Raltegravir is een anti-HIV-middel. Het remt het enzym integrase in de humane gastheer-T-cel, waardoor het virale DNA niet kan integreren in het DNA van de gastheercel. Dit verhindert de vermenigvuldiging van het virus.
Tmax = ongeveer 3 uur
t1/2 = ongeveer 9 uur
Tablet 400 mg
Kauwtablet 25 mg, 100 mg (Niet in Nederland op de markt, wel beschikbaar via Internationale apotheek Venlo of direct via MSD)
Granulaat voor suspensie 10 mg/ml (Niet in Nederland op de markt, wel beschikbaar via Internationale apotheek Venlo of direct via MSD)
Behandeling HIV infectie |
---|
|
GFR ≥10 ml/min/1.73m2: aanpassing van de dosering is niet nodig.
GFR <10 ml/min/1.73m2: een algemeen advies kan niet worden gegeven.
Frequentie, type en ernst van de bijwerkingen bij kinderen en adolescenten komt overeen met die waargenomen bij volwassenen.
Vaak (1-10%): abnormaal dromen, nachtmerrie, slapeloosheid, abnormaal gedrag, depressie. Duizeligheid, hoofdpijn, psychomotorische hyperactiviteit. Vertigo. Opgezwollen buik, buikpijn, diarree, winderigheid, misselijkheid, braken, dyspepsie, verminderde eetlust. Huiduitslag. Asthenie, vermoeidheid, koorts. Verhoogd ALAT, ASAT, lipase, pancreas-amylase en triglyceriden, atypische lymfocyten. Soms (0,1-1%): genitale herpes, folliculitis, gastro-enteritis, infectie met herpesvirus, influenza, lymfeklierabces, molluscum contagiosum, nasofaryngitis. Huidpapilloom. Anemie wegens ijzergebrek, pijn in lymfeklieren, lymfadenopathie, neutropenie, trombocytopenie. Immuunreconstitutie, overgevoeligheid. Diabetes mellitus, dyslipidemie, hyperlipidemie, hypercholesterolemie, hyperglykemie, polydipsie, cachexie. Angst, paniekaanval, verwarring, (door)slaapstoornis, wisselende stemming, ernstige depressie, suïcidale gedachten, zelfmoordpoging (vooral bij een voorgeschiedenis van psychische aandoeningen), . Amnesie, carpale-tunnelsyndroom, cognitieve stoornis, aandachtsstoornis, dysgeusie, hypo-esthesie, lethargie, geheugenstoornis, migraine, perifere neuropathie, paresthesie, tremoren. Visusstoornis. Tinnitus. Palpitaties, sinusbradycardie, ventriculaire extrasystolen. Opvliegers, hypertensie. Dysfonie, epistaxis, neusverstopping. Droge mond, gingivitis, glossitis, oprispingen, gastro-oesofageale reflux, gastritis, erosieve duodenitis, odynofagie, acute pancreatitis, maagzweer, pijn in de buik, anus of het rectum, obstipatie, rectale bloeding. Hepatitis, hepatische steatose, leverfalen. Acne, alopecia, dermatitis acneïforme, droge huid, erytheem, hyperhidrose, verkregen lipodystrofie, lipohypertrofie, lipoatrofie, nachtelijk zweten, prurigo, pruritus, maculaire uitslag, maculopapulaire uitslag, huidlaesie, urticaria, xeroderma, Stevens-Johnsonsyndroom, geneesmiddelgerelateerde uitslag met eosinofilie en systemische symptomen (DRESS). Artralgie, artritis, rugpijn, musculoskeletale pijn, myalgie, nekpijn, pijn in de extremiteiten, tendinitis, rabdomyolyse. Nierfalen, nefritis, tubulo-interstitiële nefritis, nefrolithiase, nycturie, niercyste. Erectiestoornis, gynaecomastie, menopauzale verschijnselen. Pijn op de borst, rillingen, oedeem in het gezicht, meer vetweefsel, zich schrikachtig voelen, malaise, perifeer oedeem, gezwel in de onderkaak. Verhoogde laboratoriumwaarden: AF, amylase, bilirubine, cholesterol, creatinine, glucose, BUN, creatinekinase, nuchter glucose, HDL, lipase, LDL. Minder trombocyten, verhoogd INR, glucose aanwezig in urine, positief op rode bloedcellen in urine, grotere tailleomtrek, gewichtstoename, minder leukocyten. Verder zijn gemeld: auto-immuunziekten (zoals de ziekte van Graves; zie ook onder Waarschuwingen en Voorzorgen), osteonecrose.
