Duizeligheid. Misselijkheid, braken, obstipatie. Myalgie. Vermoeidheid. Gewichtstoename. Stijging ALAT, ASAT in het bloed.
Vaak (1-10%): loopstoornis, paresthesie. Smaakstoornis. Spierzwakte. Stijging alkalische fosfatase (AF) in het bloed.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Het effect van larotrectinib kan kwantitatief verschillen afhankelijk van tumortype en gelijktijdige genoomveranderingen. Om deze reden mag dit geneesmiddel alleen gebruikt worden als er geen toereikende behandelopties zijn.
Neurologische reacties, zoals duizeligheid, loopstoornis en paresthesie zijn gemeld. De meeste neurologische reacties traden voor het eerst op binnen de eerste 3 maanden van de behandeling. Overweeg dosisverlaging of onderbreken of staken van de behandeling, afhankelijk van de ernst en duur van de symptomen.
Controleerde leverfunctie (incl. ALAT en ASAT) voorafgaand aan de eerste dosis, maandelijks gedurende de eerste 3 maanden en vervolgens periodiek. Bij stijging van de transaminasewaarden naar graad 2, de leverfunctie iedere 1–2 weken evalueren totdat de waarden zijn hersteld. Onderbreek de behandeling of staak de behandeling definitief op basis van de ernst. Pas de dosis aan indien na onderbreking, larotrectinib wordt hervat.
Larotrectinib is substraat voor CYP3A4 (hoofdroute), P-gp en BCRP. Het is een zwakke CYP3A4-remmer.
Relevant:
Afname larotrectinib: de concentratie daalt door krachtige CYP3A4-inductoren.
Toename larotrectinib: de concentratie stijgt door krachtige CYP3A4-remmers; bij combinatie moet verlaging van de dosering worden overwogen.
Niet relevant:
Larotrectinib verhoogt de concentratie van midazolam.
Niet beoordeeld:
Toename larotrectinib: de concentratie kan stijgen door P-gp-remmers en BCRP-remmers.
Grapefruit(sap) kan de biologische beschikbaarheid verhogen door remming van CYP3A4. De fabrikant ontraadt gebruik van grapefruit(sap).
Interacties tyrosinekinaseremmers algemeen:
Relevant:
VKA's: tyrosinekinaseremmers kunnen het effect van VKA's op vele manieren beïnvloeden. Hierdoor kan/zal de verlenging van de stollingstijd sterker fluctueren. Bovendien kan chemotherapie trombocytopenie veroorzaken. Trombocytopenie bij gebruik van VKA's geeft een extra verhoogde bloedingsneiging. Acalabrutinib, ibrutinib en zanubrutinib remmen de trombocytenaggregatie.
Levende vaccins: tijdens het gebruik van tyrosinekinaseremmers met immunosuppressieve werking (acalabrutinib, asciminib, avapritinib, axitinib, binimetinib, bosutinib, cabozantinib, cobimetinib, dasatinib, fedratinib, gilteritinib, ibrutinib, imatinib, larotrectinib, midostaurine, nilotinib, nintedanib, pazopanib, ponatinib, regorafenib, ruxolitinib, sorafenib, sunitinib, trametinib, vandetanib en zanubrutinib) kan vaccinatie met levende micro-organismen een gegeneraliseerde infectie veroorzaken. De combinatie wordt bij voorkeur vermeden.
Niet-levende vaccins: tijdens gebruik van tyrosinekinaseremmers met immunosuppressieve werking kunnen vaccinaties met gedode verwekker of afgeleid antigeen minder effectief zijn door een verminderde immuunrespons. In sommige gevallen kan het vaccin herhaald worden toegediend of kan een titerbepaling worden gedaan.
Geen interactie:
In de literatuur is onvoldoende onderbouwing voor interactie met allergenen.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
BCR-ABL-TYROSINEKINASEREMMERS | ||
---|---|---|
Tasigna
|
L01EA03 |
ALK-REMMERS | ||
---|---|---|
Xalkori
|
L01ED01 |
OVERIGE PROTEINEKINASEREMMERS | ||
---|---|---|
Rozlytrek
|
L01EX14 | |
Caprelsa
|
L01EX04 |