Purine (guanine) nucleoside-analogon. Antivirale stof met in vitro grote selectieve werkzaamheid tegen herpes-simplex-virus, type 1 en 2 en het varicella-zostervirus. Aciclovir wordt in de cel omgezet in aciclovirmonofosfaat door virus-geïnduceerd thymidinekinase. Dit aciclovirmonofosfaat wordt door cellulaire enzymen verder omgezet tot het actieve aciclovirtrifosfaat. Aciclovirtrifosfaat remt competitief het virale DNA-polymerase en voorkomt verdere virale DNA-synthese met als gevolg blokkade van de vermenigvuldiging van het virus.
Werking bij herpes simplex-keratitis: na aanvang meestal < 5 dagen duidelijk herstel; m.n. een eerste dendritische keratitis reageert over het algemeen zeer goed op aciclovir.
Er is hier op dit moment nog geen informatie over beschikbaar.
Herpes keratitis: ≥ 2 jaar: On-label
Toon SmPC tekst Toon SmPC tekst
Oogzalf 30 mg/g
Herpes simplex keratitis (ooginfectie) |
---|
|
Er zijn geen gegevens bekend over doseeraanpassing bij nierfunctiestoornissen.
Zeer vaak (> 10% ): oppervlakkige keratitis punctata; hiervoor is stoppen met de behandeling niet noodzakelijk en de aandoening geneest zonder gevolgen.
Vaak (1-10%): direct na toediening milde prikkeling of licht stekend gevoel van het oog, conjunctivitis.
Zelden (0,01-0,1%): blefaritis.
Zeer zelden (< 0,01%): directe overgevoeligheidsreacties inclusief angio-oedeem en urticaria.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
overgevoeligheid voor (val)aciclovir.
Informeer patiënt bij de start van de behandeling dat aciclovir-oogzalf vaak na tien dagen wat gaat irriteren, maar bij herpes simplex-keratitis toch gebruikt moet worden tot een week nadat de cornea-afwijkingen zijn verdwenen. Bij herpes simplex-conjunctivitis is gebruik tot ten minste 3 dagen na volledige genezing noodzakelijk.
Doorverwijzing oogarts: een HSV-keratitis kan recidiveren (met een groter risico op stroma-aantasting); laat de patiënt contact op nemen zodra een recidief wordt herkend om antivirale behandeling te beginnen en te verwijzen naar een oogarts. Verwijs ook bij stroma-aantasting, bij contactlensdragers vanwege meer risico op complicaties, bij visusvermindering en bij uitbreiding van klachten tijdens behandeling met de aciclovir-oogzalf. Visusvermindering kan duiden op aantasting van andere structuren dan het oppervlakkige cornea-epitheel (zoals corneastroma, uvea of oogzenuw).
Tijdens behandeling van een ooginfectie geen contactlenzen dragen.
Er is hier op dit moment nog geen informatie over beschikbaar.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.
ANTIBIOTICA | ||
---|---|---|
Azyter
|
S01AA26 | |
S01AA01 | ||
Fucithalmic
|
S01AA13 | |
S01AA11 | ||
S01AA12 |
FLUOROCHINOLONEN | ||
---|---|---|
Vigamox
|
S01AE07 | |
Trafloxal, Otiflox
|
S01AE01 |