Meld bijwerkingen bij kinderen altijd bij Lareb
Raltegravir heeft een relatief lage genetische barrière voor resistentie voor HIV. Daarom is raltegravir alleen geregistreerd voor toepassing in combinatietherapie (cART). Bij niet eerder behandelde patiënten zijn de klinische gegevens over raltegravir beperkt tot gebruik in combinatie met twee NRTI's (emtricitabine+tenofovir). Wees voorzichtig bij ernstige onderliggende leveraandoeningen. Bij een bestaande leverfunctiestoornis zoals chronische hepatitis is er meer kans op verergering van de leveraandoening; controleer nauwgezet op tekenen van verergering en overweeg zonodig onderbreking of staken van de behandeling. Door het toepassen van anti-retrovirale therapie bij chronische hepatitis B of C is er meer kans op (mogelijk fatale) leverafwijkingen. Bij optreden van eerste symptomen van ernstige huidreacties of overgevoeligheidsreacties (zoals ernstige huiduitslag, huiduitslag met koorts, algehele malaise, vermoeidheid, pijn in spieren en gewrichten, blaren, laesies in de mond, conjunctivitis, faciaal oedeem, angio-oedeem hepatitis, eosinofilie) de behandeling direct staken; te laat stoppen met de behandeling kan tot levensbedreigende situaties leiden. Wees voorzichtig bij myopathie of rabdomyolyse in de anamnese of een predispositie hiervoor (zoals het gebruik van sommige andere geneesmiddelen als statinen). Wees voorzichtig bij een voorgeschiedenis van depressie of andere psychische stoornissen; verwijs bij ontstaan van tekenen hiervan zonodig naar een psychiater. Wees voorzichtig bij ernstige immunodeficiëntie in verband met meer kans op ontstekingsreacties op asymptomatische of nog aanwezige opportunistische pathogenen die tot ernstige klinische manifestaties kunnen leiden (immuunreconstitutiesyndroom). In dit kader kunnen ook auto-immuunreacties (zoals de ziekte van Graves) optreden, vaak pas vele maanden na aanvang van de behandeling. Hoewel de oorzaak multifactorieel wordt geacht, zijn er gevallen van osteonecrose gemeld bij patiënten met gevorderde HIV-ziekte en/of langdurig gebruik van anti-retrovirale combinatietherapie; bij optreden van pijn en stijfheid in de gewrichten of van moeilijker bewegen, de patiënt hierop controleren.
Raltegravir is substraat voor UGT1A1.
Relevant:
Absorptie: de absorptie wordt verminderd door gelijktijdige inname met antacida, calciumzouten, magnesiumzouten, sucralfaat en ijzerzouten. Raltegravir moet ten minste 2 uur vóór of na het andere middel worden ingenomen.
Afname raltegravir: de concentratie daalt door UGT-inductoren en Orkambi®. Bij combinatie van de tablet 400 mg met rifampicine moet de dosering worden aangepast (zie D.). Combinatie van de tablet 600 mg met rifampicine wordt ontraden.
Niet beoordeeld:
Afname raltegravir: de concentratie daalt door efavirenz, etravirine, maraviroc en geboost tipranavir; dosisaanpassing is niet nodig.
De fabrikant van fosamprenavir ontraadt combinatie met raltegravir, omdat de concentratie van beide stoffen daalt.
Toename raltegravir: de concentratie stijgt door geboost atazanavir en door tenofovir disoproxil; dosisaanpassing is niet nodig.
In theorie kan de concentratie stijgen door krachtige UGT1A1-remmers.
Omeprazol verhoogt de Cmax met ong. 50% en de AUC met ong. 37%, famotidine met ong. 60% resp. ong. 44%; dosisaanpassing is niet nodig.
Raltegravir verlaagt de concentratie van: midazolam.
Deze pagina geeft een overzicht van geneesmiddelen uit dezelfde ATC groep. Let op: Dit betekent niet per definitie dat deze middelen onderling uitwisselbaar zijn.